2.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 319/56


BESLUIT 2011/782/GBVB VAN DE RAAD

van 1 december 2011

betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië en houdende intrekking van Besluit 2011/273/GBVB

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 9 mei 2011 Besluit 2011/273/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië vastgesteld (1).

(2)

De Europese Raad heeft op 23 oktober 2011 verklaard dat, zolang de burgerbevolking onderdrukt wordt, de Unie maatregelen tegen het Syrische regime zal blijven treffen.

(3)

Gelet op de ernst van de situatie in Syrië acht de Raad het noodzakelijk bijkomende beperkende maatregelen vast te stellen.

(4)

Er moeten bovendien bijkomende personen en entiteiten worden geplaatst op de lijst van personen en entiteiten waarop de beperkende maatregelen van bijlage I bij Besluit 2011/273/GBVB van toepassing zijn.

(5)

Duidelijkheidshalve moeten de bij Besluit 2011/273/GBVB opgelegde maatregelen en de aanvullende maatregelen in één rechtsinstrument worden opgenomen.

(6)

Besluit 2011/273/GBVB moet derhalve worden ingetrokken.

(7)

Ter uitvoering van bepaalde maatregelen is verder optreden van de Unie nodig.

(8)

Om de doeltreffendheid van de in dit besluit vervatte maatregelen te verzekeren, moet het in werking treden op de dag waarop het wordt vastgesteld,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

HOOFDSTUK 1

UITVOER- EN INVOERBEPERKINGEN

Artikel 1

1.   De verkoop, levering, overdracht of uitvoer van wapens en alle soorten aanverwant materieel, waaronder wapens en munitie, militaire voertuigen en militaire uitrusting, paramilitaire uitrusting en onderdelen daarvoor, alsmede uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, aan Syrië door onderdanen van de lidstaten of vanaf of via het grondgebied van de lidstaten, of met gebruik van onder hun vlag varende schepen of hun luchtvaartuigen, is verboden, ongeacht of de goederen oorspronkelijk van het grondgebied van de lidstaten afkomstig zijn.

2.   Het is verboden:

a)

rechtstreeks of onrechtstreeks technische bijstand, tussenhandeldiensten en andere diensten te verlenen in verband met de in lid 1 bedoelde goederen of in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van dergelijke goederen, aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Syrië of bestemd voor gebruik in Syrië.

b)

rechtstreeks of onrechtstreeks financiering of financiële bijstand te verstrekken in verband met de in lid 1 bedoelde goederen, met inbegrip van met name subsidies, leningen en exportkredietverzekering, ten behoeve van de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van die goederen, of ten behoeve van de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand, tussenhandeldiensten of andere diensten aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Syrië of voor gebruik in Syrië;

Artikel 2

1.   Artikel 1 is niet van toepassing op:

a)

leveringen en technische ondersteuning die uitsluitend bedoeld zijn voor de ondersteuning van of het gebruik door de Troepenmacht van de Verenigde Naties voor het toezicht op het troepenscheidingsakkoord (UNDOF);

b)

de verkoop, levering, overbrenging of uitvoer van niet-dodelijke militaire uitrusting, alsmede uitrusting die kan worden gebruikt voor binnenlandse repressie, die uitsluitend is bedoeld voor humanitair of beschermend gebruik, of voor programma's voor institutionele opbouw van de Verenigde Naties (VN) en de Europese Unie, of voor crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie en de VN;

c)

de verkoop, levering, overbrenging of uitvoer van andere voertuigen dan gevechtsvoertuigen, die zijn gemaakt van of uitgerust met materiaal dat bescherming biedt tegen kogels en die uitsluitend bestemd zijn voor de bescherming van personeel van de Europese Unie en haar lidstaten in Syrië;

d)

het verstrekken van technische bijstand, tussenhandeldiensten en andere diensten in verband met dergelijke uitrusting of met dergelijke programma's en operaties;

e)

het verstrekken van financieringsmiddelen en financiële bijstand in verband met dergelijke uitrusting of met dergelijke programma's en operaties;

mits deze uitvoer en bijstand van tevoren door de ter zake bevoegde autoriteit zijn goedgekeurd.

2.   Artikel 1 is niet van toepassing op beschermende kleding, met inbegrip van kogelvrije vesten en militaire helmen, die door personeel van de Verenigde Naties, personeel van de Europese Unie of haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire en ontwikkelingsorganisaties en daarmee verbonden personeel, louter voor persoonlijk gebruik tijdelijk naar Syrië worden uitgevoerd.

Artikel 3

De verkoop, levering, overdracht of uitvoer van apparatuur of software voornamelijk bestemd voor gebruik bij het toezicht of de interceptie, door het Syrische regime of voor zijn rekening, op het internet en op telefonische communicatie via mobiele of vaste netwerken in Syrië, alsook het verlenen van bijstand bij het installeren, exploiteren of actualiseren van dergelijke apparatuur of software, zijn verboden.

De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke goederen onder deze bepaling dienen te vallen.

Artikel 4

1.   Het is verboden om ruwe olie of petroleumproducten uit Syrië aan te schaffen, in te voeren of te vervoeren.

2.   Het is verboden om al dan niet rechtstreeks financiering of financiële dienstverlening te verschaffen, waaronder ook financiële derivaten, alsmede verzekeringen of herverzekeringen, verwant aan de in lid 1 opgenomen verbodsbepalingen.

Artikel 5

De in artikel 4 bedoelde verboden laten onverlet dat tot en met 15 november 2011 verplichtingen worden uitgevoerd die voortvloeien uit contracten die vóór 2 september 2011 zijn gesloten.

Artikel 6

1.   De verkoop, levering of overdracht van essentiële uitrusting en technologie aan onderstaande sleutelsectoren van de aardolie- en aardgasindustrie in Syrië of aan Syrische ondernemingen of ondernemingen in Syrisch bezit die buiten Syrië in die sectoren actief zijn, door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten - ongeacht of de goederen daar oorspronkelijk vandaan komen - of met gebruik van onder de rechtsmacht van de lidstaten vallende schepen of vliegtuigen, zijn verboden:

a)

raffinage;

b)

vloeibaar aardgas;

c)

exploratie;

d)

productie.

De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke goederen onder dit lid dienen te vallen.

2.   Het is verboden het volgende aan te bieden aan ondernemingen in Syrië die actief zijn in de in lid 1 bedoelde sleutelsectoren van de Syrische aardolie- en aardgasindustrie of aan Syrische ondernemingen of ondernemingen in Syrisch bezit die buiten Syrië in die sectoren actief zijn:

a)

technische bijstand of opleiding en andere diensten met betrekking tot essentiële uitrusting en technologie als bedoeld in lid 1;

b)

financieringsmiddelen of financiële bijstand voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van essentiële uitrusting en technologie als bedoeld in lid 1, of voor het aanbieden van daarmee verband houdende technische bijstand of opleiding.

Artikel 7

1.   Het in artikel 6, lid 1, bedoelde verbod laat onverlet dat verplichtingen worden uitgevoerd die voortvloeien uit contracten die vóór 1 december 2011 zijn toegekend of gesloten en die betrekking hebben op de levering van goederen.

