30.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 346/11


VERORDENING (EU) Nr. 1234/2010 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 15 december 2010

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad („integrale-GMO-verordening”), wat de in het kader van het Duitse alcoholmonopolie verleende steun betreft

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 42, eerste alinea, en artikel 43, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De specifieke voorschriften inzake de steun die Duitsland overeenkomstig artikel 182, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (3) mag verlenen in het kader van het Duitse alcoholmonopolie („het monopolie”), verstrijken op 31 december 2010.

(2)

Blijkens het verslag dat overeenkomstig artikel 184, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bij de Commissie is ingediend, is het belang van het monopolie de afgelopen jaren afgenomen. Tussen 2001 en 2008 zijn ca. 70 met een landbouwbedrijf verbonden, onder douanezegel producerende distilleerderijen (landwirtschaftliche Verschlussbrennereien) uit het monopolie gestapt. De in het kader van het monopolie verkochte hoeveelheden zijn sinds 2003 gedaald en de begroting is afgenomen van 110 miljoen EUR in 2003 tot 80 miljoen EUR in 2008. Sommige distilleerderijen hebben al inspanningen gedaan om zich voor te bereiden op hun binnenkomst op de vrije markt door coöperaties op te zetten, door te investeren in energiezuiniger materiaal om de productiekosten te drukken, en door een groter aandeel van hun alcohol rechtstreeks in de handel te brengen. Dit aanpassingsproces vergt echter meer tijd, willen de distilleerders een kans van overleven maken op de vrije markt. Een verlenging met enkele extra jaren wordt noodzakelijk geacht om het proces van de geleidelijke afschaffing van zowel het monopolie als de overeenkomstige steunverlening definitief te af te ronden.

(3)

In sommige delen van Duitsland zijn de alcoholdistilleerderijen traditioneel verbonden met kleine en middelgrote landbouwbedrijven en dragen de uit de distilleerderijen afkomstige extra inkomsten er in niet geringe mate toe bij dat deze landbouwbedrijven hun activiteiten kunnen voortzetten en de rurale werkgelegenheid wordt verzekerd. Onder douanezegel producerende, met een landbouwbedrijf verbonden distilleerderijen die voornamelijk granen en aardappelen verwerken, dienen daarom tot 31 december 2013 in aanmerking te blijven komen voor steun in het kader van het monopolie. Tegen die datum moeten alle onder douanezegel producerende distilleerderijen hun weg naar de vrije markt hebben gevonden. Deze termijn valt samen met het begin van de nieuwe programmeringsperiode voor plattelandsontwikkeling 2014-2020, hetgeen Duitsland de mogelijkheid biedt om de financiële middelen die voor het monopolie werden gebruikt, gedeeltelijk over te hevelen naar zijn plattelandsontwikkelingsprogramma.

(4)

De kleinschalige forfaitaire distilleerderijen (Abfindungsbrennereien), distilleerders zonder eigen distilleerapparatuur (Stoffbesitzer) en collectieve fruitdistilleerderijen (Obstgemeinschaftsbrennereien) dragen dankzij hun zorg voor de boomgaarden die de distilleerders van grondstoffen voorzien, met name bij tot de instandhouding van traditionele landschappen en van de biodiversiteit. Deze distilleerderijen moeten vanwege dit feit, en omdat hun productie lokaal en zeer beperkt in omvang is, gedurende een laatste periode, tot uiterlijk 31 december 2017, in aanmerking blijven komen voor de in het kader van het monopolie verleende steun. Uiterlijk op die datum moet het monopolie worden afgeschaft. Om te garanderen dat dit steunsysteem daadwerkelijk wordt afgebouwd, moet Duitsland met ingang van 2013 jaarlijkse afbouwplannen overleggen.

