20.2.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 47/56


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 144/2013 VAN DE COMMISSIE

van 19 februari 2013

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 606/2009, wat betreft bepaalde oenologische procedés en de daarvoor geldende beperkingen, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 436/2009, wat betreft de vermelding van deze procedés in de begeleidende documenten voor het vervoer van wijnbouwproducten en de in de wijnsector bij te houden registers

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 121, derde en vierde alinea, artikel 185 bis, artikel 185 quater, lid 3, en artikel 192, juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 606/2009 van de Commissie van 10 juli 2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad, wat betreft de wijncategorieën, de oenologische procedés en de daarvoor geldende beperkingen (2), zijn de toegestane oenologische procedés vastgesteld in bijlage I bij die verordening. De Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (Organisation Internationale de la Vigne et du Vin — OIV) heeft de gebruiksvoorwaarden voor bepaalde oenologische procedés, die in de Unie overigens reeds zijn toegestaan, gewijzigd. Om ervoor te zorgen dat producenten uit de Unie dezelfde kansen krijgen als producenten uit derde landen, moeten de voorwaarden voor het gebruik van deze oenologische procedés in de Unie worden gewijzigd, uitgaande van de door de OIV vastgestelde gebruiksvoorwaarden.

(2)

De OIV heeft nieuwe oenologische procedés vastgesteld. Om ervoor te zorgen dat producenten uit de Unie dezelfde nieuwe kansen krijgen als producenten uit derde landen, moet het gebruik van deze nieuwe oenologische procedés in de Unie overeenkomstig de door de OIV vastgestelde gebruiksvoorwaarden worden toegestaan.

(3)

In bijlage I A, aanhangsel 10, van Verordening (EG) nr. 606/2009 zijn de voorschriften voor de gedeeltelijke desalcoholisatie van wijn vastgesteld. Het concept van de desalcoholisatie van wijn is in het kader van de OIV vervangen door dat van de correctie van het alcoholgehalte van de wijn. De tekst in het aanhangsel moet overeenkomstig worden gewijzigd. Voorts kunnen de lidstaten overeenkomstig het aanhangsel bepalen dat de gedeeltelijke desalcoholisatie van wijn moet worden gemeld bij de bevoegde autoriteiten. Om de doeltreffendheid van de controles te garanderen, dient te worden gepreciseerd dat deze melding moet worden gedaan voordat de wijn effectief wordt gedesalcoholiseerd.

(4)

Wijn van het type „aleatico” uit Italië die recht heeft op de beschermde oorsprongsbenaming „Pergola” en op de traditionele aanduiding „passito”, alsmede wijn uit Hongarije met een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding die recht heeft op de vermelding „jégbor”, hebben een zeer hoog suikergehalte en worden in kleine hoeveelheden geproduceerd. Om deze wijn goed te kunnen bewaren, hebben Italië en Hongarije gevraagd te mogen afwijken van het maximumgehalte aan zwaveldioxide. Voor deze Italiaanse en Hongaarse wijn moet een maximumgehalte aan zwaveldioxide worden vastgesteld van respectievelijk 350 en 400 milligram per liter.

(5)

Als gevolg van de gasuitwisseling die plaatsvindt bij het gebruik van koolzuur voor de overheveling door tegendruk, kan in mousserende wijn koolzuur aanwezig zijn dat niet afkomstig is van de alcoholische vergisting van de cuvée. Deze gasuitwisseling leidt niet tot een verhoging van de koolzuurdruk en geeft bijgevolg geen aanleiding tot de conclusie dat aan deze producten koolzuurgas is toegevoegd. Wel moet worden verduidelijkt dat gasuitwisseling met van de alcoholische vergisting van de cuvée afkomstig koolzuur uitsluitend wordt toegestaan indien die gasuitwisseling onvermijdelijk is tijdens de overheveling door tegendruk.

(6)

Overeenkomstig artikel 120 octies van Verordening (EG) nr. 1234/2007 voorziet bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 606/2009, bij gebrek aan door de OIV aanbevolen en gepubliceerde ter zake relevante methoden en voorschriften, in bepaalde analysemethoden waarmee de samenstelling van de wijnbouwproducten kan worden bepaald, en in voorschriften aan de hand waarvan kan worden vastgesteld of deze producten behandelingen hebben ondergaan die strijdig zijn met de toegestane oenologische procedés. De OIV heeft bepaalde specifieke methoden vastgesteld voor de analyse van druivensuiker (gerectificeerde geconcentreerde druivenmost). De overeenkomstige methoden die momenteel in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 606/2009 zijn opgenomen, moeten worden geschrapt.