2.   De in artikel 6 bedoelde verboden laten onverlet dat verplichtingen worden uitgevoerd die voortvloeien uit contracten die vóór 1 december 2011 zijn toegekend of gesloten en die betrekking hebben op investeringen die vóór 23 september 2011 in Syrië zijn gedaan door in de lidstaten gevestigde ondernemingen.

Artikel 8

De levering van bankbiljetten en munten in de Syrische munteenheid aan de Centrale Bank van Syrië is verboden.

BEPERKINGEN OP DE FINANCIERING VAN BEPAALDE ONDERNEMINGEN

Artikel 9

Het is verboden:

a)

een financiële lening of krediet te verstrekken aan ondernemingen in Syrië die actief zijn in de exploratie-, de productie- of de raffinagesector van de Syrische aardolie-industrie of aan Syrische ondernemingen of ondernemingen in Syrisch bezit die buiten Syrië in die sectoren actief zijn;

b)

een financiële lening of krediet te verstrekken aan ondernemingen in Syrië die actief betrokken zijn bij de bouw van nieuwe elektriciteitscentrales voor de opwekking van elektriciteit in Syrië;

c)

een deelneming te verwerven of uit te breiden in ondernemingen in Syrië die actief zijn in de exploratie-, de productie- of de raffinagesector van de Syrische aardolie-industrie of in Syrische ondernemingen of ondernemingen in Syrisch bezit die buiten Syrië in die sectoren actief zijn, alsook dergelijke ondernemingen volledig te verwerven en aandelen of effecten die een deelnemingsrecht vertegenwoordigen te verwerven;

d)

een deelneming te verwerven of uit te breiden in ondernemingen in Syrië die actief betrokken zijn bij de bouw van nieuwe elektriciteitscentrales voor de opwekking van elektriciteit in Syrië, alsook dergelijke ondernemingen volledig te verwerven en aandelen of effecten die een deelnemingsrecht vertegenwoordigen te verwerven;

e)

een joint venture op te richten met ondernemingen in Syrië die actief zijn in de exploratie-, de productie- of de raffinagesector van de Syrische aardolie-industrie, en met dochterondernemingen of filialen onder hun zeggenschap;

f)

een joint venture op te richten met ondernemingen in Syrië die actief betrokken zijn bij de bouw van nieuwe elektriciteitscentrales voor de opwekking van elektriciteit in Syrië, en met dochterondernemingen of filialen onder hun zeggenschap.

Artikel 10

1.   De in artikel 9, punten a) en c), neergelegde verboden:

i)

laten onverlet dat verplichtingen worden uitgevoerd die voortvloeien uit contracten of overeenkomsten die vóór 23 september 2011 zijn gesloten;

ii)

beletten niet dat een deelneming wordt uitgebreid uit hoofde van een verplichting die voortvloeit uit een vóór 23 september 2011 gesloten overeenkomst.

2.   De in artikel 9, punten b) en d), neergelegde verboden:

i)

laten onverlet dat verplichtingen worden uitgevoerd die voortvloeien uit contracten of overeenkomsten die vóór 1 december 2011 zijn gesloten;

ii)

beletten niet dat een deelneming wordt uitgebreid uit hoofde van een verplichting die voortvloeit uit een vóór 1 december 2011 gesloten overeenkomst.

BEPERKINGEN OP INFRASTRUCTUURPROJECTEN

Artikel 11

1.   Directe of indirecte deelname aan de bouw van nieuwe elektriciteitscentrales voor de opwekking van elektriciteit in Syrië is verboden.

2.   Het is verboden om technische bijstand te bieden of om financiering of financiële bijstand te bieden in verband met de bouw van nieuwe elektriciteitscentrales in Syrië.

3.   Het in de leden 1 en 2 neergelegde verbod laat onverlet dat verplichtingen worden uitgevoerd die voortvloeien uit contracten of overeenkomsten die vóór 1 december 2011 zijn gesloten.

BEPERKINGEN OP DE FINANCIËLE STEUN VOOR HANDEL

Artikel 12

1.   Teneinde met name financiële steun voor de gewelddadige repressie tegen de burgerbevolking in Syrië te voorkomen, betrachten de lidstaten terughoudendheid bij het aangaan van nieuwe verbintenissen op korte en middellange termijn om openbare en particuliere financiële steun voor handel met Syrië - het verstrekken van exportkredieten, garanties en verzekeringen daaronder begrepen - te verlenen aan hun onderdanen of entiteiten die bij deze handel zijn betrokken, met de bedoeling hun uitstaande bedragen te verminderen. Voorts gaan de lidstaten geen nieuwe langetermijnverbintenissen aan voor openbare en particuliere financiële steun voor handel met Syrië.

2.   Lid 1 laat verbintenissen die zijn aangegaan vóór 1 december 2011 onverlet.

3.   Lid 1 heeft geen betrekking op handel die bestemd is voor voedselvoorziening, landbouw, medische zorg of andere humanitaire doeleinden.

HOOFDSTUK 2

FINANCIËLE SECTOR

Artikel 13

De lidstaten gaan geen nieuwe verbintenissen aan voor subsidies, financiële bijstand en concessionele leningen aan de regering van Syrië, ook niet via hun deelneming in internationale financiële instellingen, behalve voor humanitaire of ontwikkelingsdoeleinden.

Artikel 14

Er wordt een verbod ingesteld op:

a)

elke vorm van betaling door de Europese Investeringsbank (EIB) die op grond van of in verband met lopende leningsovereenkomsten tussen Syrië en de EIB plaatsvindt;

b)

de verdere uitvoering door de EIB van alle lopende overeenkomsten inzake de verstrekking van technische bijstand voor staatsprojecten in Syrië.

Artikel 15

De directe of indirecte verkoop, aankoop, tussenhandel of bijstand bij de uitgifte van Syrische overheidsobligaties of door de overheid gegarandeerde obligaties die na 1 december 2011 worden uitgegeven, aan en van de Syrische regering, Syrische overheidsorganen, -bedrijven en -agentschappen, de Centrale Bank van Syrië of in Syrië gevestigde banken, aan en van bijkantoren en dochtermaatschappijen, binnen en buiten de rechtsmacht van de lidstaten, van in Syrië gevestigde banken, aan en van financiële entiteiten die noch in Syrië gevestigd zijn noch onder de rechtsmacht van de lidstaten vallen maar wel onder zeggenschap van in Syrië gevestigde personen en entiteiten staan, aan en van personen of entiteiten die namens hen of op hun aanwijzing handelen of aan en van entiteiten ten aanzien waarvan zij de eigendom of de zeggenschap hebben, is verboden.

Artikel 16

1.   Het openen van nieuwe bijkantoren, dochtermaatschappijen of vertegenwoordigingen van Syrische banken op het grondgebied van de lidstaten en het oprichten van nieuwe joint ventures, het nemen van een eigendomsbelang in banken op het grondgebied van de lidstaten of het aangaan van nieuwe correspondentbankrelaties door Syrische banken, inclusief de Centrale Bank van Syrië en haar bijkantoren en dochtermaatschappijen en andere financiële entiteiten die niet in Syrië gevestigd zijn maar wel onder zeggenschap van in Syrië gevestigde personen of entiteiten staan, met onder de rechtsmacht van de lidstaten vallende banken is verboden.

