27.10.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 299/31


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 996/2012 VAN DE COMMISSIE

van 26 oktober 2012

tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan in verband met het ongeval in de kerncentrale van Fukushima, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 284/2012

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (1), en met name artikel 53, lid 1, onder b) ii),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 53 van Verordening (EG) nr. 178/2002 voorziet in de mogelijkheid van passende EU-noodmaatregelen voor uit een derde land ingevoerde levensmiddelen en diervoeders om de volksgezondheid, de diergezondheid of het milieu te beschermen, wanneer het risico niet op afdoende wijze kan worden beheerst met de door de afzonderlijke lidstaten getroffen maatregelen.

(2)

Na het ongeval in de kerncentrale van Fukushima op 11 maart 2011 werd de Commissie ervan in kennis gesteld dat het radionuclidegehalte in bepaalde levensmiddelen van oorsprong uit Japan de in Japan geldende actiedrempels voor levensmiddelen overschreed. Omdat een dergelijke besmetting gevaar voor de volksgezondheid en de diergezondheid in de Unie kan opleveren, is Uitvoeringsverordening (EU) nr. 297/2011 van 25 maart 2011 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan in verband met het ongeval in de kerncentrale van Fukushima (2) vastgesteld. Die verordening werd later vervangen door Uitvoeringsverordening (EU) nr. 961/2011 van de Commissie (3), die vervolgens werd vervangen door Uitvoeringsverordening (EU) nr. 284/2012 van de Commissie (4).

(3)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 284/2012 is diverse malen gewijzigd om rekening te houden met de ontwikkeling van de situatie. Aangezien nog verdere wijzigingen zijn vereist, is het thans passend Uitvoeringsverordening (EU) nr. 284/2012 door een nieuwe verordening te vervangen.

(4)

De bestaande maatregelen werden herzien op basis van de meer dan 26 000 gegevens over de aanwezigheid van radioactiviteit in diervoeders en levensmiddelen die door de Japanse autoriteiten werden verstrekt in verband met het tweede groeiseizoen na de ramp.

(5)

Persoonlijke zendingen dienen te worden uitgesloten van het toepassingsgebied van de bepalingen van deze verordening. Voor diervoeders en levensmiddelen van dierlijke oorsprong dient te worden verwezen naar de bepalingen van Verordening (EG) nr. 206/2009 van de Commissie van 5 maart 2009 betreffende het binnenbrengen in de Gemeenschap van persoonlijke zendingen producten van dierlijke oorsprong en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 136/2004 (5). Voor andere diervoeders en levensmiddelen dient te worden bepaald dat zendingen alleen als persoonlijke zendingen kunnen worden beschouwd, indien zij niet-commercieel zijn en bestemd zijn voor een particulier voor persoonlijke consumptie of gebruik.

(6)

De Japanse autoriteiten hebben de Commissie uitvoerige informatie verschaft over het feit dat behalve de reeds vrijgestelde alcoholhoudende dranken (sake, whiskey en shochu), ook andere alcolholhoudende dranken geen meetbare niveaus van radioactiviteit bevatten. Door het proces van polijsten en vergisten wordt de radioactiviteit in de alcoholhoudende drank aanzienlijk gereduceerd. Bepaalde andere alcoholhoudende dranken dienen derhalve van het toepassingsgebied van deze verordening te worden uitgesloten teneinde de administratieve lasten voor de Japanse autoriteiten en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van invoer te verlichten.

(7)

Uit de door de Japanse autoriteiten verstrekte gegevens blijkt dat het niet langer noodzakelijk is om met het oog op de vaststelling van radioactiviteit vóór uitvoer naar de Unie de bemonstering en analyse te eisen van diervoeders en levensmiddelen die afkomstig zijn uit de prefecturen Yamanashi en Shizuoka. De bemonstering en analyse dient alleen te worden gehandhaafd voor tee uit Shizuoka en paddestoelen uit Shizuoka en Yamanashi.

(8)

Aangezien niet-conforme of significante niveaus van radioactiviteit blijven voorkomen in diervoeders en levensmiddelen die afkomstig zijn uit de prefectuur Fukishima, is het aangewezen de bestaande eis van bemonstering en analyse vóór uitvoer naar de Unie te handhaven voor alle diervoeders en levensmiddelen die afkomstig zijn uit deze prefectuur. De algemene vrijstellingen, zoals voor alcoholhoudende dranken en persoonlijke zendingen, zouden echter ook voor deze diervoeders en levensmiddelen van kracht dienen te blijven.

