20.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/54


RICHTLIJN 2012/36/EU VAN DE COMMISSIE

van 19 november 2012

tot wijziging van Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het rijbewijs

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (1) en met name artikel 8,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De in bijlage I bij Richtlijn 2006/126/EG vastgestelde codes en subcodes moeten worden geactualiseerd in het licht van de nieuwe bij Richtlijn 2006/126/EG ingevoerde voertuigcategorieën, waarvan de kenmerken verschillen van de in Richtlijn 91/439/EEG van 29 juli 1991 betreffende het rijbewijs (2) vastgestelde categorieën. Rijbewijzen die zijn behaald vóór de datum waarop Richtlijn 2006/126/EG van toepassing wordt, namelijk op 19 januari 2013, moeten ook na die datum geldig blijven.

(2)

De inhoud van het rijexamen voor voertuigen van categorie C1 moet worden aangepast aan de verschillende kenmerken van de voertuigen die tot deze categorie behoren. In tegenstelling tot de voertuigen van categorie C, die voor professioneel goederenvervoer zijn bestemd, vormt categorie C1 een heterogene groep van voertuigen, zoals vrijetijdsvoertuigen of voertuigen voor persoonlijk gebruik, hulpverlenings- of brandweervoertuigen, of bedrijfsvoertuigen voor professioneel gebruik, maar waarvan de besturing niet de hoofdactiviteit van de bestuurder is. Het is niet nodig om bestuurders van dergelijke voertuigen te verplichten om tijdens het rijexamen te bewijzen dat zij over de kennis van de voorschriften of uitrusting beschikken die uitsluitend vereist is voor bestuurders die onder de regelgeving voor het beroepsvervoer vallen, zoals Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (3) en Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van 20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer (4). Een dergelijke aanpassing van de bestaande regels komt de verkeersveiligheid ten goede omdat het risico afneemt dat bestuurders zich in het verkeer begeven met een overladen voertuig van categorie B om de kosten voor de opleiding en het afleggen van een examen voor voertuigen van de categorieën C of C1 uit te sparen. Deze aanpassing vermindert tevens de administratieve en financiële lasten voor het mkb en kleine ondernemingen die dergelijke bedrijfsvoertuigen voor hun activiteiten gebruiken.

(3)

De normen inzake motorrijwielen van de categorieën A1, A2 en A die voor het examen van de rijvaardigheid en het rijgedrag worden gebruikt, moeten worden aangepast aan de technische vooruitgang en met name de ontwikkeling en het toenemende gebruik van elektrische motorrijwielen. De technische specificaties voor examenvoertuigen moeten ook worden aangepast om te waarborgen dat kandidaat-bestuurders examen afleggen op voertuigen die representatief zijn voor het rijbewijs dat hen zal worden verleend.

(4)

De minimumnormen voor examenvoertuigen en betreffende de inhoud van de examens inzake de rijvaardigheid en het rijgedrag voor voertuigen van de categorieën C en D moeten worden aangepast aan de technische vooruitgang, met name om rekening te houden met de ontwikkeling en het toenemende gebruik van moderne, veiligere en minder verontreinigende voertuigen met diverse semi-automatische of hybride transmissiesystemen in het wegvervoer. De bekwaamheid van de bestuurder om die transmissiesystemen op een veilige, economische en milieuvriendelijke wijze te gebruiken moet worden getest. De vereenvoudiging van de huidige beperkingen voor het besturen van automatisch geschakelde voertuigen zal tevens de administratieve en financiële lasten verminderen voor het mkb en kleine ondernemingen die wegvervoer verrichten.

(5)

Aangezien Richtlijn 2006/126/EG slechts met ingang van 19 januari 2013 volledig van toepassing wordt, treedt deze richtlijn in werking op de dag volgende op die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(6)

Richtlijn 2006/126/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

De bepalingen van deze richtlijn zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het rijbewijs,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen I en II bij Richtlijn 2006/126/EG worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2013 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de dag volgende op die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 19 november 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 403 van 30.12.2006, blz. 18.

(2)  PB L 237 van 24.8.1991, blz. 1.

(3)  PB L 102 van 11.4.2006, blz. 1.

(4)  PB L 370 van 31.12.1985, blz. 8.


BIJLAGE

I.

In bijlage I bij Richtlijn 2006/126/EG wordt punt 3, betreffende bladzijde 2 van het rijbewijs, onder a), punt 12, als volgt gewijzigd:

1)

De volgende code 46 wordt ingevoegd:

„46.

Alleen driewielers”.

2)

Code 72 wordt geschrapt.

3)

Code 73 komt als volgt te luiden:

„73.

Alleen vierwielige motorvoertuigen van categorie (B1)”.

4)

De codes 74 tot en met 77 worden geschrapt.

5)

Code 79 komt als volgt te luiden:

„79.

