6.4.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 91/1


BESLUIT VAN DE EUROPESE RAAD

van 25 maart 2011

tot wijziging van artikel 136 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met betrekking tot een stabiliteitsmechanisme voor de lidstaten die de euro als munt hebben

(2011/199/EU)

DE EUROPESE RAAD,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 48, lid 6,

Gezien het voorstel tot herziening van artikel 136 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dat op 16 december 2010 door de Belgische regering aan de Europese Raad is voorgelegd,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van de Commissie (2),

Na het advies van de Europese Centrale Bank te hebben ingewonnen (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 48, lid 6, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) kan de Europese Raad met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement en van de Commissie alsmede, in sommige gevallen, van de Europese Centrale Bank, een besluit vaststellen tot gehele of gedeeltelijke wijziging van de bepalingen van het derde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Een dergelijk besluit mag geen uitbreiding van de door de Verdragen aan de Unie toegedeelde bevoegdheden inhouden en treedt pas in werking na door de lidstaten overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen te zijn goedgekeurd.

(2)

Tijdens de bijeenkomst van de Europese Raad van 28 en 29 oktober 2010 zijn de staatshoofden en regeringsleiders overeengekomen dat de lidstaten een permanent crisismechanisme moeten instellen om de financiële stabiliteit van de eurozone in haar geheel te vrijwaren en hebben zij de voorzitter van de Europese Raad verzocht met de leden van de Europese Raad te overleggen over een beperkte Verdragswijziging die daarvoor nodig is.

(3)

De Belgische regering heeft op 16 december 2010 overeenkomstig artikel 48, lid 6, eerste alinea, VEU een voorstel ingediend tot toevoeging aan artikel 136, VWEU van een nieuw lid krachtens welk de lidstaten die de euro als munt hebben, een stabiliteitsmechanisme kunnen instellen dat, indien zulks onontbeerlijk is, moet worden geactiveerd teneinde de stabiliteit van de eurozone in haar geheel te waarborgen en luidens welk de verlening van financiële steun, indien vereist, uit hoofde van het mechanisme aan stringente voorwaarden gebonden zal zijn. Tegelijkertijd heeft de Europese Raad conclusies aangenomen over het toekomstige stabiliteitsmechanisme (paragrafen 1 t/m 4).

(4)

Het stabiliteitsmechanisme zal het noodzakelijke instrument leveren waarmee risico’s voor de financiële stabiliteit van de eurozone in haar geheel zoals die zich in 2010 hebben voorgedaan kunnen worden aangepakt, en zodoende mede de economische en financiële stabiliteit van de Unie zelf veilig stellen. In zijn bijeenkomst van 16 en 17 december 2010 is de Europese Raad overeengekomen dat, aangezien dit mechanisme bedoeld is om de financiële stabiliteit van de eurozone in haar geheel te waarborgen, artikel 122, lid 2, VWEU niet meer nodig is voor dergelijke doeleinden. De staatshoofden en regeringsleiders zijn daarom overeengekomen dat het niet dient te worden gebruikt voor dergelijke doeleinden.

(5)

De Europese Raad heeft op 16 december 2010 besloten om overeenkomstig artikel 48, lid 6, tweede alinea, van het VEU, het Europees Parlement en de Commissie over het voorstel te raadplegen. De Europese Raad heeft besloten ook de Europese Centrale Bank te raadplegen. Het Europees Parlement (1), de Commissie (2) en de Europese Centrale Bank (3), hebben respectievelijk een advies over het voorstel uitgebracht.

(6)

De wijziging betreft een bepaling van het derde deel van het VWEU en houdt geen uitbreiding van de door de Verdragen aan de Unie toegedeelde bevoegdheden in,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan artikel 136 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie wordt het volgende lid toegevoegd:

„3.   De lidstaten die de euro als munt hebben kunnen een stabiliteitsmechanisme instellen dat geactiveerd wordt indien dat onontbeerlijk is om de stabiliteit van de eurozone in haar geheel te waarborgen. De verlening van financiële steun, indien vereist, uit hoofde van het mechanisme zal aan stringente voorwaarden gebonden zijn.”.

Artikel 2

De lidstaten stellen de secretaris-generaal van de Raad onverwijld in kennis van de voltooiing van de volgens hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen voor de aanneming van dit besluit vereiste procedures.

Dit besluit treedt op 1 januari 2013 in werking op voorwaarde dat alle in de eerste alinea bedoelde kennisgevingen zijn ontvangen of, mocht die voorwaarde niet vervuld zijn, op de eerste dag van de maand volgende op de datum van ontvangst van de laatste van de in de eerste alinea bedoelde kennisgevingen.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 25 maart 2011.

Voor de Europese Raad

De voorzitter

H. VAN ROMPUY


(1)  Advies van 23 maart 2011 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Advies van 15 februari 2011 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3)  Advies van 17 maart 2011 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).