15.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 331/120


RICHTLIJN 2010/78/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 24 november 2010

tot wijziging van de Richtlijnen 98/26/EG, 2002/87/EG, 2003/6/EG, 2003/41/EG, 2003/71/EG, 2004/39/EG, 2004/109/EG, 2005/60/EG, 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2009/65/EG wat de bevoegdheden van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) betreft

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 50, artikel 53, lid 1, en de artikelen 62 en 114,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De financiële crisis in 2007 en 2008 heeft grote tekortkomingen in het financiële toezicht aan het licht gebracht, zowel wat het toezicht op individuele instellingen als wat het toezicht op het financiële stelsel als geheel betreft. De toezichtmodellen op nationale grondslag zijn niet meer berekend op de financiële mondialisering en de geïntegreerde en onderling verweven Europese financiële markten, waarop vele financiële instellingen grensoverschrijdend actief zijn. De crisis heeft tekortkomingen op het gebied van samenwerking, coördinatie, consistente toepassing van het Unierecht en vertrouwen tussen nationale bevoegde autoriteiten aan het licht gebracht.

(2)

In verscheidene resoluties vóór en tijdens de financiële crisis heeft het Europees Parlement opgeroepen over te gaan tot een meer geïntegreerd Europees toezicht teneinde op Unieniveau voor alle marktdeelnemers een werkelijk vlak speelveld te creëren en rekening te houden met de toenemende integratie van de financiële markten binnen de Unie (namelijk in zijn resoluties van 13 april 2000 over de mededeling van de Commissie, getiteld „Tenuitvoerlegging van het kader voor financiële markten: een actieplan”; van 21 november 2002 over de regels inzake bedrijfseconomisch toezicht in de Europese Unie, van 11 juli 2007 over het beleid op het gebied van financiële diensten (2005-2010) — Witboek, van 23 september 2008 met aanbevelingen aan de Commissie inzake hedgefondsen en private equity en van 9 oktober 2008 met aanbevelingen aan de Commissie betreffende de Lamfalussy follow-up: de toekomstige toezichtstructuur alsook in zijn standpunten van 22 april 2009 over het gewijzigde voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) en van 23 april 2009 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad over ratingbureaus).

(3)

In november 2008 heeft de Commissie een groep op hoog niveau onder voorzitterschap van Jacques de Larosière ermee belast aanbevelingen op te stellen over hoe het Europese toezichtsstelsel te versterken met het oog op een betere bescherming van de burgers en het herstel van het vertrouwen in het financiële stelsel. In zijn eindverslag van 25 februari 2009 (verslag-de Larosière) formuleerde de groep op hoog niveau de aanbeveling dat het toezichtkader moest worden versterkt om het risico en de ernst van toekomstige financiële crises te verminderen. Verregaande hervormingen van de toezichtstructuur van de financiële sector in de Unie werden aanbevolen. In het verslag-de Larosière werd tevens aanbevolen een Europees Systeem voor Financieel Toezicht (ESFT) op te zetten, dat moet bestaan uit drie Europese toezichthoudende autoriteiten (European Supervisory Authorities (ESA), één voor de banksector, één voor de effectensector en één voor de sector verzekeringen en bedrijfspensioenen, en een Europees Comité voor systeemrisico's.

(4)

In haar mededeling van 4 maart 2009, getiteld „Op weg naar Europees herstel”, heeft de Commissie voorgesteld met ontwerp-wetgeving tot invoering van het ESFT te komen en in haar mededeling van 27 mei 2009, getiteld „Europees financieel toezicht”, heeft zij nadere bijzonderheden verstrekt over de mogelijke architectuur van dat nieuwe toezichtkader.

(5)

In zijn conclusies naar aanleiding van zijn bijeenkomst op 18 en 19 juni 2009 heeft de Europese Raad aanbevolen om een Europees Systeem voor Financieel Toezicht, bestaande uit drie nieuwe ESA, in te stellen. Het systeem moet gericht zijn op het verbeteren van de kwaliteit en consistentie van het nationale toezicht, het versterken van de controle op grensoverschrijdende groepen en het opstellen van één Europees „rulebook” dat op alle financiële instellingen op de interne markt van toepassing is. De Raad benadrukte dat de ESA ook toezichtbevoegdheden voor ratingbureaus moeten krijgen en verzocht de Commissie concrete voorstellen op te stellen over hoe het ESFT een sterke rol kan spelen in crisissituaties.

(6)

Op 23 september 2009 heeft de Commissie voorstellen aangenomen voor drie verordeningen tot oprichting van het ESFT, inclusief de oprichting van de drie ESA.

