24.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 352/65


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 23 december 2013

tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken en tot intrekking van Besluit 2007/60/EG, als gewijzigd bij Besluit 2008/593/EG

(2013/801/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (1), en met name artikel 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 58/2003 verleent de Commissie de bevoegdheid om aan uitvoerende agentschappen de taak te delegeren om, namens haar en onder haar verantwoordelijkheid, programma’s of projecten van de Unie geheel of gedeeltelijk uit te voeren.

(2)

Door de uitvoering van programma’s toe te vertrouwen aan uitvoerende agentschappen kan de Commissie zich focussen op haar kernactiviteiten en -taken die niet kunnen worden uitbesteed, zonder dat zij evenwel de controle en de eindverantwoordelijkheid verliest over de door de uitvoerende agentschappen beheerde activiteiten.

(3)

De delegatie van taken met betrekking tot de uitvoering van het programma aan een uitvoerend agentschap vereist een duidelijke scheiding tussen de stadia van de programmering, waarbij keuzes die gemotiveerd zijn door beleidsoverwegingen door de Commissie worden gemaakt en de uitvoering van het programma wordt toevertrouwd aan het uitvoerend agentschap.

(4)

De Commissie heeft bij Besluit 2007/60/EG (2) het Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk opgericht en belast met het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van het trans-Europees vervoersnetwerk.

(5)

Vervolgens heeft de Commissie bij Besluit 2008/593/EG (3) de werkingsperiode van het Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk uitgebreid en de doelstellingen en taken van dit Agentschap opnieuw gedefinieerd zodat het ook verantwoordelijk werd voor de tenuitvoerlegging van de financiële steun uit de begroting voor het trans-Europese vervoersnetwerk in het kader van het meerjarige financiële kader 2007-2013.

(6)

Het Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk heeft aangetoond dat het een goed georganiseerd agentschap is dat de hem toegekende taken op een effectieve en efficiënte manier uitvoert overeenkomstig het juridische kader voor zijn activiteiten. Uit de tussentijdse evaluatie van het Agentschap is gebleken dat het goede productiviteitsindicatoren bezit en zijn technisch en financieel beheer uitvoert tot tevredenheid van de belanghebbenden. Het Agentschap heeft met succes bijgedragen tot de tenuitvoerlegging van het programma voor het trans-Europese vervoersnetwerk en heeft de Commissie in staat gesteld zich te focussen op het beheer van haar beleid en institutionele taken en deze te verbeteren. Uit de tussentijdse evaluatie is tevens gebleken dat het kostenefficiënter is het programma voor het trans-Europese vervoersnetwerk door het Agentschap te laten beheren, in vergelijking met eigen beheer door de Commissie. De besparingen die voortvloeien uit de delegatie van taken aan het Agentschap worden geraamd op ongeveer 8,66 miljoen EUR over de periode van 2008 tot en met 2015.

(7)

In haar mededeling van 29 juni 2011„Een begroting voor Europa 2020” (4) heeft de Commissie voorgesteld intensiever gebruik te maken van bestaande uitvoerende agentschappen voor de uitvoering van programma’s van de Unie in het meerjarige financiële kader voor 2014-2020.

(8)

Uit de kosten-batenanalyse in het kader van de procedure van artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 58/2003 is gebleken dat delen van het programma Connecting Europe Facility op het gebied van vervoer, energie en telecommunicatie (5), alsmede delen van onderzoek naar vervoer en energie in het kader van het programma Horizon 2020 (6), efficiënter en goedkoper ten uitvoer kunnen worden gelegd door het beheer ervan te delegeren aan het Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk. De delegatie van het beheer van de programma’s aan het Agentschap zal een efficiëntiewinst opleveren van naar schatting 54 miljoen EUR voor het meerjarige financiële kader 2014-2020. De analyse heeft ook uitgewezen dat het samenbrengen van het beheer van de infrastructuur en onderzoeksprojecten op het gebied van vervoer en energie in hetzelfde agentschap zal leiden tot aanzienlijke schaalvoordelen en synergieën tussen deze activiteiten. De uitbreiding van het mandaat van het Agentschap zal de Commissie en de belanghebbenden in staat stellen te profiteren van de deskundigheid van het Agentschap en van een hoge kwaliteit van het programmabeheer en de dienstverlening. Ook zou het de bedrijfscontinuïteit verzekeren voor de begunstigden van het programma voor het trans-Europese vervoersnetwerk en een hoge mate van zichtbaarheid verschaffen aan de Unie als promotor van de programma’s die door het Agentschap worden beheerd. Bovendien heeft de analyse ook uitgewezen dat voor het trans-Europese vervoersnetwerk (7) en Marco Polo (8) de terugkeer naar intern beheer tot verstoringen en verlies aan efficiëntie zou leiden.