2.   Het is financiële instellingen op het grondgebied of onder de rechtsmacht van de lidstaten verboden vertegenwoordigingen, dochtermaatschappijen of bankrekeningen in Syrië te openen.

Artikel 17

1.   Het is verboden verzekeringen en herverzekeringen aan te bieden aan de Syrische regering en Syrische overheidsorganen, -bedrijven en -agentschappen, aan personen of entiteiten die namens hen of op hun aanwijzing handelen, of aan entiteiten ten aanzien waarvan zij - ook op onrechtmatige wijze - de eigendom of de zeggenschap hebben.

2.   Lid 1 is niet van toepassing op het aanbieden van:

a)

ziekte- en reisverzekeringen aan natuurlijke personen;

b)

een verplichte verzekering of een verzekering jegens derden aan in de Europese Unie gevestigde Syrische personen, entiteiten of lichamen;

c)

een verzekering of herverzekering aan de eigenaar van een vaar-, vlieg- of voertuig dat gehuurd wordt door een Syrische persoon, entiteit of lichaam, mits laatstgenoemde niet is opgenomen in de lijsten in bijlagen I en II.

HOOFDSTUK 3

TOEGANGSBEPERKINGEN

Artikel 18

1.   De lidstaten nemen de nodige maatregelen om binnenkomst op of doorreis via hun grondgebied te beletten van de op de lijst in bijlage I vermelde personen die verantwoordelijk zijn voor de gewelddadige repressie tegen de burgerbevolking in Syrië, personen die baat hebben bij of steun verlenen aan het regime en personen die banden met hen hebben.

2.   Lid 1 verplicht lidstaten niet eigen onderdanen te beletten hun grondgebied binnen te komen.

3.   Lid 1 laat de gevallen onverlet waarin lidstaten uit hoofde van het internationale recht gebonden zijn, en wel:

a)

als gastland van een internationale intergouvernementele organisatie;

b)

als gastland van een internationale conferentie die is bijeengeroepen door, of plaatsvindt onder auspiciën van de VN;

c)

krachtens een multilaterale overeenkomst die voorrechten en immuniteiten verleent; of

d)

krachtens het Concordaat (Verdrag van Lateranen) van 1929 dat werd gesloten tussen de Heilige Stoel (Vaticaanstad) en Italië.

4.   Lid 3 wordt ook geacht van toepassing te zijn op gevallen waarin een lidstaat optreedt als gastland van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE).

5.   De Raad wordt naar behoren geïnformeerd in elk van de gevallen waarin een lidstaat krachtens lid 3 of lid 4 een vrijstelling verleent.

6.   De lidstaten kunnen vrijstellingen van de krachtens lid 1 opgelegde maatregelen verlenen voor reizen die plaatsvinden op grond van dringende humanitaire noden, of om vergaderingen van intergouvernementele instanties, met inbegrip van door de Unie geïnitieerde vergaderingen, of vergaderingen waarvoor een lidstaat als fungerend voorzitter van de OVSE als gastheer optreedt, bij te wonen wanneer een politieke dialoog wordt gevoerd waarbij de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat in Syrië rechtstreeks worden bevorderd.

7.   Een lidstaat die de in lid 6 bedoelde ontheffingen wil verlenen, brengt zulks schriftelijk ter kennis van de Raad. De vrijstelling wordt geacht te zijn toegestaan, tenzij door één of meer leden van de Raad binnen twee werkdagen na ontvangst van de kennisgeving van de voorgestelde vrijstelling, schriftelijk bezwaar wordt gemaakt bij de Raad. Indien door één of meer leden van de Raad bezwaar wordt gemaakt, kan de Raad met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten de voorgenomen ontheffing te verlenen.

8.   Wanneer een lidstaat krachtens de leden 3 tot en met 7 een machtiging verleent tot binnenkomst op of doorreis via zijn grondgebied van de op de lijst in bijlage I vermelde personen, dan geldt deze machtiging uitsluitend voor het doel waarvoor ze is verleend en voor de daarbij betrokken persoon.

HOOFDSTUK 4

BEVRIEZING VAN TEGOEDEN EN ECONOMISCHE MIDDELEN

Artikel 19

1.   Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, of eigendom zijn van, in bezit zijn van of onder zeggenschap staan van de op de lijsten in bijlage I en bijlage II vermelde personen die verantwoordelijk zijn voor de gewelddadige repressie tegen de burgerbevolking in Syrië, personen en entiteiten die baat hebben bij of steun verlenen aan het regime en personen en entiteiten die banden met hen hebben, worden bevroren.

2.   Er worden geen tegoeden of economische middelen rechtstreeks of onrechtstreeks ter beschikking gesteld aan of ten behoeve van de op de lijsten in bijlage I en bijlage II vermelde natuurlijke of rechtspersonen of entiteiten.

3.   De bevoegde autoriteit van een lidstaat kan, onder voorwaarden die zij passend acht, het vrijgeven van bepaalde bevroren tegoeden of andere economische middelen of het ter beschikking stellen van bepaalde tegoeden of andere economische middelen toestaan, nadat zij heeft vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a)

noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de op de lijsten in bijlage I en bijlage II vermelde personen en de leden van hun gezin die van hen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of openbare voorzieningen;

b)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor het loutere houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen; of

d)

noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de bevoegde autoriteit de bevoegde autoriteit van de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken voor zij de toestemming geeft, in kennis stelt van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming moet worden gegeven;

e)

noodzakelijk zijn voor humanitaire doeleinden, zoals het verlenen van bijstand of het faciliteren van de verlening van bijstand, mede omvattende medische benodigdheden, voedsel, humanitaire hulpverleners en gerelateerde hulp, of evacuaties uit Syrië;

f)

gestort zullen worden op of betaald zullen worden van een rekening van een diplomatieke of consulaire missie of een internationale organisatie die bescherming geniet op grond van het internationaal recht, voor zover die betalingen bestemd zijn voor de officiële doelen van de diplomatieke of consulaire missie of de internationale organisatie.

De lidstaten stellen elkaar en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit lid is verleend.

4.   In afwijking van lid 1 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een gerechtelijk, administratief of arbitraal retentierecht dat is vastgesteld vóór de datum waarop de natuurlijke of rechtspersoon of de entiteit, bedoeld in lid 1 van dit artikel, op de lijsten in bijlage I en bijlage II werd geplaatst, of van een gerechtelijke, administratieve of arbitrale beslissing die vóór die datum is gegeven;

b)

de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend benut om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijk retentierecht zijn gewaarborgd of door een dergelijk vonnis geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wet- en regelgeving tot vaststelling van de rechten van de personen die titularis zijn van dergelijke vorderingen;

c)

het retentierecht of de beslissing komt niet ten goede aan een op de lijsten in bijlage I of II vermelde natuurlijke of rechtspersoon of entiteit; en

d)

de erkenning van het retentierecht of van de uitspraak is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

De lidstaten stellen elkaar en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit lid is verleend.

