19.12.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 349/72


AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

van 12 december 2012

betreffende de kennisgevingsprocedure overeenkomstig artikel 22, lid 3, van Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronischecommunicatienetwerken en -diensten

(Voor de EER relevante tekst)

(2012/798/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 292,

Gezien Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronischecommunicatienetwerken en -diensten (universeledienstrichtlijn) (1), en met name artikel 22, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Een concurrerende markt moet ertoe bijdragen dat eindgebruikers beschikken over een brede keuze aan inhoud, toepassingen en diensten en over de kwaliteit van dienstverlening die zij eisen. De nationale regelgevende instanties moeten het vermogen bevorderen van de gebruikers om informatie te verkrijgen en te verspreiden en toepassingen en diensten te benutten. De nationale regelgevende instanties, die belast zijn met de uitvoering van artikel 22, lid 3, van Richtlijn 2002/22/EG, mogen minimumvoorschriften inzake de kwaliteit van de diensten vaststellen die worden opgelegd aan een onderneming of ondernemingen die openbare elektronischecommunicatienetwerken aanbiedt/aanbieden, teneinde een achteruitgang van de dienstverlening en een belemmering of vertraging van het verkeer over de netwerken te voorkomen. De voorgestelde maatregelen moeten naar behoren worden gerechtvaardigd en moeten evenredig zijn aan de doelstellingen en regelgevingsbeginselen als neergelegd in artikel 8 van Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten (kaderrichtlijn) (2). Wanneer zij dergelijke maatregelen voorstellen moeten de nationale regelgevende instanties rekening houden met de richtsnoeren van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) (3).

(2)

De Commissie moet alle voorgestelde maatregelen evalueren om ervoor te zorgen dat de werking van de interne markt geen nadelige effecten ondervindt van de geplande eisen. Te dien einde moeten de nationale regelgevende instanties de Commissie de ontwerpmaatregelen tot vaststelling van minimumvoorschriften inzake de kwaliteit van de diensten of tot wijziging van voordien opgelegde voorschriften toezenden overeenkomstig de procedure van artikel 22, lid 3, van Richtlijn 2002/22/EG. Het kennisgevingsmechanisme mag geen onnodige administratieve lasten opleggen aan de nationale regelgevende instanties. Ontwerpmaatregelen waarbij voordien opgelegde voorschriften worden ingetrokken, dienen slechts ter kennis te worden gebracht voor transparantiedoeleinden.

(3)

Om de Commissie in staat te stellen de voorschriften te evalueren, moeten de nationale regelgevende instanties haar voldoende vroeg vóór de vaststelling op de hoogte stellen van de inhoud ervan. Dit moet gebeuren bij middel van een kennisgeving waarin de redenen voor optreden, de geplande eisen en de voorgestelde aanpak worden samengevat. De nationale regelgevende instanties mogen de ontwerpmaatregelen op informele wijze met de Commissie bespreken voordat zij die formeel ter kennis brengen.

(4)

Om de Commissie in staat te stellen de ontwerpmaatregelen te beoordelen moet zij in kennis worden gesteld van bepaalde minimuminformatie. Daarbij moet rekening worden gehouden, enerzijds met de behoefte aan een effectieve beoordeling, anderzijds met de behoefte aan een maximale vereenvoudiging van de administratieve last. Om de evaluatie van de aangemelde ontwerpmaatregelen zoveel mogelijk te vereenvoudigen en het hele proces te versnellen, dienen de nationale regelgevende instanties standaardformulieren voor hun kennisgeving te gebruiken.

(5)

Wanneer de Commissie opmerkingen maakt of aanbevelingen doet in verband met voorgestelde maatregelen waarbij minimumvoorschriften inzake de kwaliteit van de diensten worden opgelegd, moeten de nationale regelgevende instanties wanneer zij beslissen over die voorschriften maximaal rekening houden met de opmerkingen en aanbevelingen van de Commissie. De nationale regelgevende instanties moeten ook bijdragen tot de transparantie door informatie te verstrekken over de vastgestelde maatregelen, inclusief maatregelen waarbij voordien opgelegde voorschriften worden ingetrokken.