(7)

Sommige oenologische procedés zijn bijzonder fraudegevoelig en moeten worden vermeld in de registers en de begeleidende documenten als bedoeld in Verordening (EG) nr. 436/2009 van de Commissie van 26 mei 2009 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad met betrekking tot het wijnbouwkadaster, de verplichte opgaven en de samenstelling van gegevens voor het volgen van de markt, de begeleidende documenten voor het vervoer van producten en de bij te houden registers in de wijnsector (3). Krachtens de voorschriften voor procedés als de correctie van het alcoholgehalte van wijn, de behandeling met kationenwisselaars voor aanzuring en de elektromembraanbehandeling moeten deze procedés worden vermeld in de ter zake relevante registers. De voorschriften in verband met de vermeldingen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 436/2009, moeten worden aangepast teneinde rekening te houden met de wijzigingen die bij de onderhavige verordening worden aangebracht aan Verordening (EG) nr. 606/2009.

(8)

De Verordeningen (EG) nr. 606/2009 en (EG) nr. 436/2009 moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 195, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 ingestelde regelgevende comité en met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Verordening (EG) nr. 606/2009

Verordening (EG) nr. 606/2009 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage I A wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

2)

Bijlage I B wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

3)

Bijlage II wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij deze verordening.

4)

Bijlage IV wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage IV bij deze verordening.

Artikel 2

Wijziging van Verordening (EG) nr. 436/2009

Verordening (EG) nr. 436/2009 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 41, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt p) wordt vervangen door:

„p)

behandeling door elektrodialyse of kationenwisseling om de wijnsteen in wijn te stabiliseren, of behandeling door kationenwisseling voor de aanzuring;”;

b)

punt s) wordt vervangen door:

„s)

correctie van het alcoholgehalte van wijn;”;

c)

het volgende punt v) wordt toegevoegd:

„v)

elektromembraanbehandeling voor aanzuring of ontzuring.”.

2)

Bijlage VI wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage V bij deze verordening.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 februari 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 193 van 24.7.2009, blz. 1.

(3)  PB L 128 van 27.5.2009, blz. 15.


BIJLAGE I

Bijlage I A bij Verordening (EG) nr. 606/2009 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De tabel wordt als volgt gewijzigd:

a)

rij 10:

i)

in kolom 1 wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

gisteiwitextracten.”;

ii)

in kolom 3 wordt het volgende toegevoegd:

„Voor de behandeling van most en witte en roséwijn mag maximaal 30 g gisteiwitextracten per hl worden gebruikt en voor de behandeling van rode wijn mag maximaal 60 g gisteiwitextracten per hl worden gebruikt.”;

b)

in rij 40 wordt het in kolom 1 genoemde oenologische procedé vervangen door het volgende:

„Correctie van het alcoholgehalte van wijn”;

c)

de volgende rijen worden toegevoegd:

„48

Aanzuring door behandeling met kationenwisselaars

De voorwaarden en de limieten zijn vastgesteld in de punten C en D van bijlage XV bis bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 en in de artikelen 11 en 13 van de onderhavige verordening

Onder de voorwaarden van aanhangsel 15

 

49

Verlaging van het suikergehalte in most door membraankoppeling

Voor de producten die zijn gedefinieerd in punt 10 van bijlage XI ter bij Verordening (EG) nr. 1234/2007, onder de voorwaarden van aanhangsel 16

 

50

Ontzuring door elektromembraanbehandeling

De voorwaarden en de limieten zijn vastgesteld in de punten C en D van bijlage XV bis bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 en in de artikelen 11 en 13 van de onderhavige verordening

Onder de voorwaarden van aanhangsel 17”

 

2)

Aanhangsel 10 wordt vervangen door:

„Aanhangsel 10

Voorschriften voor de behandeling om het alcoholgehalte van de wijn te corrigeren

De behandeling om het alcoholgehalte van de wijn te corrigeren (hierna „de behandeling”) heeft tot doel een te hoog ethanolgehalte van de wijn te verlagen om de smaakbalans van de wijn te verbeteren.

Voorschriften:

1.

Deze doelstellingen kunnen worden bereikt aan de hand van scheidingstechnieken die afzonderlijk of gecombineerd worden gebruikt.

2.

De behandelde wijn mag geen organoleptische gebreken vertonen en moet geschikt zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie.

