28.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 328/21


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 26 november 2012

tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad voor wat betreft het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk, en een nieuwe opzet van Eures

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 8548)

(Voor de EER relevante tekst)

(2012/733/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie (1), en met name artikel 38,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Sinds van start is gegaan met het Eures-netwerk, dat is opgericht bij Beschikking 93/569/EEG van de Commissie van 22 oktober 1993 ter toepassing van Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap, met name wat Eures (European Employment Services) betreft (2), is veel vooruitgang geboekt met de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad (3). Ten behoeve van de consolidatie en versterking ervan is het network hervormd en opnieuw opgezet bij Beschikking 2003/8/EG van de Commissie (4).

(2)

De Europese Raad van 17 juni 2010 heeft de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei bekrachtigd en tegelijk opgeroepen tot volledige mobilisatie van de geëigende EU-instrumenten en -beleidsvormen ter ondersteuning van de verwezenlijking van de gemeenschappelijke doelstellingen, en heeft daarnaast de lidstaten gevraagd gecoördineerde actie te intensiveren.

(3)

De Europese Raad van 28 en 29 juni 2012 heeft besloten tot een „pact voor groei en werkgelegenheid” en heeft op basis van de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s getiteld „Naar een banenrijk herstel” van 18 april 2012 aangegeven dat het Eures-portaal moet worden omgevormd tot een effectief Europees instrument voor plaatsing en aanwerving.

(4)

Eures moet een betere werking van de arbeidsmarkten en betere voldoening aan de behoeften van de economie bevorderen door transnationale en grensoverschrijdende geografische mobiliteit van werknemers mogelijk te maken en er tegelijkertijd voor te zorgen dat die mobiliteit onder redelijke voorwaarden en met inachtneming van de geldende arbeidsnormen kan plaatsvinden. Het portaal moet zorgen voor meer transparantie op de arbeidsmarkt en moet zorgen voor uitwisseling en verwerking van aanbiedingen van en aanvragen om werk (d.w.z. het „bij elkaar brengen” en „afstemmen” in de zin van de verordening) en voor ondersteunende activiteiten op het gebied van werving, advies en begeleiding op nationaal en grensoverschrijdend niveau, teneinde zo bij te dragen aan de doelstellingen van de Europa 2020-strategie.

(5)

In het licht van de ervaringen die zijn opgedaan vanaf de start in 1993 en vanaf de hervorming van 2003, en gelet op de behoefte aan verdere versterking en uitbreiding van het netwerk opdat het volledig de doelstellingen van de Europa 2020-strategie ondersteunt, dienen de huidige opzet van het netwerk, de verdeling van taken en de besluitvormingsprocedures, evenals het aanbod van diensten, nu opnieuw te worden vastgesteld.

(6)

Daartoe is het noodzakelijk dat Eures beheerd wordt op basis van duidelijke doelstellingen en resultaatgericht opereert wat afstemming, plaatsing en aanwerving betreft. Binnen deze context moet plaatsing worden verstaan als het aanbieden van diensten door een bemiddelaar tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, met als doel dat er aanwerving plaatsvindt, waarbij aanwerving het vullen van een vacature is.

(7)

Het afschaffen van monopolies heeft, in combinatie met andere ontwikkelingen, geleid tot de opkomst van een grote verscheidenheid aan aanbieders van arbeidsbemiddelingsdiensten op de arbeidsmarkt. Om zijn potentieel volledig te verwezenlijken moet Eures open worden gesteld voor de deelname van deze marktdeelnemers mits deze de geldende arbeidsnormen en wettelijke vereisten, evenals overige Eures-kwaliteitsnormen, volledig respecteren.

(8)

De Eures-diensten moeten duidelijk worden omschreven teneinde te waarborgen dat de verplichtingen die de verordening de lidstaten oplegt, namelijk te zorgen voor het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk, evenals de uitwisseling en levering van informatie met betrekking tot de arbeidsmarkt, op efficiënte en doelmatige wijze worden vervuld. Daartoe is actieve betrokkenheid van verschillende actoren vereist, waaronder de sociale partners, waar dat zinvol is.