(6)

Van haar kant moet de Commissie de kennisgeving en alle ondersteunende informatie openbaar maken, alsmede alle opmerkingen en/of aanbevelingen die zij heeft geformuleerd, of moet zij een notitie publiceren die aangeeft dat zij geen opmerkingen of aanbevelingen heeft geformuleerd. Wanneer informatie door een nationale regelgevende instantie in overeenstemming met de nationale en EU-voorschriften betreffende het zakengeheim als vertrouwelijk wordt beschouwd, garanderen de Commissie en de betrokken nationale regelgevende instanties de vertrouwelijke aard van de verstrekte informatie overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2002/21/EG,

HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:

DOELSTELLING EN TOEPASSINGSGEBIED

1.

Het doel van deze aanbeveling is te zorgen voor een coherente aanpak, volledige transparantie en een gestroomlijnde procedure wanneer nationale regelgevende instanties voornemens zijn maatregelen te nemen waarbij minimumvoorschriften inzake de kwaliteit van de diensten worden opgelegd overeenkomstig artikel 22, lid 3, van Richtlijn 2002/22/EG.

2.

Te dien einde zenden de nationale regelgevende instanties de Commissie tijdig het volgende toe:

a)

ontwerpmaatregelen tot vaststelling van minimumeisen inzake de kwaliteit van de diensten overeenkomstig artikel 22, lid 3, van Richtlijn 2002/22/EG;

b)

ontwerpmaatregelen tot wijziging van dergelijke voordien opgelegde eisen;

c)

ontwerpmaatregelen tot intrekking van dergelijke voordien opgelegde eisen.

DEFINITIES

3.

De begrippen die zijn gedefinieerd in Richtlijn 2002/21/EG, in Richtlijn 2002/22/EG en in andere specifieke richtlijnen hebben dezelfde betekenis wanneer zij worden gebruikt in de onderhavige aanbeveling. Bovendien wordt bedoeld met:

 

„kennisgeving”, de kennisgeving door een nationale regelgevende instantie aan de Commissie van een ontwerpmaatregel overeenkomstig artikel 22, lid 3, van Richtlijn 2002/22/EG, begeleid door het kennisgevingsformulier als omschreven in deze aanbeveling;

 

„ontwerpmaatregelen”, maatregelen betreffende eisen inzake de kwaliteit van de diensten, bedoeld om een achteruitgang van de dienstverlening en een belemmering of vertraging van het verkeer over de netwerken te voorkomen, die een nationale regelgevende instantie voorstelt op te leggen aan een onderneming of ondernemingen die openbare elektronischecommunicatienetwerken aanbiedt/aanbieden.

KENNISGEVINGSPROCEDURE

4.

De in punt 2 bedoelde ontwerpmaatregelen moeten aan de Commissie worden aangemeld bij middel van het in de bijlage omschreven kennisgevingsformulier. De aldus ter kennis gebrachte ontwerpmaatregelen moeten de volgende informatie bevatten, wanneer van toepassing:

a)

een samenvattende kennisgeving, waaronder begrepen:

i)

de identiteit van de onderneming of ondernemingen die openbare elektronischecommunicatienetwerken aanbiedt/aanbieden, waarop de ontwerpmaatregel van toepassing is;

ii)

een samenvatting van de redenen voor optreden;

iii)

de geplande eisen die door de nationale regelgevende instantie zullen worden opgelegd;

iv)

de voorgestelde aanpak;

b)

de ontwerpmaatregel van de nationale regelgevende instantie en de ondersteunende documenten, waaronder begrepen:

i)

de relevante feiten en omstandigheden van het geval in kwestie dat aanleiding heeft gegeven tot het voornemen minimumvoorschriften inzake de kwaliteit van de diensten op te leggen aan een onderneming of ondernemingen die openbare elektronischecommunicatienetwerken aanbiedt/aanbieden;

ii)

een beoordeling van de voorgestelde maatregel, met name in het licht van de beleidsdoelstellingen en regelgevingsbeginselen overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 2002/21/EG;

iii)

het voorlopige tijdschema voor de tenuitvoerlegging van de minimumvoorschriften inzake de kwaliteit van de diensten;

iv)

de specifieke methoden die zullen worden gebruikt om de toepassing van de desbetreffende voorschriften te monitoren;

v)

de resultaten van eventuele openbare raadplegingen die door de nationale regelgevende instantie met betrekking tot de voorgestelde maatregel zijn uitgevoerd; en

vi)

het advies van de nationale regelgevende instantie, wanneer dat is uitgebracht.

