8.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 326/26


VERORDENING (EU) Nr. 1232/2011 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 16 november 2011

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (2) dienen producten voor tweeërlei gebruik (inclusief programmatuur en technologie) aan een doeltreffende controle te worden onderworpen bij uitvoer uit of doorvoer door de Unie, of bij aflevering aan een derde land als gevolg van tussenhandeldiensten die worden verleend door een in de Unie ingezeten of gevestigde tussenhandelaar.

(2)

Het is wenselijk te komen tot een uniforme en consistente toepassing van de controles in de hele Unie om oneerlijke concurrentie tussen exporteurs in de Unie te vermijden, het toepassingsgebied van de uniale algemene uitvoervergunningen en de gebruiksvoorwaarden ervan tussen de exporteurs in de Unie te harmoniseren en de doelmatigheid en doeltreffendheid van de veiligheidscontroles in de Unie te garanderen.

(3)

In haar mededeling van 18 december 2006 heeft de Commissie het idee geopperd om nieuwe uniale algemene uitvoervergunningen in te stellen in een poging om het concurrentievermogen van de industrie te vergroten en gelijke spelregels tot stand te brengen voor alle exporteurs in de Unie wanneer zij bepaalde specifieke voor tweeërlei gebruik geschikte producten naar bepaalde specifieke bestemmingen uitvoeren en tevens een hoog niveau van veiligheid en volledige naleving van de internationale verplichtingen te waarborgen.

(4)

Verordening (EG) nr. 1334/2000 van de Raad van 22 juni 2000 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer van producten en technologie voor tweeërlei gebruik (3) is bij Verordening (EG) nr. 428/2009 ingetrokken met ingang van 27 augustus 2009. De desbetreffende bepalingen van Verordening (EG) nr. 1334/2000 blijven echter van toepassing op aanvragen voor uitvoervergunningen die vóór die datum zijn ingediend.

(5)

Voor het instellen van nieuwe uniale algemene uitvoervergunningen voor de uitvoer van bepaalde specifieke producten voor tweeërlei gebruik naar bepaalde specifieke bestemmingen is het nodig dat de desbetreffende bepalingen van Verordening (EG) nr. 428/2009 worden gewijzigd door nieuwe bijlagen daaraan toe te voegen.

(6)

De bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar de exporteur gevestigd is, moeten de mogelijkheid krijgen om het gebruik van de uniale algemene uitvoervergunningen te verbieden onder de voorwaarden die zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 428/2009 zoals gewijzigd bij deze verordening.

(7)

Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon worden wapenembargo's in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de Unie vastgesteld bij besluit van de Raad. Overeenkomstig artikel 9 van protocol (nr. 36) betreffende de overgangsbepalingen worden de rechtsgevolgen van de handelingen van de instellingen, organen en instanties van de Unie die vastgesteld zijn op basis van het Verdrag betreffende de Europese Unie na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon gehandhaafd zolang deze handelingen niet krachtens de verdragen ingetrokken, nietig verklaard of gewijzigd zijn.

(8)

Verordening (EG) nr. 428/2009 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 428/2009 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 2 wordt punt 9 vervangen door:

„9.   „Uniale algemene uitvoervergunning”: uitvoervergunning die voor uitvoer naar bepaalde landen van bestemming beschikbaar is voor alle exporteurs die zich houden aan de gebruiksvoorwaarden en eisen ervan zoals vermeld in bijlage IIa tot en met IIf.”.

2)

In artikel 4, lid 2, wordt „waartoe besloten is in een door de Raad aangenomen gemeenschappelijk standpunt of een gemeenschappelijk optreden” vervangen door „dat is opgelegd door een door de Raad aangenomen besluit of gemeenschappelijk standpunt”.

3)

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   Bij deze verordening worden voor bepaalde soorten uitvoer uniale algemene uitvoervergunningen als bedoeld in de bijlagen II a tot en met II f ingesteld.

De bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de exporteur gevestigd is, kan de exporteur verbieden deze vergunningen te gebruiken indien er een redelijk vermoeden bestaat dat deze niet in staat is een vergunning of een bepaling van de exportcontrolewetgeving na te leven.

De bevoegde autoriteiten van de lidstaten wisselen informatie uit over exporteurs aan wie het gebruiksrecht met betrekking tot een uniale algemene uitvoervergunning is ontnomen, tenzij zij veiligstellen dat de exporteur niet zal pogen producten voor tweeërlei gebruik via een andere lidstaat uit te voeren. Het in artikel 19, lid 4, bedoelde systeem wordt hiervoor gebruikt.”;

b)

lid 4, onder a), wordt vervangen door:

„a)

sluiten van hun toepassingsgebied producten uit die op de lijst van bijlage IIg voorkomen;”;

c)

in lid 4, onder c), wordt „ingesteld bij gemeenschappelijk standpunt of gemeenschappelijk optreden” vervangen door „opgelegd bij een besluit of een gemeenschappelijk standpunt”.

4)

In artikel 11, lid 1, eerste zin, wordt „bijlage II” vervangen door „bijlage IIa”.

5)

Artikel 12, lid 1, onder b), wordt „gemeenschappelijk optreden of gemeenschappelijk optreden” vervangen door „een besluit of een gemeenschappelijk standpunt”.

6)

Artikel 13, lid 6, wordt vervangen door:

„6.   De op grond van dit artikel voorgeschreven kennisgevingen worden gedaan via beveiligde elektronische middelen, met inbegrip van het in artikel 19, lid 4, bedoelde systeem.”.

7)

Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 2, onder a), wordt „communautaire algemene uitvoervergunningen” vervangen door „uniale algemene uitvoervergunningen”;

b)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   De Commissie brengt, in overleg met de op grond van artikel 23 opgerichte coördinatiegroep tweeërlei gebruik een beveiligd en versleuteld systeem tot stand voor de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en in voorkomend geval de Commissie. Het Europees Parlement wordt geïnformeerd over het budget, de ontwikkeling, de voorlopige en definitieve opzet en functionering, en de netwerkkosten van het systeem.”.

8)

Aan artikel 23 wordt het volgende lid toegevoegd:

„3.   De Commissie legt jaarlijks aan het Europees Parlement een verslag voor over de activiteiten, onderzoeken en raadplegingen van de coördinatiegroep tweeërlei gebruik, waarvoor artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van toepassing is (4).

