1.2.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 30/15


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 30 januari 2013

betreffende de aankoop en opslag van mond-en-klauwzeerantigeen

2013/C 30/09

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Beschikking 2003/85/EG van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van mond- en klauwzeer, tot intrekking van Richtlijn 85/511/EEG en van de Beschikkingen 89/531/EEG en 91/665/EEG, en tot wijziging van Richtlijn 92/46/EEG (1), en met name artikel 80, lid 2,

Gezien Richtlijn 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (2), en met name artikel 17, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Beschikking 2009/470/EG is de procedure vastgesteld voor de financiële bijdrage van de Unie in de kosten van specifieke veterinaire maatregelen. Bestrijding van mond-en-klauwzeer valt ook onder die maatregelen. Beschikking 2009/470/EG bepaalt dat de vorming van een EU-reserve van mond-en-klauwzeervaccins in aanmerking kan komen voor steun van de Unie; de hoogte van de EU-bijdrage en de voorwaarden waaronder deze kan worden verstrekt, moeten dan worden vastgesteld.

(2)

Overeenkomstig Beschikking 91/666/EEG van de Raad van 11 december 1991 betreffende de vorming van communautaire reserves van mond-en-klauwzeervaccins (3) zijn voorraden antigeen voor de snelle aanmaak van vaccins tegen mond-en-klauwzeer aangelegd.

(3)

Overeenkomstig Richtlijn 2003/85/EG moet de Commissie erop toezien dat EU-reserves van geconcentreerd geïnactiveerd antigeen voor de productie van mond-en-klauwzeervaccins in de vestigingen van de antigeen- en vaccinbank van de Unie worden aangelegd. Om veiligheidsredenen worden die reserves in aangewezen ruimten in het bedrijf van de producent opgeslagen.

(4)

Met inachtneming van de geraamde behoeften in het kader van de in Richtlijn 2003/85/EG bedoelde rampenplannen en van de epizoötiologische situatie moet, zo nodig na overleg met het EU-referentielaboratorium voor mond-en-klauwzeer, worden bepaald hoeveel doses en welke stammen en subtypen van het mond-en-klauwzeerantigeen in de antigeen- en vaccinbank van de Unie moeten worden opgeslagen (4)  (5)  (6).

(5)

Overeenkomstig Besluit 2009/486/EG van de Commissie van 22 juni 2009 betreffende de aankoop van mond-en-klauwzeerantigeen (7) en Besluit C(2010) 3913 van de Commissie van 21 juni 2010 betreffende de aankoop van mond-en-klauwzeerantigeen en de verwijdering en vervanging van dergelijk antigeen in de reserves van de Unie en tot wijziging van Besluit 2009/486/EG (8), heeft de Commissie de antigeen- en vaccinbank van de Unie gereorganiseerd op basis van nieuwe contracten met de producent.

(6)

Overeenkomstig artikel 83, lid 3, van Richtlijn 2003/85/EG en artikel 15 van Beschikking 2009/470/EG en wanneer het in het belang van de Unie is, kunnen vaccins worden geleverd aan derde landen waar mond-en-klauwzeer endemisch is. Afhankelijk van de epidemiologische situatie in het derde land, moeten zulke vaccins mogelijk polyvalent zijn, met een variabele samenstelling van compatibele antigenen.

(7)

De mond-en-klauwzeersituatie in sommige delen van Noord-Afrika en in West-Eurazië is aanzienlijk verslechterd en dit vooral door de verspreiding van mond-en-klauwzeervirussen die exotisch zijn voor die landen of door de uitbraak van een in antigenetisch opzicht nieuwe variant van serotypen die voorheen al circuleerden.

(8)

Daarom moeten bijkomende hoeveelheden antigenen worden aangekocht afhankelijk van de epidemiologische situatie in het nabuurschap van de Unie.

(9)

Overeenkomstig artikel 75 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (9) („het Financieel Reglement”) en artikel 90, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (10) („de uitvoeringsvoorschriften”) wordt de vastlegging van een uitgave uit de begroting van de Unie voorafgegaan door een financieringsbesluit van de instelling of de autoriteiten waaraan bevoegdheden door de instelling zijn gedelegeerd, waarin de wezenlijke elementen van de maatregel waarop de uitgave betrekking heeft, worden vastgesteld.

