24.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 104/1


VERORDENING (EU) Nr. 346/2010 VAN DE COMMISSIE

van 15 april 2010

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1251/2008 wat betreft de voorschriften voor het in de handel brengen en de invoer van zendingen van aquacultuurdieren, bestemd voor lidstaten of delen daarvan waarvoor nationale maatregelen zijn goedgekeurd bij Besluit 2010/221/EU

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Richtlijn 2006/88/EG van de Raad van 24 oktober 2006 betreffende veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan en betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren (1), en met name op artikel 25 en artikel 61, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Besluit 2010/221/EU van de Commissie tot goedkeuring van nationale maatregelen ter beperking van het effect van bepaalde ziekten bij aquacultuurdieren of wilde waterdieren overeenkomstig artikel 43 van Richtlijn 2006/88/EG van de Raad (2) stelt bepaalde lidstaten in staat voorschriften vast te stellen voor het binnenbrengen op hun grondgebied of delen daarvan van zendingen van bepaalde aquacultuurdieren ter voorkoming van de insleep of ter bestrijding van voorjaarsviremie van de karper (SVC), bacterial kidney disease (BKD), infectieuze pancreatische necrose (IPN) en besmetting met Gyrodactylus salaris (GS). Dat besluit vervangt Beschikking 2004/453/EG van de Commissie van 29 april 2004 ter uitvoering van Richtlijn 91/67/EEG van de Raad wat betreft maatregelen tegen bepaalde ziekten bij aquacultuurdieren (3).

(2)

Ter voorkoming van de insleep of ter bestrijding van de verspreiding van die ziekten moeten zendingen van aquacultuurdieren die zijn bestemd voor de kweek, heruitzettingsgebieden, „put and take”-visbedrijven, open siervisvoorzieningen of heruitzetting in het wild, die zijn binnengebracht in een lidstaat of een deel daarvan, opgenomen in de bijlagen I en II bij Besluit 2010/221/EU, en die behoren tot voor de ziekten vatbare soorten waarvoor de lidstaat of het deel daarvan als ziektevrij wordt beschouwd of waarvoor een uitroeiingsprogramma bestaat, afkomstig zijn uit een gebied met een gelijkwaardige gezondheidsstatus.

(3)

Om ervoor te zorgen dat aan die voorschriften wordt voldaan, moeten dergelijke zendingen vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat met de nodige verklaringen.

(4)

Voor de verplaatsingen van aquacultuurdieren in de Europese Unie (in de handel brengen) zijn in Beschikking 2004/453/EG specifieke diergezondheidscertificaten vastgesteld. Voor de vereenvoudiging van de wetgeving van de Unie moeten de nodige diergezondheidsvoorwaarden betreffende de onder de goedgekeurde nationale maatregelen vallende ziekten nu worden opgenomen in de diergezondheidscertificaten voor het in de handel brengen die zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1251/2008 van de Commissie van 12 december 2008 ter uitvoering van Richtlijn 2006/88/EG van de Raad wat betreft de voorwaarden en certificeringsvoorschriften voor het in de handel brengen en de invoer in de Gemeenschap van aquacultuurdieren en producten daarvan en tot vaststelling van een lijst van vectorsoorten (4). Bijlage II bij die verordening moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De desbetreffende modeldiergezondheidscertificaten voor de invoer van aquacultuurdieren in de Unie, vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1251/2008, bevatten reeds verklaringen met betrekking tot die ziekten. Die verklaringen moeten worden gewijzigd om rekening te houden met de beginselen voor de invoer van aquacultuurdieren die zijn vastgesteld in Richtlijn 2006/88/EG en de Aquatic Animal Health Code (gezondheidscode voor waterdieren) van de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE). Bijlage IV bij die verordening moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De voorschriften voor het in de handel brengen en de invoer van zendingen van aquacultuurdieren, bestemd voor lidstaten en delen daarvan waarvoor nationale maatregelen zijn goedgekeurd bij Besluit 2010/221/EU, mogen daarom alleen van toepassing zijn op voor de desbetreffende ziekten vatbare soorten. Bijgevolg moet een lijst van voor die ziekten vatbare soorten worden vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1251/2008.