9)

Artikel 25 wordt vervangen door:

„Artikel 25

1.   Elke lidstaat stelt de Commissie in kennis van de voor de uitvoering van deze verordening vastgestelde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, met inbegrip van de in artikel 24 bedoelde maatregelen. De Commissie deelt deze inlichtingen aan de andere lidstaten mee.

2.   Om de drie jaar beoordeelt de Commissie de tenuitvoerlegging van deze verordening en legt zij het Europees Parlement en de Raad een uitgebreid uitvoerings- en effectbeoordelingsverslag voor, waarin voorstellen tot wijziging ervan kunnen worden opgenomen. De lidstaten verstrekken de Commissie alle dienstige informatie die zij voor de opstelling van dit verslag behoeft.

3.   In specifieke delen van het verslag worden de volgende zaken behandeld:

a)

de coördinatiegroep tweeërlei gebruik en haar activiteiten. Gegevens die de Commissie verstrekt over de onderzoeken en raadplegingen van de coördinatiegroep tweeërlei gebruik, worden als vertrouwelijk behandeld overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001. Gegevens worden in elk geval als vertrouwelijk beschouwd indien uit de bekendmaking ervan aanzienlijk nadeel kan voortvloeien voor degene die ze heeft verstrekt of van wie ze afkomstig zijn;

b)

de tenuitvoerlegging van artikel 19, lid 4, en verslaglegging met betrekking tot het stadium waarin de totstandbrenging van een beveiligd en versleuteld systeem voor de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en de Commissie zich bevindt;

c)

de tenuitvoerlegging van artikel 15, lid 1;

d)

de tenuitvoerlegging van artikel 15, lid 2;

e)

uitvoerige informatie over de maatregelen die de lidstaten uit hoofde van artikel 24 hebben genomen en waarvan zij de Commissie overeenkomstig lid 1 van dit artikel in kennis hebben gesteld.

4.   Uiterlijk op 31 december 2013 legt de Commissie het Europees Parlement en de Raad een verslag voor met een evaluatie van de toepassing van deze verordening, met bijzondere aandacht voor de toepassing van bijlage IIb (uniale algemene uitvoervergunning nr. EU002), eventueel vergezeld, indien passend, van een voorstel tot wijziging van deze verordening, met name wat betreft zendingen van geringe waarde.”.

10)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 25 bis

Onverminderd de bepalingen van tussen de Unie en derde landen gesloten overeenkomsten of protocollen inzake wederzijdse administratieve bijstand op douanegebied kan de Raad de Commissie machtigen met derde landen te onderhandelen over overeenkomsten die voorzien in de wederzijdse erkenning van controles op de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik waarop deze verordening betrekking heeft, en die met name ten doel hebben vergunningsvoorschriften voor wederuitvoer binnen het grondgebied van de Unie af te schaffen. Deze onderhandelingen worden gevoerd overeenkomstig de procedures die zijn vastgesteld, naargelang van het geval, in artikel 207, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.”.

11)

Bijlage II wordt hernummerd tot bijlage IIa en wordt als volgt gewijzigd:

a)

de titel wordt vervangen door:

UNIALE ALGEMENE UITVOERVERGUNNING NR. EU001

(als bedoeld in artikel 9, lid 1, van deze verordening)

Uitvoer naar Australië, Canada, Japan, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Zwitserland, met inbegrip van Liechtenstein, en de Verenigde Staten

Afgevende instantie: Europese Unie”;

b)

deel 1 wordt vervangen door:

Deel 1

Deze algemene uitvoervergunning geldt voor alle in de lijst van bijlage I bij deze verordening vermelde producten voor tweeërlei gebruik, met uitzondering van die genoemd in bijlage IIg.”;

c)

deel 2 wordt geschrapt;

d)

deel 3 wordt hernummerd tot deel 2 en wordt als volgt gewijzigd:

i)

in de eerste alinea wordt „Gemeenschap” vervangen door „Unie”;

ii)

„Zwitserland” wordt vervangen door „Zwitserland, met inbegrip van Liechtenstein”;

iii)

„de communautaire algemene uitvoervergunning” en „deze communautaire algemene uitvoervergunning” worden overal vervangen door „deze vergunning”;

iv)

„bij een gemeenschappelijk standpunt of een gemeenschappelijk optreden” wordt vervangen door „bij een besluit of een gemeenschappelijk standpunt”.

12)

De als bijlage bij deze verordening gevoegde bijlagen IIb tot en met IIg worden ingevoegd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dertigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks van toepassing in alle lidstaten.

Gedaan te Straatsburg, 16 november 2011.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

J. BUZEK

Voor de Raad

De voorzitter

W. SZCZUKA


(1)  Standpunt van het Europees Parlement van 27 september 2011 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 27 oktober 2011.

(2)  PB L 134 van 29.5.2009, blz. 1.

(3)  PB L 159 van 30.6.2000, blz. 1.

(4)  PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43.”.


BIJLAGE

BIJLAGE IIb

UNIALE ALGEMENE UITVOERVERGUNNING Nr. EU002

(als bedoeld in artikel 9, lid 1, van deze verordening)

Uitvoer van bepaalde producten voor tweeërlei gebruik naar bepaalde bestemmingen

Afgevende instantie: Europese Unie

Deel 1 —   Producten

Deze algemene uitvoervergunning geldt voor de volgende in de lijst van bijlage I bij deze verordening vermelde producten voor tweeërlei gebruik:

1A001

1A003

1A004

1C003b-c

1C004

1C005

1C006

1C008

1C009

2B008

3A001a3

3A001a6-12

3A002c-f

3C001

3C002

3C003

3C004

3C005

3C006

Deel 2 —   Bestemmingen

Deze vergunning is in de gehele Unie geldig voor uitvoer naar de volgende bestemmingen:

Argentinië

Kroatië

IJsland

Zuid-Afrika

Zuid-Korea

Turkije

Deel 3 —   Gebruiksvoorwaarden en eisen

1.

