6.4.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 90/50


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 4 april 2011

ter uitvoering van Richtlijn 97/78/EG van de Raad wat betreft het overladen in de grensinspectiepost van binnenkomst van zendingen producten, bestemd voor invoer in de Unie of voor derde landen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 2067)

(Voor de EER relevante tekst)

(2011/215/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (1), en met name artikel 9, lid 2, en artikel 11, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 97/78/EG bepaalt dat door de lidstaten veterinaire controles overeenkomstig die richtlijn moeten worden uitgevoerd op producten van dierlijke oorsprong en bepaalde plantaardige producten die uit derde landen in de Unie worden binnengebracht. Zij bepaalt ook dat de lidstaten erop moeten toezien dat zendingen van dergelijke producten de Unie via een grensinspectiepost binnenkomen.

(2)

Artikel 9 van Richtlijn 97/78/EG voorziet in de procedures die in de grensinspectiepost van binnenkomst moeten worden uitgevoerd bij zendingen die voor invoer in de Unie via een andere grensinspectiepost bestemd zijn maar die in de grensinspectiepost van binnenkomst worden overgeladen in het douanegebied van dezelfde haven of luchthaven in de Unie.

(3)

Artikel 11 van Richtlijn 97/78/EG betreft zendingen die afkomstig zijn uit een derde land en die in de grensinspectiepost van aankomst in het douanegebied van dezelfde haven of luchthaven in de Unie worden overgeladen maar die bestemd zijn om verder te worden vervoerd naar een ander derde land via het grondgebied van de Unie via een andere grensinspectiepost of direct naar een derde land zonder dat zij in een andere grensinspectiepost worden binnengebracht.

(4)

Bovendien voorzien de artikelen 9 en 11 van Richtlijn 97/78/EG in een aantal afwijkingen van de algemene voorschriften inzake de in de grensinspectiepost van binnenkomst uitgevoerde veterinaire controles. Die afwijkingen hebben een verschillende werkingssfeer en houden verband met de eindbestemming van de zendingen en de duur van de opslag van de zendingen tijdens het overlaadproces in de grensinspectiepost van aankomst.

(5)

Die duur wordt bepaald onder verwijzing naar een minimum- en een maximumperiode voor een dergelijke opslag, die moeten worden bepaald overeenkomstig de in Richtlijn 97/78/EG bedoelde procedure.

(6)

Beschikking 2000/25/EG van de Commissie van 16 december 1999 houdende vaststelling van de nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 9 van Richtlijn 97/78/EG van de Raad betreffende de overlading van producten in een inspectiepost aan de grens voor zendingen die uiteindelijk bestemd zijn voor invoer in de Europese Gemeenschap, en tot wijziging van Beschikking 93/14/EEG van de Commissie (2) stelt thans de minimum- en maximumperioden vast die gelden wanneer de zendingen zijn bestemd voor invoer in de Unie via een andere grensinspectiepost die is gelegen op hetzelfde grondgebied of op het grondgebied van een andere lidstaat.

(7)

Beschikking 2000/25/EG is niet helemaal duidelijk wat betreft de werkingssfeer van de voorschriften betreffende zendingen die in het douanegebied van dezelfde haven of luchthaven van het ene vliegtuig op het andere of van het ene schip op het andere worden overgeladen voor doorvoer naar een derde land zonder verdere tussenstop op het grondgebied van de Unie of via het grondgebied van de Unie. Daarom moeten in dit besluit voorschriften worden vastgesteld om de reeds in Beschikking 2000/25/EG vastgestelde bepalingen te verduidelijken, inclusief voorschriften over de relevante minimumperioden.

(8)

Om de volks- en de diergezondheid te vrijwaren, moet de officiële dierenarts in de grensinspectiepost van binnenkomst passende informatie over de onder de artikelen 9 en 11 van Richtlijn 97/78/EG vallende zendingen ontvangen. Daarom moeten voorschriften worden vastgesteld inzake de informatie die door de voor de lading verantwoordelijke persoon bij aankomst van de zending in de grensinspectiepost moet worden verstrekt.

(9)

De minimumperiode waarna veterinaire controles moeten worden uitgevoerd op zendingen die in dezelfde haven van het ene schip op het andere worden overgeladen en die bestemd zijn voor invoer of doorvoer naar derde landen, als bedoeld in de artikelen 9 en 11 van Richtlijn 97/78/EG, bedraagt zeven dagen.

(10)

Bij zendingen die van het ene schip op het andere worden overgeladen in dezelfde haven in de grensinspectiepost van aankomst en die direct bestemd zijn voor een derde land zonder verdere tussenstop op het grondgebied van de Unie, nemen de risico’s voor de dier- en de volksgezondheid in de Unie af, aangezien het contact van de zendingen met het grondgebied van de Unie beperkt is. In dergelijke gevallen kan het dienstig zijn om de in de artikelen 9 en 11 van Richtlijn 97/78/EG bedoelde minimumperiode te verlengen.

