10.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 90/1


VERORDENING (EU) Nr. 297/2010 VAN DE COMMISSIE

van 9 april 2010

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 272/2009 ter aanvulling van de gemeenschappelijke basisnormen voor de beveiliging van de burgerluchtvaart

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2320/2002 (1), en met name op artikel 4, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Ter aanvulling van de gemeenschappelijke basisnormen voor de beveiliging van de burgerluchtvaart moeten algemene maatregelen worden vastgesteld met betrekking tot beveiligingsonderzoek, toegangscontrole en andere beveiligingscontroles, en met betrekking tot verboden voorwerpen, erkenning van de gelijkwaardigheid van derde landen, rekrutering van personeel, opleiding, bijzondere beveiligingsprocedures en vrijstellingen van beveiligingscontroles.

(2)

Deze algemene maatregelen zijn noodzakelijk om een gemeenschappelijk niveau van luchtvaartbeveiliging in de Europese Unie te bereiken dat garandeert dat de reizigers worden beschermd tegen onrechtmatige daden. Het belangrijkste instrument waarin de EU-wetgeving voorziet om dit doel te bereiken, is one-stop security. Het is dan ook van essentieel belang dat de screeningmethoden worden geharmoniseerd om one-stop security, inclusief de controle van vloeistoffen, spuitbussen en gels, in de Europese Unie in stand te houden zonder de EU-burgers de voordelen van de gemeenschappelijke luchtvaartmarkt te ontnemen.

(3)

In deel A.3 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 272/2009 van de Commissie van 2 april 2009, die een aanvulling vormt op de gemeenschappelijke basisnormen voor de beveiliging van de burgerluchtvaart welke in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad (2) zijn vastgesteld, zijn de screeningmethoden voor bagage, goederen en post die in het ruim van een luchtvaartuig moeten worden geladen in detail uiteengezet. Van tijd tot tijd moet de mogelijkheid worden geboden om nieuwe screeningmethoden te gebruiken, die doeltreffend zijn gebleken voor het screenen van sommige of alle types goederen, en moet de rechtsgrond worden vastgesteld voor het opstellen van gedetailleerde uitvoeringsbepalingen. Metaaldetectieapparatuur wordt als een doeltreffende screeningmethode voor sommige types goederen beschouwd.

(4)

In Verordening (EG) nr. 272/2009 is niet bepaald dat vloeistoffen, spuitbussen en gels moeten worden beschouwd als een categorie voorwerpen die niet mogen worden meegenomen in om beveiligingsredenen beperkt toegankelijke delen van een luchthaven of aan boord van een luchtvaartuig. Verordening (EG) nr. 272/2009 schrijft echter wel voor dat methoden, inclusief technologieën, voor het detecteren van vloeibare explosieven in luchthavens zo snel mogelijk en uiterlijk op 29 april 2010 in de hele Europese Unie moeten worden toegepast.

(5)

Het is tijd om de beperkingen op vloeistoffen, spuitbussen en gels op te heffen, waarbij geleidelijk wordt overgestapt van een verbod op de meeste vloeistoffen naar een systeem voor het screenen op vloeibare explosieven. Daartoe zijn na april 2010 overgangsmaatregelen nodig om de detectiemethoden, inclusief technologieën, geleidelijk in te voeren in alle EU-luchthavens zonder de beveiliging van de luchtvaart in het gedrang te brengen. Om tegemoet te komen aan de bezorgdheid van de ordehandhavingsgemeenschap, die als taak heeft mogelijke toekomstige terreurdreigingen af te wenden, moet een effectief mechanisme worden opgezet tot de luchthavens in staat zijn betrouwbare detectieapparatuur te installeren. Dit vereist een nieuwe benadering. Een en ander moet worden verwezenlijkt tegen 29 april 2013, de datum waarop alle luchthavens in staat moeten zijn te screenen op vloeistoffen, spuitbussen en gels.

(6)

Deze benadering mag echter niet beletten dat de luchthavens al eerder de betreffende apparatuur inzetten en gebruiken, voor zover die apparatuur voldoet aan de normen die in de door de Commissie vastgestelde uitvoeringswetgeving zijn bepaald. Luchthavens zouden het de vertrekkende passagiers gemakkelijker kunnen maken om vloeistoffen, spuitbussen en gels mee te nemen door bij de beveiligingscontrole bijvoorbeeld één rij uit te rusten met screeningapparatuur voor vloeibare explosieven. Luchthavens kunnen er bovendien voor kiezen sneller geavanceerde apparatuur te installeren.

(7)

Aangezien de beveiligingsmaatregelen in luchthavens flexibel moeten kunnen worden toegepast, blijven de gemeenschappelijke basisnormen inzake beveiliging van de burgerluchtvaart strikt technologisch neutraal. De lidstaten en de luchthavens mogen kiezen welke technologieën van de lijst in Verordening (EG) nr. 272/2009, die hierbij wordt gewijzigd, zij het meest effectief en efficiënt kunnen inzetten en toepassen.