Deze vergunning staat niet de uitvoer van producten toe indien:

1)

de exporteur door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar hij gevestigd is als bedoeld in artikel 9, lid 6, van deze verordening, ervan in kennis is gesteld dat de producten in kwestie geheel of gedeeltelijk bestemd zijn of kunnen zijn:

a)

voor gebruik in verband met de ontwikkeling, de productie, de behandeling, de bediening, het onderhoud, de opslag, de opsporing, de herkenning of de verspreiding van chemische, biologische of nucleaire wapens of andere nucleaire explosiemiddelen, of voor de ontwikkeling, de productie, het onderhoud of de opslag van raketten die dergelijke wapens naar hun doel kunnen voeren;

b)

voor militair eindgebruik als bedoeld in artikel 4, lid 2, van deze verordening in een land waarop een wapenembargo rust dat is opgelegd bij een besluit of gemeenschappelijk standpunt van de Raad of een besluit van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, dan wel een wapenembargo uit hoofde van een bindende resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, of

c)

voor gebruik als onderdelen of componenten van militaire producten die op de nationale militaire lijst voorkomen en die vanaf het grondgebied van de betrokken lidstaat zijn uitgevoerd zonder vergunning of met schending van de in de nationale wetgeving van die lidstaat voorgeschreven vergunning;

2)

de exporteur, met inachtneming van zijn verplichting zich daarvoor de nodige moeite te getroosten, er kennis van draagt dat de producten in kwestie geheel of gedeeltelijk bestemd zijn voor een van de in punt 1) bedoelde doeleinden;

3)

de producten in kwestie worden uitgevoerd naar een douanevrije zone of een vrij entrepot op een plaats van bestemming die onder deze vergunning valt.

2.

De exporteur moet in vak 44 van het enig administratief document het EU-referentienummer X002 vermelden en aangeven dat de producten worden uitgevoerd op grond van een uniale algemene uitvoervergunning nr. EU002.

3.

Elke exporteur die deze vergunning gebruikt, moet de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar hij gevestigd is, in kennis stellen van het eerste gebruik van de vergunning binnen 30 dagen na de datum waarop de eerste uitvoer plaatsvindt, dan wel, op verzoek van de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de exporteur gevestigd is, vóór het eerste gebruik van deze vergunning. De lidstaten stellen de Commissie op de hoogte van het voor deze vergunning gekozen kennisgevingsmechanisme. De Commissie maakt deze informatie openbaar in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie.

De lidstaten bepalen welke rapportageverplichtingen gelden voor het gebruik van deze vergunning en welke aanvullende informatie over de op grond van deze vergunning uitgevoerde producten kan worden geëist door de lidstaat waaruit de uitvoer plaatsvindt.

Een lidstaat kan voorschrijven dat de in die lidstaat gevestigde exporteurs zich laten registreren vóór het eerste gebruik van deze vergunning. De registratie geschiedt automatisch en wordt onverwijld, en in elk geval binnen tien werkdagen na ontvangst, door de bevoegde autoriteiten aan de exporteur bevestigd, met inachtneming van artikel 9, lid 1, van deze verordening.

In voorkomend geval worden de in de tweede en derde alinea geformuleerde eisen gebaseerd op de eisen voor het gebruik van nationale algemene uitvoervergunningen die worden verleend door de lidstaten die in dergelijke vergunningen voorzien.

BIJLAGE IIc

UNIALE ALGEMENE UITVOERVERGUNNING Nr. EU003

(bedoeld in artikel 9, lid 1, van deze verordening)

Uitvoer na reparatie/vervanging

Instantie van afgifte: Europese Unie

Deel 1 —   Producten

1.

Deze algemene uitvoervergunning geldt voor alle in de lijst van bijlage I bij deze verordening vermelde producten voor tweeërlei gebruik, met uitzondering van die genoemd in punt 2, indien:

a)

de producten in het douanegebied van de Europese Unie werden wederingevoerd voor onderhoud, reparatie of vervanging, en naar het land van verzending worden uitgevoerd of wederuitgevoerd zonder dat de oorspronkelijke kenmerken ervan zijn gewijzigd binnen een periode van vijf jaar na de datum waarop de oorspronkelijke uitvoervergunning werd verstrekt, of

b)

de producten naar het land van verzending worden uitgevoerd in ruil voor producten van dezelfde kwaliteit en in dezelfde hoeveelheid die in het douanegebied van de Europese Unie werden wederingevoerd voor onderhoud, reparatie of vervanging binnen een periode van vijf jaar na de datum waarop de oorspronkelijke uitvoervergunning werd verstrekt.

2.

Uitgesloten producten:

a)

alle in bijlage IIg vermelde producten;

b)

alle producten in de secties D en E als genoemd in bijlage I bij deze verordening;

c)

de producten die vermeld zijn in bijlage I bij deze verordening:

1A002a

1C012a

1C227

1C228

1C229

1C230

1C231

1C236

1C237

1C240

1C350

1C450

5A001b5

5A002a2 tot en met 5A002a9

5B002 Apparatuur als volgt:

a.

Apparatuur speciaal ontworpen voor de „ontwikkeling” of „productie” van in 5A002a2 tot en met 5A002a9 bedoelde apparatuur

b.

Meetapparatuur speciaal ontworpen voor het evalueren en valideren van de „informatiebeveiligingsfuncties” van de in 5A002a2 tot en met 5A002a9 bedoelde apparatuur

6A001a2a1

6A001a2a5

6A002a1c

6A008l3

8A001b

8A001d

9A011

Deel 2 —   Bestemmingen

Deze uitvoervergunning is in de hele Unie geldig voor uitvoer naar de volgende bestemmingen:

 

Albanië

 

Argentinië

 

Bosnië en Herzegovina

 

Brazilië

 

Chili

 

China (met inbegrip van Hongkong en Macau)

 

Kroatië

 

De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

 

Franse overzeese gebieden

 

IJsland

 

India

 

Kazachstan

 

Mexico

 

Montenegro

 

Marokko

 

Rusland

 

Servië

 

Singapore

 

Zuid-Afrika

 

Zuid-Korea

 

Tunesië

 

Turkije

 

Oekraïne

 

Verenigde Arabische Emiraten

Deel 3 —   Gebruiksvoorwaarden en eisen

1.

Deze vergunning kan alleen worden gebruikt als de oorspronkelijke uitvoer op grond van een uniale algemene uitvoervergunning heeft plaatsgevonden of door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de oorspronkelijke exporteur gevestigd was, een oorspronkelijke uitvoervergunning is verleend voor de uitvoer van de producten die later in het douanegebied van de Europese Unie zijn wederingevoerd voor onderhoud, reparatie of vervanging. Deze vergunning is alleen geldig voor uitvoer naar de oorspronkelijke eindgebruiker.