5.   Lid 1 belet niet dat een op de lijst in de bijlage vermelde persoon of entiteit een betaling verricht die verschuldigd is uit hoofde van een contract dat is gesloten vóór deze persoon of entiteit op de lijst werd geplaatst, op voorwaarde dat de betrokken lidstaat heeft vastgesteld dat de betaling niet rechtstreeks of onrechtstreeks wordt ontvangen door een in lid 1 bedoelde persoon of entiteit.

6.   Lid 1 belet niet dat een op de lijst in bijlage II vermelde entiteit, gedurende een tijdsbestek van twee maanden na de datum waarop zij op de lijst is geplaatst, uit bevroren tegoeden of economische middelen die zij heeft ontvangen nadat zij op die lijst is geplaatst, een betaling verricht die verschuldigd is uit hoofde van een overeenkomst in verband met de financiering van handelstransacties, mits de lidstaat in kwestie heeft vastgesteld dat de betaling niet rechtstreeks of onrechtstreeks wordt ontvangen door een in lid 1 bedoelde persoon of entiteit.

7.   Lid 2 is niet van toepassing op het overmaken op bevroren rekeningen van:

a)

rente of andere inkomsten op bevroren rekeningen; of

b)

betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van overeenkomsten, afspraken of verplichtingen die zijn gesloten of zijn ontstaan vóór de datum waarop dit besluit op die rekeningen van toepassing werd,

mits deze rente, andere inkomsten en betalingen onder lid 1 blijven vallen.

HOOFDSTUK 5

ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 20

Geen vorderingen, ook niet tot schadeloosstelling of soortgelijke vergoedingen, bijvoorbeeld op grond van schuldvergelijking, van boetebedingen, van een garantie, van verlenging of betaling van een obligatie, van een financiële garantie, waaronder op grond van kredietbrieven en soortgelijke instrumenten, in verband met een overeenkomst of transactie waarvan de uitvoering, al dan niet rechtstreeks, geheel of gedeeltelijk werd geraakt door maatregelen overeenkomstig dit besluit, worden toegewezen aan de op de lijsten in bijlage I en bijlage II vermelde personen en entiteiten, aan een andere persoon of entiteit in Syrië, met inbegrip van de regering van Syrië en Syrische overheidsorganen, -bedrijven en -agentschappen, of aan een persoon of entiteit die met behulp van of ten behoeve van de bedoelde personen en entiteiten optreedt.

Artikel 21

1.   De Raad stelt op voorstel van een lidstaat of van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid de in de bijlage I en bijlage II opgenomen lijsten en eventuele wijzigingen daarin vast.

2.   De Raad stelt de betrokken persoon of entiteit in kennis van zijn besluit betreffende de opneming in de lijst, alsmede van de motivering hiervoor, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de publicatie van een kennisgeving, zodat de persoon of entiteit daarover opmerkingen kan indienen.

3.   Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, heroverweegt de Raad zijn besluit en brengt hij de betrokken persoon of entiteit van de resultaten daarvan op de hoogte.

Artikel 22

1.   In bijlage I en bijlage II worden de gronden voor opneming van de betrokken personen en entiteiten in de lijsten vermeld.

2.   Bijlage I en bijlage II bevatten ook de informatie, indien beschikbaar, die nodig is voor het identificeren van de betrokken personen of entiteiten. Met betrekking tot personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres indien bekend en functie of beroep. Met betrekking tot entiteiten kan die informatie namen, plaats en datum van registerinschrijving, registratienummer en plaats van vestiging omvatten.

Artikel 23

Het is verboden bewust of opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of die tot gevolg hebben dat de in dit besluit opgenomen verbodsbepalingen worden omzeild.

Artikel 24

Om het effect van de in dit besluit opgenomen maatregelen zo groot mogelijk te maken, moedigt de Unie derde landen aan soortgelijke beperkende maatregelen als de in dit besluit genoemde te treffen.

Artikel 25

Dit besluit is van toepassing gedurende een periode van 12 maanden. Het wordt voortdurend geëvalueerd. Het kan zo nodig worden verlengd of gewijzigd indien de Raad van oordeel is dat de doelstellingen ervan niet zijn verwezenlijkt.

Artikel 26

Besluit 2011/273/GBVB wordt hierbij ingetrokken.

Artikel 27

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 1 december 2011.

Voor de Raad

De voorzitster

C. ASHTON


(1)  PB L 121 van 10.5.2011, blz. 11.


BIJLAGE I

Lijst van de in de artikelen 18 en 19 bedoelde personen en entiteiten

A.   Personen

 

Naam

Identificatiegegevens

Redenen

Datum van plaatsing op de lijst

1.

Bashar Al-Assad

Geboren op 11 september 1965 te Damascus;

diplomatiek paspoort nr. D1903

President van de republiek; opdrachtgever en coördinator van het harde optreden tegen demonstranten.

23.05.2011

2.

Mahir (alias Maher) Al-Assad

Geboren op 8 december 1967;

diplomatiek paspoort nr. 4138

Commandant van de vierde pantserdivisie, lid van het centraal comité van de Baath-partij, sterke man van de Republikeinse Garde; broer van president Bashar Al-Assad; belangrijkste opdrachtgever van het harde optreden tegen demonstranten.

09.05.2011

3.

Ali Mamluk (alias Mamlouk)

Geboren op 19 februari 1946 te Damascus;

diplomatiek paspoort nr. 983

Chef van de Syrische algemene inlichtingendienst; betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten.

09.05.2011

4.

Muhammad Ibrahim Al-Sha′ar (alias Mohammad Ibrahim Al-Chaar)

 

Minister van Binnenlandse Zaken; betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten.

09.05.2011

5.

Atej (alias Atef, Atif) Najib

 

Voormalig hoofd politieke veiligheidsdienst in Deraa; neef van president Bashar Al-Assad; betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten.

09.05.2011

6.

Hafiz Makhluf (alias Hafez Makhlouf)

Geboren op 2 april 1971 te Damascus;

diplomatiek paspoort nr. 2246

Kolonel die de leiding heeft over een eenheid van de algemene inlichtingendienst, afdeling Damascus; neef van president Bashar Al-Assad; een van de getrouwen van Mahir Al-Assad; betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten.

09.05.2011

7.

Muhammed Dib Zaytun (alias Mohammed Dib Zeitoun)

Geboren op 20 mei 1951 te Damascus;

diplomatiek paspoort nr. D000001300

Hoofd van de politieke veiligheidsdienst; betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten.

09.05.2011

8.

Amjad Al-Abbas

 

Hoofd van de politieke veiligheid in Banyas, is betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten in Baida.

09.05.2011

9.

Rami Makhlouf

Geboren op 10.7.1969 te Damascus,

paspoort nr. 454224

Syrisch zakenman. Geassocieerd met Mahir Al-Assad; neef van president Bashar Al-Assad; financiert het regime en maakt daardoor het harde optreden tegen demonstranten mogelijk.

09.05.2011

10.

Abd Al-Fatah Qudsiyah

Geboren in 1953 te Hama,

diplomatiek paspoort nr. D0005788

Hoofd Syrische militaire inlichtingendienst; betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking.