[…] Alleen voertuigen conform de specificaties tussen haken, in het kader van de toepassing van artikel 13 van deze richtlijn.

79.01.

Alleen tweewielige voertuigen met of zonder zijspan.

79.02.

Alleen driewielige of lichte vierwielige voertuigen van de categorie AM.

79.03.

Alleen driewielers.

79.04.

Alleen driewielers met een aanhangwagen met een maximaal toegestane massa van ten hoogste 750 kg.

79.05.

Motorrijwielen van categorie A1 met een verhouding vermogen/gewicht van meer dan 0,1 kW/kg.

79.06.

Voertuigen van categorie BE met een aanhangwagen waarvan de maximaal toegestane massa groter is dan 3 500 kg.”.

6)

De volgende codes 80 en 81 worden ingevoegd:

„80.

Alleen voor houders van een rijbewijs voor driewielige motorrijwielen van categorie A die jonger zijn dan 24 jaar.

81.

Alleen voor houders van een rijbewijs voor tweewielige motorrijwielen van categorie A die jonger zijn dan 21 jaar.”.

7)

De volgende code 90 wordt ingevoegd:

„90.

Codes gebruikt in combinatie met codes die aanpassingen aan het voertuig definiëren.”.

8)

Code 96 komt als volgt te luiden:

„96.

Voertuigen van categorie B met een aanhangwagen met een toegestane maximummassa van ten hoogste 750 kg, waarbij de toegestane maximummassa van het samenstel hoger ligt dan 3 500 kg, maar ten hoogste 4 250 kg bedraagt.”.

9)

De volgende code 97 wordt toegevoegd:

„97.

Geen toestemming voor het besturen van een voertuig van categorie C1 dat onder Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van 20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer (1) valt.

II.

Bijlage II bij Richtlijn 2006/126/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Punt 4.1.1 wordt vervangen door de volgende tekst:

„4.1.1.

Voorschriften inzake rij- en rusttijden zoals beschreven in Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (2); het gebruik van controleapparatuur zoals beschreven in Verordening (EEG) nr. 3821/85 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer.

2)

Het volgende punt 4.1a wordt ingevoegd:

„4.1a.

De lidstaten kunnen aanvragers van een rijbewijs voor een voertuig van categorie C1 of C1E dat niet onder Verordening (EEG) nr. 3821/85 valt vrijstellen van de verplichting hun kennis te bewijzen van de in de punten 4.1.1 tot en met 4.1.3 genoemde onderwerpen.”.

3)

Punt 5.1 wordt vervangen door:

„5.1.   Voertuigschakeling

5.1.1.   Om een voertuig met handschakeling te mogen besturen moet de kandidaat een examen inzake de rijvaardigheid en het rijgedrag afleggen met een voertuig met handschakeling.

Onder „voertuig met handschakeling” wordt een voertuig verstaan met een koppelingspedaal (of manueel bediende hendel voor de categorieën A, A2 en A1) die door de bestuurder moet worden ingedrukt om te starten, te stoppen of te schakelen.

5.1.2.   Voertuigen die niet aan de in punt 5.1.1 vastgestelde criteria voldoen, worden als voertuigen met automatische schakeling beschouwd.

Onverminderd punt 5.1.3 moet in het rijbewijs een vermelding worden opgenomen wanneer een kandidaat het rijexamen inzake de rijvaardigheid en het rijgedrag met een voertuig met automatische schakeling heeft afgelegd. Rijbewijzen waarin die vermelding is opgenomen, gelden uitsluitend voor het besturen van voertuigen met automatische schakeling.

5.1.3.   Specifieke bepalingen voor voertuigen van de categorieën C, CE, D en DE.

De lidstaten kunnen besluiten geen beperking tot voertuigen met automatische schakeling op te nemen in een rijbewijs voor een voertuig van categorie C, CE, D of DE als bedoeld in punt 5.1.2 wanneer de bestuurder reeds een rijbewijs bezit voor een voertuig met handschakeling in minstens één van de volgende categorieën: B, BE, C, CE, C1, C1E, D, D1 of D1E, en hij de in punt 8.4 beschreven handelingen heeft uitgevoerd tijdens het examen inzake de rijvaardigheid en het rijgedrag.”.

4)

Punt 5.2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de eerste alinea wordt vervangen door de volgende tekst:

„De voertuigen waarmee examens inzake de rijvaardigheid en het rijgedrag worden afgelegd, moeten voldoen aan de volgende minimumnormen. De lidstaten kunnen daaraan strengere eisen stellen of andere normen toevoegen. De lidstaten kunnen voor voertuigen van categorie A1, A2 en A waarmee examens inzake de rijvaardigheid en het rijgedrag worden afgelegd een marge van 5 cm3 beneden de vereiste minimum cilinderinhoud hanteren.”,

b)

de tekst betreffende de categorieën A1, A2 en A wordt vervangen door de volgende tekst:

„Categorie A1

Motorrijwiel van categorie A1 zonder zijspan, met een maximumvermogen van 11 kW, en een vermogen/gewichtsverhouding van minder dan 0,1 kW per kg, dat een snelheid van ten minste 90 km per uur kan bereiken.