(9)

Wat betreft de prefecturen Gunma, Ibaraki, Tochigi, Miyagi, Saitama, Tokyo, Iwate, Chiba en Kanagawa, waarvoor momenteel de eis van bemonstering en analyse van alle diervoeders en levensmiddelen vóór uitvoer naar de Unie geldt, is het aangewezen de bemonstering en analyse te beperken tot paddestoelen, thee, visserijproducten, bepaalde eetbare wilde planten, bepaalde groenten, bepaalde soorten fruit, rijst, sojabonen en de verwerkte en afgeleide producten daarvan. Dezelfde eis moet gelden voor samengestelde levensmiddelen die voor meer dan 50 % één of meer ingrediënten bevatten waarvoor controle vóór uitvoer naar de Unie is vereist.

(10)

Uit de controle bij invoer blijkt dat de speciale voorwaarden waarin de EU-wetgeving voorziet, door de Japanse autoriteiten correct worden toegepast en dat niet-naleving al meer dan een jaar niet is voorgekomen. Het is daarom passend de frequentie van de controles bij invoer en van de rapportage van de resultaten aan de Commissie te verminderen.

(11)

Het is aangewezen opnieuw een herziening van de bepalingen te verrichten, zodra de resultaten van de bemonstering en analyse met het oog op de vaststelling van radioactiviteit in diervoeders en levensmiddelen van het derde groeiseizoen na de ramp beschikbaar zullen zijn, namelijk tegen 31 maart 2014. Voor producten die voornamelijk geoogst worden in het tweede deel van het tweede groeiseizoen en waarvoor derhalve nog niet alle gegevens van het tweede groeiseizoen beschikbaar zijn, is het evenwel aangewezen een herziening van de bepalingen te verrichten tegen 31 maart 2013.

(12)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op diervoeders en levensmiddelen in de zin van artikel 1, lid 2, van Verordening (Euratom) nr. 3954/87 (6), van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan, met uitzondering van:

a)

producten die Japan vóór 28 maart 2011 hebben verlaten;

b)

producten die vóór 11 maart 2011 zijn geoogst en/of verwerkt;

c)

alcoholhoudende dranken van de GN-codes 2203 tot en met 2208;

d)

persoonlijke zendingen van diervoeders en levensmiddelen van dierlijke oorsprong die worden bestreken door artikel 2 van Verordening (EG) nr. 206/2009;

e)

persoonlijke zendingen van diervoeders en levensmiddelen andere dan van dierlijke oorsprong die niet-commercieel zijn en bestemd zijn voor een particulier, uitsluitend voor persoonlijke consumptie of gebruik. Bij twijfel ligt de bewijslast bij de ontvanger van de zending.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening worden onder “in de Japanse wetgeving vastgestelde overgangsmaatregelen” de op 24 februari 2012 door de Japanse overheid vastgestelde overgangsmaatregelen met betrekking tot de maximale niveaus voor het totaal van cesium-134 en cesium-137 verstaan, zoals opgenomen in bijlage III.

Onder “zending” wordt verstaan een hoeveelheid diervoeders of levensmiddelen onder het toepassingsgebied van deze verordening of van dezelfde klasse of omschrijving, die onder hetzelfde document of dezelfde documenten vallen, met hetzelfde vervoermiddel worden vervoerd en uit dezelfde prefectuur of prefecturen in Japan afkomstig zijn, binnen de beperkingen die zijn toegestaan bij de verklaring als bedoeld in artikel 5.

Artikel 3

Invoer in de Unie

De in artikel 1 bedoelde levensmiddelen en diervoeders (hierna “de producten” genoemd) mogen slechts in de Unie worden ingevoerd indien zij in overeenstemming zijn met deze verordening.

Artikel 4

Maximale niveaus van cesium-134 en cesium-137

1.   De in artikel 1 bedoelde producten, met uitzondering van de in bijlage III genoemde, dienen te voldoen aan het maximale niveau voor het totaal van cesium-134 en cesium-137 als vastgesteld in bijlage II.

2.   De producten die worden genoemd in bijlage III, dienen te voldoen aan het maximale niveau voor radioactief cesium als vastgesteld in bedoelde bijlage.