(7)

Opdat het ESFT effectief kan werken, zijn wijzigingen in de rechtshandelingen van de Unie op de werkterreinen van de drie ESA noodzakelijk. Die wijzigingen betreffen de definitie van de reikwijdte van bepaalde bevoegdheden van de ESA, de integratie van bepaalde bevoegdheden die in de rechtshandelingen van de Unie zijn vastgelegd, alsook aanpassingen die strekken tot een vlotte en efficiënte werking van de ESA in de context van het ESFT.

(8)

De oprichting van de drie ESA moet vergezeld gaan van de opstelling van één „rulebook” om een consequente harmonisatie en een eenvormige toepassing te garanderen en zo bij te dragen tot een efficiëntere werking van de interne markt.

(9)

In de regelgeving tot oprichting van het ESFT wordt bepaald dat de ESA voor de gebieden die specifiek in de relevante wetgeving worden vastgelegd, ontwerpen van technische normen kunnen opstellen die vervolgens moeten worden voorgelegd aan de Commissie, die de normen overeenkomstig de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) door middel van gedelegeerde handelingen of uitvoeringshandelingen vaststelt. In deze richtlijn moet een eerste reeks van dergelijke gebieden worden bepaald, waarbij het mogelijk moet blijven om in de toekomst andere gebieden toe te voegen.

(10)

De toepasselijke wetgeving moet bepalen op welke gebieden de ESA bevoegd zijn om ontwerpen van technische normen op te stellen, en volgens welke procedure deze normen worden vastgesteld. In het geval van gedelegeerde handelingen moeten in de toepasselijke wetgeving de in artikel 290 VWEU bedoelde elementen, voorwaarden en specificaties worden vastgesteld.

(11)

Bij het bepalen van gebieden voor technische normen moet een geschikt evenwicht worden nagestreefd tussen de opstelling van één enkel samenstel van geharmoniseerde regels en het voorkomen van onnodig ingewikkelde regelgeving en handhaving. Er moet uitsluitend geopteerd worden voor gebieden waar consistente technische regels beduidend en doeltreffend zullen bijdragen tot het verwezenlijken van de doelstellingen van de relevante wetgeving, waarbij gewaarborgd wordt dat beleidsbeslissingen door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie genomen worden overeenkomstig hun gebruikelijke procedures.

(12)

De gebieden waarvoor technische normen worden opgesteld, moeten echt technisch van aard zijn, en voor de ontwikkeling ervan moet de expertise van toezichtdeskundigen vereist zijn. De technische normen die in de vorm van gedelegeerde handelingen worden vastgesteld, dienen ertoe de voorwaarden voor een consequente harmonisatie van de regels die in de door het Europees Parlement en de Raad goedgekeurde basisinstrumenten zijn vervat, verder te ontwikkelen, te specificeren en te bepalen, doordat zij bepaalde niet-essentiële onderdelen van de wetgevingshandeling aanvullen of wijzigen. De technische normen die in de vorm van uitvoeringshandelingen worden vastgesteld, dienen de voorwaarden te bepalen voor de eenvormige toepassing van wettelijk bindende handelingen van de Unie. De technische normen mogen daarom geen beleidskeuzen inhouden.

(13)

In het geval van technische reguleringsnormen is het aangewezen gebruik te maken van de in de artikelen 10 tot en met 14 van respectievelijk Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) (4), van Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) (5) en van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) (6) bedoelde procedure. Technische uitvoeringsnormen dienen te worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010, Verordening (EU) nr. 1094/2010 en Verordening (EU) nr. 1095/2010. De zogenoemde Lamfalussy-aanpak op vier niveaus, die bedoeld is om het reguleringsproces met betrekking tot de financiële wetgeving van de Unie efficiënter en transparanter te maken, is door de Europese Raad bekrachtigd. De Commissie is bevoegdheid verleend om op vele gebieden maatregelen van niveau 2 vast te stellen, en een groot aantal Commissieverordeningen en -richtlijnen van niveau 2 is reeds van kracht. Ingeval de technische reguleringsnormen ontworpen zijn om de voorwaarden voor de toepassing van deze maatregelen van niveau 2 verder te ontwikkelen, te specificeren of te bepalen, mogen zij slechts worden vastgesteld nadat de toepasselijke maatregelen van niveau 2 is vastgesteld, en moeten zij met die niveau 2-maatregel verenigbaar zijn.

(14)

Bindende technische normen dragen bij tot één „rulebook” voor wetgeving inzake financiële diensten, zoals is bekrachtigd door de Europese Raad in zijn conclusies van juni 2009. Voor zover bepaalde voorschriften in wetgevingshandelingen van de Unie niet volledig geharmoniseerd zijn, mogen, overeenkomstig het voorzorgsbeginsel in het toezicht, bindende technische normen ter ontwikkeling, specificering of bepaling van de toepassingsvoorwaarden van deze voorschriften de lidstaten niet beletten extra informatie te eisen of strengere voorschriften vast te stellen. Technische normen moeten de lidstaten derhalve op bepaalde gebieden de mogelijkheid daartoe bieden, wanneer die wetgevingshandelingen in een overeenkomstige discretionaire bevoegdheid voorzien.