(11)

Voor die verlenging moeten door de lidstaat van de grensinspectiepost van aankomst passende garanties worden gesteld. Die lidstaat moet er met name voor zorgen dat wordt verhinderd dat dergelijke zendingen naar een andere haven in de Unie worden gebracht, en dat zij direct naar een derde land worden verzonden. Bovendien moet die lidstaat de Commissie en de andere lidstaten passende informatie over die garanties verstrekken, waaronder informatie over het monitoringsysteem om ervoor te zorgen dat de perioden en de regelingen voor het verder vervoer naar een specifieke bestemming, als aangegeven in de kennisgeving van de zending, worden nageleefd.

(12)

Verder is het van belang dat wordt aangegeven dat de zendingen na het verstrijken van de in dit besluit vastgestelde maximumperioden moeten worden onderworpen aan alle in Richtlijn 97/78/EG vastgestelde veterinaire controles.

(13)

Voor de duidelijkheid en de samenhang van de wetgeving van de Unie moet Beschikking 2000/25/EG worden ingetrokken en door dit besluit worden vervangen.

(14)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Wanneer zendingen in een grensinspectiepost voor overlading worden aangeboden, stelt de voor de lading verantwoordelijke persoon de officiële dierenarts in de grensinspectiepost in kennis van het volgende:

a)

het geschatte tijdstip van het lossen van de zending;

b)

de grensinspectiepost van bestemming in de Unie in geval van invoer of doorvoer door de Unie of het derde land van bestemming in geval van directe doorvoer naar een derde land;

c)

de exacte locatie van de zending, als zij niet direct in het vliegtuig of het schip voor verzending naar de verdere bestemming wordt geladen;

d)

het geschatte tijdstip van het laden van de zending in het vliegtuig of het schip voor verzending naar de verdere bestemming.

Die kennisgeving wordt gedaan bij aankomst van de zending in de grenscontrolepost en met behulp van een door de bevoegde autoriteit vastgesteld middel.

Artikel 2

1.   De in artikel 9, lid 1, onder b), i), van Richtlijn 97/78/EG bedoelde minimumperiode bedraagt:

a)

12 uur voor een luchthaven;

b)

zeven dagen voor een haven.

2.   De in artikel 9, lid 1, onder b), i), van Richtlijn 97/78/EG bedoelde maximumperiode bedraagt:

a)

48 uur voor een luchthaven;

b)

20 dagen voor een haven.

Artikel 3

1.   Voor de toepassing van artikel 11 van Richtlijn 97/78/EG bedraagt de in artikel 9, lid 1, onder a), van die richtlijn bedoelde minimumperiode:

a)

12 uur voor een luchthaven;

b)

zeven dagen voor een haven.

2.   Voor de toepassing van artikel 11, lid 1, van Richtlijn 97/78/EG en artikel 11, lid 2, onder b), tweede streepje, van die richtlijn kunnen de lidstaten de in lid 1, onder b), van dit artikel vastgestelde minimumperiode verlengen tot 14 dagen, mits:

a)

de zendingen afkomstig zijn van een derde land en bestemd zijn voor een ander derde land zonder verdere tussenstop op de grondgebieden, vermeld in bijlage I bij Richtlijn 97/78/EG;

b)

de zendingen in de grensinspectiepost in het douanegebied van dezelfde haven in de Unie van het ene schip op het andere worden overgeladen;

c)

de betrokken lidstaat de Commissie en de andere lidstaten in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid een gedetailleerde rechtvaardiging verstrekt, waarin wordt aangegeven dat alle nodige maatregelen zijn genomen om te verhinderen dat dergelijke zendingen naar een andere haven in de Unie worden gebracht in plaats van direct te worden overgeladen op een schip dat een derde land als bestemming heeft.

Die maatregelen omvatten een monitoringsysteem om ervoor te zorgen dat de perioden en de regelingen inzake de verdere bestemming, als aangegeven in de in artikel 1 bedoelde kennisgeving, worden nageleefd.

Artikel 4

Wanneer de in artikel 2, lid 2, vastgestelde maximumperiode is verstreken, wordt de zending in de grensinspectiepost van binnenkomst onderworpen aan de in artikel 4 van Richtlijn 97/78/EG bedoelde overeenstemmings- en materiële controles.

Artikel 5

Beschikking 2000/25/EG wordt ingetrokken.

Artikel 6

Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 mei 2011.

Artikel 7

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 4 april 2011.

Voor de Commissie

John DALLI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 24 van 30.1.1998, blz. 9.

(2)  PB L 9 van 13.1.2000, blz. 27.