Artikel 5

Verklaring

1.   Elke zending van in artikel 1 bedoelde producten gaat vergezeld van een geldige verklaring, opgesteld en ondertekend overeenkomstig artikel 6.

2.   De in lid 1 bedoelde verklaring:

a)

bevestigt officieel dat de producten in overeenstemming zijn met de geldende wetgeving in Japan en

b)

geeft aan of de producten al dan niet onder de overgangsmaatregelen vallen waarin de Japanse wetgeving voorziet.

3.   De in lid 1 bedoelde verklaring dient voorts te bevestigen dat:

a)

het betrokken product vóór 11 maart 2011 is geoogst en/of verwerkt; of

b)

het product, ander dan thee en paddestoelen van oorsprong uit de prefectuur Shizuoka en ander dan paddestoelen van oorsprong uit de prefectuur Yamanashi, van oorsprong is uit en verzonden is vanuit een andere prefectuur dan Fukushima, Gunma, Ibaraki, Tochigi, Miyagi, Saitama, Tokyo, Chiba, Kanagawa of Iwate; of

c)

het product van oorsprong is uit en verzonden is vanuit Gunma, Ibaraki, Tochigi, Miyagi, Saitama, Tokyo, Chiba, Kanagawa of Iwate, maar niet voorkomt in bijlage IV bij deze verordening (en bijgevolg geen analyse vóór uitvoer is vereist); of

d)

het product verzonden is vanuit de prefecturen Fukushima, Gunma, Ibaraki, Tochigi, Miyagi, Saitama, Tokyo, Chiba, Kanagawa of Iwate, maar niet uit een van deze prefecturen van oorsprong is en tijdens de doorvoer niet aan radioactiviteit werd blootgesteld; of

e)

wanneer het product thee betreft van oorsprong uit de prefectuur Shizuoka of paddestoelen van oorsprong uit de prefectuur Yamanashi, of een afgeleid product daarvan of een samengesteld diervoeder of levensmiddel dat meer dan 50 % van dergelijke producten bevat, het vergezeld gaat van een analyserapport met de resultaten van de bemonstering en analyse; of

f)

wanneer het product, opgenomen in bijlage IV bij deze verordening, van oorsprong is uit de prefecturen Fukushima, Gunma, Ibaraki, Tochigi, Miyagi, Saitama, Tokyo, Chiba, Kanagawa of Iwate, of een samengesteld diervoeder of levensmiddel is dat meer dan 50 % van dergelijke producten bevat, het vergezeld gaat van een analyserapport met de resultaten van de bemonstering en analyse. De lijst van producten in bijlage IV laat de vereisten onverlet van Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 1997 betreffende nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe voedselingrediënten (7); of

g)

wanneer de oorsprong van het product of van de ingrediënen ervan voor meer dan 50 % onbekend is, het vergezeld gaat van een analyserapport met de resultaten van de bemonstering en analyse.

4.   Lid 3, onder f), geldt ook voor producten die in de kustwateren van de onder f) vermelde prefecturen zijn gevangen of geoogst, ongeacht waar deze producten aan land zijn gebracht.

Artikel 6

Opstelling en ondertekening van de verklaring

1.   De in artikel 5 bedoelde verklaring wordt opgesteld overeenkomstig het model in bijlage I.

2.   Voor de in de artikel 5, lid 3, punten a), b), c), of d), bedoelde producten dient de verklaring door een gemachtigd vertegenwoordiger van de bevoegde Japanse autoriteit of onder het gezag en toezicht van de bevoegde Japanse autoriteit door een door de bevoegde Japanse autoriteit gemachtigde vertegenwoordiger te worden ondertekend.

3.   Voor de in artikel 5, lid 3, onder e), f), en g), bedoelde producten wordt de verklaring ondertekend door een daartoe gemachtigde vertegenwoordiger van de bevoegde Japanse autoriteit en gaat zij vergezeld van een analyseverslag dat de resultaten van de bemonstering en de analyse bevat.

Artikel 7

Identificatie

Elke zending van in artikel 1 bedoelde producten wordt gekenmerkt met een code die wordt vermeld in de in artikel 5, lid 1, bedoelde verklaring, in het in artikel 5, lid 3, bedoelde analyserapport, in het gezondheidscertificaat en in elk handelsdocument dat de zending vergezelt.

