20.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 336/23


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1333/2011 VAN DE COMMISSIE

van 19 december 2011

tot vaststelling van handelsnormen voor bananen, voorschriften inzake de controle op de naleving van die handelsnormen en voorschriften betreffende de mededelingen in de sector bananen

(codificatie)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (1), en met name artikel 121, onder a) en artikel 194, in combinatie met artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 2257/94 van de Commissie van 16 september 1994 tot vaststelling van kwaliteitsnormen voor bananen (2), Verordening (EG) nr. 2898/95 van de Commissie van 15 december 1995 houdende voorschriften inzake de controle op de naleving van de kwaliteitsnormen in de sector bananen (3) en Verordening (EG) nr. 239/2007 van de Commissie van 6 maart 2007 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 404/93 van de Raad inzake de voorschriften betreffende de mededelingen in de sector bananen (4) zijn ingrijpend gewijzigd (5). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordeningen te worden overgegaan door deze in één tekst samen te brengen.

(2)

In Verordening (EG) nr. 1234/2007 is bepaald dat handelsnormen worden vastgesteld voor bananen. Die normen hebben tot doel de voorziening van de markt met uniforme producten van goede kwaliteit te waarborgen, in het bijzonder wat de in de Unie geoogste bananen betreft, waarvan de kwaliteit verder dient te worden verbeterd.

(3)

In verband met het grote aantal in de Unie afgezette variëteiten en met de vele handelsgebruiken, verdient het aanbeveling minimumnormen voor niet-nagerijpte groene bananen vast te stellen, onverminderd de mogelijkheid om later normen voor een ander handelsstadium vast te stellen. Babybananen dienen op grond van de kenmerken ervan en van de wijze waarop zij worden afgezet, van het toepassingsgebied van de Unienormen te worden uitgesloten.

(4)

Het lijkt passend, gezien het gestelde doel, toe te staan dat de bananenproducerende lidstaten op hun grondgebied nationale normen toepassen op hun productie, doch alleen voor de stadia van de keten na het stadium van de niet-nagerijpte groene bananen en op voorwaarde dat die bepalingen niet onverenigbaar zijn met de Unienormen en het vrije verkeer van bananen in de Unie niet belemmeren.

(5)

Er dient rekening mee te worden gehouden dat ongunstige productieomstandigheden wegens klimaatfactoren op Madeira, op de Azoren, in de Algarve, op Kreta, in Lakonië en in Cyprus tot gevolg hebben dat de bananen er niet de voorgeschreven minimumlengte bereiken. In dit geval moet de betrokken productie kunnen worden afgezet, mits ingedeeld in klasse II.

(6)

Er moeten maatregelen worden vastgesteld die de uniforme toepassing van de handelsnormen voor bananen waarborgen, en met name maatregelen inzake de normcontrole.

(7)

Om rekening te houden met de eigenschappen van een sterk aan bederf onderhevig product, met de gebruikelijke wijze van afzet en met de in de handel gebruikelijke controles, moet worden bepaald dat de normcontrole in principe moet worden verricht in het stadium waarvoor de normen gelden.

(8)

Bananen die bij de controle in dit stadium aan de eisen voldoen, worden geacht aan de normen te beantwoorden, onverminderd de resultaten van onaangekondigde controles die achteraf nog kunnen worden verricht tot in de rijpingsinrichting.

(9)

De normcontrole dient niet systematisch te worden verricht, maar via toetsing van een globaal monster dat willekeurig in de door de bevoegde controle-instantie voor de gekozen partij is genomen en waarvan wordt aangenomen dat het voor die partij representatief is. Op die controle zijn de desbetreffende bepalingen van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2001 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (6) van toepassing.

(10)

Er heerst in de bananenhandel een zeer scherpe concurrentie. De betrokken marktdeelnemers hebben zelf strenge controles ingesteld. Bijgevolg dienen marktdeelnemers die de nodige waarborgen bieden inzake personeel en goederenbehandelingsmaterieel en kunnen garanderen dat de door hen in de Unie in de handel gebrachte bananen aan de handelsnormen van de Unie voldoen, van de controle in het vastgestelde stadium te worden vrijgesteld. Deze vrijstelling dient te worden toegekend door de lidstaat waarin in principe de controle plaatsvindt. De vrijstelling dient te worden ingetrokken als niet meer aan de normen of de vrijstellingsvoorwaarden wordt voldaan.