(9)

In het „PACT voor groei en werkgelegenheid” geeft de Europese Raad aan dat onderzocht moet worden of Eures kan worden uitgebreid tot leerling- en stageplaatsen. Om te zorgen voor synergie-effecten en om Eures in staat te stellen de doelstellingen van de Europa 2020-strategie ter verwezenlijken, met name die van het verhogen van de arbeidsparticipatie naar 75 % in 2020, zonder daarbij het toepassingsgebied van de verordening uit het oog te verliezen, moet Eures, voor zover de betrokken personen worden aangemerkt als werknemers in de zin van de verordening en achttien jaar of ouder zijn, ook kunnen bemiddelen in leerling- en stageplaatsen zodra het bij elkaar brengen van dergelijke informatie overeenkomstig de geldende normen uitvoerbaar wordt geacht.

(10)

Om zo doelmatig mogelijk de diensten te kunnen leveren, moet Eures worden geïntegreerd in en afgestemd op het algehele aanbod van diensten van de deelnemende organisaties, die eventueel financiering van het Europees Sociaal Fonds kunnen ontvangen voor nationale en grensoverschrijdende activiteiten.

(11)

Teneinde doeltreffend te kunnen bijdragen aan een betere werking van arbeidsmarkten met het oog op ontwikkeling van een Europese arbeidsmarkt moet Eures een prominentere rol spelen bij het invullen van knelpuntvacatures en het ondersteunen van specifieke groepen werknemers en werkgevers. Dit kan worden bereikt door de activiteiten van Eures uit te breiden met steun aan gerichte mobiliteitsactiviteiten op EU-niveau, met name om de uitwisseling van jonge werknemers te bevorderen.

(12)

Daarbij moet ten volle rekening worden gehouden met de mogelijkheden die worden geboden door nieuwe hulpmiddelen op het gebied van informatie- en communicatietechnologie, om de geleverde diensten verder te verbeteren.

(13)

De verzameling en verwerking van persoonsgegevens in het kader van dit besluit dient in overeenstemming te zijn met EU- en internationale wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens.

(14)

Met het oog op duidelijkheid is het wenselijk Eures een nieuwe opzet te geven en zijn samenstelling, structuur en taken preciezer te definiëren.

(15)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Raadgevend Comité voor het vrije verkeer van werknemers,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het Eures-netwerk

Teneinde te voldoen aan de verplichtingen die zijn vastgelegd in hoofdstuk II van Verordening (EU) nr. 492/2011 richten de Commissie en de lidstaten gezamenlijk een Europees netwerk van diensten voor de arbeidsvoorziening op, Eures genaamd, en beheren zij dit netwerk.

Artikel 2

Doelstellingen

In samenwerking met andere Europese diensten en netwerken werkt Eures ten behoeve van werkzoekenden, werknemers en werkgevers aan de bevordering van het volgende:

a)

de ontwikkeling van een open en algemeen toegankelijke Europese arbeidsmarkt, waarop de geldende arbeidsnormen en wettelijke vereisten volledig worden nageleefd;

b)

het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk op transnationaal, interregionaal en grensoverschrijdend niveau door middel van de uitwisseling van aanbiedingen van en aanvragen om werk, en deelname aan gerichte mobiliteitsactiviteiten op EU-niveau;

c)

de transparantie en de uitwisseling van informatie over de Europese arbeidsmarkten, met inbegrip van informatie over de leef- en arbeidsomstandigheden en de mogelijkheden tot het verwerven van vaardigheden;

d)

de ontwikkeling van maatregelen ter stimulering en bevordering van de mobiliteit van jonge werknemers;

e)

de uitwisseling van informatie over stage- en leerlingplaatsen in de zin van Verordening (EU) nr. 492/2011 en, waar nodig, de plaatsing van stagiairs en leerlingen;

f)

de ontwikkeling van methoden en indicatoren hiervoor.