2.

Deze vergunning geldt niet voor de uitvoer van producten indien:

1)

de exporteur door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar hij gevestigd is als bedoeld in artikel 9, lid 6, van deze verordening, ervan in kennis is gesteld dat de producten in kwestie geheel of gedeeltelijk bestemd zijn of kunnen zijn:

a)

voor gebruik in verband met de ontwikkeling, de productie, de behandeling, de bediening, het onderhoud, de opslag, de opsporing, de herkenning of de verspreiding van chemische, biologische of nucleaire wapens of andere nucleaire explosiemiddelen, of voor de ontwikkeling, de productie, het onderhoud of de opslag van raketten die dergelijke wapens naar hun doel kunnen voeren;

b)

voor militair eindgebruik als bedoeld in artikel 4, lid 2, van deze verordening, indien op het kopende land of het land van bestemming een wapenembargo rust dat is opgelegd bij een besluit of gemeenschappelijk standpunt van de Raad of een besluit van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, dan wel een wapenembargo uit hoofde van een bindende resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, of

c)

voor gebruik als onderdelen of componenten van militaire producten die op de nationale militaire lijst voorkomen en die vanaf het grondgebied van de betrokken lidstaat zijn uitgevoerd zonder vergunning of met schending van de in de nationale wetgeving van die lidstaat voorgeschreven vergunning;

2)

de exporteur, met inachtneming van zijn verplichting zich daarvoor de nodige moeite te getroosten, er kennis van draagt dat de producten in kwestie geheel of gedeeltelijk bestemd zijn voor een van de in punt 1) bedoelde doeleinden;

3)

de producten in kwestie worden uitgevoerd naar een douanevrije zone of een vrij entrepot op een plaats van bestemming die onder deze vergunning valt;

4)

de oorspronkelijke vergunning is geannuleerd, opgeschort, gewijzigd of ingetrokken;

5)

de exporteur, met inachtneming van zijn verplichting zich daarvoor de nodige moeite te getroosten, er kennis van draagt dat de producten in kwestie afwijken van hetgeen in de oorspronkelijke uitvoervergunning vermeld staat.

3.

Bij de uitvoer van goederen op grond van deze vergunning moeten de exporteurs:

1)

in de douaneaangifte ten uitvoer het referentienummer van de oorspronkelijke uitvoervergunning vermelden, samen met de naam van de lidstaat die de vergunning heeft verleend, en het EU-referentienummer X002, waarbij tevens in vak 44 van het enig administratief document dient te worden aangegeven dat de producten worden uitgevoerd op grond van uniale algemene uitvoervergunning nr. EU003;

2)

de douaneambtenaren desgevraagd bewijsstukken verstrekken aangaande de datum van de invoer van de goederen in de Unie, eventuele in de Unie uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden, reparaties of vervanging van de goederen en het feit dat de producten worden teruggezonden naar de eindgebruiker en het land vanwaar ze in de Unie werden ingevoerd.

4.

Elke exporteur die deze vergunning gebruikt, moet de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar hij gevestigd is, in kennis stellen van het eerste gebruik van de vergunning binnen 30 dagen na de datum waarop de eerste uitvoer plaatsvindt, dan wel, op verzoek van de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de exporteur gevestigd is, vóór het eerste gebruik van deze vergunning. De lidstaten stellen de Commissie op de hoogte van het voor deze vergunning gekozen kennisgevingsmechanisme. De Commissie maakt deze informatie openbaar in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie.

De lidstaten bepalen welke rapportageverplichtingen gelden voor het gebruik van deze vergunning en welke aanvullende informatie over de op grond van deze vergunning uitgevoerde producten kan worden geëist door de lidstaat waaruit de uitvoer plaatsvindt.

Een lidstaat kan voorschrijven dat de aldaar gevestigde exporteur zich laat registreren alvorens voor het eerst van deze vergunning gebruik wordt gemaakt. De registratie geschiedt automatisch en wordt onverwijld, en in elk geval binnen tien werkdagen na ontvangst door de bevoegde autoriteiten aan de exporteur bevestigd, onverminderd artikel 9, lid 1, van deze verordening.

In voorkomend geval worden de in de tweede en derde alinea geformuleerde eisen gebaseerd op de eisen voor het gebruik van nationale algemene uitvoervergunningen die worden verleend door de lidstaten die in dergelijke vergunningen voorzien.

5.

Deze vergunning geldt voor producten die „reparatie”, „vervanging” of „onderhoud” ondergaan. Dit kan gepaard gaan met de gelijktijdige verbetering van de oorspronkelijke goederen, bijvoorbeeld door het gebruik van moderne reserveonderdelen of door de toepassing van een recentere norm om betrouwbaarheids- of veiligheidsredenen, mits dit niet tot gevolg heeft dat de functionele mogelijkheden van de producten worden vergroot of de producten van nieuwe of extra functies worden voorzien.

BIJLAGE IId

UNIALE ALGEMENE UITVOERVERGUNNING Nr. EU004

(als bedoeld in artikel 9, lid 1, van deze verordening)

Tijdelijke uitvoer voor tentoonstelling of beurs

Afgevende instantie: Europese Unie

Deel 1 —   Producten

Deze algemene uitvoervergunning geldt voor alle in de lijst van bijlage I bij deze verordening vermelde producten voor tweeërlei gebruik, met uitzondering van:

a)

alle in bijlage IIg vermelde producten;

b)

alle producten in sectie D als genoemd in bijlage I bij deze verordening (waaronder niet begrepen software die nodig is voor de goede werking van de apparatuur ten behoeve van de demonstratie);

c)

alle producten in sectie E als genoemd in bijlage I bij deze verordening;

d)

de producten die vermeld zijn in bijlage I bij deze verordening:

1A002a

1C002.b.4

1C010

1C012.a

1C227

1C228

1C229

1C230

1C231

1C236

1C237

1C240

1C350

1C450

5A001b5

5A002a2 tot en met 5A002a9

5B002 Apparatuur als hieronder:

a.

Apparatuur speciaal ontworpen voor de „ontwikkeling” of „productie” van in 5A002a2 tot en met 5A002a9 bedoelde apparatuur

b.