(11)

De betrokken marktdeelnemers dienen met het oog op de uitvoering van de controles inlichtingen aan de bevoegde instanties te verschaffen.

(12)

Het normcontrolecertificaat dat na afloop van de controle wordt afgegeven, hoeft de bananen niet tot in het laatste stadium van de afzet te vergezellen, maar moet dienen om te bewijzen dat de bananen aan de Unienormen voldoen tot in de rijpingsinrichting, in overeenstemming met de werkingsfeer van de normen. Er moet voorts aan worden herinnerd dat bananen die niet aan de bij deze verordening vastgestelde normen voldoen, in de Unie niet voor verse consumptie mogen worden gebruikt.

(13)

Om toezicht te kunnen houden op hoe de markt voor bananen functioneert, heeft de Commissie informatie over de productie en de afzet van in de Unie geteelde bananen nodig. Er moeten regels worden vastgesteld betreffende de mededeling van die informatie door de lidstaten.

(14)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK 1

HANDELSNORMEN

Artikel 1

De handelsnormen voor bananen van GN-code 0803 00, met uitzondering van „plantains”, van babybananen en van voor verwerking bestemde bananen, worden vastgesteld in bijlage I.

Voor producten van oorsprong uit derde landen gelden de handelsnormen voor het stadium van het in het vrije verkeer brengen en voor die uit de Unie gelden zij voor het stadium van de lossing in de eerste haven van de Unie of, in het geval van producten die in het productiegebied vers aan de consument worden geleverd, voor het stadium van het verlaten van de verpakkingsruimte.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde handelsnormen laten de toepassing onverlet van voor verdere handelsstadia vastgestelde nationale bepalingen die:

a)

het vrije verkeer van producten van oorsprong uit derde landen of uit andere regio's van de Unie die met de in artikel 1 bedoelde handelsnormen in overeenstemming zijn, niet nadelig beïnvloeden; en

b)

niet in strijd zijn met de in artikel 1 bedoelde handelsnormen.

HOOFDSTUK 2

CONTROLE OP DE NALEVING VAN DE HANDELSNORMEN

Artikel 3

De lidstaten controleren overeenkomstig dit hoofdstuk of bananen van GN-code 0803 00, met uitzondering van „plantains”, babybananen en voor verwerking bestemde bananen, aan de in artikel 1 bedoelde handelsnormen voldoen.

Artikel 4

In de Unie geproduceerde bananen worden op hun overeenstemming met de in artikel 1 bedoelde handelsnormen gecontroleerd voordat zij op een transportmiddel worden geladen om vers te worden verkocht. Deze controle kan in de verpakkingsinrichting plaatsvinden.

Bananen die buiten het productiegebied worden afgezet, worden onderworpen aan onaangekondigde controles bij de eerste lossing in een ander gebied in de Unie.

De in de eerste en de tweede alinea bedoelde controles worden uitgevoerd onverminderd artikel 9.

Artikel 5

Onverminderd artikel 9 worden uit derde landen ingevoerde bananen, voordat zij in het vrije verkeer in de Unie worden gebracht, op hun overeenstemming met de in artikel 1 bedoelde handelsnormen gecontroleerd in de lidstaat waarin zij voor het eerst in de Unie worden gelost.

Artikel 6

1.   De normcontrole wordt verricht overeenkomstig artikel 17 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011.

2.   Als de normcontrole om technische redenen niet bij de eerste lossing in de Unie kan worden verricht, worden de betrokken producten later gecontroleerd, maar uiterlijk als zij in de rijpingsinrichting aankomen, en voor producten uit derde landen voordat zij in het vrije verkeer worden gebracht.

3.   Na afloop van de normcontrole wordt voor producten waarvan is geconstateerd dat zij aan de normen voldoen, een controlecertificaat afgegeven dat is opgesteld volgens het model in bijlage II.

Het controlecertificaat voor bananen van oorsprong uit derde landen moet aan de douaneautoriteiten worden voorgelegd met het oog op het in het vrije verkeer brengen van de producten in de Unie.