3.

Er mag geen alcohol uit de wijn worden verwijderd als op een van de wijnbouwproducten die bij de bereiding van de betrokken wijn is gebruikt, een van de in bijlage XV bis bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 vastgestelde verrijkingsprocedés is toegepast.

4.

Het alcoholgehalte mag met maximaal 20 % worden verlaagd en het effectieve alcoholvolumegehalte van het eindproduct moet in overeenstemming zijn met punt 1, tweede alinea, onder a), van bijlage XI ter bij Verordening (EG) nr. 1234/2007.

5.

De behandeling moet worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van een oenoloog of een bevoegde technicus.

6.

De behandeling moet worden ingeschreven in het in artikel 185 quater, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde register.

7.

De lidstaten kunnen bepalen dat de behandeling vooraf moet worden gemeld bij de bevoegde autoriteiten.”.

3)

In aanhangsel 14 worden het derde en het vierde streepje vervangen door:

„—

De behandeling moet worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van een oenoloog of een bevoegde technicus. De behandeling moet worden ingeschreven in het in artikel 185 quater, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde register.

De gebruikte membranen moeten voldoen aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1935/2004 en van Verordening (EU) nr. 10/2011 van de Commissie (1) en aan de ter uitvoering daarvan vastgestelde nationale bepalingen. Zij moeten tevens voldoen aan de voorschriften van de door de OIV gepubliceerde „Codex œnologique international”.

4)

De volgende aanhangsels 15, 16 en 17 worden toegevoegd:

Aanhangsel 15

Voorschriften voor aanzuring door behandeling met kationenwisselaars

De behandeling met kationenwisselaars (hierna „de behandeling”) heeft tot doel de getitreerde zuurtegraad en de werkelijke zuurtegraad (verlaging van de pH) te verhogen middels de gedeeltelijke fysische extractie van de kationen met behulp van een kationenwisselaar.

Voorschriften:

1.

De behandeling wordt uitgevoerd met behulp van kationenwisselende harsen die met een zuur worden geregenereerd.

2.

De behandeling moet uitsluitend gericht zijn op overtollige kationen.

3.

Om de productie van fracties most of wijn te voorkomen, moet de behandeling ononderbroken worden uitgevoerd, met lineaire toevoeging van de behandelde producten aan de oorspronkelijke producten.

4.

Bij wijze van alternatief kan de vereiste hoeveelheid hars rechtstreeks aan de inhoud van de tank worden toegevoegd en achteraf aan de hand van een daartoe geschikte fysische methode van die inhoud worden gescheiden.

5.

Alle behandelingen moeten worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van een oenoloog of een bevoegde technicus.

6.

De behandeling moet worden ingeschreven in het in artikel 185 quater, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde register.

7.

De kationische harsen moeten voldoen aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1935/2004 en aan de ter uitvoering van die verordening vastgestelde nationale en EU-voorschriften, en moeten tevens voldoen aan de analytische voorschriften die zijn opgenomen in aanhangsel 4 van de onderhavige bijlage. Het gebruik ervan mag geen buitensporige wijzigingen veroorzaken in de fysische en chemische samenstelling en in de sensorische kenmerken van de most en de wijn, en bij het gebruik moeten de maxima in acht worden genomen die zijn vastgesteld in punt 3 van de monografie „Résines échangeuses de cations” van de door de OIV gepubliceerde „Codex œnologique international”.

Aanhangsel 16

Voorschriften voor de behandeling om het suikergehalte in most door membraankoppeling te verlagen

De behandeling om het suikergehalte te verlagen (hierna „de behandeling”) heeft tot doel suiker aan most te onttrekken middels membraankoppeling waarbij microfiltratie of ultrafiltratie wordt gecombineerd met nanofiltratie of omgekeerde osmose.

Voorschriften:

1.

Als gevolg van de behandeling neemt het volume af, afhankelijk van de hoeveelheid en het suikergehalte van de suikeroplossing die aan de oorspronkelijke most wordt onttrokken.

2.

De procedés moeten het mogelijk maken de gehalten aan andere mostbestanddelen dan suikers te behouden.

3.

Wanneer het suikergehalte in de most wordt verlaagd, mag het alcoholgehalte van de met die most vervaardigde wijn niet worden gecorrigeerd.

4.

De behandeling mag niet samen met een van de in bijlage XV bis bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 vastgesteld verrijkingsprocedés worden gebruikt.

5.