Artikel 8

Grensinspectieposten en aangewezen punt van binnenkomst

Zendingen van de in artikel 1 bedoelde producten, met uitzondering van die welke vallen onder het toepassingsgebied van Richtlijn 97/78/EG van de Raad (8), worden in de Unie binnengebracht via een aangewezen punt van binnenkomst in de zin van artikel 3, onder b), van Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie (9) (hierna het “aangewezen punt van binnenkomst” genoemd).

Artikel 9

Kennisgeving vooraf

Levensmiddelen- en diervoederbedrijven of hun vertegenwoordigers stellen de bevoegde autoriteiten in de grensinspectiepost of het aangewezen punt van binnenkomst steeds ten minste twee werkdagen voor de fysieke aankomst van een zending van de in artikel 1 bedoelde producten in kennis van die aankomst.

Artikel 10

Officiële controles

1.   De bevoegde autoriteiten in de grensinspectiepost of het aangewezen punt van binnenkomst verrichten:

a)

documentencontroles op alle zendingen van in artikel 1 bedoelde producten;

b)

fysieke controles en identiteitscontroles, met inbegrip van een laboratoriumanalyse op de aanwezigheid van cesium-134 en cesium-137, op ten minste 5 % van de zendingen.

2.   De zendingen blijven hoogstens vijf werkdagen onder officieel toezicht totdat de resultaten van de laboratoriumanalyse beschikbaar zijn.

3.   Indien uit de resultaten van de analyse blijkt dat de in de verklaring gegeven garanties onjuist zijn, wordt de verklaring als ongeldig beschouwd en is de zending van diervoeders en levensmiddelen niet in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

Artikel 11

Kosten

Alle kosten in verband met de in artikel 10 bedoelde officiële controles en eventuele maatregelen in het geval van niet-naleving komen ten laste van de exploitanten van de diervoeder- of levensmiddelenbedrijven.

Artikel 12

In het vrije verkeer brengen

De zendingen mogen alleen in het vrije verkeer worden gebracht als de exploitanten van het diervoeder- of levensmiddelenbedrijf of hun vertegenwoordigers aan de douaneautoriteiten een verklaring als bedoeld in artikel 5, lid 1, overleggen die:

a)

naar behoren is geviseerd door de bevoegde autoriteit in de grensinspectiepost of het aangewezen punt van binnenkomst; alsmede

b)

aantoont dat de in artikel 10 bedoelde officiële controles zijn uitgevoerd en dat de resultaten van deze controles gunstig waren.

Artikel 13

Niet-conforme producten

Producten die niet in overeenstemming zijn met de bepalingen van deze verordening worden niet in de handel gebracht. Deze producten worden veilig verwijderd of naar het land van oorsprong teruggestuurd.

Artikel 14

Rapporten

De lidstaten stellen de Commissie via het systeem voor snelle waarschuwingen voor levensmiddelen en diervoeders (RASFF) om de drie maanden in kennis van alle verkregen analyseresultaten. Dat verslag wordt ingediend in de maand die volgt op het betrokken kwartaal.

Artikel 15

Intrekking

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 284/2012 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar deze verordening.

Artikel 16

Overgangsmaatregel

In afwijking van artikel 3 mogen in artikel 1 bedoelde producten in de Unie worden ingevoerd indien zij in overeenstemming zijn met Uitvoeringsverordening (EU) nr. 284/2012 wanneer:

a)

de producten Japan vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening hebben verlaten, of

b)

de producten vergezeld gaan van een vóór 1 november 2012 afgegeven verklaring overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 284/2012 en de producten vóór 1 december 2012 Japan hebben verlaten.

Artikel 17

Inwerkingtreding en toepassingsperiode

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing van de dag van inwerkingtreding tot en met 31 maart 2014.

Deze verordening wordt herzien vóór 31 maart 2013 voor producten die voornamelijk tussen augustus en november geoogst worden, en voor vis en visserijproducten.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 oktober 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.

(2)  PB L 80 van 26.3.2011, blz. 5.

(3)  PB L 252 van 28.9.2011, blz. 10.

(4)  PB L 92 van 30.3.2012, blz. 16.

(5)  PB L 77 van 24.3.2009, blz. 1.

(6)  PB L 371 van 30.12.1987, blz. 11.