Artikel 3

Samenstelling

Eures omvat de volgende categorieën:

a)

het Europees bureau voor het coördineren van de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk, overeenkomstig de artikelen 18, 19 en 20 van Verordening (EU) nr. 492/2011;

b)

de Eures-leden, te weten de aangewezen gespecialiseerde diensten die overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) nr. 492/2011 door de lidstaten zijn aangewezen (de „nationale coördinatiebureaus”), zoals bepaald in artikel 5;

c)

de Eures-partners, overeenkomstig artikel 15, lid 1, van Verordening (EG) nr. 492/2011. De Eures-partners worden aangewezen door de respectieve Eures-leden en kunnen publieke of private dienstverleners omvatten die op het desbetreffende gebied van plaatsing en werkgelegenheid actief zijn, alsmede vakbonden en werkgeversorganisaties. Om in aanmerking te komen moet een Eures-partner toezeggen de in artikel 7 vastgelegde rollen en verantwoordelijkheden te zullen vervullen;

d)

de geassocieerde Eures-partners, die overeenkomstig artikel 6 beperkte diensten bieden onder toezicht en verantwoordelijkheid van een Eures-partner of het Europees coördinatiebureau.

Artikel 4

Taken en verantwoordelijkheden van het Europees coördinatiebureau

1.   De Commissie is verantwoordelijk voor het beheer van het Europees coördinatiebureau.

2.   Het Europees coördinatiebureau ziet toe op de naleving van de bepalingen van deel II van Verordening (EU) nr. 492/2011 en ondersteunt het netwerk bij het uitvoeren van zijn activiteiten.

3.   Dit omvat in het bijzonder:

a)

de formulering van een coherente allesomvattende aanpak en de levering van horizontale ondersteuning ten behoeve van het Eures-netwerk en de gebruikers daarvan, zoals:

1)

het beheer en de ontwikkeling van een Europees webportaal voor arbeidsmobiliteit („het Eures-portaal”) en bijbehorende IT-diensten, met inbegrip van systemen en procedures voor de uitwisseling van aanbiedingen van en aanvragen om werk in de vorm van sollicitatiebrieven, cv’s, vaardighedenpaspoorten en dergelijke, en overige informatie, in samenwerking met overige relevante Europese diensten of netwerken;

2)

voorlichtings- en communicatieactiviteiten met betrekking tot Eures;

3)

opleiding van bij Eures betrokken personeel;

4)

de bevordering van netwerken, uitwisseling van goede praktijken en wederzijdse leerprocessen tussen Eures-leden en -partners;

5)

de deelname van Eures aan gerichte mobiliteitsactiviteiten op EU-niveau.

b)

de analyse van geografische en beroepsmobiliteit, met het oog op de verwezenlijking van een evenwicht tussen vraag en aanbod, en de ontwikkeling van een algemene aanpak van de mobiliteit overeenkomstig de Europese werkgelegenheidsstrategie;

c)

het algemene toezicht op en de evaluatie van de activiteiten van Eures, de definitie van prestaties, plaatsing en overige resultaatindicatoren, evenals maatregelen om na te gaan of deze worden uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EU) nr. 492/2011 en overeenkomstig dit besluit.

4.   Het bureau keurt de werkprogramma’s en de doelstellingen voor het Eures-netwerk goed in samenwerking met de Eures-coördinatiegroep en na overleg met de raad van bestuur van Eures.

Artikel 5

Taken en verantwoordelijkheden van de nationale coördinatiebureaus

1.   Elke lidstaat wijst een gespecialiseerde dienst aan, zoals bepaald in artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) nr. 492/2011, die tot taak heeft de werkzaamheden van het Eures-netwerk in de desbetreffende lidstaat te organiseren.

2.   Het nationale coördinatiebureau zorgt dat alle verplichtingen die voor de lidstaten gelden ingevolge Verordening (EU) nr. 492/2011, met name ten aanzien van de uitwisseling van informatie, zoals vastgelegd in de artikelen 12, 13 en 14, worden vervuld, door middel van:

a)

het opzetten en onderhouden van alle technische en functionele infrastructuur en systemen die nodig zijn om de Eures-partners en geassocieerde Eures-partners te laten deelnemen aan het uitwisselingssysteem;

b)

de verstrekking van de vereiste informatie, hetzij rechtstreeks dan wel via de Eures-partners onder zijn verantwoordelijkheid.