4.   Ten aanzien van producten die niet aan de normen blijken te voldoen, geldt het bepaalde in punt 2.7 van bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011.

5.   Ingeval de bevoegde instantie bepaalde producten niet heeft gecontroleerd, brengt zij haar stempel aan op de in artikel 7 bedoelde mededeling of informeert zij, wanneer het ingevoerde bananen betreft, de douaneautoriteiten op enigerlei andere wijze.

6.   De betrokken marktdeelnemer moet de bevoegde instantie zijn volledige medewerking verlenen voor het verrichten van de controles uit hoofde van dit hoofdstuk.

Artikel 7

De belanghebbende marktdeelnemer of zijn vertegenwoordiger deelt, wanneer hij niet voor de in artikel 9 bedoelde vrijstelling in aanmerking komt, de bevoegde instantie te gelegener tijd alle nodige inlichtingen voor de identificatie van de partijen mee, en nauwkeurige gegevens over met name, wat in de Unie geoogste bananen betreft, de plaatsen waar en de data waarop zij worden verpakt en verzonden, wat producten uit derde landen of uit productiegebieden in de Unie betreft, de plaatsen waar en de data waarop zij naar verwachting worden gelost, en, wat betreft bananen die niet bij de eerste lossing in de Unie kunnen worden gecontroleerd, de plaatsen waar en de data waarop zij naar verwachting in de rijpingsinrichtingen worden geleverd.

Artikel 8

1.   De normcontroles worden verricht door de diensten of de instanties die door de bevoegde nationale autoriteiten zijn aangewezen. Zij moeten de voor de verrichting van de controles vereiste garanties bieden, met name inzake materieel, opleiding en ervaring.

2.   De bevoegde nationale autoriteiten kunnen particuliere organisaties machtigen om de normcontroles te verrichten als zij daartoe zijn erkend en aan de volgende voorwaarden voldoen:

a)

beschikken over controleurs die een door de bevoegde nationale autoriteiten erkende opleiding hebben gevolgd;

b)

beschikken over het nodige materieel en de nodige installaties om de voor de controle vereiste verificaties en analyses uit te voeren;

c)

beschikken over adequate apparatuur voor het doorgeven van de gegevens.

3.   De bevoegde nationale autoriteiten verifiëren op geregelde tijden de uitvoering en de doeltreffendheid van de normcontroles. Zij trekken de erkenning in wanneer zij anomalieën of onregelmatigheden constateren die het goede verloop van de normcontroles in het gedrang brengen, of wanneer niet meer aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan.

Artikel 9

1.   Marktdeelnemers die in de Unie geoogste bananen of uit derde landen ingevoerde bananen in de handel brengen, worden vrijgesteld van de controle op de overeenstemming met de handelsnormen in de stadia zoals bedoeld in de artikelen 4 en 5, op voorwaarde dat zij:

a)

beschikken over personeel met de nodige ervaring inzake handelsnormen en over de voor de goederenbehandeling en de controle vereiste installaties;

b)

een register van de uitgevoerde activiteiten bijhouden; en

c)

garanderen dat de door hen in de handel gebrachte bananen aan de in artikel 1 bedoelde handelsnormen voldoen.

Aan marktdeelnemers die van de controle zijn vrijgesteld, wordt een volgens het model in bijlage III opgesteld vrijstellingscertificaat afgegeven.

2.   De vrijstelling van de controle wordt, op verzoek van de betrokken marktdeelnemer, toegekend door de controle-instanties of -diensten die zijn aangewezen door bevoegde autoriteiten van, naar gelang van het geval, de lidstaat van productie, wat betreft bananen die in het productiegebied van de Unie in de handel worden gebracht, of de lidstaat waar de bananen worden gelost, wat betreft in de Unie geproduceerde bananen die elders in de Unie in de handel worden gebracht of die uit derde landen worden ingevoerd. De vrijstelling is ten hoogste drie jaar geldig en kan worden vernieuwd. Zij geldt voor de gehele markt van de Unie voor producten die worden gelost in de lidstaat die de vrijstelling heeft verleend.