(7)  PB L 43 van 14.2.1997, blz. 1.

(8)  PB L 24 van 30.1.1998, blz. 9.

(9)  PB L 194 van 25.7.2009, blz. 11.


BIJLAGE I

Verklaring inzake de invoer in de Unie van

… (product en land van oorsprong)

Codenummer van de charge … Nummer verklaring …

Ingevolge de bepalingen van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 996/2012 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan in verband met het ongeval in de kerncentrale van Fukushima, VERKLAART

(de in artikel 6, leden 2 of 3, van Verordening (EU) nr. 996/2012 bedoelde gemachtigde vertegenwoordiger)

dat de …

… (in artikel 1 bedoelde producten)

van deze zending bestaande uit: …

… (beschrijving van zending, product, aantal en soort verpakkingen, bruto- of nettogewicht)

ingeladen te … (plaats van inlading)

op … (datum van inlading)

door … (gegevens over de vervoerder)

met bestemming … (plaats en land van bestemming)

afkomstig van bedrijf …

… (naam en adres van het bedrijf)

in overeenstemming is met de geldende wetgeving in Japan met betrekking tot de maximale niveaus voor het totaal van cesium-134 en cesium-137.

VERKLAART dat de zending betrekking heeft op diervoeders of levensmiddelen die

niet vallen onder de overgangsmaatregelen waarin de Japanse wetgeving voorziet (zie bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EG) nr. 996/2012) met betrekking tot het maximale niveau voor het totaal van cesium-134 en cesium-137

vallen onder de overgangsmaatregelen waarin de Japanse wetgeving voorziet (zie bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EG) nr. 996/2012) met betrekking tot het maximale niveau voor het totaal van cesium-134 en cesium-137

VERKLAART dat de zending bevat:

diervoeders of levensmiddelen die vóór 11 maart 2011 zijn geoogst en/of verwerkt;

diervoeders of levensmiddelen van oorsprong uit en verzonden vanuit een andere prefectuur dan Fukushima, Gunma, Ibaraki, Tochigi, Miyagi, Saitama, Tokyo, Chiba, Kanagawa of Iwate, andere dan thee of paddestoelen van oorsprong uit de prefectuur Shizuoka en andere dan paddestoelen van oorsprong uit de prefectuur Yamanashi;

diervoeders of levensmiddelen verzonden vanuit de prefecturen Fukushima, Gunma, Ibaraki, Tochigi, Miyagi, Saitama, Tokyo, Chiba, Kanagawa of Iwate, maar die niet uit een van deze prefecturen afkomstig zijn en tijdens de doorvoer niet aan radioactiviteit werden blootgesteld;

diervoeders en levensmiddelen die niet zijn opgenomen in bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 996/2012, en die van oorsprong zijn uit en verzonden zijn vanuit Gunma, Ibaraki, Tochigi, Miyagi, Saitama, Tokyo, Chiba, Kanagawa of Iwate;

thee of paddestoelen of een samengesteld diervoeder of levensmiddel, bevattende meer dan 50 % van deze producten, van oorsprong uit de prefectuur Shizuoka, en bemonsterd op … (datum), aan laboratoriumanalysen zijn onderworpen op…

(datum) in …

(naam van het laboratorium) om het niveau van de radionucliden cesium-134 en cesium-137 te bepalen. Het analyserapport is bijgevoegd;

paddestoelen of een samengesteld diervoeder of levensmiddel, bevattende meer dan 50 % van deze producten, van oorsprong uit de prefectuur Yamanashi, en bemonsterd op (datum), aan laboratoriumanalysen zijn onderworpen op …

(datum) in …

(naam van het laboratorium) om het niveau van de radionucliden cesium-134 en cesium-137 te bepalen. Het analyserapport is bijgevoegd;

diervoeders en levensmiddelen, opgenomen in bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 996/2012 of een samengesteld diervoerder of levensmiddel, bevattende meer dan 50 % van deze producten, van oorsprong uit de prefecturen Fukushima, Gunma, Ibaraki, Tochigi, Miyagi, Saitama, Tokyo, Chiba, Kanagawa of Iwate, en bemonsterd op … (datum), aan laboratoriumanalysen zijn onderworpen op … (datum) in … (naam van het laboratorium), om het niveau van de radionucliden, cesium-134 en cesium-137 te bepalen. Het analyserapport is bijgevoegd;

diervoeders en levensmiddelen van onbekende oorsprong of bevattende meer dan 50 % van een ingrediënt of ingrediënten van onbekende oorsprong, en bemonsterd op … (datum), aan laboratoriumanalysen zijn onderworpen op … (datum) in … (naam van het laboratorium), om het niveau van de radionucliden, cesium-134 en cesium-137 te bepalen. Het analyserapport is bijgevoegd.