5.

Kennisgevingen moeten via elektronische weg worden toegezonden. Documenten die via elektronische weg zijn toegezonden, worden geacht door de geadresseerde te zijn ontvangen op de dag waarop zij zijn verzonden. Kennisgevingen worden geregistreerd in de volgorde waarin zij zijn ontvangen.

6.

Kennisgevingen worden effectief op de datum waarop de Commissie ze heeft geregistreerd (datum van registratie). Op de website van de Commissie en via elektronische middelen zullen alle nationale regelgevende instanties en Berec op de hoogte worden gesteld van de datum van registratie van een kennisgeving, het onderwerp van de kennisgeving en alle ontvangen ondersteunende documentatie, met inachtneming van de vertrouwelijkheid overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2002/21/EG.

7.

Kennisgevingen moeten zijn opgesteld in een officiële taal van de Europese Unie. Het kennisgevingsformulier mag worden ingevuld in een andere officiële taal dan die waarin de ontwerpmaatregel is opgesteld. Door de Commissie geformuleerde opmerkingen of aanbevelingen overeenkomstig artikel 22, lid 3, van Richtlijn 2002/22/EG worden opgesteld in de taal van de ontwerpmaatregel, wanneer mogelijk vertaald in de taal die voor het kennisgevingsformulier is gebruikt.

8.

Wanneer de nationale regelgevende instantie daarom verzoekt, bespreekt de Commissie een ontwerpmaatregel op informele wijze voordat de eigenlijke kennisgeving geschiedt.

9.

Een nationale regelgevende instantie kan op elk moment beslissen om haar kennisgeving in te trekken; in dat geval wordt de aangemelde maatregel verwijderd uit het register en worden de betrokken nationale regelgevende instantie, alle andere nationale regelgevende instanties en Berec hiervan op de hoogte gesteld. De Commissie zal in dat verband een notitie publiceren op haar website.

TIJDSCHEMA EN FOLLOW-UP

10.

Overeenkomstig artikel 22, lid 3, van Richtlijn 2002/22/EG en met name wanneer zij een ontwerpmaatregel als bedoeld in punt 2, onder a) of onder b), beoordeelt, kan de Commissie, na alle relevante informatie te hebben onderzocht, opmerkingen en aanbevelingen over de ontwerpmaatregel formuleren, in het bijzonder wanneer zij van mening is dat de voorgestelde eisen een negatief effect zullen hebben op de werking van de interne markt.

De onderzoeksperiode mag niet langer duren dan twee maanden volgende op de kennisgeving van de ontwerpmaatregel, tenzij anderszins overeengekomen tussen de Commissie en de nationale regelgevende instantie.

11.

In afwijking van het bepaalde in punt 10 kan, binnen 15 dagen na de kennisgeving van de ontwerpmaatregel:

i)

de nationale regelgevende instantie of de Commissie verzoeken de onderzoeksperiode met een redelijk termijn te verlengen, met name gezien de complexiteit van de beoordeling, of

ii)

de nationale regelgevende instantie verzoeken de onderzoeksperiode te verkorten wanneer zij, in uitzonderlijke omstandigheden van oordeel is dat optreden dringend nodig is om de mededinging te vrijwaren en de belangen van de eindgebruikers te beschermen.

Wanneer de nationale regelgevende instantie of de Commissie verzoekt om de over twee maanden lopende onderzoeksperiode te verlengen of te verkorten overeenkomstig de hierboven staande punten i) of ii), moet zij de redenen daarvoor opgeven.

12.

De lengte van de in punt 11, onder i) en ii), bedoelde afwijking van de onderzoeksperiode van twee maanden moet voorafgaandelijk overeen worden gekomen tussen de Commissie en de nationale regelgevende instantie, gelet op, met name, de complexiteit van de beoordeling en het belang dat eindgebruikers en andere belanghebbenden hebben bij duidelijke en voorspelbare regels betreffende de kwaliteit van de dienstverlening. Wanneer een verlenging wordt nagestreefd overeenkomstig punt 11, onder i), mag de totale overeengekomen onderzoeksperiode niet langer zijn dan drie maanden volgende op de kennisgeving van de ontwerpmaatregel.

In afwijking van het bepaalde in punt 11 kan de Commissie, na een initiële evaluatie van de ontwerpmaatregel, de nationale regelgevende instantie op de hoogte brengen van een verkorting van de onderzoeksperiode tot één maand.