(9)

Om de uitvoerende agentschappen een samenhangende identiteit te geven, heeft de Commissie bij de vaststelling van de nieuwe mandaten van de agentschappen voor zover mogelijk de werkzaamheden gegroepeerd per thematisch beleidsterrein.

(10)

Het nieuwe agentschap moet over een uitgebreid mandaat beschikken dat het beheer van delen van de volgende programma’s bestrijkt:

het nieuwe programma Connecting Europe Facility; het beheer van dit programma behelst de uitvoering van technische projecten die geen besluitvorming van politieke aard inhouden en vergt een grote technische en financiële deskundigheid gedurende de gehele projectcyclus;

delen van deel III Maatschappelijke uitdagingen van het specifieke programma Horizon 2020; het beheer van dit programma behelst de uitvoering van technische projecten die geen besluitvorming van politieke aard inhouden en vergt een grote technische en financiële deskundigheid gedurende de gehele projectcyclus;

de erfenis van het programma voor het trans-Europese vervoersnetwerk, dat reeds was gedelegeerd aan het Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk in het kader van het meerjarige financiële kader 2000-2006 en (sinds 2007) het meerjarige financiële kader 2007-2013; het beheer van dit programma behelst de uitvoering van technische projecten die geen besluitvorming van politieke aard inhouden en vergt een grote technische en financiële deskundigheid gedurende de gehele projectcyclus;

de erfenis van het Marco Polo-programma, dat in het kader van het meerjarige financiële kader 2007-2013 is beheerd door het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie; het beheer van dit programma behelst de uitvoering van technische projecten die geen besluitvorming van politieke aard inhouden en vergt een grote technische en financiële deskundigheid gedurende de gehele projectcyclus.

(11)

Om te garanderen dat dit besluit en de desbetreffende programma’s tijdig en consequent ten uitvoer worden gelegd, moet het Agentschap de taken die verband houden met de tenuitvoerlegging van deze programma’s uitvoeren vanaf de datum waarop deze programma’s in werking treden.

(12)

Het Uitvoerend Agentschap Innovatie en netwerken dient te worden opgericht. Het is de vervanger en opvolger van het bij Besluit 2007/60/EG opgerichte Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk, als gewijzigd bij Besluit 2008/593/EG. Het dient te opereren overeenkomstig het bij Verordening (EG) nr. 58/2003 vastgestelde algemene statuut.

(13)

Besluit 2007/60/EG en Besluit 2008/593/EG moeten derhalve worden ingetrokken en er dienen overgangsbepalingen te worden vastgesteld.

(14)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de uitvoerende agentschappen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Oprichting

Het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken (hierna het „Agentschap” genoemd) wordt hierbij opgericht voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2024.

De statuten van het Agentschap vallen onder Verordening (EG) nr. 58/2003.

Het Agentschap is de vervanger en opvolger van het bij Besluit 2007/60/EG opgerichte agentschap, als gewijzigd bij Besluit 2008/593/EG.

Artikel 2

Locatie

Het Agentschap is gevestigd te Brussel.

Artikel 3

Doelstellingen en taken

1.   De tenuitvoerlegging van bepaalde onderdelen van de volgende programma’s van de Unie wordt hierbij toevertrouwd aan het Agentschap:

a)

de Connecting Europe-faciliteit;

b)

deel III Maatschappelijke uitdagingen van het specifieke programma van Horizon 2020.