Gedaan te … op …

Stempel en handtekening van de in artikel 6, leden 2 en 3, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 996/2012 bedoelde gemachtigde vertegenwoordiger,

Gedeelte in te vullen door de bevoegde autoriteit in de grensinspectiepost of het aangewezen punt van binnenkomst

De zending mag aan de douaneautoriteiten worden aangeboden voor toelating tot het vrije verkeer in de Unie.

De zending mag NIET aan de douaneautoriteiten worden aangeboden voor toelating tot het vrije verkeer in de Unie.

(Bevoegde autoriteit, lidstaat)

Datum

Stempel

Handtekening


BIJLAGE II

Maximale niveaus voor levensmiddelen  (1) (Bq/kg) zoals vastgesteld in de Japanse wetgeving

 

Levensmiddelen voor zuigelingen en peuters

Melk en dranken op basis van melk

Andere levensmiddelen, met uitzondering van - mineraalwater en soortgelijke dranken - thee bereid uit ongefermenteerde bladeren

mineraalwater en soortgelijke dranken en thee bereid uit ongefermenteerde bladeren

Totaal cesium-134 en cesium-137

50 (2)

50 (2)

100 (2)

10 (2)


Maximale niveaus voor diervoeders  (3) (Bq/kg) zoals vastgesteld in de Japanse wetgeving

 

Voor runderen en paarden bestemde diervoeders

Diervoeders bestemd voor varkens

Diervoeders bestemd voor pluimvee

Diervoeders bestemd voor vis (5)

Totaal cesium-134 en cesium-137

100 (4)

80 (4)

160 (4)

40 (4)


(1)  Voor gedroogde producten die bestemd zijn voor consumptie in gereconstitueerde staat, geldt het maximale niveau voor het gereconstitueerde gebruiksklare product.

Voor gedroogde paddenstoelen geldt een reconstitutiefactor 5.

Voor thee geldt het maximale niveau voor het uit theebladeren bereide aftreksel. De verwerkingsfactor voor gedroogde thee is 50; bijgevolg biedt een maximaal niveau van 500 Bq/kg voor gedroogde theebladeren de garantie dat het niveau in de bereide thee het maximale niveau van 10 Bq/kg niet overschrijdt.

(2)  Om te zorgen voor consistentie met de huidige in Japan toegepaste maximale niveaus, vervangen deze waarden voorlopig de in Verordening (Euratom) nr. 3954/87 van de Raad vastgestelde niveaus.

(3)  Maximaal niveau voor diervoeder met een vochtgehalte van 12 %.

(4)  Om te zorgen voor consistentie met de huidige in Japan toegepaste maximale niveaus, vervangt deze waarde voorlopig het in Verordening (Euratom) nr. 770/90 van de Commissie vastgestelde niveau (PB L 83 van 30.3.1990, blz. 78).

(5)  Met uitzondering van voer voor siervissen.


BIJLAGE III

In de Japanse wetgeving vastgestelde overgangsmaatregelen die voor deze verordening van toepassing zijn

a)

Melk en zuivelproducten, mineraalwater en soortgelijke dranken die vóór 31 maart 2012 zijn geproduceerd en/of verwerkt, mogen niet meer dan 200 Bq/kg radioactief cesium bevatten. Andere levensmiddelen, met uitzondering van rijst, sojabonen en door verwerking daarvan verkregen producten die vóór 31 maart 2012 zijn geproduceerd en/of verwerkt, mogen niet meer dan 500 Bq/kg radioactief cesium bevatten.

b)

Producten op basis van rijst die vóór 30 september 2012 worden geproduceerd en/of verwerkt, mogen niet meer dan 500 Bq/kg radioactief cesium bevatten.

c)

Sojabonen die vóór 31 december 2012 zijn geoogst en in de handel gebracht, mogen niet meer dan 500 Bq/kg radioactief cesium bevatten.

d)

Producten op basis van sojabonen die vóór 31 december 2012 worden geproduceerd en/of verwerkt, mogen niet meer dan 500 Bq/kg radioactief cesium bevatten.