3.   In nauwe samenwerking met het Europees coördinatiebureau en de overige nationale coördinatiebureaus zorgt het nationaal coördinatiebureau met name voor het volgende:

a)

de aanwijzing van een of meer Eures-partners, op basis van het systeem voor selectie en aanwerving zoals vastgelegd in artikel 10, lid 2, onder b) vii), en het toezicht op hun activiteiten;

b)

de planning en de periodieke verslaglegging van de activiteiten en resultaten van het nationale Eures-netwerk aan het Europees coördinatiebureau;

c)

de coördinatie van de deelname van Eures aan de desbetreffende gerichte mobiliteitsactiviteiten op EU-niveau.

4.   Bij het benoemen van de Eures-partners streeft het nationaal coördinatiebureau naar optimale geografische spreiding en dekking van de arbeidsmarkt, evenals een optimale dienstverlening aan werkzoekenden, werknemers en werkgevers, door te zorgen voor een adequate deelname van de desbetreffende arbeidsbemiddelingsdiensten en deelnemers op de arbeidsmarkt.

5.   Uitgaande van een gezamenlijk overeengekomen operationele doelstellingen stelt het nationaal coördinatiebureau werkprogramma’s op voor zijn nationale netwerk, die moeten worden ingediend bij het Europees coördinatiebureau. In het werkprogramma wordt met name het volgende gespecificeerd:

a)

de voornaamste activiteiten die het nationaal coördinatiebureau, de Eures-partners en de geassocieerde Eures-partners onder verantwoordelijkheid van het bureau in het kader van het Eures-netwerk moeten ondernemen, met inbegrip van de transnationale, grensoverschrijdende en sectorale activiteiten zoals bedoeld in artikel 15 van Verordening (EU) nr. 492/2011;

b)

de personele en financiële middelen voor de uitvoering van hoofdstuk II van Verordening (EU) nr. 492/2011;

c)

de regelingen voor toezicht op en evaluatie van de geplande activiteiten.

De werkprogramma’s moeten ook een evaluatie omvatten van de activiteiten en de bereikte resultaten tijdens de voorafgaande periode.

De sociale partners en andere relevante Eures-stakeholders zullen op het passende niveau geraadpleegd worden over de werkprogramma’s.

6.   Het nationaal coördinatiebureau kan besluiten de Eures-diensten zelf direct aan de werkzoekenden en werkgevers te leveren en is in dat geval gehouden aan de voorschriften die gelden voor Eures-partners die vergelijkbare diensten verrichten. In een dergelijk geval dient het nationaal coördinatiebureau de accreditatie als Eures-partner aan te vragen bij het Europees coördinatiebureau.

7.   Elk lidstaat zorgt ervoor dat het nationaal coördinatiebureau over het personeel en de middelen kan beschikken die nodig zijn voor het verrichten van de taken.

8.   Het nationaal coördinatiebureau staat onder leiding van de nationale Eures-coördinator, zoals bepaald in artikel 10, lid 2, onder b) iii).

Artikel 6

Taken en verantwoordelijkheden van de Eures-partners

1.   Een organisatie die wil worden aangemerkt als Eures-partner dient zich aan te melden bij het nationaal coördinatiebureau, dat de organisatie als zodanig kan aanwijzen overeenkomstig artikel 3, onder b), op voorwaarde dat de organisatie toezegt onder toezicht van het nationaal coördinatiebureau op regionaal, nationaal en Europees niveau te zullen samenwerken binnen het Eures-netwerk en in ieder geval alle universele diensten te bieden, zoals bedoeld in artikel 7.

2.   Een Eures-partner wijst zelf dan wel in samenwerking met overige Eures- partners een of meer contactpunten aan, zoals arbeidsbemiddelings- en wervingsbureaus, telefooncentrales, hulpmiddelen voor selfservice en dergelijke, waardoor werkzoekenden, werknemers en werkgevers toegang kunnen krijgen tot deze diensten.