Meetapparatuur speciaal ontworpen voor het evalueren en valideren van de „informatiebeveiligingsfuncties” van de 5A002a2 tot en met 5A002a9 bedoelde apparatuur

6A001

6A002a

6A008l3

8A001b

8A001d

9A011

Deel 2 —   Bestemmingen

Deze uitvoervergunning is in de hele Unie geldig voor uitvoer naar de volgende bestemmingen:

Albanië, Argentinië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Brazilië, Chili, China (met inbegrip van Hongkong en Macau), de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, de Franse overzeese gebieden, IJsland, India, Kazachstan, Mexico, Montenegro, Marokko, Rusland, Servië, Singapore, Zuid-Afrika, Zuid-Korea, Tunesië, Turkije, Oekraïne, de Verenigde Arabische Emiraten

Deel 3 —   Gebruiksvoorwaarden en eisen

1.

Deze vergunning staat de uitvoer van in deel 1 vermelde producten toe, op voorwaarde dat het daarbij gaat om tijdelijke uitvoer ten behoeve van tentoonstelling of beurs, zoals gedefinieerd in punt 6, en dat de producten binnen een termijn van 120 dagen na de eerste uitvoer volledig en ongewijzigd worden wederingevoerd in het douanegebied van de Unie.

2.

De bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de exporteur gevestigd is als bedoeld in artikel 9, lid 6, van deze verordening, kan op verzoek van de exporteur besluiten dat het vereiste van punt 1 dat de producten worden wederingevoerd, vervalt. Voor een daartoe strekkend besluit is de procedure voor individuele vergunningen als neergelegd in artikel 9, lid 2, en artikel 14, lid 1, van overeenkomstige toepassing.

3.

Deze vergunning staat niet de uitvoer van producten toe indien:

1)

de exporteur door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar hij gevestigd is, ervan in kennis is gesteld dat de producten in kwestie geheel of gedeeltelijk bestemd zijn of kunnen zijn:

a)

voor gebruik in verband met de ontwikkeling, de productie, de behandeling, de bediening, het onderhoud, de opslag, de opsporing, de herkenning of de verspreiding van chemische, biologische of nucleaire wapens of andere nucleaire explosiemiddelen, of voor de ontwikkeling, de productie, het onderhoud of de opslag van raketten die dergelijke wapens naar hun doel kunnen voeren;

b)

voor militair eindgebruik als bedoeld in artikel 4, lid 2, van deze verordening indien op het kopende land of het land van bestemming een wapenembargo rust dat is opgelegd bij een besluit of gemeenschappelijk standpunt van de Raad of een besluit van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, dan wel een wapenembargo uit hoofde van een bindende resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, of

c)

voor gebruik als onderdelen of componenten van militaire producten die op de nationale militaire lijst voorkomen en die vanaf het grondgebied van de betrokken lidstaat zijn uitgevoerd zonder vergunning of met schending van de in de nationale wetgeving van die lidstaat voorgeschreven vergunning;

2)

de exporteur er kennis van draagt dat de producten in kwestie geheel of gedeeltelijk bestemd zijn voor een van de in punt 1) bedoelde doeleinden;

3)

de producten in kwestie worden uitgevoerd naar een douanevrije zone of een vrij entrepot op een plaats van bestemming die onder deze vergunning valt;

4)

de exporteur er door een bevoegde autoriteit van in kennis is gesteld of er op andere wijze kennis van draagt (bv. op basis van informatie van de fabrikant) dat de producten in kwestie door de bevoegde autoriteit voorzien zijn van een nationale beveiligingsrubricering die gelijkwaardig is aan of hoger is dan CONFIDENTIEL UE/EU CONFIDENTIAL;

5)

de wederinvoer van deze producten in de oorspronkelijke staat — en zonder dat daarvan enige component of software is verwijderd, gekopieerd of verspreid — door de exporteur niet kan worden gegarandeerd, of wanneer de presentatie van het product met overdracht van technologie gepaard gaat;

6)

de bewuste producten worden geëxporteerd met het oog op een besloten presentatie of demonstratie (bijvoorbeeld in niet-publieke toonzalen);

7)

het de bedoeling is de bewuste producten deel te laten uitmaken van een productieproces;

8)

het de bedoeling is de bewuste producten voor hun beoogde bestemming te gebruiken, tenzij zulks slechts het geval is in een voor effectieve demonstratiedoeleinden vereiste minimale mate, doch zonder dat de daarbij verkregen specifieke testresultaten voor derden toegankelijk zijn;

9)

de uitvoer het gevolg zou zijn van een handelstransactie, in het bijzonder met het oog op de verkoop, de verhuur of het leasen van de bewuste producten;

10)

het de bedoeling is de bewuste producten uitsluitend voor verkoop-, verhuur- of leasedoeleinden op te slaan op een tentoonstelling of beurs, zonder dat ze worden gepresenteerd of gedemonstreerd;

11)

de exporteur enigerlei regeling treft waardoor de bewuste producten niet tijdens de gehele duur van de tijdelijke uitvoer onder zijn toezicht zouden staan.

4.

De exporteur moet in vak 44 van het enig administratief document het EU-referentienummer X002 vermelden en aangeven dat de producten worden uitgevoerd op grond van uniale algemene uitvoervergunning nr. EU004.

5.

Elke exporteur die deze vergunning gebruikt, moet de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar hij gevestigd is, in kennis stellen van het eerste gebruik van de vergunning binnen 30 dagen na de datum waarop de eerste uitvoer plaatsvindt, dan wel, op verzoek van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de exporteur gevestigd is, vóór het eerste gebruik van deze algemene uitvoervergunning. De lidstaten stellen de Commissie op de hoogte van het voor deze algemene uitvoervergunning gekozen kennisgevingsmechanisme. De Commissie maakt deze informatie openbaar in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie.

De lidstaten bepalen welke rapportageverplichtingen gelden voor het gebruik van deze vergunning en welke aanvullende informatie over de op grond van deze vergunning uitgevoerde producten kan worden geëist door de lidstaat waaruit de uitvoer plaatsvindt.

Een lidstaat kan voorschrijven dat de aldaar gevestigde exporteurs zich laten registreren alvorens voor het eerst van deze vergunning gebruik wordt gemaakt. De registratie geschiedt automatisch en wordt onverwijld, en in elk geval binnen tien werkdagen na ontvangst door de bevoegde autoriteiten aan de exporteur bevestigd, onverminderd artikel 9, lid 1, van deze verordening.