BIJLAGE IV

Diervoeders en levensmiddelen waarvoor een bemonstering en analyse op de aanwezigheid van cesium-134 en cesium-137 vóór uitvoer naar de Unie is vereist

a)

producten van oorsprong uit de prefectuur Fukushima:

alle producten, rekening houdend met de in artikel 1 van deze verordening genoemde vrijstellingen.

b)

producten van oorsprong uit de prefectuur Shizuoka:

thee en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 09022101 20 en 2202 90 10;

paddenstoelen en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 0709 51, 0709 59, 0710 80 61, 0710 80 69, 0711 51 00, 0711 59, 0712 31, 0712 32, 0712 33, 0712 39, 2003 10, 2003 90 en 2005 99 80.

c)

producten van oorsprong uit de prefectuur Yamanashi:

paddenstoelen en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 0709 51, 0709 59, 0710 80 61, 0710 80 69, 0711 51 00, 0711 59, 0712 31, 0712 32, 0712 33, 0712 39, 2003 10, 2003 90 en 2005 99 80.

d)

producten van oorsprong uit de prefecturen Gunma, Ibaraki, Tochigi, Miyagi, Saitama, Tokyo, Chiba, Kanagawa of Iwate:

thee en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 0902, 2101 20 en 2202 90 10;

paddenstoelen en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 0709 51, 0709 59, 0710 80 61, 0710 80 69, 0711 51 00, 0711 59, 0712 31, 0712 32, 0712 33, 0712 39, 2003 10, 2003 90 en 2005 99 80;

vis en visserijproducten van de GN-codes 0302, 0303, 0304, 0305, 0306, 0307 en 0308 (1);

rijst en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 1006, 1102 90 50, 1103 19 50, 1103 20 50, 1104 19 91, 1104 19 99, 1104 29 17, 1104 29 30, 1104 29 59, 1104 29 89, 1104 30 90, 1901, 1904 10 30, 1904 20 95, 1904 90 10 en 1905 90 (1);

sojabonen en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 1201 90, 1208 10, 1507 (1);

adzukibonen van de GN-codes 0708 20, 0713 32 00 en door verwerking daarvan verkregen producten van bijvoorbeeld GN-code 1106 10 (1);

blauwe bessen en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 0810 40 30, 0810 40 50, 0811 90 50, 0811 90 70, 0812 90 40, 0813 40 95;

ginkgonoten van GN-code 0802 90 85 en door verwerking daarvan verkregen producten van bijvoorbeeld de GN-codes 0811 90 19, 0811 90 39, 0811 90 95, 0812 90 98, 0813 40 95;

Japanse abrikozen van GN-code 0809 40 05, en door verwerking daarvan verkregen producten van bijvoorbeeld de GN-codes 0811 90 19, 0811 90 39, 0811 90 95, 0812 90 98, 0813 40 95;

citrusvruchten van GN-code 0805, schillen van citrusvruchten van GN-code 0814 00 00 en door verwerking daarvan verkregen producten van bijvoorbeeld de GN-codes 0811 90 19, 0811 90 39, 0811 90 95, 0812 90 25, 0812 90 98, 0813 40 95 (1);

Japanse kaki van GN-code 0810 70 00 en door verwerking daarvan verkregen producten van bijvoorbeeld de GN-codes 0811 90 19, 0811 90 39, 0811 90 95, 0812 90 98, 0813 40 95 (1);

granaatappelen van GN-code 0810 90 75 en door verwerking daarvan verkregen producten van bijvoorbeeld de GN-codes 0811 90 19, 0811 90 39, 0811 90 95, 0812 90 98, 0813 40 95 (1);

chocoladewingerd (Akebia quinata) en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 0810 90 75, 0811 90 19, 0811 90 39, 0811 90 95, 0812 90 98 en 0813 40 95;

pitvruchten (Chaenomeles) van GN-code 0810 90 75 en door verwerking daarvan verkregen producten van bijvoorbeeld de GN-codes 0811 90 19, 0811 90 39, 0811 90 95, 0812 90 98, 0813 40 95 (1);