De hoeveelheid most waarop de behandeling wordt uitgevoerd, wordt bepaald op basis van de beoogde verlaging van het suikergehalte.

6.

De eerste fase heeft tot doel enerzijds de most geschikt te maken voor de tweede concentratiefase en anderzijds de macromoleculen te behouden die groter zijn dan de retentiedrempelwaarde van het membraan. Voor deze fase kan ultrafiltratie worden gebruikt.

7.

Het tijdens de eerste fase van de behandeling verkregen permeaat wordt vervolgens middels nanofiltratie of omgekeerde osmose geconcentreerd.

Het oorspronkelijke water en de organische zuren die bij de nanofiltratie niet zijn tegengehouden, mogen aan de behandelde most worden toegevoegd.

8.

De behandeling moet worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van een oenoloog of een bevoegde technicus.

9.

De gebruikte membranen moeten voldoen aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1935/2004 en van Verordening (EU) nr. 10/2011 en aan de ter uitvoering daarvan vastgestelde nationale bepalingen. Zij moeten tevens voldoen aan de voorschriften van de door de OIV gepubliceerde „Codex œnologique international”.

Aanhangsel 17

Voorschriften voor ontzuring door elektromembraanbehandeling

De elektromembraanbehandeling (hierna „de behandeling”) is een fysische methode om onder invloed van een elektrisch veld ionen uit de most of de wijn te extraheren met behulp van anionen doorlatende membranen, enerzijds, en bipolaire membranen, anderzijds. Door de combinatie van anionen doorlatende membranen en bipolaire membranen kan de getitreerde zuurtegraad en de werkelijke zuurtegraad (verhoging van de pH) op gecontroleerde wijze worden verlaagd.

Voorschriften:

1.

De anionen doorlatende membranen moeten zo worden aangebracht dat uitsluitend de anionen, en met name de organische zuren van de most of de wijn, worden geëxtraheerd.

2.

De bipolaire membranen moeten impermeabel zijn voor de anionen en kationen uit de most en de wijn.

3.

De wijn die wordt vervaardigd met middels deze behandeling ontzuurde most of wijn, moet ten minste 1 g wijnsteenzuur per liter bevatten.

4.

Ontzuring aan de hand van membranen en aanzuring sluiten elkaar uit.

5.

De behandeling moet worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van een oenoloog of een bevoegde technicus.

6.

De behandeling moet worden ingeschreven in het in artikel 185 quater, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde register.

7.

De gebruikte membranen moeten voldoen aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1935/2004 en van Verordening (EU) nr. 10/2011 en aan de ter uitvoering daarvan vastgestelde nationale bepalingen. Zij moeten tevens voldoen aan de voorschriften van de door de OIV gepubliceerde „Codex œnologique international”.

”.

(1)  PB L 12 van 15.1.2011, blz. 1.”.


BIJLAGE II

Bijlage I B, deel A, punt 2, van Verordening (EG) nr. 606/2009 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan punt d) wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

wijn van het type „aleatico” uit Italië die recht heeft op de beschermde oorsprongsbenaming „Pergola” en de traditionele aanduiding „passito”.”.

2)

In punt e) wordt het zesde streepje vervangen door:

„—

wijn uit Hongarije die recht heeft op een beschermde oorsprongsbenaming en overeenkomstig de Hongaarse regelgeving is omschreven als „Tokaji máslás”, „Tokaji fordítás”, „Tokaji aszúeszencia”, „Tokaji eszencia”, „Tokaji aszú”, „Töppedt szőlőből készült bor” of „Jégbor”;”.


BIJLAGE III

Bijlage II, deel A, punt 10, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 606/2009, wordt vervangen door:

„Het gebruik van koolzuur bij overheveling door tegendruk wordt toegestaan, mits dit op gecontroleerde wijze gebeurt en de druk van het in de mousserende wijn aanwezige koolzuur niet wordt verhoogd als gevolg van de onvermijdelijke uitwisseling van gassen met het koolzuur dat afkomstig is van de alcoholische vergisting van de cuvée.”.


BIJLAGE IV

Bijlage IV, deel B, het bepaalde in de punten a) tot en met e), van Verordening (EG) nr. 606/2009 wordt geschrapt.


BIJLAGE V

Bijlage VI, deel B, punt 1.4, onder b), cijfer 11, van Verordening (EG) nr. 436/2009 wordt vervangen door:

„11: het alcoholgehalte van het product is gecorrigeerd,”.