Deze alinea is van toepassing vanaf de inwerkingtreding van elk van deze programma’s.

2.   De tenuitvoerlegging van bepaalde onderdelen van de volgende communautaire programma’s wordt hierbij toevertrouwd aan het Agentschap:

a)

het netwerkprogramma voor het trans-Europese vervoersnetwerk;

b)

het Marco Polo-programma.

3.   Het Agentschap is verantwoordelijk voor de volgende taken met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de in leden 1 en 2 vermelde delen van de programma’s van de Unie:

a)

het beheer van sommige stadia van de uitvoering van het programma en een aantal fasen in de cyclus van specifieke projecten op basis van de door de Commissie vastgestelde relevante werkprogramma’s, voor zover de Commissie het Agentschap daartoe bevoegdheid heeft verleend in het delegatiebesluit;

b)

het vaststellen van de instrumenten tot uitvoering van de begroting, zowel aan de ontvangsten- en de uitgavenzijde, en het uitvoeren van alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma, voor zover de Commissie het Agentschap daartoe bevoegdheid heeft verleend in het delegatiebesluit;

c)

het verlenen van steun bij de uitvoering van programma’s voor zover de Commissie het Agentschap daartoe bevoegdheid heeft verleend in het delegatiebesluit.

Artikel 4

Termijn van aanstellingen

1.   De leden van de stuurgroep worden benoemd voor twee jaar.

2.   De directeur wordt benoemd voor vijf jaar.

Artikel 5

Toezicht en verslag over de uitvoering

Het Agentschap is onderworpen aan het toezicht van de Commissie en brengt regelmatig verslag uit over de voortgang bij de uitvoering van (delen van) de programma’s van de Unie waarmee het is belast, op de wijze en met de frequentie die in het delegatiebesluit zijn vastgesteld.

Artikel 6

Uitvoering van de exploitatiebegroting

Het Agentschap voert zijn exploitatiebegroting uit overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1653/2004 van de Commissie (9).

Artikel 7

Intrekkings- en overgangsbepalingen

1.   Besluit 2007/60/EG, zoals gewijzigd bij Besluit 2008/593/EG, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2014. Verwijzingen naar het ingetrokken besluit worden gelezen als verwijzingen naar dit besluit.

2.   Het Agentschap wordt beschouwd als de juridische opvolger van het bij Besluit 2007/60/EG opgerichte uitvoerend agentschap, als gewijzigd bij Besluit 2008/593/EG.

3.   Onverminderd artikel 28, lid 2, artikel 29, lid 2, artikel 30 en artikel 31, lid 2, van Besluit C(2013) 9235, is dit besluit niet van invloed op de rechten en plichten van het personeel van het Agentschap, met inbegrip van de directeur.

Artikel 8

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2014.

Gedaan te Brussel, 23 december 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1.

(2)  Besluit 2007/60/EG van de Commissie van 26 oktober 2006 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk krachtens Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 32 van 6.2.2007, blz. 88).

(3)  Besluit 2008/593/EG van de Commissie van 11 juli 2008 tot wijziging van Besluit 2007/60/EG met betrekking tot de wijziging van de taakomschrijving van het Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk (PB L 190 van 18.7.2008, blz. 35).

(4)  COM(2011) 500 final.

(5)  Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de Connecting Europe Facility (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).

(6)  Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104) en Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon 2020 - het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

(7)  Verordening (EG) nr. 680/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 162 van 22.6.2007, blz. 1).

(8)  Verordening (EG) nr. 1692/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot instelling van het tweede Marco Polo-programma voor de toekenning van communautaire financiële bijstand om de milieuprestaties van het vrachtvervoerssysteem te verbeteren (Marco Polo II) (PB L 328 van 24.11.2006, blz. 1).

(9)  Verordening (EG) nr. 1653/2004 van de Commissie van 21 september 2004 houdende een model voor het financieel reglement van de uitvoerende agentschappen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 297 van 22.9.2004, blz. 6).