(10)

Aangezien het begrote totaalbedrag voor de beoogde contracten en het indicatieve aantal en type voorziene contracten en het tijdschema voor het begin van de aanbestedingsprocedures bedoeld in dit besluit een voldoende gedetailleerd kader vormen in de zin van artikel 90, lid 3, van de uitvoeringsvoorschriften, is dit besluit een financieringsbesluit in de zin van artikel 75 van het Financieel Reglement.

(11)

Overeenkomstig artikel 80, lid 4, van Richtlijn 2003/85/EG sluit de Commissie een toeleveringscontract met de producent voor de aankoop, aflevering en opslag van de antigenen. Het contract legt een terugkoop vast door de producent van de antigenen aan het einde van de vijfjarige garantieperiode.

(12)

Richtlijn 2003/85/EG bepaalt dat de informatie inzake hoeveelheden en subtypes van de antigenen en de goedgekeurde vaccins die in de antigeen- en vaccinbank van de Unie zijn opgeslagen, als gerubriceerde informatie wordt beschouwd. De informatie in de bijlage over de aan te schaffen hoeveelheden en subtypes mond-en-klauwzeerantigeen dient derhalve niet bekendgemaakt te worden.

(13)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

BESLUIT:

Artikel 1

1.   De Commissie bestelt tijdens het eerste semester van 2013 de in de tabel in de bijlage aangegeven hoeveelheden en subtypes geconcentreerd geïnactiveerd mond-en-klauwzeerantigeen.

2.   De Commissie ziet erop toe dat de in lid 1 bedoelde antigenen, overeenkomstig de tabel in de bijlage, verdeeld over de beide aangewezen ruimten in het bedrijf van de producent worden opgeslagen.

3.   De in de leden 1 en 2 bedoelde maatregelen worden door de Commissie uitgevoerd in samenwerking met de producent van de desbetreffende antigenen die reeds in de antigeen- en vaccinbank van de Unie zijn opgeslagen.

Artikel 2

1.   De Unie draagt voor 100 % bij in de uitgaven voor de in artikel 1, leden 1 en 2, bedoelde maatregelen, met een maximum van 3 000 000,00 EUR.

2.   De Commissie sluit een toeleveringscontract met de producent voor de aankoop, toelevering en opslag in de antigeen- en vaccinbank van de Unie en de terugkoop aan het einde van de vijfjarige garantieperiode van de in artikel 1, lid 1, bedoelde antigenen.

3.   De directeur-generaal van het directoraat-generaal Gezondheid en Consumenten wordt gemachtigd het in lid 2 bedoelde contract namens de Commissie te ondertekenen.

Artikel 3

Dit besluit vormt een financieringsbesluit in de zin van artikel 75 van het Financieel Reglement.

Artikel 4

Overeenkomstig artikel 80, lid 3, van Richtlijn 2003/85/EG wordt de bijlage bij dit besluit niet bekendgemaakt.

Gedaan te Brussel, 30 januari 2013.

Voor de Commissie

Tonio BORG

Lid van de Commissie


(1)  PB L 306 van 22.11.2003, blz. 1.

(2)  PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30.

(3)  PB L 368 van 31.12.1991, blz. 21.

(4)  http://ec.europa.eu/food/animal/diseases/strategy/pillars/antigen-vaccine-banks-task-force_en.htm

(5)  Het verslag van de 83e vergadering van het uitvoerend comité van de EUFMD, Boekarest, Roemenië, 12-13 april 2012, is beschikbaar op: http://www.fao.org/ag/againfo/commissions/eufmd/commissions/eufmd-home/reports/executive-committee/en/

(6)  http://www.wrlfmd.org/ref_labs/ref_lab_reports/OIE-FAO%20FMD%20Ref%20Lab%20Report%20Jan-Mar%202012.pdf

(7)  PB L 160 van 23.6.2009, blz. 27.

(8)  Niet-bekendgemaakt besluit.

(9)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(10)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1.