papaja's (Asimina triloba) van GN-code 0810 90 75 en door verwerking daarvan verkregen producten van bijvoorbeeld de GN-codes 0811 90 19, 0811 90 39, 0811 90 95, 0812 90 98, 0813 40 95 (1);

peren van GN-code 0808 30 10 en door verwerking daarvan verkregen producten van bijvoorbeeld de GN-codes 0811 90 19, 0811 90 39, 0811 90 95, 0812 90 98, 0813 40 30 (1);

kastanjes van de GN-codes 0802 41 00 en 0802 42 00 en door verwerking daarvan verkregen producten van bijvoorbeeld de GN-codes 0811 90 19, 0811 90 39, 0811 90 95, 0812 90 98, 0813 40 95 (1);

walnoten van de GN-codes 0802 31 00 en 0802 32 00 en door verwerking daarvan verkregen producten van bijvoorbeeld de GN-codes 0811 90 19, 0811 90 39, 0811 90 95, 0812 90 98, 0813 40 95 (1);

ashitaba (Angelica keiskei) en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 0709 99, 0710 80, 0711 90 en 0712 90;

groot Japans hoefblad (fuki), stengels van Japans hoefblad (Petasites japonicus) en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 0709 99, 0710 80, 0711 90 en 0712 90;

Japanse gember (Myoga) van de GN-codes 0709 99, 0710 80, 0711 90, 0712 90 en door verwerking daarvan verkregen producten zoals die van de GN-codes 2008 99 49, 2008 99 67;

eetbare delen van Aralia sp. en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 0709 99, 0710 80, 0711 90 en 0712 90;

bamboescheuten (Phyllostacys pubescens) en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 0709 99, 0710 80, 0711 90, 0712 90, 2004 90 en 2005 91;

adelaarsvaren (Pteridium aquilinum) en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 0709 99, 0710 80, 0711 90 en 0712 90;

eetbare delen van Japanse mierikswortel of wasabi (Wasabia japonica) en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 0709 99, 0710 80, 0711 90, 0712 90 en 0910 99;

Japanse peterselie (Oenanthe javanica) en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 0709 99, 0710 80, 0711 90 en 0712 90;

Japanse peper (Zanthoxylum piperitum) van GN-code 0910 99;

Japanse koningsvaren (Osmunda japonica) en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 0709 99, 0710 80, 0711 90 en 0712 90;

koshiabura (scheut van Eleuterococcus sciadophylloides) en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 0709 99, 0710 80, 0711 90 en 0712 90;

momijigasa (Parasenecio delphiniifolius) en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 0709 99, 0710 80, 0711 90 en 0712 90;

struisvaren (Matteuccia struthioptheris) en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 0709 99, 0710 80, 0711 90 en 0712 90;

hartlelie (Hosta montana) en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 0709 99, 0710 80, 0711 90 en 0712 90;

uwabamisou (Elatostoma umbellatum var. majus) en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 0709 99, 0710 80, 0711 90 en 0712 90;

victoriaalwortel (Allium victorialis subsp. Platyphyllum) en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 0703 10, 0710 80, 071190071220 en 0712 90;

vederdistel (Cirsium japonicum) en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 0709 99, 0710 80, 0711 90 en 0712 90 (1);

yobusumaso (Honma) (Cacalia hastata ssp orientalis) en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 0709 99, 0710 80, 0711 90 en 0712 90 (1);

Synurus pungens (Oyamabokuchi) en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 0709 99, 0710 80, 0711 90 en 0712 90 (1);

heermoes (Equisetum arvense) en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 0709 99, 0710 80, 0711 90 en 0712 90 (1);

Actinidia polygama (silvervine) en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 0810 90 75, 0811 90 19, 0811 90 39, 0811 90 95, 0812 90 98 en 0813 40 95 (1);

taro (Colocasia esculenta) en door verwerking daarvan verkregen producten van GN-code 0714 40 (1);

appelwortel (Smallanthus sonchifolius) en door verwerking daarvan verkregen producten van de GN-codes 0709 99, 0710 80, 0711 90, 0712 90 en 0714 90 (1);

e)

samengestelde producten die meer dan 50 % van de in deze bijlage onder a), b), c) en d) bedoelde producten bevatten.


(1)  de opname van deze producten in de lijst zal vóór 31 maart 2013 worden herzien, rekening houdend met de in de periode van september tot en met december 2012 verkregen analyseresultaten.