09.05.2011

11.

Jamil Hassan

 

Hoofd inlichtingendienst van de Syrische luchtmacht; betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking.

09.05.2011

12.

Rustum Ghazali

Geboren op 3.5.1953 te Deraa;

diplomatiek paspoort nr. D000000887

Hoofd Syrische militaire inlichtingendienst voor het plattelandsgebied rond Damascus; betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking.

09.05.2011

13.

Fawwaz Al-Assad

Geboren op 18.6.1962 te Kerdala;

paspoort nr. 88238

Betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking als lid van de Shabiha-militie.

09.05.2011

14.

Munzir Al-Assad

Geboren op 1.3.1961 te Lattaquié;

paspoort nr. 86449 en nr. 842781

Betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking als lid van de Shabiha-militie.

09.05.2011

15.

Asif Shawkat

Geboren op 15.1.1950 te Al-Madehleh, Tartus

Adjunct-stafchef voor veiligheid en verkenning, is betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking.

23.05.2011

16.

Hisham Ikhtiyar

Geboren in 1941

Hoofd van het Syrische bureau van nationale veiligheid, is betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking.

23.05.2011

17.

Faruq Al Shar′

Geboren op 10.12.1938

Vicepresident van Syrië, is betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking.

23.05.2011

18.

Muhammad Nasif Khayrbik

Geboren op 10.4.1937 (of 20.5.1937) te Hama,

diplomatiek paspoort nr. 0002250

Plaatsvervangend vicepresident van Syrië belast met nationale veiligheidszaken, is betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking.

23.05.2011

19.

Mohamed Hamcho

Geboren op 20.5.1966;

paspoort nr. 002954347

Zwager van Mahir Al-Assad; zakenman en lokaal vertegenwoordiger van verscheidene buitenlandse bedrijven; financiert het regime en maakt daardoor het harde optreden tegen demonstranten mogelijk.

23.05.2011

20.

Iyad (alias Eyad) Makhlouf

Geboren op 21.1.1973 te Damascus;

paspoort nr. N001820740

Broer van Rami Makhlouf en officier van de algemene inlichtingendienst, betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking.

23.05.2011

21.

Bassam Al Hassan

 

Adviseur van de president voor strategische zaken; betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking.

23.05.2011

22.

Dawud Rajiha

 

Stafchef van de strijdkrachten, verantwoordelijk voor de betrokkenheid van het leger bij het harde optreden tegen vreedzame demonstranten.

23.05.2011

23.

Ihab (alias Ehab, Iehab) Makhlouf

Geboren op 21.1.1973 te Damascus;

paspoort nr. N002848852

Vicepresident van SyriaTel en zaakwaarnemer voor het VS-bedrijf van Rami Makhlouf; financiert het regime en maakt daardoor het harde optreden tegen demonstranten mogelijk.

23.05.2011

24.

Zoulhima Chaliche (Dhu al-Himma Shalish)

Geboren in 1951 of 1946 te Kerdaha.

Hoofd van de presidentiële lijfwacht; is betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten; volle neef van president Bashar Al-Assad.

23.6.2011

25.

Riyad Chaliche (Riyad Shalish)

 

Directeur van het Military Housing Establishment; financieringsbron van het regime; volle neef van president Bashar Al-Assad.

23.6.2011

26.

Brigadier Commandant Mohammad Ali Jafari (alias Ja'fari, Aziz; alias Jafari, Ali; alias Jafari, Mohammad Ali; alias Ja'fari, Mohammad Ali; alias Jafari-Najafabadi, Mohammad Ali)

Geboortedatum: 1 sept. 1957; geboorteplaats: Yazd, Iran.

Algemeen bevelhebber van de Iraanse revolutionaire wachten, betrokken bij het verstrekken van uitrusting en steun om het Syrische regime te helpen de protesten in Syrië te onderdrukken.

23.6.2011

27.

Generaal-majoor Qasem Soleimani (alias Qasim Soleimany)

 

Bevelhebber van de Iraanse revolutionaire wachten, IRGC - Qods, betrokken bij het verstrekken van uitrusting en steun om het Syrische regime te helpen de protesten in Syrië te onderdrukken.

23.6.2011

28.

Hossein Taeb (alias Taeb, Hassan; alias Taeb, Hosein; alias TAEB, Hossein; alias Taeb, Hussayn; alias Hojjatoleslam Hossein Ta'eb)

geboortedatum 1963; geboorteplaats Teheran, Iran.

Plaatsvervangend bevelhebber inlichtingen van de Iraanse revolutionaire wachten, betrokken bij het verstrekken van uitrusting en steun om het Syrische regime te helpen de protesten in Syrië te onderdrukken.

23.6.2011

29.

Khalid Qaddur

 

Zakenpartner van Maher Al-Assad; financieringsbron van het regime.

23.6.2011

30.

Ra'if Al-Quwatli (alias Ri'af Al-Quwatli)

 

Zakenpartner van Maher Al-Assad; financieringsbron van het regime.

23.6.2011

31.

Mohammad Mufleh

 

Hoofd van de Syrische militaire inlichtingendienst in de stad Hama; betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten.

1.8.2011

32.

Generaal-majoor Tawfiq Younes

 

Hoofd van de afdeling interne veiligheid van het directoraat algemene inlichtingen; betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking.

1.8.2011

33.

Mohammed Makhlouf (alias Abu Rami)

Geboren op 19.10.1932 te Latakia, Syrië.

Nauw verbonden met, en oom van moederszijde van Bashar en Mahir al-Assad; zakenpartner en vader van Rami, Ihab en Iyad Makhlouf.

1.8.2011

34.

Ayman Jabir

Geboren te Latakia.

Verbonden met Mahir al-Assad als lid van de Shabiha-militie. Direct betrokken bij het harde en gewelddadige optreden tegen de burgerbevolking en bij de coördinatie van de Shabiha-milities.

1.8.2011

35.

Generaal Ali Habib Mahmoud

Geboren in 1939 te Tartous.

Benoemd tot minister van Defensie op 3 juni 2009.

Minister van Defensie. Verantwoordelijk voor (operaties van) de Syrische strijdkrachten die betrokken zijn bij het harde en gewelddadige optreden tegen de burgerbevolking.

1.8.2011

36.

Hayel Al-Assad

 

Adjunct van Maher Al-Assad, hoofd van de militaire politie-eenheid van de vierde divisie van het leger, betrokken bij de repressie

23.8.2011

37.

Ali Al-Salim

 

Directeur van de dienst aankopen van het Syrische ministerie van Defensie, langs welke alle wapenaankopen van het Syrische leger verlopen.

23.8.2011

38.

Nizar Al-Assad (

Image

)

neef van Bashar Al-Assad; voormalig hoofd van de onderneming ‘Nizar Oilfield Supplies’.

Zeer nauwe banden met belangrijke overheidsfunctionarissen. Financiert de Shabiha in regio Latakia.

23.8.2011

39.