Deze instanties of diensten trekken de vrijstelling in wanneer zij anomalieën of onregelmatigheden constateren die de overeenstemming met de in artikel 1 bedoelde handelsnormen in het gedrang brengen, of wanneer de in lid 1 genoemde voorwaarden niet meer worden vervuld. De erkenning wordt voorlopig of definitief ingetrokken, naar gelang van de ernst van de geconstateerde gebreken.

De lidstaten leggen een register aan van de van de controle vrijgestelde marktdeelnemers, kennen hun een inschrijvingsnummer toe en doen het nodige om de desbetreffende informatie te verspreiden.

3.   De bevoegde diensten of instanties van de lidstaten verifiëren op geregelde tijden de kwaliteit van de bananen die de in lid 1 bedoelde marktdeelnemers in de handel brengen, en de naleving van de in dat lid vastgestelde voorwaarden. De vrijgestelde marktdeelnemers verlenen eveneens hun volledige medewerking voor het vlotte verloop van deze verificaties.

Zij delen de Commissie de lijst mee van de marktdeelnemers aan wie de in dit artikel bedoelde vrijstelling is verleend, en van de gevallen waarin deze vrijstelling is ingetrokken.

Artikel 10

De toepassing van het bepaalde in deze verordening laat de onaangekondigde incidentele controles die in een later stadium, tot in de rijpingsinrichting, kunnen worden verricht, onverlet.

HOOFDSTUK 3

MEDEDELINGEN

Artikel 11

1.   De lidstaten delen de Commissie voor elke verslagperiode de volgende gegevens mee:

a)

de hoeveelheid in de Unie geteelde bananen die in de handel zijn gebracht:

i)

in het productiegebied,

ii)

buiten het productiegebied;

b)

de gemiddelde verkoopprijzen op de lokale markten van groene bananen die in de Unie zijn geteeld en in het productiegebied in de handel zijn gebracht;

c)

de gemiddelde verkoopprijzen van groene bananen franco eerste loshaven (ongelost) voor bananen die in de Unie zijn geteeld en in de Unie buiten het productiegebied in de handel zijn gebracht;

d)

ramingen voor de onder a), b) en c) bedoelde gegevens voor de volgende twee verslagperioden.

2.   De productiegebieden zijn:

a)

de Canarische Eilanden,

b)

Guadeloupe,

c)

Martinique,

d)

Madeira, de Azoren en de Algarve,

e)

Kreta en Lakonië,

f)

Cyprus.

3.   De verslagperioden voor een kalenderjaar zijn:

a)

januari tot en met april,

b)

mei tot en met augustus,

c)

september tot en met december.

De gegevens over elke verslagperiode worden uiterlijk op de vijftiende dag van de tweede maand volgende op de verslagperiode meegedeeld.

4.   De in dit hoofdstuk bedoelde mededelingen worden gedaan overeenkomstig Verordening (EG) nr. 792/2009 van de Commissie (7).

Artikel 12

De Verordeningen (EG) nr. 2257/94, (EG) nr. 2898/95 en (EG) nr. 239/2007 worden ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordeningen gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage VI.

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 december 2011.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 245 van 20.9.1994, blz. 6.

(3)  PB L 304 van 16.12.1995, blz. 17.

(4)  PB L 67 van 7.3.2007, blz. 3.

(5)  Zie bijlage V.

(6)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.

(7)  PB L 228 van 1.9.2009, blz. 3.


BIJLAGE I

Handelsnormen voor bananen

I.   DEFINITIE VAN DE PRODUCTEN

Deze normen gelden voor bananen van de in bijlage IV vermelde variëteiten (cultivars) van het geslacht Musa (AAA) spp., subgroepen Cavendish en Gros Michel, en voor hybriden daarvan, bestemd om na opmaak en verpakking in verse toestand aan de consument te worden geleverd, met uitzondering van „plantains”, van voor industriële verwerking bestemde producten en van babybananen.

II.   KWALITEITSVOORSCHRIFTEN

In deze normen wordt de kwaliteit omschreven die niet-nagerijpte groene bananen na opmaak en verpakking moeten hebben.