(8)

Om screeningapparatuur te kunnen bedienen die in staat is vloeibare explosieven te detecteren, moeten luchthavens of andere entiteiten die verantwoordelijk zijn voor de beveiliging van de luchtvaart apparatuur aankopen en inzetten waarvan bewezen is dat hij voldoet aan de normen die overeenkomstig artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 300/2008 zijn vastgesteld. De lidstaten moeten erop toezien dat de nodige regelgevende voorschriften zijn opgesteld om dergelijke apparatuur tijdig te kunnen inzetten om aan de in deze verordening vastgestelde termijnen te kunnen voldoen.

(9)

Tijdens de overgangsfase moet duidelijk aan de passagiers worden meegedeeld welke EU-luchthavens vloeistoffen screenen. Luchthavens en luchtvaartmaatschappijen mogen pas in laatste instantie hun toevlucht nemen tot de inbeslagname van vloeistoffen, spuitbussen en gels.

(10)

De algemene maatregelen waarin Verordening (EG) nr. 272/2009 voorziet, moeten worden gewijzigd met het oog op de invoering van regels die het mogelijk maken metaaldetectieapparatuur te gebruiken voor het screenen van ruimbagage, goederen en post, voor zover van toepassing, en waarin bepaald is dat de regels voor de geleidelijke invoering van screeningmethoden voor vloeistoffen, spuitbussen en gels die in een om beveiligingsredenen beperkt toegankelijk deel van een luchthaven of aan boord van een luchtvaartuig worden meegenomen, slechts gedurende een beperkte periode van toepassing zijn teneinde de beveiligingsnormen niet in het gedrang te brengen.

(11)

Verordening (EG) nr. 272/2009 moet dan ook dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(12)

Ontwikkelingen van technologische of regelgevende aard, zowel op het niveau van de Europese Unie als internationaal, kunnen een invloed hebben op de in deze verordening vastgelegde data. Voor zover nodig zal de Commissie voorstellen ter herziening indienen, met name rekening houdende met de inzetbaarheid van apparatuur en het verlichten van de lasten voor passagiers.

(13)

Verordening (EG) nr. 300/2008 is volledig van toepassing vanaf de datum die vermeld is in de uitvoeringsregels welke overeenkomstig de procedures van artikel 4, leden 2 en 3, van die verordening zijn vastgesteld, maar uiterlijk vanaf 29 april 2010. Deze verordening is dan ook van toepassing vanaf 29 april 2010, samen met Verordening (EG) nr. 300/2008 en de besluiten ter aanvulling en uitvoerlegging daarvan.

(14)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 300/2008 ingestelde Comité voor de beveiliging van de burgerluchtvaart,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 272/2009 wordt gewijzigd zoals uiteengezet in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 29 april 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 april 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 97 van 9.4.2008, blz. 72.

(2)  PB L 91 van 3.4.2009, blz. 7.


BIJLAGE

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 272/2009 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In deel A.3 worden de punten f) en g) vervangen door:

„f)

apparatuur voor detectie van explosievensporen (ETD);

g)

simulatiekamer, en

h)

metaaldetectieapparatuur.”.

2)

Na deel B wordt het volgende deel B1 toegevoegd:

„DEEL B1.

Vloeistoffen, spuitbussen en gels

Vloeistoffen, spuitbussen en gels mogen in om beveiligingsredenen beperkt toegankelijke delen van luchthavens en aan boord van luchtvaartuigen worden meegenomen voor zover ze worden gescreend of vrijgesteld van screening krachtens de voorschriften van de uitvoeringsregels die overeenkomstig artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 300/2008 zijn vastgesteld.

1.

Uiterlijk op 29 april 2011 mogen vloeistoffen, spuitbussen en gels die in een luchthaven van een derde land of aan boord van een luchtvaartuig van een niet-communautaire luchtvaartmaatschappij zijn gekocht, worden meegenomen in om beveiligingsredenen beperkt toegankelijke delen van luchthavens of aan boord van een luchtvaartuig, voor zover de vloeistof verpakt is in een zak die beantwoordt aan de aanbevolen beveiligingscontrolerichtsnoeren van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie en voor zover voldoende op de zak is aangegeven dat de inhoud minder dan 36 uur voordien aan de luchtzijde van de luchthaven of aan boord van een luchtvaartuig is gekocht. Deze vloeistoffen worden gescreend overeenkomstig de voorschriften van de uitvoeringsbepalingen die krachtens artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 300/2008 zijn vastgesteld.

2.

Uiterlijk op 29 april 2013 moeten alle luchthavens vloeistoffen, spuitbussen en gels screenen overeenkomstig de voorschriften van de uitvoeringsbepalingen die krachtens artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 300/2008 zijn vastgesteld.

3.

De lidstaten zien erop toe dat alle regelgevende voorschriften om apparatuur voor het screenen op vloeibare explosieven te kunnen inzetten, die voldoen aan de eisen voor uitvoeringsbepalingen die overeenkomstig artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 300/2008 zijn vastgesteld, tijdig worden opgesteld om de in leden 1 en 2 vermelde termijnen te kunnen naleven.

Aan de passagiers wordt duidelijk meegedeeld in welke EU-luchthavens ze vloeistoffen, spuitbussen en gels mogen meenemen in om beveiligingsredenen beperkt toegankelijke delen van de luchthaven of aan boord van een luchtvaartuig, en onder welke voorwaarden.”.