Brigadegeneraal Rafiq Shahadah

 

Hoofd Syrische Militaire Inlichtingendienst (SMI), afdeling 293 (Binnenlandse Zaken) in Damascus. Rechtstreeks betrokken bij de onderdrukking van en het geweld tegen de burgerbevolking in Damascus. Adviseur van president Bashar Al-Assad voor strategische aangelegenheden en militaire inlichtingen.

23.8.2011

40.

Brigadegeneraal Jamea Jamea (Jami Jami)

 

Afdelingshoofd Syrische Militaire Inlichtingendienst (SMI) in Dayr az-Zor. Rechtstreeks betrokken bij de onderdrukking van en het geweld tegen de burgerbevolking in Dayr az-Zor en Alboukamal.

23.8.2011

41.

Hassan Bin-Ali Al-Turkmani

Geboren in 1935 in Aleppo

Plaatsvervangend vice-president, voormalig minister van Defensie, speciaal gezant van president Bashar Al-Assad.

23.8.2011

42.

Muhammad Said Bukhaytan

 

Assistent-regionaal secretaris van de Socialistische Arabische Baath-Partij sedert 2005, van 2000 tot 2005 directeur nationale veiligheid van de regionale Baath-partij. Voormalig gouverneur van Hama (1998-2000). Nauwe bondgenoot van president Bashar Al-Assad en Maher Al-Assad. Belangrijkste besluitvormer binnen het regime waar het gaat om onderdrukking van de burgerbevolking.

23.8.2011

43.

Ali Douba

 

Verantwoordelijk voor de moordpartij in Hama in 1980, teruggeroepen naar Damascus als speciaal adviseur van president Bashar Al-Assad.

23.8.2011

44.

Brigadegeneraal Nawful Al-Husayn

 

Afdelingshoofd Syrische Militaire Inlichtingendienst (SMI) in Idlib. Rechtstreeks betrokken bij de onderdrukking van en het geweld tegen de burgerbevolking in de provincie Idlib.

23.8.2011

45.

Brigadegeneraal Husam Sukkar

 

Presidentieel adviseur voor veiligheidszaken. Presidentieel adviseur van de veiligheidsdiensten voor onderdrukking van en geweld tegen de burgerbevolking.

23.8.2011

46.

Brigadegeneraal Muhammed Zamrini

 

Afdelingshoofd Syrische Militaire Inlichtingendienst (SMI) in Homs. Rechtstreeks betrokken bij de onderdrukking van en het geweld tegen de burgerbevolking in Homs.

23.8.2011

47.

Luitenant-generaal Munir Adanov (Adnuf)

 

Plaatsvervangend hoofd generale staf, afdeling operaties en opleiding van het Syrische leger. Rechtstreeks betrokken bij de onderdrukking van en het geweld tegen de burgerbevolking in Syrië.

23.8.2011

48.

Brigadegeneraal Ghassan Khalil

 

Hoofd inlichtingenafdeling van directoraat algemene inlichtingen (GID). Rechtstreeks betrokken bij de onderdrukking van en het geweld tegen de burgerbevolking in Syrië.

23.8.2011

49.

Mohammed Jabir

Geboren in Latakia

Shabiha-militie. Bondgenoot van Maher Al-Assad bij de Shabiha-militie. Rechtstreeks betrokken bij de onderdrukking van en het geweld tegen de burgerbevolking en de coördinatie van de Shabiha-milities.

23.8.2011

50.

Samir Hassan

 

Nauwe zakenpartner van Maher Al-Assad. Verlener van economische steun aan het Syrisch regime.

23.8.2011

51.

Fares Chehabi (Fares Shihabi)

 

Voorzitter van de Kamer van koophandel en industrie van Aleppo. Verleent economische steun aan het Syrische regime.

2.09.2011

52.

Emad Ghraiwati

geboortedatum: maart 1959; geboorteplaats: Damascus, Syrië

voorzitter van de Kamer van industrie van Damascus (Zuhair Ghraiwati Sons). Verleent economische steun aan het Syrische regime.

2.9.2011

53.

Tarif Akhras

geboortedatum: 1949; geboorteplaats: Homs, Syrië

Stichter van de Akhras Group (grondstoffen, handel, verwerking en logistiek), Homs. Verleent economische steun aan het Syrische regime.

2.9.2011

54.

Issam Anbouba

geboortedatum: 1949; geboorteplaats: Lattakia, Syrië

voorzitter van Issam Anbouba Est. (agro-industrie). Verleent economische steun aan het Syrische regime.

2.9.2011

55.

Tayseer Qala Awwad

geboortedatum: 1943; Geboorteplaats Damascus

Minister van Justitie. Geassocieerd met het Syrische regime, onder meer door de ondersteuning van het beleid en de praktijken van dat regime inzake het willekeurig aanhouden en vasthouden.

23.09.2011

56.

Dr. Adnan Hasan Mahmoud

geboortedatum: 1966; Geboorteplaats Tartous

Minister van Voorlichting. Geassocieerd met het Syrische regime, onder meer door het ondersteunen en uitdragen van het voorlichtingsbeleid van dat regime.

23.09.2011

57.

Generaal-majoor Jumah Al-Ahmad

 

Bevelhebber van de speciale strijdkrachten. Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden tegen demonstranten in heel Syrië.

14.11.2011

58.

Kolonel Lu’ai al-Ali

 

Hoofd Syrische militaire inlichtingendienst, afdeling Deraa. Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden tegen demonstranten in Deraa.

14.11.2011

59.

Luitenant-generaal Ali Abdullah Ayyub

 

Adjunct-chef generale staf (militair en burgerlijk personeel) Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden tegen demonstranten in heel Syrië.

14.11.2011

60.

Luitenant-generaal Jasim al-Furayj

 

Hoofd generale staf. Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden tegen demonstranten in heel Syrië.

14.11.2011

61.

General Aous (Aws) ASLAN

Geboren in 1958

Majoor van de Republikeinse Garde. Een van de getrouwen van Maher al-ASSAD en van president al-ASSAD. Heeft deel aan het gewelddadig optreden tegen de burgerbevolking in heel Syrië

14.11.2011

62.

Generaal Ghassan Belal

 

Generaal die het bevel voert over het veiligheidsbureau van de vierde divisie. Adviseur van Maher al-ASSAD en coördinator van de veiligheidsoperaties. Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden tegen de burgerbevolking in heel Syrië.

14.11.2011

63.

Abdullah Berri

 

Leidt de milities van de Berri-clan Verantwoordelijk voor de regeringsgezinde milities die betrokken zijn bij de gewelddadige onderdrukking van de burgerbevolking in Aleppo.

14.11.2011

64.

George Chaoui

 

Lid van het elektronisch leger van Syrië. Heeft deel aan de gewelddadige onderdrukking van en de aanmoediging tot geweld jegens de burgerbevolking in heel Syrië.

14.11.2011

65.

Generaal-majoor Zuhair Hamad

 

Adjunct-chef van de algemene inlichtingendienst. Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden in heel Syrië en voor de intimidatie en foltering van demonstranten.

14.11.2011

66.

Amar Ismael

 

Civiele functionaris - Hoofd van het elektronisch leger van Syrië (inlichtingendienst van de landmacht). Heeft deel aan de gewelddadige onderdrukking van en de aanmoediging tot geweld jegens de burgerbevolking in heel Syrië.