3.   Een Eures-partner geeft duidelijk aan welke diensten van het dienstenpakket van Eures hij biedt. Het niveau en de inhoud van de diensten kunnen variëren van het ene contactpunt tot het andere, zolang het dienstenpakket als geheel van een Eures-partner maar alle vereiste universele diensten omvat.

4.   Elk van de Eures-partners verklaart volledig deel te nemen aan de uitwisseling van aanbiedingen van en aanvragen om werk door werkzoekenden die geïnteresseerd zijn in werk in een andere lidstaat, overeenkomstig artikel 13, lid 1, onder a) en b), van Verordening (EU) nr. 492/2011 en artikel 4, onder a) i) van dit besluit. Zij zorgen ervoor dat al het personeel dat deelneemt aan de levering van de Eures-diensten volledige toegang heeft tot de IT- en overige communicatiemiddelen die het netwerk ter beschikking staan.

5.   Een Eures-partner die geen specifieke aanvullende diensten biedt die zijn opgenomen in het dienstenaanbod van Eures, zorgt ervoor dat verzoeken om een dergelijke dienst worden doorverwezen naar andere Eures-partners die de desbetreffende dienst wel bieden.

6.   Een Eures-partner mag de levering van diensten die waarde toevoegen aan zijn eigen diensten, uitbesteden aan een andere organisatie. Deze organisatie wordt in dit opzicht aangemerkt als geassocieerde Eures-partner, die opereert onder de volledige verantwoordelijkheid van de Eures-partner waarmee hij geassocieerd is.

7.   Om zijn taak te kunnen vervullen, kan een Eures-partner partnerschappen aangaan met een of meer Eures-partners in andere lidstaten.

8.   Van een Eures-partner of geassocieerde Eures-partner kan verlangd worden dat hij bijdraagt aan de in artikel 5, lid 2, onder a), bedoelde technische en functionele infrastructuur en systemen.

9.   Om zijn accreditatie te behouden, moet een Eures-partner blijven voldoen aan zijn verplichtingen en de overeengekomen diensten blijven bieden. Daarnaast dient hij periodiek te worden geëvalueerd zoals uiteengezet in het systeem voor selectie en aanwerving, zoals opgenomen in artikel 10, lid 2, onder b) vii).

Artikel 7

Eures-diensten

1.   Het volledige scala van Eures-diensten omvat de werving, het afstemmen van vraag en aanbod, en de plaatsing, hetgeen alle fasen van de plaatsing omvat van de voorbereidende werkzaamheden voorafgaand aan de werving tot de ondersteuning na plaatsing, alsmede de bijbehorende informatievoorziening en advies.

2.   Deze diensten worden verder gedetailleerd in het dienstenpakket van Eures, dat onderdeel uitmaakt van het Eures-handvest zoals bepaald in artikel 10, en omvatten de universele diensten die worden geleverd door alle Eures-partners alsmede de aanvullende diensten.

3.   Universele diensten zijn die diensten die zijn opgenomen in hoofdstuk II van Verordening (EU) nr. 492/2011, in het bijzonder artikel 12, lid 3, en artikel 13. Aanvullende diensten zijn niet verplicht ingevolge hoofdstuk II van Verordening (EU) nr. 492/2011, maar voldoen aan belangrijke behoeften op de arbeidsmarkt.

4.   Alle diensten aan werkzoekenden en werknemers worden gratis verstrekt. Als Eures-partners vergoedingen in rekening brengen voor diensten aan overige gebruikers, wordt er geen onderscheid gemaakt tussen vergoedingen die worden geheven voor Eures-diensten en vergoedingen die gelden voor vergelijkbare diensten die worden geleverd door die Eures-partner. Teneinde eventuele dubbele financiering te vermijden, dient bij het bepalen van de kosten rekening te worden gehouden met de alle andere financiering die wordt ontvangen van de Europese Unie ter ondersteuning van de levering van Eures-diensten.

Artikel 8

De raad van bestuur van Eures

1.   De raad van bestuur van Eures ondersteunt de Commissie, het Europees coördinatiebureau en de nationale coördinatiebureaus bij de bevordering van en het toezicht op de ontwikkeling van Eures.