A.   Minimumeisen

Rekening houdend met de bijzondere bepalingen voor elke klasse en met de toegestane toleranties, moeten bananen in alle kwaliteitsklassen:

groen en niet-nagerijpt zijn,

heel zijn,

stevig zijn,

gezond zijn; er mogen geen producten voorkomen die door rot zijn aangetast of een zodanige afwijking vertonen dat zij ongeschikt zijn voor consumptie,

zuiver zijn, en met name nagenoeg vrij zijn van zichtbare vreemde stoffen,

nagenoeg vrij zijn van parasieten,

nagenoeg vrij zijn van schade door parasieten,

een gave steel hebben die niet vervormd, niet door schimmel aangetast en niet verdroogd is,

ontdaan zijn van oude bloemresten,

vrij zijn van misvormingen en van een abnormale kromming,

nagenoeg vrij zijn van kneuzingen,

nagenoeg vrij zijn van lage-temperatuurbederf,

vrij zijn van abnormale uitwendige vochtigheid,

vrij zijn van elke vreemde geur en/of smaak.

Bovendien geldt voor de handen (kammen) en de gedeelten daarvan dat:

zij moeten zijn voorzien van een voldoende grote kroon met een normale, gezonde kleur, die niet door schimmel is aangetast,

de kroon met een zuivere, niet-schuine snede, zonder sporen van losrukken en zonder een nog eraan vastzittend stuk bloemstengel (stam) moet zijn afgesneden.

De ontwikkeling en de rijpheid van de bananen moeten zo zijn dat de vruchten:

bestand zijn tegen vervoer en behandeling en

de plaats van bestemming in goede staat kunnen bereiken, om tot een passende mate van rijpheid te komen na te zijn nagerijpt.

B.   Indeling in klassen

Bananen worden ingedeeld in de drie hierna omschreven klassen:

i)   Klasse „Extra”

De in deze klasse ingedeelde bananen moeten van voortreffelijke kwaliteit zijn. Zij moeten de kenmerkende eigenschappen van de variëteit en/of het handelstype bezitten.

De vingers (afzonderlijke vruchten) moeten vrij van gebreken zijn, afgezien van zeer geringe oppervlakkige gebreken die in totaal niet meer dan 1 cm2 van het oppervlak van de vinger mogen beslaan en geen afbreuk mogen doen aan het algemene uiterlijk van elke hand of elk gedeelte van een hand, aan de kwaliteit van het product, aan de houdbaarheid ervan en aan de presentatie in de verpakking.

ii)   Klasse I

De in deze klasse ingedeelde bananen moeten van goede kwaliteit zijn. Zij moeten de kenmerkende eigenschappen van de variëteit en/of het handelstype bezitten.

De vingers mogen echter de volgende geringe gebreken vertonen voor zover deze geen afbreuk doen aan het algemene uiterlijk van elke hand of elk gedeelte van een hand, aan de kwaliteit van het product, aan de houdbaarheid ervan en aan de presentatie in de verpakking:

een geringe afwijking in vorm,

geringe beschadigingen van de schil door wrijving en andere geringe oppervlakkige gebreken die in totaal niet meer dan 2 cm2 van het oppervlak van de vinger beslaan.

De geringe gebreken mogen in geen geval het vruchtvlees aantasten.

iii)   Klasse II

Tot deze klasse behoren bananen die niet in een hogere klasse kunnen worden ingedeeld, maar wel aan de hierboven omschreven minimumeisen voldoen.

De volgende gebreken kunnen worden toegestaan, op voorwaarde dat de bananen hun wezenlijke kenmerken behouden wat kwaliteit, houdbaarheid en presentatie betreft:

afwijkingen in vorm,

aan afkrabben, wrijving of een andere oorzaak toe te schrijven beschadigingen en andere gebreken van de schil die in totaal niet meer dan 4 cm2 van het oppervlak van de vinger beslaan.

De gebreken mogen in geen geval het vruchtvlees aantasten.

III.   SORTERINGSVOORSCHRIFTEN

De bananen worden naar grootte gesorteerd op basis van:

de lengte van de vrucht, die wordt uitgedrukt in centimeters en wordt gemeten langs de bolle zijde vanaf de aanhechting van de steel op de kroon tot de top,

de middellijn, die wordt uitgedrukt in millimeters en wordt gemeten op een dwarsdoorsnede in het midden van de vrucht haaks op de lengteas, waarbij de afstand van de ene naar de andere zijkant wordt bepaald.