14.11.2011

67.

Mujahed Ismail

 

Lid van het elektronisch leger van Syrië. Heeft deel aan de gewelddadige onderdrukking van en de aanmoediging tot geweld jegens de burgerbevolking in heel Syrië.

14.11.2011

68.

Saqr Khayr Bek

 

Vice-minister van Binnenlandse Zaken. Verantwoordelijk voor de gewelddadige onderdrukking van de burgerbevolking in Syrië.

14.11.2011

69.

Generaal-majoor Nazih

 

Adjunct-directeur van de algemene inlichtingendienst. Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden in heel Syrië en voor de intimidatie en foltering van demonstranten.

14.11.2011

70.

Kifah Moulhem

 

Bataljoncommandant in de vierde divisie. Verantwoordelijk voor de gewelddadige onderdrukking van de burgerbevolking in Dair Al-Zor.

14.11.2011

71.

Generaal-majoor Wajih Mahmud

 

Commandant 18e pantserdivisie. Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden tegen demonstranten in Homs

14.11.2011

72.

Bassam Sabbagh

Geboren op 24/08/1959 in Damascus.

Adres: Kasaa, Anwar Al Attar street, Al Midani building, Damascus.

Syrisch paspoort nr. 004326765, afgiftedatum 2/11/2008, geldig tot november 2014.

Advocaat bij de balie van Parijs.

Leidt advocatenkantoor Sabbagh en partners (Damascus), Juridisch en financieel adviseur en zaakvoerder van Rami Makhlouf en Khaldoun Makhlouf. Partner van Bachar Al-Assad bij de financiering van een vastgoedproject in Latakia. Verstrekt financiële bijstand aan het regime.

14.11.2011

73.

Lt.-Generaal Mustafa Tlass

 

Adjunct-chef generale staf (logistiek en bevoorrading) Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden tegen demonstranten in heel Syrië.

14.11.2011

74.

General-majoor Fu'ad Tawil

 

Adjunct-chef inlichtingendienst Syrische luchtmacht. Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden in heel Syrië en voor de intimidatie en foltering van demonstranten.

14.11.2011

75.

Mohammad Al-Jleilati

Geboortejaar 1945 Geboorteplaats Damascus

Minister van Financiën. Verantwoordelijk voor de Syrische economie

1.12.2011

76.

Dr. Mohammad Nidal Al-Shaar

Geboortejaar 1956 Geboorteplaats Aleppo

minister van Economie en Handel. Verantwoordelijk voor de Syrische economie

1.12.2011

77.

Luitenant-generaal. Fahid Al-Jassim

 

Stafchef. Militaire functionaris betrokken bij het geweld in Homs.

1.12.2011

78.

Generaal-majoor Ibrahim Al-Hassan

 

Adjunct-stafchef. Militaire functionaris betrokken bij het geweld in Homs.

1.12.2011

79.

Brigadegeneraal Khalil Zghraybih

 

14e divisie. Militaire functionaris betrokken bij het geweld in Homs.

1.12.2011

80.

Brigadegeneraal Ali Barakat

 

103e brigade van de Republikeinse Garde. Militaire functionaris betrokken bij het geweld in Homs.

1.12.2011

81.

Brigadegeneraal Talal Makhluf

 

103e brigade van de Republikeinse Garde. Militaire functionaris betrokken bij het geweld in Homs.

1.12.2011

82.

Brigadegeneraal Nazih Hassun

 

Inlichtingendienst van de Syrische luchtmacht. Militaire functionaris betrokken bij het geweld in Homs.

1.12.2011

83.

Kapitein Maan Jdiid

 

Presidentiële garde. Militaire functionaris betrokken bij het geweld in Homs.

1.12.2011

84.

Muahmamd Al-Shaar

 

Politieke veiligheidsdivisie. Militaire functionaris betrokken bij het geweld in Homs.

1.12.2011

85.

Khald Al-Taweel

 

Politieke veiligheidsdivisie. Militaire functionaris betrokken bij het geweld in Homs.

1.12.2011

86.

Ghiath Fayad

 

Politieke veiligheidsdivisie. Militaire functionaris betrokken bij het geweld in Homs.

1.12.2011


B.   Entiteiten

 

Naam

Identificatiegegevens

Redenen

Datum van plaatsing op de lijst

1.

Bena Properties

 

Onder zeggenschap van Rami Makhlouf; financieringsbron van het regime.

23.6.2011

2.

Al Mashreq Investment Fund (AMIF) (alias Sunduq Al Mashrek Al Istithmari)

P.O. Box 108, Damascus

Tel.: 963 112110059 / 963 112110043

Fax: 963 933333149

Onder zeggenschap van Rami Makhlouf; financieringsbron van het regime.

23.6.2011

3.

Hamcho International (alias Hamsho International Group)

Baghdad Street, PO Box 8254, Damascus

Tel.: 963 112316675

Fax: 963 112318875

Website: www.hamshointl.com

Email: info@hamshointl.com en hamshogroup@yahoo.com

Onder zeggenschap van Mohamed Hamcho of Hamsho; financieringsbron van het regime.

23.6.2011

4.

Military Housing Establishment (alias MILIHOUSE)

 

Maatschappij voor openbare werken onder zeggenschap van Riyad Chaliche en het ministerie van Defensie; financieringsbron van het regime.

23.6.2011

5.

Directoraat politieke veiligheid

 

Dienst van de Syrische staat die rechtstreeks deelneemt aan de onderdrukking.

23.8.2011

6.

Directoraat algemene inlichtingen

 

Dienst van de Syrische staat die rechtstreeks deelneemt aan de onderdrukking.

23.8.2011

7.

Directoraat militaire inlichtingen

 

Dienst van de Syrische staat die rechtstreeks deelneemt aan de onderdrukking.

23.8.2011

8.

Inlichtingendienst luchtmacht

 

Dienst van de Syrische staat die rechtstreeks deelneemt aan de onderdrukking.

23.8.2011

9.

Quds-divisie van de Revolutionaire Garde (IRGC) (ook Qods-divisie)

Teheran, Iran

De Quds-divisie is een gespecialiseerd onderdeel van de Iraanse Islamitische Revolutionaire Garde (IRGC). De Quds-divisie levert uitrusting en verleent steun om het Syrische regime te helpen de protesten in het land de kop in te drukken. De Quds-divisie heeft de Syrische veiligheidsdiensten technische bijstand, uitrusting en ondersteuning verstrekt om de burgerprotest-beweging te onderdrukken.

23.8.2011

10.

Mada Transport

Filiaal van de Cham Holding (Sehanya Daraa Highway, PO Box 9525, tel: 00 963 11 99 62)

Economische entiteit die het regime financiert.

2.09.2011

11.

Cham Investment Group

Filiaal van de Cham Holding (Sehanya Daraa Highway, PO Box 9525, tel: 00 963 11 99 62)

Economische entiteit die het regime financiert.

2.09.2011

12.

