18.1.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 14/19


BESLUIT 2013/34/GBVB VAN DE RAAD

van 17 januari 2013

betreffende een militaire missie van de Europese Unie om de Malinese strijdkrachten te helpen opleiden (EUTM Mali)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 42, lid 4, en artikel 43, lid 2,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 23 juli 2012 geconstateerd dat de dramatische omwenteling in Mali een nieuwe evaluatie vereist van de acties die de Unie dient te ondernemen om een herstel van het democratisch bestuur en van de rechtsstaat op het gehele grondgebied van Mali te ondersteunen. Hij heeft de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV) en de Commissie gevraagd concrete voorstellen te doen voor een EU-optreden op een reeks gebieden om op de veranderende situatie te reageren.

(2)

Bij brief d.d. 18 september 2012 heeft de president van de Republiek Mali de Unie verzocht om ondersteuning met het oog op het herstel van de territoriale integriteit van Mali.

(3)

In zijn op 12 oktober 2012 aangenomen Resolutie 2071 (2012) over de situatie in Mali verzoekt de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, onder uiting van zijn grote bezorgdheid over de gevolgen van de instabiliteit in het noorden van Mali voor de regio en daarbuiten, en erop wijzend dat een snelle respons nu hoognodig is om in de gehele Sahelregio de stabiliteit te bewaren, de internationale partners, waaronder de Unie, het leger en de veiligheidstroepen van Mali met ondersteuning, deskundigheid, opleiding en hulp bij het opbouwen van capaciteit terzijde te staan.

(4)

In zijn conclusies van 15 oktober 2012 heeft de Raad opgeroepen de werkzaamheden met betrekking tot de planning van een eventuele militaire missie in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) met spoed voort te zetten en uit te breiden, met name door het uitwerken van een crisisbeheersingsconcept voor de reorganisatie en de opleiding van de Malinese defensietroepen, rekening houdend met de voorwaarden voor de doeltreffendheid van een eventuele missie, met inbegrip van volledige en onverkorte steun van de Malinese autoriteiten en het bepalen van een exitstrategie.

(5)

In zijn conclusies van 19 november 2012 betoonde de Raad zich ingenomen met de indiening van het crisisbeheersingsconcept door de HV en verzocht hij de bevoegde groepen het met spoed te bespreken, zodat het in december 2012 door de Raad zou kunnen worden goedgekeurd.

(6)

Op 10 december 2012 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan een crisisbeheersingsconcept voor een eventuele militaire opleidingsmissie in Mali in het kader van het GVDB. De Raad benadrukte dat een missie in Mali een essentieel onderdeel zou vormen van de globale benadering zoals uitgewerkt in de strategie voor veiligheid en ontwikkeling in de Sahel.

(7)

Bij brief van 24 december 2012 heeft de president van de Republiek Mali een uitnodiging gestuurd naar de HV en daarin de inzet van een militaire opleidingsmissie van de EU in Mali verwelkomd.

(8)

Het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) moet onder de verantwoordelijkheid van de Raad en de HV de politieke controle over de militaire missie van de Unie uitoefenen, er strategische leiding aan geven en de noodzakelijke besluiten nemen conform artikel 38, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU).

(9)

Het is nodig te onderhandelen over internationale overeenkomsten in verband met de status van EU-eenheden en EU-personeel en de deelname van derde landen aan EU-missies, en deze overeenkomsten te sluiten.

(10)

De beleidsuitgaven die voortvloeien uit dit besluit, dat gevolgen heeft op militair of defensiegebied, dienen ingevolge artikel 41, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en overeenkomstig Besluit 2011/871/GBVB van de Raad van 19 december 2011 tot instelling van een mechanisme voor het beheer van de financiering van de gemeenschappelijke kosten van de operaties van de Europese Unie die gevolgen hebben op militair of defensiegebied (Athena) (1) ten laste te komen van de lidstaten.

(11)

Overeenkomstig artikel 5 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het VEU en aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), neemt Denemarken niet deel aan de uitwerking en uitvoering van besluiten en acties van de Unie die gevolgen hebben op defensiegebied. Denemarken neemt niet deel aan de uitvoering van dit besluit en derhalve evenmin aan de financiering van deze missie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Missie

1.   De Unie onderneemt een militaire opleidingsmissie („EUTM Mali”), voor het verstrekken van advies op het gebied van militaire zaken en training aan de Malinese strijdkrachten in het zuiden van Mali die opereren onder het gezag van de rechtmatige burgerlijke autoriteiten, teneinde bij te dragen tot het herstel van hun militaire vermogen opdat zij gevechtsoperaties zullen kunnen uitvoeren die moeten leiden tot het herstel van de territoriale integriteit van Mali en tot het terugdringen van de dreiging van terroristische groeperingen. EUTM Mali zal niet worden betrokken bij gevechtsoperaties.