(5)

De productie van ethylalcohol in het kader van het monopolie is beperkt in omvang en vertegenwoordigt momenteel minder dan 10 % van de totale in Duitsland geproduceerde ethylalcohol uit landbouwproducten. Aangezien alle onder douanezegel producerende distilleerderijen uiterlijk op 31 december 2013 in het kader van de vrije markt zullen werken, zal dit percentage na die datum aanzienlijk dalen.

(6)

Met het oog op de continuïteit van de steunverlening dient deze verordening met ingang van 1 januari 2011 van toepassing te zijn.

(7)

Verordening (EG) nr. 1234/2007 dient daarom dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 182, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 wordt vervangen door:

„4.   De afwijking van de tweede alinea van artikel 180 van de onderhavige verordening is van toepassing op in het bestaande nationale kader van het Duitse alcoholmonopolie („het monopolie”) door Duitsland verleende steunbetalingen voor producten die na verdere bewerking door het monopolie in de handel worden gebracht in de vorm van ethylalcohol uit landbouwproducten als vermeld in bijlage I bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Deze afwijking geldt slechts tot en met 31 december 2017, doet geen afbreuk aan de toepassing van artikel 108, lid 1, en de eerste zin van artikel 108, lid 3, van het VWEU en is onderworpen aan de volgende voorwaarden:

a)

de totale subsidiabele hoeveelheid ethylalcohol die in het kader van het monopolie wordt geproduceerd, moet geleidelijk worden verminderd van maximaal 600 000 hl in 2011 tot 420 000 hl in 2012 en tot 240 000 hl in 2013, en mag van 1 januari 2014 tot 31 december 2017, de datum van afschaffing van het monopolie, niet meer bedragen dan 60 000 hl per jaar;

b)

de subsidiabele productie door met een landbouwbedrijf verbonden distilleerderijen die onder douanezegel produceren, moet geleidelijk worden verminderd van 540 000 hl in 2011 tot 360 000 hl in 2012 en tot 180 000 hl in 2013. Uiterlijk 31 december 2013 moeten alle onder douanezegel producerende distilleerderijen die met een landbouwbedrijf zijn verbonden, het monopolie verlaten. Bij hun uitstap uit het monopolie komt elke onder douanezegel producerende distilleerderij die met een landbouwbedrijf is verbonden, in aanmerking voor compenserende steun ten bedrage van 257,50 EUR per hl nominale distilleerrechten zoals bedoeld in de toepasselijke Duitse wetgeving. Uiterste datum voor verlening van deze compenserende steun is 31 december 2013. De steun mag evenwel in tranches worden uitbetaald, waarbij de laatste tranche uiterlijk wordt uitbetaald op 31 december 2017;

c)

kleinschalige forfaitaire distilleerderijen, distilleerders zonder eigen distilleerapparatuur en collectieve fruitdistilleerderijen komen tot 31 december 2017 in aanmerking voor de in het kader van het monopolie verleende steun, op voorwaarde dat hun subsidiabele productie niet meer dan 60 000 hl per jaar bedraagt;

d)

van 1 januari 2011 tot 31 december 2013 mag in totaal niet meer dan 269,9 miljoen EUR aan steun worden betaald en van 1 januari 2014 tot 31 december 2017 mag in totaal niet meer dan 268 miljoen EUR aan steun worden betaald, en

e)

uiterlijk op 30 juni van elk jaar dient Duitsland bij de Commissie een verslag in over de werking van het monopolie en de overeenkomstige steunverlening gedurende het vorige jaar. De Commissie stuurt dat verslag door naar het Europees Parlement en de Raad. De van 2013 tot 2016 in te dienen jaarverslagen moeten bovendien een voor het volgende jaar geldend stapsgewijs afbouwplan bevatten met betrekking tot de kleinschalige forfaitaire distilleerderijen, distilleerders zonder eigen distilleerapparatuur en collectieve fruitdistilleerderijen.”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2011.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 15 december 2010.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

J. BUZEK

Voor de Raad

De voorzitter

O. CHASTEL


(1)  Advies van 15 september 2010 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 23 november 2010 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 10 december 2010.

(3)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.