De voor het meten van lengte en middellijn gebruikte referentievrucht is:

de middelste vinger op de buitenste rij van de hand,

voor een gedeelte van een hand, de vinger op de buitenste rij naast de snede waarmee de hand is verdeeld.

De lengte en de middellijn moeten minimaal 14 cm, respectievelijk minimaal 27 mm bedragen.

In afwijking van de vorige alinea mogen in de regio's Madeira, Azoren, Algarve, Kreta, Lakonië en Cyprus geproduceerde bananen die minder dan 14 cm lang zijn, in de Unie worden afgezet, maar worden zij in dit geval in klasse II ingedeeld.

IV.   TOLERANTIES

Voor elke verpakkingseenheid zijn toleranties in kwaliteit en grootte toegestaan voor producten die niet voldoen aan de eisen van de klasse waarin zij zijn ingedeeld.

A.   Toleranties in kwaliteit

i)   Klasse „Extra”

5 % van het aantal of het gewicht van de bananen mag bestaan uit vruchten die niet aan de eisen van deze klasse voldoen, maar wel aan die van klasse I, bij uitzondering met inbegrip van de voor klasse I toegestane toleranties.

ii)   Klasse I

10 % van het aantal of het gewicht van de bananen mag bestaan uit vruchten die niet aan de eisen van deze klasse voldoen, maar wel aan die van klasse II, bij uitzondering met inbegrip van de voor klasse II toegestane toleranties.

iii)   Klasse II

10 % van het aantal of het gewicht van de bananen mag bestaan uit vruchten die niet aan de eisen van deze klasse en ook niet aan de minimumeisen voldoen, met uitzondering van bananen die door rot zijn aangetast of enige andere afwijking vertonen waardoor zij ongeschikt zijn voor consumptie.

B.   Toleranties in grootte

In alle klassen mag 10 % van het aantal bananen bestaan uit vruchten die niet aan de op de verpakkingseenheid vermelde groottesortering beantwoorden, met dien verstande dat de afwijking in lengte van die vruchten niet meer dan 1 cm mag bedragen ten opzichte van de minimumlengte van 14 cm.

V.   VERPAKKINGSVOORSCHRIFTEN

A.   Uniformiteit

Elke verpakkingseenheid moet een uniforme inhoud hebben die slechts bestaat uit bananen van dezelfde oorsprong, van dezelfde variëteit en/of hetzelfde handelstype en van dezelfde kwaliteit.

Het zichtbare gedeelte van de inhoud van iedere verpakkingseenheid moet representatief zijn voor het geheel.

B.   Verpakking

Bananen moeten zo worden verpakt dat een goede bescherming van het product is gewaarborgd.

Het binnen de verpakkingseenheid gebruikte materiaal moet nieuw en schoon zijn en mag bij de producten geen uitwendige of inwendige beschadigingen teweegbrengen. Er mag materiaal, met name papier of zegels, met handelsaanduidingen worden gebruikt, mits de bedrukking of etikettering met niet-giftige inkt of lijm gebeurt.

De verpakkingseenheden mogen geen vreemde substanties bevatten.

C.   Presentatie

De bananen worden gepresenteerd in handen en gedeelten van een hand die bestaan uit ten minste vier vingers. Bananen mogen ook worden gepresenteerd als losse vingers.

Per verpakkingseenheid mogen per gedeelte van een hand twee vingers ontbreken, op voorwaarde dat de steel niet is afgerukt, maar met een zuivere snede is verwijderd zonder dat de omringende vruchten zijn verwond.

Per rij mag gebruik worden gemaakt van ten hoogste één gedeelte van een hand met drie vingers die dezelfde kenmerken hebben als de overige vruchten in de verpakkingseenheid.

In de productieregio's mogen bananen in trossen worden afgezet.

VI.   AANDUIDINGSVOORSCHRIFTEN

Op iedere verpakkingseenheid moeten, op één kant, duidelijk leesbaar en onuitwisbaar, en van buitenaf zichtbaar, de volgende gegevens zijn vermeld:

A.   Identificatie

Verpakker en/of afzender

Naam en adres of door een officiële dienst toegekend of erkend conventioneel merkteken.