2.   De raad van bestuur bestaat uit één vertegenwoordiger per lidstaat.

3.   In het geval dat de Eures-activiteiten in een lidstaat worden gefinancierd door een financieel instrument van de EU, zoals het Europees Sociaal Fonds, kan de nationale instantie die deze financiering verstrekt, waar nodig, bij de werkzaamheden van de raad worden betrokken.

4.   Vertegenwoordigers van de Europese sociale partners worden uitgenodigd om als waarnemer deel te nemen aan de vergaderingen van de raad van bestuur.

5.   De raad van bestuur stelt haar werkmethoden en reglement van orde vast. De raad van bestuur wordt in de regel tweemaal per jaar door de voorzitter bijeengeroepen. Adviezen worden bij eenvoudige meerderheid van stemmen uitgebracht.

6.   De raad van bestuur wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van het Europees coördinatiebureau, dat secretariële ondersteuning biedt.

7.   De Commissie raadpleegt de raad van bestuur van Eures over kwesties als de strategische planning, de ontwikkeling, de uitvoering, het toezicht en de evaluatie met betrekking tot de in dit besluit bedoelde diensten en activiteiten, met inbegrip van:

a)

het Eures-handvest, overeenkomstig artikel 10;

b)

strategieën, operationele doelstellingen en werkprogramma’s voor het Eures-netwerk;

c)

de verslagen van de Commissie zoals vereist op grond van artikel 17 van Verordening (EU) nr. 492/2011.

Artikel 9

Eures-coördinatiegroep

1.   Het Europees coördinatiebureau richt een coördinatiegroep op bestaande uit nationale Eures-coördinatoren, die elk een Eures-lid vertegenwoordigen. Deze werkgroep moet het coördinatiebureau bijstaan bij de ontwikkeling en uitvoering van en het toezicht op de Eures-activiteiten. Het Europees coördinatiebureau kan op de vergaderingen van de coördinatiegroep vertegenwoordigers van de Europese sociale partners en waar nodig vertegenwoordigers van andere Eures-partners en deskundigen uitnodigen.

2.   De coördinatiegroep neemt actief deel aan het opstellen van de werkprogramma’s en de coördinatie van de uitvoering daarvan.

3.   De coördinatiegroep kan tevens permanente of ad-hocwerkgroepen in het leven roepen, in het bijzonder voor de planning en uitvoering van horizontale ondersteuningsactiviteiten.

4.   Het Europees coördinatiebureau organiseert de werkzaamheden van de coördinatiegroep.

Artikel 10

Eures-handvest

1.   De Commissie keurt het Eures-handvest goed overeenkomstig de procedures van artikel 12, lid 2, artikel 13, lid 2, artikel 19, lid 1 en artikel 20 van Verordening (EU) nr. 492/2011, en na overleg met de bij artikel 8 van dit besluit opgerichte raad van bestuur van Eures.

2.   Uitgaand van het beginsel dat alle aanbiedingen van en aanvragen om werk die door een lid van Eures worden bekendgemaakt, in heel de Europese Unie beschikbaar moeten zijn, legt het Eures-handvest meer in het bijzonder het volgende vast:

a)

het Eures-dienstenaanbod, waarin de universele en aanvullende diensten worden beschreven die aan de leden en partners van Eures worden geboden, met inbegrip van diensten voor het op elkaar afstemmen van de vraag naar en het aanbod van arbeidsplaatsen, zoals persoonlijk beroepskeuzeadvies en klantenadvies, voor zowel werkzoekenden en werknemers als werkgevers;

b)

de ontwikkeling van innovatieve transnationale en grensoverschrijdende samenwerking tussen diensten voor de arbeidsvoorziening zoals gemeenschappelijke arbeidsbemiddelingsbureaus, met het oog op een beter functioneren van de arbeidsmarkten, de integratie daarvan en grotere mobiliteit; de samenwerking kan ook sociale diensten, de sociale partners en overige betrokken instellingen betreffen;

c)

