9.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 310/13


VERORDENING (EU) Nr. 1040/2012 VAN DE RAAD

van 7 november 2012

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 754/2009 tot uitsluiting van bepaalde groepen vaartuigen uit de visserijinspanningsregeling die is vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1342/2008 en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 43/2012 en (EU) nr. 44/2012 met betrekking tot bepaalde vangstmogelijkheden

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 43, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De visstandevaluatie 2011 voor haring in de Ierse Zee was gebaseerd op een loutere evaluatie van de tendensen, en er werden voorzorgshalve verlaagde totaal toegestane vangsten (total allowable catch — TAC) vastgesteld. Een latere benchmarking van dit bestand in 2012 heeft geleid tot een betere evaluatiemethodologie, en thans kan een op een maximale duurzame opbrengst (MDO) gebaseerde vangstraming worden verstrekt. Het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) werd om advies verzocht over een verhoging, met terugwerkende kracht, van de vangstmogelijkheden voor dit bestand, alsook om een toelichting betreffende het effect van een dergelijke verhoging op het wetenschappelijke advies voor 2013. Op basis van de analyse van het WTECV kan een verhoging van de vangstmogelijkheden voor 2012 worden goedgekeurd, met dien verstande dat de noodzakelijke herziening van de TAC voor 2013 wordt verricht, opdat de visserijsterfte wordt gehandhaafd op het niveau van de MDO. Verordening (EU) nr. 43/2012 van de Raad van 17 januari 2012 tot vaststelling, voor 2012, van de vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor geen internationale onderhandelingen worden gevoerd of geen internationale overeenkomsten gelden (1), moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(2)

Frankrijk heeft gegevens verstrekt over de kabeljauwvangsten voor drie soorten visserij en drie groepen vaartuigen: een groep bodemtrawlers die op koolvis vissen in de Noordzee, een groep bodemtrawlers die op koolvis en diepzeesoorten vissen ten westen van Schotland, en een groep vaartuigen die met beuglijnen vissen op heek ten westen van Schotland. Op basis van deze door het WTECV onderzochte informatie kan worden vastgesteld dat de kabeljauwvangsten, inclusief teruggooi, van deze drie groepen vaartuigen niet meer bedragen dan 1,5 % van de totale vangsten van elk van die groepen vaartuigen in elk van de drie vangstgebieden. Wanneer bovendien rekening wordt gehouden met de toepasselijke controle- en toezichtsmaatregelen, die de garantie bieden dat de visserijactiviteiten van deze groepen vaartuigen worden gevolgd en gecontroleerd, alsook met het feit dat het opnemen van deze groepen vaartuigen een administratieve belasting zou teweegbrengen die niet in verhouding staat tot hun globale effect op de kabeljauwbestanden, is het dienstig deze drie groepen vaartuigen uit te sluiten van de toepassing van de inspanningsregeling in Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden (2). Verordening (EG) nr. 754/2009 van de Raad van 27 juli 2009 tot uitsluiting van bepaalde groepen vaartuigen uit de visserijinspanningsregeling die is vastgesteld in hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1342/2008 (3), Verordening (EU) nr. 43/2012, en Verordening (EU) nr. 44/2012 van de Raad van 17 januari 2012 tot vaststelling, voor 2012, van de vangstmogelijkheden in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in bepaalde niet-EU-wateren, voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor internationale onderhandelingen worden gevoerd of internationale overeenkomsten gelden (4), moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(3)

In oktober 2012 heeft de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) een wetenschappelijk advies over het bestand van kever in de Noordzee, het Skagerrak en het Kattegat gepubliceerd. Het advies van de ICES luidt dat deze vangsten niet meer zouden mogen bedragen dan 101 000 ton in 2012. Wat quota betreft, valt 75 % van de TAC voor kever in dit gebied onder de quota van de Unie, waarvan 5 000 ton moeten worden toegewezen aan Noorwegen. Voor het overige moeten de quota van de Unie onder de lidstaten worden verdeeld.

(4)

De bij onderhavige verordening vastgestelde vangstbeperkingen moeten gelden vanaf 1 januari 2012, behalve de bepalingen betreffende de beperkingen van de visserijinspanning, die moeten gelden vanaf 1 februari 2012. Deze retroactieve toepassing doet geen afbreuk aan de beginselen van rechtszekerheid en bescherming van het gewettigd vertrouwen ten aanzien van de betrokken vangstmogelijkheden die nog niet zijn opgebruikt. Aangezien vangstbeperkingen van invloed zijn op de economische activiteiten en de programmering van het visseizoen van vaartuigen van de Unie, dient deze verordening onmiddellijk na de bekendmaking ervan in werking te treden.