Real Estate Bank

Insurance Bldg- Yousef Al-azmeh sqr. Damascus P.O. Box: 2337 Damascus Syrian Arab Republic

tel.: (+963) 11 2456777 en 2218602

Fax: (+963) 11 2237938 en 2211186

e-mail: Publicrelations@reb.sy,

Website: www.reb.sy

Overheidsbank die het regime financiert.

2.09.2011

13.

Addounia TV (alias: Dounia TV)

Tel.: +963-11-5667274, +963-11-5667271,

Fax: +963-11-5667272

Website: http://www.addounia.tv

Addounia TV heeft aangezet tot geweld tegen de burgerbevolking van Syrië.

23.09.2011

14.

Cham Holding

Cham Holding Building Daraa Highway - Ashrafiyat Sahnaya Rif Dimashq – Syria P.O Box 9525

Tel.: +963 (11) 9962 +963 (11) 668 14000 +963 (11) 673 1044

Fax: +963 (11) 673 1274

E-mail: info@chamholding.sy

www.chamholding.sy

Onder zeggenschap van Rami Makhlouf; grootste holding van Syrië, die profijt trekt uit het regime en dat ook ondersteunt.

23.09.2011

15.

El-Tel Co. (alias El-Tel Middle East Company)

Adres: Dair Ali Jordan Highway, P.O.Box 13052, Damascus – Syria

Tel.: +963-11-2212345

Fax: +963-11-44694450

E-mail: sales@eltelme.com

Website: www.eltelme.com

Vervaardiging en levering van telecommunicatie-apparatuur voor het leger.

23.09.2011

16.

Ramak Constructions Co.

Adres: Daa'ra Highway, Damascus, Syria

Tel.: +963-11-6858111

Mobiele tel.: +963-933-240231

Bouw van legerkazernes, grenspostgebouwen en andere gebouwen ten behoeve van het leger.

23.09.2011

17.

Souruh Company (alias SOROH Al Cham Company)

Adres: Adra Free Zone Area Damascus – Syria

Tel.: +963-11-5327266

Mobiele tel.: +963-933-526812 +963-932-878282

Fax:+963-11-5316396

E-mail: sorohco@gmail.com

Website: http://sites.google.com/site/sorohco

Investeringen in plaatselijke militaire industriële projecten waarbij onderdelen van wapens en aanverwante producten worden vervaardigd. Rami Makhlouf is voor 100% eigenaar van het bedrijf.

23.09.2011

18.

Syriatel

Thawra Street, Ste Building 6e etage, BP 2900

Tel.: +963 11 61 26 270

Fax: +963 11 23 73 97 19

E-mail: info@syriatel.com.sy;

Website: http://syriatel.sy/

Onder zeggenschap van Rami Makhlouf; financieringsbron van het regime. Middels een licentieovereenkomst betaalt het bedrijf 50% van zijn winst aan de regering.

23.09.2011

19.

Cham Press TV

Al Qudsi building, 2nd Floor - Baramkeh - Damascus

Tel: +963 - 11- 2260805

Fax: +963 - 11 - 2260806

E-mail: mail@champress.com

Website: www.champress.net

Televisiezender; neemt deel aan desinformatie-campagnes en zet aan tot haat tegen de demonstranten.

1.12.2011

20.

Al Watan

Al Watan Newspaper - Damascus – Duty Free Zone

Tel.: 00963 11 2137400

Fax: 00963 11 2139928

Krant; neemt deel aan desinformatie-campagnes en zet aan tot haat tegen de demonstranten.

1.12.2011

21.

Centre d’études et de recherches syrien (CERS) (alias. CERS, Centre d’Etude et de Recherche Scientifique; alias SSRC, Scientific Studies and Research Center; alias Centre de Recherche de Kaboun

Barzeh Street, PO Box 4470, Damascus

Steunt het Syrische leger bij het verwerven van materiaal dat rechtstreeks wordt gebruikt om betogers in de gaten te houden en te onderdrukken.

1.12.2011

22.

Business Lab

Maysat Square Al Rasafi Street Bldg. 9, PO Box 7155, Damascus

Tel.: 963112725499;

Fax: 963112725399

Dekmantelbedrijf voor het verwerven van gevoelig materiaal door het CERS

1.12.2011

23.

Industrial Solutions

Baghdad Street 5, PO Box 6394, Damascus

tel./fax: 963114471080

Dekmantelbedrijf voor het verwerven van gevoelig materiaal door het CERS.

1.12.2011

24.

Mechanical Construction Factory (MCF)

P.O. Box 35202, Industrial Zone, Al-Qadam Road, Damascus

Dekmantelbedrijf voor het verwerven van gevoelig materiaal door het CERS.

1.12.2011

25.

Syronics – Syrian Arab Co. for Electronic Industries

Kaboon Street, P.O.Box 5966, Damascus

Tel.-Nr.:+963-11-5111352

Fax: +963 -11 -5110117

Dekmantelbedrijf voor het verwerven van gevoelig materiaal door het CERS.

1.12.2011

26.

Handasieh – Organization for Engineering Industries

P.O.Box 5966,Abou Bakr Al Seddeq Str. Damascus en PO BOX 2849 Al Moutanabi Street, Damascus en PO BOX 21120 Baramkeh, Damascus

Tel.: 963112121816 – 963112121834 – 963112214650 – 963112212743 - 963115110117

Dekmantelbedrijf voor het verwerven van gevoelig materiaal door het CERS.

1.12.2011

27.

Syria Trading Oil Company (Sytrol)

Prime Minister Building, 17 Street Nissan, Damascus, Syria.

Staatsbedrijf, verantwoordelijk voor de gehele Syrische olie-export. Financiert het regime.

1.12.2011

28.

General Petroleum Corporation (GPC)

New Sham- Building of Syrian Oil Company, PO Box 60694, Damascus, Syria BOX: 60694

Tel.: 963113141635

Fax: 963113141634

E-mail: info@gpc-sy.com

Oliemaatschappij die staatseigendom is. Financiert het regime.

1.12.2011

29.

Al Furat Petroleum Company

Dummar - New Sham - Western Dummer 1st. Island -Property 2299- AFPC Building P.O. Box 7660 Damascus – Syria.

Tel: 00963-11- (6183333), 00963-11- (31913333)

Fax: 00963-11- (6184444), 00963-11- (31914444)

afpc@afpc.net.sy

Joint venture, voor 50% eigendom van GPC. Financiert het regime.

1.12.2011


BIJLAGE II

Lijst van in artikel 19, lid 1, bedoelde entiteiten

Entiteiten

 

Naam

Identificatiegegevens

Redenen

Datum van plaatsing op de lijst

1.

Commercial Bank of Syria

Damascus Branch, P.O. Box 2231, Moawiya St., Damascus, Syria;- P.O. Box 933, Yousef Azmeh Square, Damascus, Syria;

Aleppo Branch, P.O. Box 2, Kastel Hajjarin St., Aleppo, Syria; SWIFT/BIC CMSY SY DA; all offices worldwide [NPWMD] Website: http://cbs-bank.sy/En-index.php

Tel: +963 11 2218890

Fax: +963 11 2216975

general management: dir.cbs@mail.sy

Overheidsbank die het regime financiert.

13.10.2011