de bevordering van gecoördineerd toezicht op en evaluatie van overschotten en tekorten aan vaardigheden;

d)

de operationele doelstellingen van het Eures-netwerk, de toe te passen kwaliteitsnormen, alsook de verplichtingen van de Eures-leden en -partners, hetgeen omvat:

i)

de interoperabiliteit van de relevante gegevensbanken van aanbiedingen van en aanvragen om werk met het Eures-systeem voor uitwisseling van vacatures en de toepasselijke dienstverleningsniveaus;

ii)

de aard van de informatie, zoals arbeidsmarktgegevens, leef- en arbeidsomstandigheden, werkaanbiedingen en -aanvragen, stages en leerlingplaatsen, maatregelen ter bevordering van de mobiliteit onder jongeren, de verwerving van vaardigheden, en hinderpalen voor mobiliteit, die in samenwerking met overige relevante Europese diensten of netwerken aan de klanten en de rest van het netwerk dient te worden verstrekt;

iii)

taakomschrijvingen en -criteria voor de aanstelling van nationale coördinators, Eures-adviseurs en overig belangrijk personeel op nationaal niveau;

iv)

de opleiding en de kwalificaties die vereist zijn voor het Eures-personeel, en de voorwaarden en procedures voor de organisatie van bezoeken en voor de taaktoewijzing van ambtenaren en gespecialiseerd personeel;

v)

het opstellen, het indienen bij het Europees coördinatiebureau en het uitvoeren van werkprogramma’s;

vi)

de gebruiksvoorwaarden van het Eures-logo door de leden en partners van Eures;

vii)

het systeem voor selectie en accreditatie van Eures-partners;

viii)

de principes voor het toezicht op en de evaluatie van de Eures-activiteiten;

e)

de procedures voor het opzetten van een uniform systeem en gemeenschappelijke modellen voor de uitwisseling van informatie die verband houdt met de arbeidsmarkt en mobiliteit binnen het Eures-netwerk, als bedoeld in de artikelen 12, 13 en 14 van Verordening (EU) nr. 492/2011, met inbegrip van informatie over banen en leermogelijkheden in de Europese Unie die deel moet gaan uitmaken van het Eures-portaal.

Artikel 11

Promotie van Eures

1.   De Eures-leden en -partners werken actief mee aan de promotie van Eures.

2.   Zij dragen bij aan een algehele communicatiestrategie die bedoeld is om te zorgen voor de consistentie en de samenhang van het netwerk voor de gebruikers, en nemen deel aan gemeenschappelijke voorlichtings- en promotieactiviteiten.

3.   Het letterwoord Eures mag alleen worden gebezigd voor activiteiten binnen Eures. Het wordt geïllustreerd door een standaardlogo in de vorm van een grafisch ontwerp, dat is goedgekeurd door het Europees coördinatiebureau.

4.   Om te zorgen voor een gemeenschappelijk visuele identiteit wordt het logo, dat als communautair handelsmerk geregistreerd staat bij het Harmonisatiebureau voor de Interne Markt (HBIM), door de Eures-leden en -partners gebruikt bij alle activiteiten met betrekking tot Eures.

Artikel 12

Samenwerking met andere diensten en netwerken

De Eures-leden en -partners werken op Europees, nationaal en regionaal niveau actief samen met andere Europese voorlichtings- en adviesdiensten en -netwerken teneinde te streven naar synergie-effecten en overlapping te vermijden.

Artikel 13

Intrekking

Besluit 2003/8/EG wordt ingetrokken. Het blijft echter van kracht voor activiteiten waarvoor een aanvraag is ingediend voordat dit besluit in werking treedt.

Artikel 14

Toepassingsdatum

Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 januari 2014.

Artikel 15

Adressaten

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 26 november 2012.

Voor de Commissie

László ANDOR

Lid van de Commissie


(1)  PB L 141 van 27.5.2011, blz. 1.

(2)  PB L 274 van 6.11.1993, blz. 32.

(3)  PB L 257 van 19.10.1968, blz. 2.

(4)  PB L 5 van 10.1.2003, blz.16.