2.   Het doel van EUTM Mali is te voorzien in de operationele behoeften van de Malinese strijdkrachten door middel van het verstrekken van:

a)

opleidingsondersteuning ten behoeve van de vermogens van het leger en de luchtmacht;

b)

opleiding en adviezen op het gebied van commando en controle, de logistieke keten en personele middelen, alsmede opleiding op het gebied van het internationale humanitaire recht, de bescherming van burgers en de mensenrechten.

3.   EUTM Mali is erop gericht de voorwaarden te verbeteren voor passend politiek toezicht door legitieme burgerlijke autoriteiten van de Malinese strijdkrachten.

4.   De activiteiten van EUTM Mali worden uitgevoerd in nauwe coördinatie met andere actoren die betrokken zijn bij de ondersteuning van de Malinese strijdkrachten, met name de Verenigde Naties (VN) en de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (Ecowas).

Artikel 2

Benoeming van de commandant van de EU-missie

1.   Brigadegeneraal François LECOINTRE wordt benoemd tot commandant van de EU-missie.

2.   De commandant van de EU-missie vervult de taken van operationeel commandant van de EU en commandant van de troepen van de EU.

Artikel 3

Aanwijzing van het missiehoofdkwartier

1.   Het missiehoofdkwartier van EUTM Mali wordt gevestigd in Mali. Het vervult de functie van operationeel hoofdkwartier en van hoofdkwartier van de troepenmacht.

2.   Het missiehoofdkwartier omvat ook een ondersteunende afdeling in Brussel.

Artikel 4

Planning en aanvang van EUTM Mali

Het besluit over de aanvang van EUTM Mali wordt door de Raad vastgesteld na goedkeuring van het missieplan en van de inzetregels.

Artikel 5

Politieke controle en strategische leiding

1.   Het PVC oefent, onder de verantwoordelijkheid van de Raad en de HV, de politieke controle op en de strategische leiding van EUTM Mali uit. De Raad machtigt het PVC hierbij om de noodzakelijke besluiten te nemen overeenkomstig artikel 38 VEU. Onder deze machtiging vallen met name de bevoegdheden om de planningsdocumenten, waaronder het missieplan en de commandostructuur, te wijzigen. Onder deze machtiging vallen ook de bevoegdheden om besluiten te nemen over de benoeming van de volgende commandanten van de EU-missie. De beslissingsbevoegdheden met betrekking tot de doelstellingen en de beëindiging van EUTM Mali blijven bij de Raad berusten.

2.   Het PVC brengt op gezette tijden verslag uit aan de Raad.

3.   Het PVC ontvangt van de voorzitter van het EU Militair Comité (EUMC) op gezette tijden verslagen over het verloop van EUTM Mali. Het PVC kan, indien nodig, de commandant van de EU-missie op zijn vergaderingen uitnodigen.

Artikel 6

Militaire leiding

1.   Het EUMC controleert of EUTM Mali, onder verantwoordelijkheid van de commandant van de EU-missie, correct wordt uitgevoerd.

2.   Het EUMC ontvangt op gezette tijden verslagen van de commandant van de EU-missie. Het kan, indien nodig, de commandant van de EU-missie op zijn vergaderingen uitnodigen.

3.   De voorzitter van het EUMC treedt op als eerste contactpunt voor de commandant van de EU-missie.

Artikel 7

Samenhang van de respons van de Unie en coördinatie

1.   De HV draagt zorg voor de uitvoering van dit besluit en zorgt er tevens voor dat het consistent is met het externe optreden van de Unie als geheel, met inbegrip van de ontwikkelingsprogramma’s van de Unie.

2.   De commandant van de EU-missie krijgt, onder volledige eerbiediging van de commandostructuur, ter plaatse politieke sturing van het hoofd van de EU-delegatie in Bamako, in nauwe coördinatie met de EU-coördinator voor de Sahelregio.

3.   EUTM Mali coördineert haar werkzaamheden met de GVDB-missie van de Unie in Niger (EUCAP SAHEL Niger) teneinde de mogelijkheden voor synergieën te verkennen.

4.   EUTM Mali coördineert haar werkzaamheden met de bilaterale activiteiten van de lidstaten in Mali, alsook met andere internationale actoren in de regio, in het bijzonder de VN en de Afrikaanse Unie (AU), Ecowas en bilaterale actoren waaronder de Verenigde Staten en Canada, alsook met cruciale regionale actoren.

Artikel 8

Deelname van derde staten

1.   Onverminderd de beslissingsautonomie van de Unie en haar ene institutionele kader, en overeenkomstig de desbetreffende richtsnoeren van de Europese Raad, mogen derde landen worden uitgenodigd aan EUTM Mali deel te nemen.

2.   Hierbij machtigt de Raad het PVC om derde landen uit te nodigen bijdragen te leveren en, op aanbeveling van de commandant van de EU-missie en van het EUMC, de noodzakelijke besluiten betreffende de aanvaarding van de voorgestelde bijdragen te nemen.