In voorkomend geval worden de in de tweede en derde alinea geformuleerde eisen gebaseerd op de eisen voor het gebruik van nationale algemene uitvoervergunningen die worden verleend door de lidstaten die in dergelijke vergunningen voorzien.

6.

In het kader van deze vergunning wordt onder „tentoonstelling of beurs” verstaan elk commercieel evenement van een bepaalde duur waar verschillende exposanten hun producten voorstellen aan bezoekende handelaren of aan het grote publiek.

BIJLAGE IIe

UNIALE ALGEMENE UITVOERVERGUNNING Nr. EU005

(als bedoeld in artikel 9, lid 1, van deze verordening)

Telecommunicatie

Afgevende instantie: Europese Unie

Deel 1 —   Producten

Deze algemene uitvoervergunning geldt voor de volgende producten voor tweeërlei gebruik genoemd in bijlage I bij deze verordening:

a)

de volgende producten van categorie 5, deel 1:

i)

producten, inclusief speciaal daarvoor ontworpen of ontwikkelde onderdelen en toebehoren, als bedoeld in 5A001b2 en 5A001c en d;

ii)

producten als bedoeld in 5B001 en 5D001, namelijk test-, inspectie- en productieapparatuur en programmatuur voor onder i) vermelde producten;

b)

technologie als bedoeld in 5E001a die nodig is voor de installatie, de bediening, het onderhoud of de reparatie van de onder a) bedoelde producten en bestemd is voor dezelfde eindgebruiker.

Deel 2 —   Bestemmingen

Deze vergunning is in de hele Unie geldig voor uitvoer naar de volgende bestemmingen:

Argentinië, China (met inbegrip van Hongkong en Macau), Kroatië, India, Rusland, Zuid-Afrika, Zuid-Korea, Turkije, Oekraïne.

Deel 3 —   Gebruiksvoorwaarden en eisen

1.

Deze vergunning staat niet de uitvoer van producten toe indien:

1)

de exporteur door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar hij gevestigd is als omschreven in artikel 9, lid 6, van deze verordening, ervan in kennis is gesteld dat de betrokken producten geheel of gedeeltelijk bestemd zijn of kunnen zijn:

a)

voor gebruik in verband met de ontwikkeling, de productie, de behandeling, de bediening, het onderhoud, de opslag, de opsporing, de herkenning of de verspreiding van chemische, biologische of nucleaire wapens of andere nucleaire explosiemiddelen, of voor de ontwikkeling, de productie, het onderhoud of de opslag van raketten die dergelijke wapens naar hun doel kunnen voeren;

b)

voor militair eindgebruik als bedoeld in artikel 4, lid 2, van deze verordening indien op het kopende land of het land van bestemming een wapenembargo rust dat is opgelegd bij een besluit of gemeenschappelijk standpunt van de Raad of een besluit van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, dan wel een wapenembargo uit hoofde van een bindende resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties;

c)

voor gebruik als onderdelen of componenten van militaire producten die op de nationale militaire lijst voorkomen en die vanaf het grondgebied van de betrokken lidstaat zijn uitgevoerd zonder vergunning of met schending van de in de nationale wetgeving van die lidstaat voorgeschreven vergunning, of

d)

voor doeleinden die gepaard gaan met schendingen van de mensenrechten, de democratische beginselen of de vrijheid van meningsuiting zoals omschreven in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, waarbij gebruik wordt gemaakt van onderscheppingstechnieken en digitale gegevenstransferapparatuur voor het afluisteren van mobiele telefoons en het meelezen van tekstberichten en van gerichte bewaking van het internetgebruik (bijvoorbeeld met behulp van controlecentra en legale interceptiegateways);

2)

de exporteur, met inachtneming van zijn verplichting zich daarvoor de nodige moeite te getroosten, er kennis van draagt dat de producten in kwestie geheel of gedeeltelijk bestemd zijn voor een van de in punt 1) bedoelde doeleinden;

3)

de exporteur, met inachtneming van zijn verplichting zich daarvoor de nodige moeite te getroosten, er kennis van draagt dat de betrokken producten zullen worden wederuitgevoerd naar een andere bestemming dan die welke vermeld zijn in deel 2 van deze bijlage, in deel 2 van bijlage IIa of naar lidstaten;

4)

de betrokken producten worden uitgevoerd naar een douanevrije zone of een vrij entrepot op een plaats van bestemming die onder deze vergunning valt.

2.

De exporteur moet in vak 44 van het enig administratief document het EU-referentienummer X002 vermelden en aangeven dat de producten worden uitgevoerd op grond van uniale algemene uitvoervergunning nr. EU005.

3.

Elke exporteur die deze vergunning gebruikt, moet de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar hij gevestigd is, in kennis stellen van het eerste gebruik van de vergunning binnen 30 dagen na de datum waarop de eerste uitvoer plaatsvindt, dan wel, op verzoek van de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de exporteur gevestigd is, vóór het eerste gebruik van deze vergunning. De lidstaten stellen de Commissie op de hoogte van het voor deze vergunning gekozen kennisgevingsmechanisme. De Commissie maakt deze informatie openbaar in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie.

De lidstaten bepalen welke rapportageverplichtingen gelden voor het gebruik van deze vergunning en welke aanvullende informatie over de op grond van deze vergunning uitgevoerde producten kan worden geëist door de lidstaat waaruit de uitvoer plaatsvindt.

Een lidstaat kan voorschrijven dat de aldaar gevestigde exporteurs zich laten registreren alvorens voor het eerst van deze vergunning gebruik wordt gemaakt. De registratie geschiedt automatisch en wordt onverwijld, en in elk geval binnen tien werkdagen na ontvangst door de bevoegde autoriteiten aan de exporteur bevestigd, onverminderd artikel 9, lid 1, van deze verordening.

In voorkomend geval, worden de in de tweede en derde alinea geformuleerde eisen gebaseerd op de eisen voor het gebruik van nationale algemene uitvoervergunningen die worden verleend door de lidstaten die in dergelijke vergunningen voorzien.

BIJLAGE IIf

UNIALE ALGEMENE UITVOERVERGUNNING VAN DE UNIE Nr. EU006

(als bedoeld in artikel 9, lid 1, van deze verordening)

Chemicaliën

Deel 1 —   Producten

Deze algemene uitvoervergunning geldt voor de volgende producten voor tweeërlei gebruik genoemd in bijlage I bij deze verordening:

 

1C350:

1.

