31.8.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 234/4


VERORDENING (EU) Nr. 784/2012 VAN DE COMMISSIE

van 30 augustus 2012

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1031/2010 ter opneming van een door Duitsland aan te wijzen veilingplatform en tot rectificatie van artikel 59, lid 7

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (1), en met name artikel 3 quinquies, lid 3, en artikel 10, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Commissie van 12 november 2010 inzake de tijdstippen, het beheer en andere aspecten van de veiling van broeikasgasemissierechten overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (2) is het toegestaan dat lidstaten die niet aan de in artikel 26, leden 1 en 2, bedoelde gezamenlijke actie deelnemen hun eigen veilingplatform aanwijzen voor de veiling van hun aandeel in de hoeveelheid onder de hoofdstukken II en III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten. De aanwijzing van dergelijke platforms geschiedt op voorwaarde dat het betrokken veilingplatform overeenkomstig artikel 30, lid 5, van die verordening in bijlage III wordt opgenomen.

(2)

Overeenkomstig artikel 30, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1031/2010 heeft Duitsland de Commissie in kennis gesteld van zijn besluit om niet aan de in artikel 26, leden 1 en 2, bedoelde gezamenlijke actie deel te nemen en zijn eigen veilingplatform aan te wijzen.

(3)

Op 9 maart 2012 heeft Duitsland de Commissie in kennis gesteld van zijn voornemen om European Energy Exchange AG („EEX”) aan te wijzen als een in artikel 30, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1031/2010 bedoeld veilingplatform.

(4)

Op 22 maart 2012 heeft Duitsland de kennisgeving aan het Comité klimaatverandering voorgelegd. Voorts heeft Duitsland de Commissie ter aanvulling van de kennisgeving extra informatie en verduidelijking verstrekt.

(5)

De voorgestelde aanwijzing van EEX als een in artikel 30, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1031/2010 bedoeld veilingplatform is verenigbaar met de eisen van die verordening en is in overeenstemming met de in artikel 10, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG vastgestelde doelstellingen.

(6)

Overeenkomstig artikel 35, lid 3, onder e), van Verordening (EU) nr. 1031/2010 mag een veilingplatform geen misbruik maken van zijn veilingcontract om het concurrentievermogen van zijn andere activiteiten, met name van de secundaire markt die het organiseert, op onrechtmatige wijze te verhogen. Als voorwaarde voor de opneming van EEX als een veilingplatform moet daarom worden gesteld dat EEX kandidaat-bieders de mogelijkheid biedt om biedingen uit te brengen zonder dat zij lid van of deelnemer aan de door EEX georganiseerde secundaire markt of een andere door EEX of een derde partij beheerde handelslocatie hoeven te worden.

(7)

Overeenkomstig artikel 35, lid 3, onder h), van Verordening (EU) nr. 1031/2010 moeten de lidstaten bij de aanwijzing van een veilingplatform rekening houden met de mate waarin adequate maatregelen zijn getroffen die het veilingplatform ertoe verplichten alle materiële en immateriële activa over te dragen die voor de organisatie van de veilingen door de opvolger van het veilingplatform noodzakelijk zijn. Zulke maatregelen moeten duidelijk en tijdig worden vastgesteld in een door de veilingtoezichthouder te toetsen exitstrategie. EEX moet een dergelijke exitstrategie ontwikkelen en daarbij zo veel mogelijk rekening houden met het advies van de veilingtoezichthouder.

(8)

Een veilingplatform moet het advies van de veilingtoezichthouder verkrijgen over de wijze van toepassing van artikel 7, lid 6, en artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1031/2010. Wanneer de veilingtoezichthouder vóór de aanvang van de betrokken veiling echter niet is aangewezen, moet het veilingplatform van start kunnen gaan zonder het advies van de veilingtoezichthouder te hebben verkregen.

(9)

Verordening (EU) nr. 1031/2010 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

Voorts moeten bepaalde verwijzingen in artikel 59, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1031/2010 worden gerectificeerd.

(11)

Om voor voorspelbare en tijdig plaatsvindende veilingen van het door Duitsland aan te wijzen veilingplatform te zorgen, dient deze verordening met spoed in werking te treden.