3.   De nadere regelingen wat betreft de deelname van derde staten worden vastgelegd in overeenkomsten die vallen onder artikel 37 VEU en worden gesloten volgens de procedure van artikel 218 VWEU. Wanneer de Unie en een derde staat een overeenkomst hebben gesloten tot vaststelling van een kader voor de deelname van deze derde staat aan crisisbeheersingsmissies van de Unie, zijn de bepalingen van die overeenkomst van toepassing in het kader van EUTM Mali.

4.   Derde staten die belangrijke militaire bijdragen aan EUTM Mali leveren, hebben bij de dagelijkse aansturing van EUTM Mali dezelfde rechten en verplichtingen als de lidstaten die deelnemen aan EUTM Mali.

5.   De Raad machtigt hierbij het PVC de noodzakelijke besluiten te nemen betreffende de instelling van een Comité van contribuanten, indien derde landen aanzienlijke militaire bijdragen zouden leveren.

Artikel 9

Status van het personeel onder EU-leiding

Over de status van de eenheden en het personeel onder EU-leiding, inclusief de voorrechten en immuniteiten en overige waarborgen die nodig zijn voor de uitvoering en de soepele werking van hun opdracht, kan een overeenkomst worden gesloten overeenkomstig artikel 37 VEU en volgens de procedure van artikel 218 VWEU.

Artikel 10

Financiële regeling

1.   De gemeenschappelijke kosten van EUTM Mali worden beheerd overeenkomstig Besluit 2011/871/GBVB.

2.   Het financiële referentiebedrag voor de gemeenschappelijke kosten van EUTM Mali bedraagt 12,3 miljoen EUR. Het in artikel 25, lid 1, van het Besluit 2011/871/GBVB bedoelde percentage van het referentiebedrag bedraagt 50 % en het in artikel 32, lid 3, van Besluit 2011/871/GBVB bedoelde percentage bedraagt 70 %.

Artikel 11

Vrijgeven van informatie

1.   De HV is gemachtigd de bij dit besluit betrokken derde staten, waar passend en in overeenstemming met de behoeften van EUTM Mali, gerubriceerde EU-informatie te verstrekken die voor EUTM Mali is vergaard, overeenkomstig Besluit 2011/292/EU van de Raad van 31 maart 2011 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (2):

a)

tot en met het niveau waarin de toepasselijke overeenkomst voor de beveiliging van informatie voorziet die tussen de Unie en de betrokken derde staat gesloten is, of

b)

in andere gevallen, tot en met het niveau „CONFIDENTIEL UE/EU CONFIDENTIAL”.

2.   De HV is tevens gemachtigd, naar gelang van de operationele behoeften van EUTM Mali, gerubriceerde EU-informatie tot en met het niveau „RESTREINT UE/EU RESTRICTED” die ten behoeve van EUTM Mali is opgesteld, overeenkomstig Besluit 2011/292/EU van de Raad vrij te geven aan de VN en de Ecowas. Daartoe worden regelingen tussen de HV en de bevoegde autoriteiten van de VN en de Ecowas opgesteld.

3.   Indien er sprake is van een specifieke en onmiddellijke operationele behoefte, is de HV voorts gemachtigd ten behoeve van EUTM Mali opgestelde, gerubriceerde EU-informatie tot en met het niveau „RESTREINT UE/EU RESTRICTED” overeenkomstig Besluit 2011/292/EU vrij te geven aan het gastland. Daartoe worden regelingen tussen de HV en de bevoegde autoriteiten van het gastland opgesteld.

4.   De HV is gemachtigd niet-gerubriceerde documenten van de Unie betreffende de beraadslagingen van de Raad over EUTM Mali die vallen onder de geheimhoudingsplicht van artikel 6, lid 1, van het reglement van orde (3), vrij te geven aan de derde landen die bij dit besluit zijn betrokken.

5.   De HV kan de in de leden 1 tot en met 4 bedoelde bevoegdheden, alsook de bevoegdheid om de in de leden 2 en 3 bedoelde regelingen te sluiten, delegeren aan functionarissen van de Europese dienst voor extern optreden en/of de commandant van de EU-missie.

Artikel 12

Inwerkingtreding en beëindiging

1.   Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

2.   Het mandaat van EUTM Mali verstrijkt 15 maanden na de vaststelling van het Raadsbesluit om EUTM Mali te starten.

3.   Het besluit wordt ingetrokken op de dag van de sluiting van het missiehoofdkwartier overeenkomstig de plannen die zijn goedgekeurd voor de beëindiging van EUTM Mali, onverminderd de in Besluit 2011/871/GBVB vastgestelde procedures voor de controle en het afleggen van rekening en verantwoording van EUTM Mali.

Gedaan te Brussel, 17 januari 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

C. ASHTON


(1)  PB L 343 van 23.12.2011, blz. 35.

(2)  PB L 141 van 27.5.2011, blz. 17.

(3)  Besluit 2009/937/EU van de Raad van 1 december 2009 houdende vaststelling van zijn reglement van orde (PB L 325 van 11.12.2009, blz. 35).