(7)

Aangezien vissen van alle soorten die aanwezig zijn in wateren waar vissen van met GS besmette soorten aanwezig zijn, die ziekte kunnen verspreiden, moeten de voorschriften voor het in de handel brengen en de invoer in verband met GS ook gelden voor zendingen vissen van alle soorten die worden binnengebracht in lidstaten of delen daarvan die als vrij van die ziekte zijn opgenomen in Besluit 2010/221/EU.

(8)

Aangezien de modeldiergezondheidscertificaten in Verordening (EG) nr. 1251/2008, als gewijzigd bij deze verordening, betrekking hebben op alle nationale maatregelen die zijn goedgekeurd overeenkomstig artikel 43 van Richtlijn 2006/88/EG, en aangezien Beschikking 2004/453/EG wordt ingetrokken bij Besluit 2010/221/EU, moet artikel 18 van Verordening (EG) nr. 1251/2008 worden geschrapt.

(9)

Er moet worden voorzien in overgangsmaatregelen om de lidstaten en het bedrijfsleven in staat te stellen de nodige maatregelen te nemen om aan de in deze verordening vastgestelde voorschriften te voldoen.

(10)

Om ervoor te zorgen dat de diergezondheidscertificaten correct worden afgegeven indien bepaalde verklaringen van de modeldiergezondheidscertificaten van Verordening (EG) nr. 1251/2008 niet relevant zijn en indien zij bestaan uit meer dan een blad papier, moet in de toelichting een nadere verduidelijking worden gegeven. Bijlage V bij die verordening moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(11)

Verordening (EG) nr. 1251/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(12)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1251/2008 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 1, onder b), wordt vervangen door:

„b)

veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van:

i)

waterdieren voor sierdoeleinden die afkomstig zijn van of bestemd zijn voor gesloten siervoorzieningen; en

ii)

aquacultuurdieren die bestemd zijn voor de kweek, heruitzettingsgebieden, „put and take”-visbedrijven, open siervisvoorzieningen of heruitzetting in het wild in lidstaten en delen daarvan waarvoor nationale maatregelen zijn goedgekeurd bij Besluit 2010/221/EU (5);

2.

Het volgende artikel 8 bis wordt ingevoegd:

„Artikel 8 bis

Aquacultuurdieren die bestemd zijn voor de kweek, heruitzettingsgebieden, „put and take”-visbedrijven, open siervisvoorzieningen of heruitzetting in het wild in lidstaten en delen daarvan waarvoor nationale maatregelen zijn goedgekeurd bij Besluit 2010/221/EU

1.   Zendingen van aquacultuurdieren, bestemd voor de kweek, heruitzettingsgebieden, „put and take”-visbedrijven, open siervisvoorzieningen of heruitzetting in het wild, gaan vergezeld van een diergezondheidscertificaat dat is ingevuld volgens het model van deel A van bijlage II en de toelichting in bijlage V, indien de dieren:

a)

worden binnengebracht in lidstaten of delen daarvan die zijn opgenomen in de tweede en de vierde kolom van de tabel in:

i)

bijlage I bij Besluit 2010/221/EU als zijnde vrij van een of meer van de ziekten in de eerste kolom van die tabel; of

ii)

bijlage II bij Besluit 2010/221/EU als zijnde onderworpen aan een uitroeiingsprogramma voor een of meer van de ziekten in de eerste kolom van die tabel;

b)

behoren tot soorten die in deel C van bijlage II zijn opgenomen als soorten die vatbaar zijn voor de ziekten waarvoor de betrokken lidstaat of het betrokken deel daarvan als ziektevrij wordt beschouwd of waarvoor een uitroeiingsprogramma geldt overeenkomstig Besluit 2010/221/EU, als bedoeld onder a).

2.   Zendingen van dieren, als bedoeld in lid 1, moeten voldoen aan de veterinairrechtelijke voorschriften van het modeldiergezondheidscertificaat en de toelichting, als bedoeld in lid 1.

3.   De leden 1 en 2 zijn van toepassing op zendingen van vissen van alle soorten, die afkomstig zijn uit wateren waar soorten aanwezig zijn die in deel C van bijlage II zijn opgenomen als soorten die vatbaar zijn voor besmetting met Gyrodactylus salaris, wanneer die zendingen bestemd zijn voor een lidstaat of een deel daarvan, opgenomen in bijlage I bij Besluit 2010/221/EU als zijnde vrij van Gyrodactylus salaris (GS).”