Indien het motorrijwiel door een verbrandingsmotor wordt aangedreven, dient de cilinderinhoud daarvan minstens 120 cm3 te bedragen.

Indien het motorrijwiel door een elektrische motor wordt aangedreven, dient de vermogen/gewichtsverhouding minstens 0,08 kW/kg te bedragen.

Categorie A2

Motorrijwiel zonder zijspan, met een vermogen van ten minsten 20 kW en ten hoogste 35 kW en een vermogen/gewichtsverhouding van hoogstens 0,2 kW/kg.

Indien het motorrijwiel door een verbrandingsmotor wordt aangedreven, dient de cilinderinhoud daarvan minstens 400 cm3 te bedragen.

Indien het motorrijwiel door een elektrische motor wordt aangedreven, dient de vermogen/gewichtsverhouding minstens 0,15 kW/kg te bedragen.

Categorie A

Motorrijwiel zonder zijspan met een ledige massa van meer dan 180 kg en een vermogen van minstens 50 kW. De lidstaten mogen een marge van 5 kg beneden de vereiste minimum massa toestaan.

Indien het motorrijwiel door een verbrandingsmotor wordt aangedreven, dient de cilinderinhoud daarvan minstens 600 cm3 te bedragen.

Indien het motorrijwiel door een elektrische motor wordt aangedreven, dient de vermogen/gewichtsverhouding minstens 0,25 kW/kg te bedragen.”,

c)

De tekst betreffende de categorieën C en CE wordt vervangen door de volgende tekst:

„Categorie C

Voertuig van categorie C met een maximaal toegestane massa van ten minste 12 000 kg, een lengte van ten minste 8 m en een breedte van ten minste 2,40 m, waarmee een snelheid van ten minste 80 km per uur kan worden bereikt; uitgerust met ABS, met een versnellingsbak waarbij de versnelling manueel door de bestuurder kan worden gekozen en met controleapparatuur als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 3821/85; de laadruimte moet bestaan uit een gesloten opbouw die ten minste even breed en hoog is als de cabine; de feitelijke totale massa van het voertuig moet minimaal 10 000 kg bedragen;

categorie CE

Geleed voertuig of een samenstel bestaande uit een examenvoertuig van categorie C en een aanhangwagen van ten minste 7,5 m lang; dit voertuig of samenstel moet een maximaal toegestane massa van ten minste 20 000 kg hebben, een lengte van ten minste 14 m en een breedte van ten minste 2,40 m; met dit gelede voertuig of samenstel moet een snelheid van ten minste 80 km per uur kunnen worden bereikt en het moet zijn uitgerust met ABS, een versnellingsbak waarbij de versnelling manueel door de bestuurder kan worden gekozen en met controleapparatuur als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 3821/85; de laadruimte moet bestaan uit een gesloten opbouw die ten minste even breed en hoog is als de cabine; de feitelijke totale massa van het gelede voertuig of het samenstel moet minimaal 15 000 kg bedragen;”.

5)

Punt 8.1.4 wordt vervangen door:

„8.1.4.

Controle van de rembekrachtigings- en de stuurbekrachtigingsinrichting; controle van de wielen, wielmoeren, spatborden, voorruit, ruiten en ruitenwissers, vloeistoffen (bijvoorbeeld motorolie, koelvloeistof en ruitensproeiervloeistof); controle en gebruik van alle onderdelen op het dashboard, inclusief de controleapparatuur als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 3821/85. De laatstgenoemde eis geldt niet voor aanvragers van een rijbewijs voor een voertuig van categorie C1 of C1E dat niet onder deze verordening valt;”.

6)

Het volgende punt 8.4 wordt ingevoegd:

„8.4.   Veilig en energie-efficiënt rijden

8.4.1.

Tijdens het rijden de veiligheid waarborgen en het brandstofverbruik en de uitstoot verminderen door waar nodig manueel te schakelen tijdens het optrekken, afremmen of op stijgende en dalende hellingen.”.

7)

Punt 9.3.2 wordt vervangen door:

„9.3.2.

Zuinig en energie-efficiënt rijden. Hierbij moet worden gelet op het aantal omwentelingen per minuut en het schakelen, remmen en versnellen (alleen categorieën B, BE, C, CE, C1, C1E, D, DE, D1, D1E);”.


(1)  PB L 370 van 31.12.1985, blz. 8.”.

(2)  PB L 102 van 11.4.2006, blz. 1.”.