24.6.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 157/3 |
VERORDENING (EU) Nr. 550/2010 VAN DE COMMISSIE
van 23 juni 2010
houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat International Financial Reporting Standard (IFRS) 1 betreft
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (1), en met name op artikel 3, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1126/2008 van de Commissie (2) werd een aantal op 15 oktober 2008 bestaande internationale standaarden en interpretaties goedgekeurd. |
(2) |
Op 23 juli 2009 heeft de International Accounting Standards Board (IASB) wijzigingen in International Financial Reporting Standard (IFRS) 1 Eerste toepassing van International Financial Reporting Standards (hierna „wijzigingen in IFRS 1”) gepubliceerd. Volgens de wijzigingen in IFRS 1 mogen entiteiten die olie- en gasactiviteiten uitoefenen en naar IFRSs overgaan, voor de administratieve verwerking van olie- en gasactiva gebruik maken van boekwaarden die volgens hun voorheen toegepaste verslaggevingsregels zijn bepaald. Entiteiten die besluiten op die vrijstelling een beroep te doen, dienen ertoe gehouden te worden verplichtingen voor ontmanteling, herstel en soortgelijke verplichtingen in verband met olie- en gasactiva overeenkomstig IAS 37 Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa te waarderen en de verplichting in de ingehouden winsten te verwerken. De wijzigingen in IFRS 1 hebben voorts ook betrekking op de herbeoordeling van de vaststelling of een overeenkomst een leaseovereenkomst bevat. |
(3) |
Overleg met de werkgroep van technische deskundigen van EFRAG (European Financial Reporting Advisory Group) heeft bevestigd dat de wijzigingen in IFRS 1 beantwoorden aan de in artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1606/2002 vervatte technische goedkeuringscriteria. Overeenkomstig Besluit 2006/505/EG van de Commissie van 14 juli 2006 tot oprichting van een werkgroep voor de beoordeling van adviezen over verslaggevingsstandaarden om de Commissie van advies te dienen over de objectiviteit en neutraliteit van de adviezen van de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) (3) heeft de werkgroep voor de beoordeling van adviezen over verslaggevingsstandaarden het goedkeuringsadvies van EFRAG bekeken en de Commissie meegedeeld dat het evenwichtig en objectief is. |
(4) |
Verordening (EG) nr. 1126/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Regelgevend Comité voor financiële verslaglegging, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1126/2008 wordt International Financial Reporting Standard 1 Eerste toepassing van International Financial Reporting Standards gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Elke onderneming past de in de bijlage bij deze verordening opgenomen wijzigingen in IFRS 1 toe uiterlijk vanaf de aanvangsdatum van haar eerste boekjaar dat na 31 december 2009 van start gaat.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 23 juni 2010.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 243 van 11.9.2002, blz. 1.
(2) PB L 320 van 29.11.2008, blz. 1.
(3) PB L 199 van 21.7.2006, blz. 33.
BIJLAGE
INTERNATIONALE STANDAARDEN VOOR JAARREKENINGEN
IFRS 1 |
Wijzigingen in IFRS 1 Additionele vrijstellingen voor eerste toepassers |
Reproductie toegestaan binnen de Europese Economische Ruimte. Alle bestaande rechten voorbehouden buiten de EER, met uitzondering van het recht van reproductie voor persoonlijk of ander eerlijk gebruik. Nadere inlichtingen te verkrijgen bij de IASB op het volgende adres: www.iasb.org
Wijzigingen in IFRS 1
Eerste toepassing van International Financial Reporting Standards
Een kopje en de alinea’s 31A en 39A worden toegevoegd.
PRESENTATIE EN INFORMATIEVERSCHAFFING
Toelichting in verband met de overgang naar IFRSs
Gebruik van de veronderstelde kostprijs voor olie- en gasactiva
31A |
Indien een entiteit een beroep doet op de in alinea D8A(b) opgenomen vrijstelling voor olie- en gasactiva, moet zij dit feit vermelden, alsmede de basis voor de toerekening van de boekwaarden die volgens de voorheen toegepaste GAAP zijn bepaald. |
INGANGSDATUM
39A |
Bij Additionele vrijstellingen voor eerste toepassers (wijzigingen in IFRS 1), uitgegeven in juli 2009, zijn de alinea’s 31A, D8A, D9A en D21A toegevoegd en de alinea's D1(c), D1(d) en D1(l) gewijzigd. Een entiteit moet deze wijzigingen toepassen op jaarperioden die op of na 1 januari 2010 aanvangen. Eerdere toepassing is toegestaan. Als een entiteit de wijzigingen op een eerdere periode toepast, moet zij dit feit vermelden. |
VRIJSTELLINGEN VAN ANDERE IFRSs
In bijlage D worden de alinea's D1(c), D1(d) en D1(l) en een kopje gewijzigd. De alinea's D8A, D9A en D21A worden toegevoegd.
D1 |
Een entiteit kan een beroep doen op één of meer van de volgende vrijstellingen:
|
Veronderstelde kostprijs
D8A |
Volgens sommige nationale verwerkingsvereisten worden exploratie- en ontwikkelingskosten in verband met materiële vaste olie- en gasactiva in de ontwikkelings- of productiefase administratief verwerkt in kostencentra die alle materiële vaste activa in een groot geografisch gebied omvatten. Een eerste toepasser die in het kader van de voorheen toegepaste GAAP een dergelijke verwerkingswijze hanteerde, mag ervoor kiezen olie- en gasactiva op de datum van de overgang naar IFRSs als volgt te waarderen:
De entiteit moet de exploratie- en evaluatieactiva en de activa in de ontwikkelings- en productiefase op de datum van de overgang naar de IFRSs toetsen op een bijzondere waardevermindering overeenkomstig IFRS 6 Exploratie en evaluatie van minerale hulpbronnen, respectievelijk IAS 36 en, indien nodig, het overeenkomstig (a) of (b) bepaalde bedrag verminderen. Voor de toepassing van deze alinea omvatten olie- en gasactiva uitsluitend de activa die worden gebruikt bij de exploratie, evaluatie, ontwikkeling of productie van olie en gas. |
Leaseovereenkomsten
D9A |
Indien een eerste toepasser volgens de voorheen toegepaste GAAP op identieke wijze vaststelde of een overeenkomst een leaseovereenkomst bevat, als de wijze die IFRIC 4 vereist, maar deze vaststelling op een andere datum heeft plaatsgevonden dan die vereist door IFRIC 4, hoeft de eerste toepasser deze vaststelling niet te herbeoordelen wanneer hij op IFRSs overstapt. De door een entiteit volgens de voorheen toegepaste GAAP verrichte vaststelling of een overeenkomst een leaseovereenkomst bevat, is identiek als deze vaststelling hetzelfde resultaat oplevert als de toepassing van IAS 17 Leaseovereenkomsten en IFRIC 4. |
Ontmantelingsverplichtingen opgenomen in de kostprijs van materiële vaste activa
D21A |
Een entiteit die een beroep doet op de in alinea D8A(b) opgenomen vrijstelling (voor olie- en gasactiva in de ontwikkelings- en productiefase welke volgens de voorheen toegepaste GAAP administratief werden verwerkt in kostencentra die alle materiële vaste activa in een groot geografisch gebied omvatten), moet in plaats van alinea D21 of IFRIC 1 toe te passen, het volgende doen:
|