3.

Artikel 18 wordt geschrapt.

4.

De bijlagen II, IV en V worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Overgangsbepalingen

1.   Voor een overgangsperiode tot en met 31 juli 2010 mogen zendingen van aquacultuurdieren, die vergezeld gaan van diergezondheidscertificaten die zijn afgegeven overeenkomstig deel A of B van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1251/2008 vóór de bij deze verordening aangebrachte wijzigingen, verder worden ingevoerd in of doorgevoerd door de Unie.

2.   Voor een overgangsperiode tot en met 31 juli 2011 mogen zendingen van aquacultuurdieren, die vergezeld gaan van diergezondheidscertificaten die zijn afgegeven overeenkomstig deel A of B van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1251/2008 vóór de bij deze verordening aangebrachte wijzigingen, verder worden ingevoerd in of doorgevoerd door de Unie, mits de veterinairrechtelijke verklaringen met betrekking tot voorjaarsviremie van de karper (SVC), bacterial kidney disease (BKD), infectieuze pancreatische necrose (IPN) en besmetting met Gyrodactylus salaris (GS), opgenomen in deel II van die certificaten, niet van toepassing zijn.

Artikel 3

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 15 mei 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 april 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 328 van 24.11.2006, blz. 14.

(2)  PB L 98 van 20.4.2010, blz. 7.

(3)  PB L 202 van 7.6.2004, blz. 4.

(4)  PB L 337 van 16.12.2008, blz. 41.

(5)  PB L 98 van 20.4.2010, blz. 7.”.


BIJLAGE

De bijlagen II, IV en V worden als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

a)

deel A wordt vervangen door:

„DEEL A

Model diergezondheidscertificaat voor het in de handel brengen van aquacultuurdieren bestemd voor de kweek, heruitzetting, „put and take”-visbedrijven, open siervisvoorzieningen en heruitzetting in het wild

Image

Image

Image

Image

Image

b)

het volgende deel C wordt toegevoegd:

„DEEL C

Lijst van soorten die vatbaar zijn voor ziekten waarvoor nationale maatregelen zijn goedgekeurd bij Besluit 2010/221/EU

Ziekte

Vatbare soorten

Voorjaarsviremie van de karper (SVC)

Grootkopkarper (Aristichthys nobilis), goudvis (Carassius auratus), kroeskarper (Carassius carassius), graskarper (Ctenopharyngodon idellus), karper en koikarper (Cyprinus carpio), zilverkarper (Hypophthalmichthys molitrix), meerval (Silurus glanis), zeelt (Tinca tinca) en goudwinde (Leuciscus idus)

Bacterial kidney disease (BKD)

Familie: Salmonidae

Infectieuze pancreatische necrose (IPN)

Regenboogforel (Oncorhynchus mykiss), bronforel (Salvelinus fontinalis), zeeforel (Salmo trutta), Atlantische zalm (Salmo salar), Pacifische zalm (Oncorhynchus spp.) en grote marene (Coregonus lavaretus)

Besmetting met Gyrodactylus salaris

Atlantische zalm (Salmo salar), regenboogforel (Oncorhynchus mykiss), riddervis (Salvelinus alpinus), bronforel (Salvelinus fontinalis), vlagzalm (Thymallus thymallus), Amerikaanse meerforel (Salvelinus namaycush) en zeeforel (Salmo trutta)”

2)

Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:

a)

deel A wordt vervangen door:

„DEEL A

Model diergezondheidscertificaat voor de invoer in de Europese Unie van aquacultuurdieren bestemd voor de kweek, heruitzetting, „put and take”-visbedrijven en open siervisvoorzieningen

Image

Image

Image

Image

Image

b)

deel B wordt vervangen door:

„DEEL B

Model diergezondheidscertificaat voor de invoer in de Europese Unie van waterdieren voor sierdoeleinden die bestemd zijn voor gesloten siervisvoorzieningen

Image

Image

Image

Image

3)

Bijlage V wordt vervangen door:

„BIJLAGE V

Toelichting

a)

De bevoegde autoriteiten van het land van oorsprong geven een certificaat af overeenkomstig het in de bijlagen II en IV bij deze verordening vastgestelde model, met inachtneming van de plaats van bestemming en het gebruik van de zending na aankomst op de plaats van bestemming.