13.

Zodra overeenstemming is bereikt, overeenkomstig de punten 11 en 12, over een afwijking van de normale onderzoeksperiode van twee maanden, informeert de Commissie de betrokken nationale regelgevende instantie, alle overige nationale regelgevende instanties en Berec daarover en publiceert zij in dat verband een notitie op haar website waarin de lengte van de overeengekomen onderzoeksperiode wordt gespecificeerd.

14.

Onverlet het bepaalde in de punten 11 en 12 kan de Commissie, na registratie van een kennisgeving, handelend overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Richtlijn 2002/21/EG verdere informatie en verduidelijking opvragen bij de nationale regelgevende instantie, met specificatie van een uiterste termijn voor het verstrekken van die informatie. De termijn voor de kennisgevingsprocedure wordt dan verlengd met het aantal dagen dat is verstreken tot het antwoord op het verzoek om verdere informatie is ontvangen. De nationale regelgevende instanties moeten zich ertoe inspannen de opgevraagde informatie met spoed toe te zenden, wanneer die beschikbaar is.

15.

Wanneer de Commissie opmerkingen of aanbevelingen formuleert in verband met voorgestelde maatregelen tot vaststelling of wijziging van minimumvoorschriften inzake de kwaliteit van de diensten overeenkomstig artikel 22, lid 3, van Richtlijn 2002/22/EG, brengt zij de betrokken nationale regelgevende instantie daarvan via elektronische weg op de hoogte en publiceert zij bedoelde opmerkingen of aanbevelingen op haar website.

16.

Wanneer de Commissie geen opmerkingen of aanbevelingen heeft geformuleerd, brengt zij de betrokken nationale regelgevende instantie, alle overige nationale regelgevende instanties en Berec daarvan via elektronische weg op de hoogte en publiceert zij in dat verband een notitie op haar website.

17.

Een nationale regelgevende instantie mag geen ontwerpmaatregel overeenkomstig punt 2, onder a) of b), vaststellen vóór het verstrijken van de onderzoeksperiode, vastgesteld overeenkomstig de punten 10 tot en met 12. Wanneer de Commissie binnen de vastgestelde termijn voor de kennisgeving geen opmerkingen of aanbevelingen formuleert, kan de nationale regelgevende instantie de aangemelde ontwerpmaatregel vaststellen. Ontwerpmaatregelen overeenkomstig punt 2, onder c), mogen door de nationale regelgevende instantie worden vastgesteld op elk tijdstip na de kennisgeving.

18.

Wanneer de nationale regelgevende instantie een maatregel vaststelt overeenkomstig artikel 22, lid 3, van Richtlijn 2002/22/EG, stelt zij de Commissie daarvan in kennis. De Commissie maakt elke vastgestelde maatregel bekend op haar website, met inachtneming van de vertrouwelijkheidsregels overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2002/21/EG.

AANVULLENDE BEPALINGEN

19.

Overeenkomstig Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad (4) wordt elke in deze aanbeveling bedoelde termijn als volgt berekend:

a)

wanneer een in dagen, weken of maanden omschreven termijn ingaat op het ogenblik waarop een gebeurtenis plaatsvindt, wordt de dag waarop deze gebeurtenis plaatsvindt, niet bij de termijn inbegrepen;

b)

een in weken of maanden omschreven termijn loopt af op het einde van ongeacht welke dag in de laatste week of maand die dezelfde dag van de week is of op dezelfde datum valt als de dag waarop de gebeurtenis plaatsvindt op basis waarvan de termijn wordt berekend. Wanneer, in een termijn die in maanden wordt omschreven, de dag waarop die termijn moet aflopen niet in de laatste maand valt, ontbreekt, loopt deze termijn af op het einde van de laatste dag van die maand;

c)

erkende feestdagen, zaterdagen en zondagen zijn bij de termijnen inbegrepen;

d)

werkdagen zijn alle dagen die geen erkende feestdagen, zaterdagen of zondagen zijn. Wanneer de laatste dag van een termijn een zaterdag, zondag of erkende feestdag is, wordt deze termijn verlengd tot het einde van de eerstvolgende werkdag. De lijst van de erkende feestdagen, als bepaald door de Commissie, wordt vóór het begin van elk jaar bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

20.

