17.2.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 46/30


VERORDENING (EU) Nr. 135/2012 VAN DE COMMISSIE

van 16 februari 2012

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de overbrenging van afvalstoffen om bepaalde niet-ingedeelde soorten afvalstoffen op te nemen in bijlage IIIB

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (1), en met name artikel 58, lid 1, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Ierland, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk en Finland hebben bij de Commissie een verzoek ingediend om bepaalde niet-ingedeelde soorten afvalstoffen in aanmerking te nemen voor opneming in bijlage IIIB bij Verordening (EG) nr. 1013/2006.

(2)

De Commissie heeft van Bulgarije, Tsjechië, Duitsland, Frankrijk, Hongarije, Nederland, Oostenrijk, Polen, Finland en Zweden opmerkingen ontvangen met betrekking tot de aanvaardbaarheid van de ingediende verzoeken om als afvalstof van de groene lijst voor opneming in bijlage IIIB bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 in aanmerking te worden genomen.

(3)

Rekening houdend met die opmerkingen heeft de Commissie Ierland, Nederland en Finland geadviseerd bij het secretariaat van het Verdrag van Bazel van 22 maart 1989 inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan (2) („Verdrag van Bazel”) aanvragen in te dienen voor nieuwe toevoegingen aan bijlage IX bij het Verdrag van Bazel, ingevolge de procedure van COP8-Besluit VIII/15 van het Verdrag van Bazel ten aanzien van de herzieningen van de procedure voor de toetsing of aanpassing van de lijsten van afvalstoffen in de bijlagen VIII en IX bij het Verdrag van Bazel.

(4)

Finland, Nederland en Ierland hebben respectievelijk op 14 januari 2011, 25 januari 2011 en 1 februari 2011 bij het secretariaat van het Verdrag van Bazel aanvragen voor nieuwe toevoegingen aan bijlage IX bij het Verdrag van Bazel ingediend. Totdat een besluit is genomen tot opneming van de niet-ingedeelde codes in de desbetreffende bijlagen bij het Verdrag van Bazel of bij Besluit C(2001)107 definitief van de OESO-Raad inzake de herziening van Besluit C(92)39 definitief betreffende het toezicht op de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen bestemd voor handelingen ter nuttige toepassing (OESO-besluit), kunnen deze codes voorlopig aan bijlage IIIB bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 worden toegevoegd.

(5)

Verordening (EG) nr. 1013/2006 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 39 van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) opgerichte comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage IIIB bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 februari 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 190 van 12.7.2006, blz. 1.

(2)  PB L 39 van 16.2.1993, blz. 3.

(3)  PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3.


BIJLAGE

„BIJLAGE IIIB

AANVULLENDE AFVALSTOFFEN VAN DE „GROENE” LIJST IN AFWACHTING VAN EEN BESLUIT TOT OPNEMING IN DE DESBETREFFENDE BIJLAGEN BIJ HET VERDRAG VAN BAZEL OF HET OESO-BESLUIT, ALS BEDOELD IN ARTIKEL 58, LID 1, ONDER b)

1.

Ongeacht of zij in deze lijst zijn opgenomen of niet, mogen afvalstoffen niet worden onderworpen aan de algemene informatievoorschriften van artikel 18 indien zij dermate met andere stoffen verontreinigd zijn dat

a)

de aan de afvalstoffen verbonden risico’s zodanig toenemen dat zij, gelet op de gevaarlijke eigenschappen als bedoeld in bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (1), voor de procedure van schriftelijke kennisgeving en toestemming in aanmerking komen, of

b)

nuttige toepassing van de afvalstoffen op milieuhygiënisch verantwoorde wijze niet mogelijk wordt.

2.

De volgende afvalstoffen worden in deze bijlage opgenomen:

BEU01

Niet onder Bazel-code B3020 vallende afvalstoffen van laminaat voor drukgevoelige zelfklevende etiketten die grondstoffen bevatten welke worden gebruikt bij de productie van etiketteringsmateriaal

BEU02

Niet-scheidbare plasticfractie van de voorbehandeling van gebruikte vloeistofverpakkingen

BEU03

Niet-scheidbare plastic-aluminiumfractie van de voorbehandeling van gebruikte vloeistofverpakkingen

BEU04

Geen residuen bevattende en niet onder Bazel-code B3020 vallende composietverpakkingen bestaande voornamelijk uit papier en enige kunststof

BEU05

Schone biologisch afbreekbare afvalstoffen van landbouw, tuinbouw, bosbouw, tuinen, parken en begraafplaatsen

3.

De overbrengingen van in deze bijlage opgenomen afvalstoffen laten de bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad (2), met inbegrip van ingevolge artikel 16, lid 3, van die richtlijn vastgestelde maatregelen, onverlet.


(1)  PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3.

(2)  PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.”.