Thiodiglycol (111-48-8);

2.

Fosforoxychloride (10025-87-3);

3.

Dimethylmethylfosfonaat (756-79-6);

5.

Methylfosfonyldichloride (676-97-1);

6.

Dimethylfosfiet (DMP) (868-85-9);

7.

Fosfortrichloride (7719-12-2);

8.

Trimethylfosfiet (TMP) (121-45-9);

9.

Thionylchloride (7719-09-7);

10.

3-Hydroxy-1-methylpiperidine (3554-74-3);

11.

2-Diisopropylaminoethylchloride (96-79-7);

12.

2-Diisopropylaminoethaanthiol (5842-07-9);

13.

Chinuclidine-3-ol (1619-34-7);

14.

Kaliumfluoride (7789-23-3);

15.

2-Chloorethanol (107-07-3);

16.

Dimethylamine (124-40-3);

17.

Diethylethylfosfonaat (78-38-6);

18.

Diethyl-N,N-dimethylfosforamidaat (2404-03-7);

19.

Diethylfosfiet (762-04-9);

20.

Dimethylaminehydrochloride (506-59-2);

21.

Dichloorethylfosfine (1498-40-4);

22.

Ethylfosfonyldichloride (1066-50-8);

24.

Waterstoffluoride (7664-39-3);

25.

Methylbenzilaat (76-89-1);

26.

Dichloormethylfosfine (676-83-5);

27.

2-Diisopropylaminoethanol (96-80-0);

28.

Pinacolylalcohol (464-07-3);

30.

Triethylfosfiet (122-52-1);

31.

Arseentrichloride (7784-34-1);

32.

Benzilzuur (76-93-7);

33.

Diethylmethylfosfoniet (15715-41-0);

34.

Dimethylethylfosfonaat (6163-75-3);

35.

Difluorethylfosfine (430-78-4);

36.

Difluormethylfosfine (753-59-3);

37.

Chinuclidine-3-on (3731-38-2);

38.

Fosforpentachloride (10026-13-8);

39.

Pinacolon (75-97-8);

40.

Kaliumcyanide (151-50-8);

41.

Kaliumbifluoride (7789-29-9);

42.

Ammoniumbifluoride (1341-49-7);

43.

Natriumfluoride (7681-49-4);

44.

Natriumbifluoride (1333-83-1);

45.

Natriumcyanide (143-33-9);

46.

Triethanolamine (102-71-6);

47.

Fosforpentasulfide (1314-80-3);

48.

Diisopropylamine (108-18-9);

49.

2-Diethylaminoethanol (100-37-8);

50.

Natriumsulfide (1313-82-2);

51.

Zwavelmonochloride (10025-67-9);

52.

Zwaveldichloride (10545-99-0);

53.

Triethanolaminehydrochloride (637-39-8);

54.

2-Chloorethyldiisopropylammoniumchloride (4261-68-1);

55.

Methylfosfonzuur (993-13-5);

56.

Diethylmethylfosfonaat (683-08-9);

57.

N,N-dimethylaminofosforyldichloride (677-43-0);

58.

Triisopropylfosfiet (116-17-6);

59.

Ethyldiethanolamine (139-87-7);

60.

O,O-diethylfosforothioaat (2465-65-8);

61.

O,O-diethylfosforodithioaat (298-06-6);

62.

Natriumhexafluorsilicaat (16893-85-9);

63.

Methylfosfonthiodichloride (676-98-2).

 

1C450a:

4.

Fosgeen: carbonyldichloride (75-44-5);

5.

Chloorcyaan (506-77-4);

6.

Cyaanwaterstof (74-90-8);

7.

Chloorpicrine: trichloornitromethaan (76-06-2);

 

1C450b:

1.

Stoffen, behalve die welke opgenomen zijn in de Lijst van militaire goederen of in 1C350, die een fosforatoom bevatten met daaraan gebonden een methyl-, ethyl- of (normale of iso-) propylgroep maar verder geen koolstofatomen;

2.

Andere N,N-dialkyl-[methyl-, ethyl- of (normaal of iso) propyl]fosforamidodihalogeniden dan N,N-dimethylaminofosforyldichloride, dat in 1C350.57 opgenomen is;

3.

Andere dialkyl-[methyl-, ethyl- of (normaal of iso-)propyl]-N,N-dialkyl-[methyl-, ethyl- of (normaal of iso-)propyl]fosforamidaten dan diethyl-N,N-dimethylfosforamidaat, dat in 1C350 opgenomen is;

4.

Andere N,N-dialkyl-[methyl-, ethyl- of (normaal of iso-)propyl]aminoethyl-2-chloriden en overeenkomstige geprotoneerde zouten dan N,N-diisopropyl-(beta)-aminoethylchloride of N,N-diisopropyl-(beta)-aminoethylchloridehydrochloride, die in 1C350 opgenomen zijn;

5.

Andere N,N-dialkyl-[methyl-, ethyl- of (normaal of iso) propyl]aminoethaan-2-olen en overeenkomstige geprotoneerde zouten dan N,N-diisopropyl-(beta)-aminoethanol (96-80-0) en N,N-diethylaminoethanol (100-37-8) die in 1C350 opgenomen zijn;

6.

Andere N,N-dialkyl-[methyl-, ethyl- of (normaal of iso-)propyl]aminoethaan-2-thiolen en overeenkomstige geprotoneerde zouten dan N,N-diisopropyl-(beta)-aminoethaanthiol, dat in 1C350 opgenomen is;

8.

Methyldiethanolamine (105-59-9).

Deel 2 —   Bestemmingen

Deze vergunning is in de hele Unie geldig voor uitvoer naar de volgende bestemmingen:

Argentinië, Kroatië, IJsland, Zuid-Korea, Turkije, Oekraïne.

Deel 3 —   Gebruiksvoorwaarden en eisen

1.