Samen met de nationale regelgevende instanties en Berec ziet de Commissie toe op de kennisgevingsprocedure. De Commissie evalueert de noodzaak van een herziening van deze aanbeveling, wanneer passend, twee jaar na de datum van publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

21.

Deze aanbeveling is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 12 december 2012.

Voor de Commissie

Neelie KROES

Vicevoorzitter


(1)  PB L 108 van 24.4.2002, blz. 51.

(2)  PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33.

(3)  Zie Berec, Guidelines for Quality of Service in the scope of NET Neutrality, BoR (12) 32.

(4)  PB L 124 van 8.6.1971, blz. 1.


BIJLAGE

Kennnisgevingsformulier in verband met ontwerpmaatregelen overeenkomstig artikel 22, lid 3, van Richtlijn 2002/22/EG

INLEIDING

In het kennisgevingsformulier wordt de samenvattende informatie gegeven die door de nationale regelgevende instanties aan de Commissie moet worden verstrekt bij kennisgeving van ontwerpmaatregelen overeenkomstig artikel 22, lid 3, van Richtlijn 2002/22/EG.

De Commissie is voornemens kwesties met betrekking tot de tenuitvoerlegging van artikel 22, lid 3, te bespreken met de nationale regelgevende instanties, met name tijdens aan de kennisgeving voorafgaande vergaderingen. Dienovereenkomstig worden nationale regelgevende instanties ertoe aangemoedigd de Commissie te raadplegen over alle aspecten van het kennisgevingsformulier en met name over het soort te verstrekken informatie of, integendeel, over de mogelijkheid te worden vrijgesteld van de verplichting om bepaalde informatie te verstrekken in verband met maatregelen waarbij minimumvoorschriften inzake de kwaliteit van de diensten worden opgelegd overeenkomstig artikel 22, lid 3, van Richtlijn 2002/22/EG.

Het is belangrijk de Commissie te voorzien van samenvattende informatie, die onder meer het volgende omvat: i) de identiteit van de onderneming of ondernemingen die openbare elektronischecommunicatienetwerken aanbiedt/aanbieden en waarop de ontwerpmaatregel van toepassing is; ii) een samenvatting van de redenen voor het optreden; iii) de geplande eisen die door de nationale regelgevende instantie worden opgelegd; en iv) de voorgestelde aanpak.

De ontwerpmaatregel van de nationale regelgevende instantie, inclusief een adequate opgaaf van redenen die aantonen dat de voorgestelde maatregelen gerechtvaardigd en evenredig zijn overeenkomstig punt 1 en punt 2 van deze aanbeveling, moet worden gehecht aan het kennisgevingsformulier. De ontwerpmaatregel moet de volgende elementen omvatten: i) de relevante feiten en omstandigheden van het specifieke geval dat aanleiding heeft gegeven tot het voornemen minimumvoorschriften inzake de kwaliteit van de diensten op te leggen aan een onderneming of ondernemingen die openbare elektronischecommunicatienetwerken aanbieden; ii) een beoordeling van de voorgestelde maatregel, met name in het licht van de beleidsdoelstellingen en regelgevingsbeginselen overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 2002/21/EG; iii) het voorlopige tijdschema voor de tenuitvoerlegging van de minimumvoorschriften inzake de kwaliteit van de diensten en de specifieke methoden die zullen worden gebruikt om de toepassing van de desbetreffende voorschriften te monitoren; iv) de resultaten van eventuele openbare raadplegingen die door de nationale regelgevende instantie met betrekking tot de voorgestelde maatregel zijn uitgevoerd; en v) het advies van de nationale regelgevende instantie, wanneer dat is uitgebracht.

SAMENVATTENDE INFORMATIE

Beschrijf kort de inhoud van de aangemelde ontwerpmaatregel:

 

Geef de referentie van voordien overeenkomstig artikel 22, lid 3, aangemelde ontwerpmaatregelen (indien die er zijn):

 

Identificeer de onderneming of ondernemingen waaraan bij deze ontwerpmaatregel verplichtingen worden opgelegd:

 

Beschrijf kort de redenen voor het optreden:

 

Beschrijf kort de geplande eisen:

 

Beschrijf kort de geplande aanpak:

 

Referentie van de aangemelde ontwerpmaatregel (met internetlink wanneer beschikbaar):