(15)

Zoals bepaald in de regelgeving tot oprichting van het ESFT dienen de ESA, alvorens de technische normen aan de Commissie voor te leggen, waar aangewezen te dien aanzien openbare raadplegingen te houden en de potentiële kosten en voordelen ervan te analyseren.

(16)

Technische normen moeten overgangsmaatregelen met passende termijnen kunnen omvatten wanneer de kosten van onmiddellijke uitvoering buitensporig zouden zijn in vergelijking met de voordelen ervan.

(17)

De regelgeving tot oprichting van het ESFT voorziet in een mechanisme om geschillen tussen nationale bevoegde autoriteiten te regelen. Wanneer een bevoegde autoriteit in procedureel of inhoudelijk opzicht van mening verschilt over door een andere bevoegde autoriteit genomen/niet genomen maatregelen op in de rechtshandelingen van de Unie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1093/2010, Verordening (EU) nr. 1094/2010 en Verordening (EU) nr. 1095/2010 bepaalde gebieden waar de toepasselijke wetgeving samenwerking, coördinatie of gezamenlijke besluitvorming door nationale bevoegde autoriteiten van meer dan een lidstaat vereist, zouden de ESA, op verzoek van één van de betrokken bevoegde autoriteiten, de autoriteiten moeten kunnen bijstaan bij het bereiken van overeenstemming binnen de tijdslimiet die bepaald is door de ESA, die daarbij rekening houden met eventuele relevante tijdslimieten in de desbetreffende wetgeving en met de dringendheid en complexiteit van het geschil. Indien een dergelijk geschil voortduurt, zouden de ESA de kwestie moeten kunnen schikken.

(18)

De regelgeving tot oprichting van de ESA schrijft voor dat in de wetgeving voor de sector moet worden bepaald op welke aangelegenheden deze schikking van meningsverschillen tussen nationale bevoegde autoriteiten kan worden toegepast. In deze richtlijn moet een eerste reeks van dergelijke aangelegenheden worden bepaald, waarbij het mogelijk moet blijven om in de toekomst andere aangelegenheden toe te voegen. Deze richtlijn mag niet beletten dat de ESA handelen overeenkomstig andere bevoegdheden of dat zij de in hun oprichtingsverordeningen omschreven taken vervullen, niet-bindende bemiddeling daaronder begrepen, en tot een consequente, efficiënte en effectieve toepassing van de rechtshandelingen van de Unie bijdragen. Op gebieden waarop in de toepasselijke wetgevingshandeling reeds één of andere vorm van niet-bindende bemiddeling bestaat, of waar er tijdslimieten zijn vastgesteld voor gezamenlijke besluiten die door één of meer nationale bevoegde autoriteiten moeten worden genomen, zijn er daarenboven wijzigingen nodig, om ervoor te zorgen dat de procedure voor het nemen van een gemeenschappelijk besluit duidelijk is en zo min mogelijk verstoord wordt, maar ook om te garanderen dat, waar nodig, de ESA geschillen kunnen regelen. De bindende procedure voor het beslechten van geschillen is erop gericht oplossingen te vinden in situaties waarin de nationale bevoegde autoriteiten het niet eens kunnen worden over procedurele of inhoudelijke vraagstukken met betrekking tot de naleving van de rechtshandelingen van de Unie.

(19)

Deze richtlijn dient derhalve situaties aan te wijzen waarin procedurele of materiële vraagstukken met betrekking tot de naleving van het EU-recht moeten worden opgelost en de nationale bevoegde autoriteiten niet in staat zijn om zelf tot een oplossing te komen. In een dergelijke situatie moet elk van de betrokken nationale bevoegde autoriteiten het vraagstuk kunnen voorleggen aan de betrokken Europese toezichthoudende autoriteit. Deze Europese toezichthoudende autoriteit dient op te treden volgens de oprichtingsverordening en deze richtlijn. Teneinde de kwestie te schikken en de naleving van het recht van de Unie te waarborgen moet de betrokken ETA de betrokken bevoegde autoriteiten bindend kunnen verzoeken bepaalde maatregelen te nemen of het treffen van bepaalde maatregelen na te laten. In de aangelegenheden waarin de toepasselijke rechtshandeling van de Unie de lidstaten discretionaire bevoegdheden verleent, mogen de door een Europese toezichthoudende autoriteit genomen besluiten geen beletsel vormen voor de uitoefening van discretionaire bevoegdheden door de bevoegde autoriteiten overeenkomstig het recht van de Unie.