(12)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité klimaatverandering,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen in Verordening (EU) nr. 1031/2010

Verordening (EU) nr. 1031/2010 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 3 wordt het volgende punt toegevoegd:

„44.   „exitstrategie”: een of meer overeenkomstig de aanwijzingscontracten van de veilingtoezichthouder of het betrokken veilingplatform opgestelde documenten met de gedetailleerde maatregelen die zijn gepland om ervoor te zorgen dat:

a)alle materiële en immateriële activa die voor de ononderbroken voortzetting van de veilingen en de goede werking van het veilingplatform door de opvolger van het veilingplatform noodzakelijk zijn, worden overgedragen;b)aan de aanbestedende instanties of de veilingtoezichthouder, of beide, alle informatie met betrekking tot het veilingproces wordt verschaft die noodzakelijk is voor de aanbestedingsprocedure voor de aanwijzing van de opvolger van het veilingplatform;c)aan de aanbestedende instanties of de veilingmonitor of de opvolger van het veilingplatform, of een combinatie hiervan, de technische bijstand wordt geboden die het voor de aanbestedende instanties of de veilingtoezichthouder of de opvolger van het veilingplatform, of een combinatie hiervan, mogelijk maakt de krachtens a) en b) verstrekte informatie te begrijpen, er toegang toe te hebben of er gebruik van te maken..

2)

Artikel 7, lid 7, wordt vervangen door:

„7.   Vóór het begin van de veiling stelt het veilingplatform de wijze van toepassing van lid 6 vast, na raadpleging van de veilingtoezichthouder en na zijn advies te hebben verkregen en na de in artikel 56 bedoelde nationale autoriteiten daarvan in kennis te hebben gesteld.

In de periode tussen twee biedingsintervallen op hetzelfde veilingplatform kan dat veilingplatform die toepassingswijze wijzigen na de veilingtoezichthouder te hebben geraadpleegd, zijn advies dienaangaande te hebben verkregen en na de in artikel 56 bedoelde bevoegde nationale autoriteiten daarvan in kennis te hebben gesteld.

Wanneer de veilingtoezichthouder niet ten minste een maand vóór de aanvang van de betrokken veiling is aangewezen, mag het veilingplatform de voorgenomen toepassingswijze toepassen zonder het advies van de veilingtoezichthouder te hebben verkregen.

Het betrokken veilingplatform houdt daarbij zo veel mogelijk rekening met het advies van de veilingtoezichthouder.”.

3)

Aan artikel 8, lid 3, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Wanneer de veilingtoezichthouder ten minste een maand voor de aanvang van de betrokken veiling nog niet is aangewezen, mag het veilingplatform de voorgenomen wijziging van de tijdstippen doorvoeren.”.

4)

Artikel 25, lid 6, wordt vervangen door:

„6.   De veilingtoezichthouder brengt adviezen uit overeenkomstig artikel 7, lid 7, en artikel 8, lid 3, en als bedoeld in bijlage III. De adviezen worden binnen een redelijke termijn uitgebracht.”.

5)

Bijlage III wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Rectificatie van Verordening (EU) nr. 1031/2010

Artikel 59, lid 7, wordt vervangen door:

„7.   Cliënten van de in lid 1 bedoelde bieders kunnen eventuele klachten betreffende de naleving van de in de leden 2 en 3 vastgestelde gedragsregels richten tot de in lid 4 bedoelde bevoegde autoriteiten, overeenkomstig de procedureregels die in de lidstaat waarin toezicht op de in lid 1 bedoelde persoon wordt uitgeoefend, zijn vastgesteld voor de behandeling van dergelijke klachten.”.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 augustus 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.

(2)  PB L 302 van 18.11.2010, blz. 1.


BIJLAGE

In bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1031/2010 wordt de tabel vervangen door:

Door Duitsland aangewezen veilingplatforms

1

Veilingplatform

European Energy Exchange AG (EEX)

 

Aanwijzingstermijn

Van op zijn vroegst 1 september 2012 tot ten minste 31 maart 2013 en op zijn laatst 31 december 2013, onverminderd artikel 30, lid 5, tweede alinea.

 

Voorwaarden

Toelating tot de veilingen is niet afhankelijk van lidmaatschap van of deelneming aan de door EEX georganiseerde secundaire markt of een andere door EEX of een derde partij beheerde handelslocatie.

 

Verplichtingen

Binnen twee maanden vanaf 1 september 2012 legt EEX zijn exitstrategie aan Duitsland over met het oog op raadpleging van de veilingtoezichthouder.

Binnen twee maanden na ontvangst van het advies van de veilingtoezichthouder toetst EEX zijn exitstrategie, daarbij zo veel mogelijk rekening houdend met dat advies.

Duitsland stelt de Commissie in kennis van alle belangrijke wijzigingen in ter zake doende contractuele relaties met EEX.”.