3.3.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 64/7


RICHTLIJN 2012/7/EU VAN DE COMMISSIE

van 2 maart 2012

tot wijziging van deel III van bijlage II bij Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de veiligheid van speelgoed met het oog op de aanpassing aan de technische vooruitgang

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de veiligheid van speelgoed (1), en met name artikel 46, lid 1, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2009/48/EG stelt grenswaarden vast voor cadmium, gebaseerd op de aanbevelingen die het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft gedaan in zijn verslag uit 2008 getiteld "Chemicals in Toys. A general methodology for assessment of chemical safety of toys with a focus on elements". De aanbevelingen van het RIVM gaan uit van de veronderstelling dat de blootstelling van kinderen aan chemische stoffen in speelgoed een bepaald niveau, de zogenaamde "toelaatbare dagelijkse inname" niet mag overschrijden. Aangezien kinderen ook worden blootgesteld aan chemische stoffen uit andere bronnen dan speelgoed, mag slechts een percentage van de toelaatbare dagelijkse inname aan speelgoed worden toegekend. Het Wetenschappelijk Comité voor toxiciteit, ecotoxiciteit en milieu (CSTEE) is geraadpleegd en heeft in een verslag van 2004 aanbevolen maximaal 10 % van de toelaatbare dagelijkse inname aan speelgoed toe te kennen. Voor cadmium en andere bijzonder giftige chemische stoffen wordt echter aanbevolen dat niet meer dan 5 % van de toelaatbare dagelijkse inname van speelgoed afkomstig mag zijn, om ervoor te zorgen dat alleen sporen aanwezig zijn die verenigbaar zijn met een goede fabricagepraktijk.

(2)

Volgens de aanbevelingen van het RIVM moet het maximumpercentage van de toelaatbare dagelijkse inname vermenigvuldigd worden met het gewicht van het kind, geschat op 7,5 kg, en gedeeld door de hoeveelheid ingenomen materiaal, om te komen tot grenswaarden voor de in Richtlijn 2009/48/EG opgesomde chemische stoffen.

(3)

Voor cadmium is het RIVM uitgegaan van de toelaatbare dagelijkse inname van 7 μg/kg die in 1989 door het Gemengd comité van deskundigen voor levensmiddelenadditieven van de FAO en de WHO (JECFA) is vastgesteld en in 2001 door het JECFA is bevestigd. Daarop is een veiligheidsfactor van twee toegepast, hetgeen resulteert in een toelaatbare wekelijkse inname van 3,5 μg/kg en een toelaatbare dagelijkse inname van 0,5 μg/kg.

(4)

Teneinde mogelijke scenario's voor blootstelling aan chemische stoffen op te stellen, heeft het RIVM de hoeveelheid ingenomen materiaal op 8 mg geschat voor afgekrabd speelgoedmateriaal, 100 mg voor bros speelgoedmateriaal en 400 mg voor vloeibaar of kleverig speelgoedmateriaal. Het Wetenschappelijk Comité voor gezondheids- en milieurisico’s (SCHER) heeft zich in zijn advies van 18 mei 2010 getiteld "Risks from organic CMR substances in toys" bij dit standpunt aangesloten.

(5)

Uitgaande van 5 % van de toelaatbare dagelijkse inname, vermenigvuldigd met het gewicht van het kind en gedeeld door de hoeveelheid ingenomen materiaal zijn de volgende grenswaarden voor cadmium vastgesteld: 23 mg/kg voor afgekrabd materiaal, 1,9 mg/kg voor droog materiaal en 0,5 mg/kg voor vloeibaar materiaal.

(6)

In haar advies van 30 januari 2009 concludeerde de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) dat de door JECFA in 1989 vastgestelde en door JECFA in 2001 bevestigde toelaatbare wekelijkse inname gezien de nieuwe ontwikkelingen betreffende de toxicologie van cadmium niet meer voldeed. De EFSA stelde een nieuwe toelaatbare wekelijkse inname van 2,5 μg/kg vast, wat overeenkomt met een toelaatbare dagelijkse inname van 0,36 μg/kg.

(7)

Uitgaande van 5 % van de toelaatbare dagelijkse inname, vermenigvuldigd met het gewicht van het kind en gedeeld door de hoeveelheid ingenomen materiaal levert dit de volgende grenswaarden voor cadmium op: 17 mg/kg voor afgekrabd materiaal, 1,3 mg/kg voor droog materiaal en 0,3 mg/kg voor vloeibaar materiaal.

(8)

Richtlijn 2009/48/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen stroken met het advies van het Europees Comité voor de veiligheid van speelgoed,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Deel III van bijlage II bij Richtlijn 2009/48/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

1.   De lidstaten dienen uiterlijk op 20 januari 2013 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.

Zij passen die bepalingen toe vanaf 20 juli 2013.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 2 maart 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 170 van 30.6.2009, blz. 1.


BIJLAGE

Deel III van bijlage II bij Richtlijn 2009/48/EG wordt als volgt gewijzigd:

In punt 13 komt de regel over cadmium als volgt te luiden:

Element

mg/kg

in droog, bros, poederachtig of flexibel speelgoedmateriaal

mg/kg

in vloeibaar of kleverig speelgoedmateriaal

mg/kg

in afgekrabd speelgoedmateriaal

„Cadmium

1,3

0,3

17”