b)

Naar gelang van de status van de in de EU-lidstaat gelegen plaats van bestemming ten aanzien van de in bijlage IV, deel II, bij Richtlijn 2006/88/EG genoemde niet-exotische ziekten of ziekten waarvoor de plaats van bestemming maatregelen heeft goedgekeurd bij Besluit 2010/221/EU ter goedkeuring van nationale maatregelen overeenkomstig artikel 43 van Richtlijn 2006/88/EG van de Raad, moeten de nodige specifieke voorschriften worden opgenomen in het certificaat.

c)

De „plaats van oorsprong” is de locatie van de kwekerij of het kweekgebied van weekdieren waar de aquacultuurdieren zijn gekweekt en hun voor de onder dit certificaat vallende zending relevante handelsafmetingen hebben bereikt. Voor wilde waterdieren is de „plaats van oorsprong” de oogstplaats.

d)

Indien in het modelcertificaat staat dat een verklaring in bepaalde gevallen kan worden doorgehaald, houdt dit in dat niet terzake doende verklaringen mogen worden doorgehaald, met paraaf en stempel van de certificerende ambtenaar, of helemaal uit het certificaat mogen worden weggelaten.

e)

Het origineel van elk certificaat bestaat uit één blad of, indien nodig, een formulier waarvan alle bladen één ondeelbaar geheel vormen.

f)

Voor invoer in de Unie uit derde landen moeten het originele exemplaar van het certificaat en de in het modelcertificaat bedoelde etiketten worden opgesteld in ten minste één van de officiële talen van de lidstaat van de grensinspectiepost waar de zending in de Unie wordt binnengebracht en van de EU-lidstaat van bestemming. Die lidstaten kunnen evenwel toestaan dat het certificaat in de officiële taal van een andere lidstaat wordt opgesteld en zo nodig vergezeld gaat van een officiële vertaling.

g)

Indien voor de identificatie van de bestanddelen van de zending extra bladen aan het certificaat worden gehecht, worden deze bladen beschouwd als deel uitmakend van het originele certificaat, mits op elke bladzijde de handtekening en het stempel van de certificerende officiële inspecteur zijn aangebracht.

h)

Indien het certificaat, inclusief de onder g) bedoelde aanvullingen, meer dan één bladzijde beslaat, wordt elke bladzijde onderaan aldus genummerd „–x (bladzijdenummer) van y (totaal aantal bladzijden)–” en wordt elke bladzijde bovenaan voorzien van het referentienummer van het certificaat dat door de bevoegde autoriteit is toegekend.

i)

Het originele exemplaar van het certificaat moet niet meer dan 72 uur vóór de inlading van de zending, of niet meer dan 24 uur in de gevallen waarin de aquacultuurdieren binnen 24 uur vóór de inlading moeten worden onderzocht, door een officiële inspecteur worden ingevuld en ondertekend. De bevoegde autoriteiten van het land van oorsprong zien erop toe dat beginselen van certificering worden toegepast die ten minste gelijkwaardig zijn aan die van Richtlijn 96/93/EG.

j)

De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. Dat geldt ook voor andere stempels dan reliëfstempels of watermerken.

k)

Voor invoer in de Unie uit derde landen moet het originele exemplaar van het certificaat de zending vergezellen tot in de EU-grensinspectiepost. Zendingen die binnen de Unie in de handel worden gebracht, moeten vergezeld gaan van het originele exemplaar van het certificaat totdat zij de plaats van bestemming bereiken.

l)

Een voor levende aquacultuurdieren afgegeven certificaat is 10 dagen geldig vanaf de datum van afgifte. Bij vervoer per schip wordt de geldigheidsduur verlengd met de duur van de zeereis. Daartoe wordt het origineel van een verklaring van de kapitein, opgesteld overeenkomstig het addendum dat is opgesteld volgens het model van deel D van bijlage IV, aan het diergezondheidscertificaat gehecht.

m)

Er zij op gewezen dat de algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren die zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97, voor zover van toepassing, maatregelen kunnen voorschrijven die na binnenkomst in de Unie moeten worden genomen indien niet aan de voorschriften van die verordening is voldaan.”