B.   Aard van het product

„bananen” indien de inhoud van de verpakking niet van buitenaf zichtbaar is;

naam van de variëteit of van het handelstype.

C.   Oorsprong van het product

Land van oorsprong en voor producten uit de Unie:

productiegebied,

nationale, regionale of lokale benaming (facultatief).

D.   Handelskenmerken

klasse,

nettogewicht,

groottesortering aangegeven door vermelding van de minimumlengte en, eventueel, de maximumlengte.

E.   Officieel controlemerk (facultatief).


BIJLAGE II

Image


BIJLAGE III

Certificaat van vrijstelling van de handelsnormcontrole in de sector bananen

Image


BIJLAGE IV

Lijst van de belangrijkste groepen, subgroepen en cultivars van dessertbananen die in de Unie worden afgezet

Groep

Subgroep

Belangrijkste cultivars

(niet-limitatieve lijst)

AA

Figue-sucrée

Figue-sucrée, Pisang Mas, Amas Datil, Bocadillo

AB

Ney-Poovan

Ney Poovan, Safet Velchi

AAA

Cavendish

Pequeña enana (Dwarf Cavendish)

Gran enana (Giant Cavendish)

Lacatan

Poyo (Robusta)

Williams

Americani

Valéry

Arvis

Gros Michel

Gros Michel

Highgate

Hybriden

Flhorban 920

Rode banaan Figue Rose

Rode banaan (Figue Rose)

Groenrode banaan (Figue Rose Verte)

Ibota

 

AAB

Appelbanaan

Appelbanaan (Figue Pomme), Silk

Pome (Prata)

Pacovan

Prata Ana

Mysore

Mysore, Pisang Ceylan, Gorolo


BIJLAGE V

Ingetrokken verordeningen met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan

Verordening (EG) nr. 2257/94 van de Commissie

(PB L 245 van 20.9.1994, blz. 6)

 

Verordening (EG) nr. 1135/96 van de Commissie

(PB L 150 van 25.6.1996, blz. 38)

uitsluitend artikel 1 en uitsluitend de Duitse versie

Verordening (EG) nr. 386/97 van de Commissie

(PB L 60 van 1.3.1997, blz. 53)

uitsluitend artikel 1 en uitsluitend de Engelse en de Zweedse versie

Verordening (EG) nr. 228/2006 van de Commissie

(PB L 39 van 10.2.2006, blz. 7)

 

Verordening (EG) nr. 2898/95 van de Commissie

(PB L 304 van 16.12.1995, blz. 17)

 

Verordening (EG) nr. 465/96 van de Commissie

(PB L 65 van 15.3.1996, blz. 5)

 

Verordening (EG) nr. 1135/96 van de Commissie

(PB L 150 van 25.6.1996, blz. 38)

uitsluitend artikel 2 en uitsluitend de Engelse versie

Verordening (EG) nr. 386/97 van de Commissie

(PB L 60 van 1.3.1997, blz. 53)

uitsluitend artikel 2 en uitsluitend de Spaanse versie

Verordening (EG) nr. 239/2007 van de Commissie

(PB L 67 van 7.3.2007, blz. 3)

 

Verordening (EU) nr. 557/2010 van de Commissie

(PB L 159 van 25.6.2010, blz. 13)

uitsluitend artikel 6


BIJLAGE VI

Concordantietabel

Verordening (EG) nr. 2257/94

Verordening (EG) nr. 2898/95

Verordening (EG) nr. 239/2007

De onderhavige verordening

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 2, aanhef

Artikel 2, aanhef

Artikel 2, eerste streepje

Artikel 2, onder a)

Artikel 2, tweede streepje

Artikel 2, onder b)

Artikel 3

Artikel 13

Bijlage I

Bijlage I

Bijlage II

Bijlage IV

Artikel 1

Artikel 3

Artikel 2

Artikel 4

Artikel 3

Artikel 5

Artikel 4

Artikel 6

Artikel 5

Artikel 7

Artikel 6

Artikel 8

Artikel 7

Artikel 9

Artikel 8

Artikel 10

Artikel 9

Bijlage I

Bijlage II

Bijlage II

Bijlage III

Artikel 1

Artikel 11

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 12

Bijlage V

Bijlage VI