(5)

Verordening (EG) nr. 754/2009, Verordening (EU) nr. 43/2012 en Verordening (EU) nr. 44/2012 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen in Verordening (EG) nr. 754/2009

In artikel 1 van Verordening (EG) nr. 754/2009 worden de volgende punten toegevoegd:

„j)

de in het Franse verzoek van 8 juni 2012 aangegeven groep onder Franse vlag varende vaartuigen, die in de Noordzee (ICES-zone IV) vissen op koolvis, met bodemtrawls met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 100 mm (vistuigcategorie TR1);

k)

de in het Franse verzoek van 8 juni 2012 aangegeven groep onder Franse vlag varende vaartuigen, die ten westen van Schotland (ICES-zone VI) vissen op koolvis en diepzeesoorten, met bodemtrawls met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 100 mm (vistuigcategorie TR1);

l)

de in het Franse verzoek van 8 juni 2012 aangegeven groep onder Franse vlag varende vaartuigen, die ten westen van Schotland (ICES-zone VI) vissen op heek, met beuglijnen (vistuigcategorie LL).”.

Artikel 2

Wijzigingen in Verordening (EU) nr. 43/2012

De bijlagen I en IIA bij Verordening (EU) nr. 43/2012 worden gewijzigd overeenkomstig de tekst in bijlage I bij deze verordening.

Artikel 3

Wijzigingen in Verordening (EU) nr. 44/2012

De bijlagen IA en IIA bij Verordening (EU) nr. 44/2012 worden gewijzigd overeenkomstig de tekst in bijlage II bij deze verordening.

Artikel 4

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Punt 1 van bijlage I, en punt 1 van bijlage II zijn van toepassing vanaf 1 januari 2012.

Artikel 1, punt 2 van bijlage I, en punt 2 van bijlage II zijn van toepassing vanaf 1 februari 2012.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 november 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

A. D. MAVROYIANNIS


(1)  PB L 25 van 27.1.2012, blz. 1.

(2)  PB L 348 van 24.12.2008, blz. 20.

(3)  PB L 214 van 19.8.2009, blz. 16.

(4)  PB L 25 van 27.1.2012, blz. 55.


BIJLAGE I

1.

In deel B van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 43/2012 wordt de tabel voor haring in VIIA vervangen door:

„Soort

:

Haring

Clupea harengus

Gebied

:

VIIa (1)

(HER/07A/MM)

Ierland

1 374

Analytische TAC

Verenigd Koninkrijk

3 906

Unie

5 280

TAC

5 280

2.

In aanhangsel 1 van bijlage IIA bij Verordening (EU) nr. 43/2012, tabel d), wordt de kolom betreffende Frankrijk (FR) vervangen door:

„FR

1 057 828

34 926

0

0

0

302 917

0

184 354”


(1)  VIIa wordt verminderd met het gebied dat wordt begrensd:

in het noorden door de breedtegraad op 52° 30′ NB,

in het zuiden door de breedtegraad op 52° 00′ NB,

in het westen door de kust van Ierland,

in het oosten door de kust van het Verenigd Koninkrijk.”


BIJLAGE II

1.

In bijlage IA bij Verordening (EU) nr. 44/2012 wordt de tabel voor kever en bijvangsten in ICES-deelgebied IIIa; de EU-wateren van IIa en IV vervangen door de volgende tabel:

„Soort

:

Kever en bijvangsten

Trisopterus esmarkii

Gebied

:

IIIa; EU-wateren van IIa en IV

(NOP/2A3A4.)

Denemarken

70 684 (1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

14 (1)  (2)

Nederland

52 (1)  (2)

Unie

75 750 (1)  (3)

TAC

Niet relevant

2.

In aanhangsel 1 van bijlage IIA bij Verordening (EU) nr. 44/2012 wordt de kolom betreffende Frankrijk (FR) vervangen door:

„FR

533 451

6 496 811

101 316

0

1 202 818

342 579

4 338 315

125 141”


(1)  Ten minste 95 % van de van het quotum afgeboekte aangelande hoeveelheid moet uit kever bestaan. Bijvangsten van schelvis en wijting worden in mindering gebracht op de resterende 5 % van het quotum.

(2)  Het quotum mag uitsluitend worden gevangen in de EU-wateren van ICES-zones IIa, IIIa en IV.

(3)  Waarvan 5 000 ton is toegewezen aan Noorwegen.”