Deze vergunning staat niet de uitvoer van producten toe indien:

1)

de exporteur door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar hij gevestigd is als omschreven in artikel 9, lid 6, van deze verordening, ervan in kennis is gesteld dat zij geheel of gedeeltelijk bestemd zijn of kunnen zijn:

a)

voor gebruik in verband met de ontwikkeling, de productie, de behandeling, de bediening, het onderhoud, de opslag, de opsporing, de herkenning of de verspreiding van chemische, biologische of nucleaire wapens of andere nucleaire explosiemiddelen, of voor de ontwikkeling, de productie, het onderhoud of de opslag van raketten die dergelijke wapens naar hun doel kunnen voeren;

b)

voor militair eindgebruik als omschreven in artikel 4, lid 2, van deze verordening indien op het kopende land of het land van bestemming een wapenembargo rust dat is opgelegd bij een besluit of gemeenschappelijk standpunt van de Raad of een besluit van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, dan wel een wapenembargo uit hoofde van een bindende resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, of

c)

voor gebruik als onderdelen of componenten van militaire producten die op de nationale militaire lijst voorkomen en die vanaf het grondgebied van de betrokken lidstaat zijn uitgevoerd zonder vergunning of met schending van de in de nationale wetgeving van die lidstaat voorgeschreven vergunning;

2)

de exporteur, met inachtneming van zijn verplichting zich daarvoor de nodige moeite te getroosten, er kennis van draagt dat de producten in kwestie geheel of gedeeltelijk bestemd zijn voor een van de in punt 1) bedoelde doeleinden;

3)

indien de exporteur, met inachtneming van zijn verplichting zich daarvoor de nodige moeite te getroosten, er kennis van draagt dat de betrokken producten zullen worden wederuitgevoerd naar een andere bestemming dan die welke vermeld zijn in deel 2 van deze bijlage, in deel 2 van bijlage IIa of naar lidstaten;

4)

de producten in kwestie worden uitgevoerd naar een douanevrije zone of een vrij entrepot op een plaats van bestemming die onder deze vergunning valt.

2.

De exporteur moet in vak 44 van het enig administratief document het EU-referentienummer X002 vermelden en aangeven dat de betrokken producten worden uitgevoerd op grond van uniale algemene uitvoervergunning nr. EU006.

3.

Elke exporteur die deze vergunning gebruikt, moet de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar hij gevestigd is, in kennis stellen van het eerste gebruik van de vergunning binnen 30 dagen na de datum waarop de eerste uitvoer plaatsvindt, dan wel, op verzoek van de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de exporteur gevestigd is, vóór het eerste gebruik van deze vergunning. De lidstaten stellen de Commissie op de hoogte van het voor deze vergunning gekozen kennisgevingsmechanisme. De Commissie maakt deze informatie openbaar in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie.

De lidstaten bepalen welke rapportageverplichtingen gelden voor het gebruik van deze vergunning en welke aanvullende informatie over de op grond van deze vergunning uitgevoerde producten kan worden geëist door de lidstaat waaruit de uitvoer plaatsvindt.

Een lidstaat kan voorschrijven dat de aldaar gevestigde exporteurs zich laten registreren alvorens voor het eerst van deze vergunning gebruik wordt gemaakt. De registratie geschiedt automatisch en wordt onverwijld, en in elk geval binnen tien werkdagen na ontvangst, door de bevoegde autoriteiten aan de exporteur bevestigd,onverminderd artikel 9, lid 1, van deze verordening.

In voorkomend geval, worden de in de tweede en derde alinea geformuleerde eisen gebaseerd op de eisen voor het gebruik van nationale algemene uitvoervergunningen die worden verleend door de lidstaten die in dergelijke vergunningen voorzien.

BIJLAGE IIg

(Lijst bedoeld in artikel 9, lid 4, onder a), van deze verordening en de bijlagen IIa, IIc en IId bij deze verordening)

De punten geven niet altijd een volledige omschrijving van de producten en de bijbehorende noten in bijlage I. Alleen bijlage I geeft een volledige omschrijving van de producten.

De vermelding van een product in deze bijlage laat de toepassing van de algemene programmatuurnoot (APN) in bijlage I onverlet.

Alle in bijlage IV vermelde producten.

0C001 „Natuurlijk uraan” of „verarmd uraan” of thorium in de vorm van metaal, legering, chemische verbinding of concentraat en elk materiaal dat één of meer van de voorgaande stoffen bevat.

0C002 „Speciale splijtstoffen”, andere dan die welke in bijlage IV zijn vermeld.

0D001 „Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van in categorie 0 bedoelde goederen, voor zover betrekking hebbend op punt 0C001 of producten van punt 0C002 die niet in bijlage IV zijn opgenomen.

0E001 „Technologie” overeenkomstig de nucleaire technologienoot voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van in categorie 0 bedoelde goederen, voor zover betrekking hebbend op punt 0C001 of op producten van punt 0C002 die niet in bijlage IV zijn opgenomen.

1A102 Opnieuw verzadigde, door pyrolyse verkregen koolstof-koolstof-componenten bestemd voor ruimtelanceervoertuigen, bedoeld in 9A004, of sonderingsraketten, bedoeld in 9A104.

1C351 Humane pathogenen, zoönosen en „toxinen”.

1C352 Dierpathogenen.

1C353 Genetische elementen en genetisch gemodificeerde organismen.

1C354 Plantpathogenen.

1C450a.1. Amiton: O,O-diethyl-S-[2-(diethylamino)ethyl]fosforthiolaat (78-53-5) en overeenkomstige gealkyleerde of geprotoneerde zouten.

1C450a.2. PFIB: 1,1,3,3,3-pentafluor-2-(trifluormethyl)-1-propeen (382-21-8).

7E104 „Technologie” voor het integreren van vluchtregel-, navigatie- en voortstuwingsregelgegevens in een vluchtbeheerssysteem om de baan van raketten te optimaliseren.

9A009.a. Hybride raketvoortstuwingssystemen met een totaal impulsvermogen groter dan 1,1 MNs.

9A117 Systemen voor het scheiden of afwerpen van rakettrappen en verbindingsstukken tussen rakettrappen, geschikt voor gebruik in „raketten”.


VERKLARING VAN DE COMMISSIE

De Commissie is voornemens deze verordening uiterlijk op 31 december 2013 te herzien, waarbij met name zal worden nagegaan of het dienstig is een algemene uitvoervergunning voor zendingen van geringe waarde in te voeren.


VERKLARING VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE OVER ZENDINGEN VAN GERINGE WAARDE

Deze verordening laat de overeenkomstig artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 428/2009 door de lidstaten afgegeven nationale algemene uitvoervergunningen voor zendingen van geringe waarde onverlet.