10.2.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 37/16


VERORDENING (EU) Nr. 116/2010 VAN DE COMMISSIE

van 9 februari 2010

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de lijst van voedingsclaims

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (1), en met name op artikel 8, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1924/2006 bepaalt dat voedingsclaims voor levensmiddelen alleen zijn toegestaan als zij staan vermeld in de bijlage bij die verordening, waarin ook hun gebruiksvoorwaarden worden vastgesteld.

(2)

Verordening (EG) nr. 1924/2006 bepaalt ook dat die bijlage zo nodig wordt gewijzigd na raadpleging van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA), hierna „de Autoriteit” genoemd.

(3)

Vóór de vaststelling van Verordening (EG) nr. 1924/2006 heeft de Commissie de Autoriteit om advies gevraagd over voedingsclaims en de gebruiksvoorwaarden daarvan betreffende omega-3-vetzuren, enkelvoudig onverzadigde vetten, meervoudig onverzadigde vetten en onverzadigde vetten.

(4)

In haar op 6 juli 2005 goedgekeurde advies (2) concludeert de Autoriteit dat omega-3-vetzuren, enkelvoudig onverzadigde vetten, meervoudig onverzadigde vetten en onverzadigde vetten een belangrijke rol in het voedingspatroon spelen. De consumptie van bepaalde onverzadigde vetten, zoals omega-3-vetzuren, is soms lager dan aanbevolen. Daarom kunnen voedingsclaims waarbij levensmiddelen worden aangemerkt als bron van deze nutriënten of als rijk daaraan, de consument helpen bij het maken van gezondere keuzes. Die voedingsclaims werden echter niet opgenomen in de lijst van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1924/2006, als vastgesteld door het Europees Parlement en de Raad, aangezien de gebruiksvoorwaarden ervan nog niet duidelijk konden worden gedefinieerd.

(5)

Aangezien die gebruiksvoorwaarden nu zijn verduidelijkt en mede gelet op een op 30 juni 2009 goedgekeurd advies van de Autoriteit inzake de etikettering van de referentie-innamewaarden voor omega-3- en omega-6-vetzuren (3), is het raadzaam om de desbetreffende claims in de lijst op te nemen.

(6)

Met betrekking tot de claims „bron van omega-3-vetzuren” en „rijk aan omega-3-vetzuren” moeten de gebruiksvoorwaarden een onderscheid maken tussen de twee soorten omega-3-vetzuren, die een verschillende fysiologische rol spelen en waarvoor verschillende consumptieniveaus worden aanbevolen. Bovendien moeten die gebruiksvoorwaarden een per 100 g en 100 kcal product vereiste minimumhoeveelheid omvatten om ervoor te zorgen dat deze claims alleen worden gedaan voor levensmiddelen die gelet op het consumptieniveau ervan een significante hoeveelheid omega-3-vetzuren leveren.

(7)

Met betrekking tot de claims „rijk aan enkelvoudig onverzadigde vetten”, „rijk aan meervoudig onverzadigde vetten” en „rijk aan onverzadigde vetten” moeten de gebruiksvoorwaarden een minimumgehalte aan onverzadigde vetten in het levensmiddel vereisen zodat de geclaimde hoeveelheid steeds overeenkomt met een significante hoeveelheid bij een consumptieniveau dat via een evenwichtig voedingspatroon kan worden bereikt.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1924/2006 wordt gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 februari 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 404 van 30.12.2006, blz. 9.

(2)  The EFSA Journal (2005) 253, 1-29.

(3)  The EFSA Journal (2009) 1176, 1-11.


BIJLAGE

In de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1924/2006 wordt de volgende tekst toegevoegd:

„BRON VAN OMEGA-3-VETZUREN

Een claim dat een levensmiddel een bron van omega-3-vetzuren is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, is alleen toegestaan als het product per 100 g en per 100 kcal ten minste 0,3 g alfa-linoleenzuur of ten minste 40 mg eicosapentaeenzuur en docosahexaeenzuur tezamen bevat.

RIJK AAN OMEGA-3-VETZUREN

Een claim dat een levensmiddel rijk aan omega-3-vetzuren is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, is alleen toegestaan als het product per 100 g en per 100 kcal ten minste 0,6 g alfa-linoleenzuur of ten minste 80 mg eicosapentaeenzuur en docosahexaeenzuur tezamen bevat.

RIJK AAN ENKELVOUDIG ONVERZADIGDE VETTEN

Een claim dat een levensmiddel rijk aan enkelvoudig onverzadigde vetten is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, is alleen toegestaan als ten minste 45 % van de in het product aanwezige vetzuren afkomstig is van enkelvoudig onverzadigde vetten, op voorwaarde dat enkelvoudig onverzadigde vetten meer dan 20 % van de energie van het product leveren.

RIJK AAN MEERVOUDIG ONVERZADIGDE VETTEN

Een claim dat een levensmiddel rijk aan meervoudig onverzadigde vetten is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, is alleen toegestaan als ten minste 45 % van de in het product aanwezige vetzuren afkomstig is van meervoudig onverzadigde vetten, op voorwaarde dat meervoudig onverzadigde vetten meer dan 20 % van de energie van het product leveren.

RIJK AAN ONVERZADIGDE VETTEN

Een claim dat een levensmiddel rijk aan onverzadigde vetten is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, is alleen toegestaan als ten minste 70 % van de in het product aanwezige vetzuren afkomstig is van onverzadigde vetten, op voorwaarde dat onverzadigde vetten meer dan 20 % van de energie van het product leveren.”