(20)

Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (7) voorziet in bemiddeling of gezamenlijke besluiten voor het selecteren van belangrijke bijkantoren met het oog op het lidmaatschap van het college van toezichthouders, modelvalidatie en groepsrisicobeoordeling. Op al die gebieden dient via wijzigingen duidelijk te worden aangegeven dat in het geval van een geschil tijdens een gespecificeerde termijn, de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) — het geschil mag schikken aan de hand van de in Verordening (EU) nr. 1093/2010 vastgestelde procedure. Deze benadering maakt duidelijk dat, hoewel de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) niet in de plaats dient te treden van de uitoefening van discretionaire bevoegdheden door de bevoegde autoriteiten overeenkomstig het recht van de Unie, geschillen moeten kunnen worden opgelost en de samenwerking versterkt moet kunnen worden voordat een definitief besluit wordt genomen of aan een instelling wordt meegedeeld.

(21)

Om te zorgen voor een soepele overgang van de huidige taken van het Comité van Europese bankentoezichthouders, het Comité van Europese toezichthouders op verzekeringen en bedrijfspensioenen en het Comité van Europese effectenregelgevers naar de nieuwe ESA, dienen de verwijzingen naar deze Comités in de toepasselijke wetgeving te worden vervangen door verwijzingen naar respectievelijk de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten).

(22)

Met het oog op de volledige uitvoering van het bij het VWEU ingestelde nieuwe kader dienen de krachtens artikel 202 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (VEG) toegewezen uitvoeringsbevoegdheden te worden aangepast aan en vervangen door passende bepalingen overeenkomstig de artikelen 290 en 291 VWEU. Die herziening dient binnen drie jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon haar beslag te krijgen en de resterende krachtens artikel 202 VEG toegewezen bevoegdheden dienen met ingang van die datum te vervallen.

(23)

De aanpassing van comitéprocedures aan het VWEU en in het bijzonder aan de artikelen 290 en 291 dient per geval te geschieden. Om rekening te kunnen houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten en om de voorschriften in de bij de onderhavige richtlijn gewijzigde richtlijnen te kunnen specificeren, dient de Commissie de bevoegdheid te krijgen om gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 290 van het VWEU vast te stellen.

(24)

Het Europees Parlement en de Raad dienen te beschikken over een termijn van drie maanden vanaf de datum van kennisgeving om bezwaar aan te tekenen tegen een gedelegeerde handeling. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad moet deze termijn ingeval van significante problemen met drie maanden kunnen worden verlengd. Het Europees Parlement en de Raad moeten tevens de andere instellingen in kennis kunnen stellen van hun voornemen om geen bezwaar aan te tekenen. Een dergelijke vroegtijdige goedkeuring van gedelegeerde handelingen is met name aangewezen wanneer er termijnen moeten worden gehaald, bijvoorbeeld in het geval van een tijdslimiet die de Commissie volgens de basishandeling moet respecteren voor het vaststellen van gedelegeerde handelingen.

(25)

In de verklaring (nr. 39) bij artikel 290 VWEU, die gehecht is aan de Slotakte van de intergouvernementele conferentie tot aanneming van het Verdrag van Lissabon, nam de conferentie nota van het voornemen van de Commissie om de door de lidstaten aangewezen deskundigen te blijven raadplegen bij de voorbereiding van haar ontwerpen van gedelegeerde handelingen op het gebied van financiële diensten, overeenkomstig haar vaste praktijk.

(26)

In de door het ESFT opgezette nieuwe toezichtarchitectuur zullen de nationale bevoegde autoriteiten nauw met de ESA moeten samenwerken. Wijzigingen in de toepasselijke wetgeving moeten ervoor zorgen dat er geen wettelijke obstakels bestaan voor de informatie-uitwisselingsverplichtingen in het kader van de verordeningen tot oprichting van de ESA.

(27)

Informatie die wordt doorgezonden aan of uitgewisseld tussen de bevoegde autoriteiten en de ESA of het ESRB dient te vallen onder de geheimhoudingsplicht waartoe eenieder gehouden is die werkzaam is of is geweest bij de bevoegde autoriteiten die de informatie ontvangen.

(28)

In de regelgeving tot oprichting van de ESA is bepaald dat zij contacten kunnen leggen met de toezichthoudende autoriteiten van derde landen en ondersteuning kunnen verlenen bij de voorbereiding van gelijkwaardigheidsbesluiten betreffende de toezichtregimes in derde landen. Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten (8) en Richtlijn 2006/48/EG dienen te worden gewijzigd om de ESA de mogelijkheid te bieden samenwerkingsovereenkomsten met derde landen te sluiten en informatie uit te wisselen indien die derde landen kunnen garanderen dat het beroepsgeheim beschermd wordt.

(29)

De totstandbrenging van één enkele geconsolideerde lijst of register voor elke categorie van financiële instellingen in de Unie, welke momenteel de taak is van de nationale bevoegde autoriteiten, zal de transparantie vergroten en is meer geschikt in de context van de interne financiële markt. De ESA dienen te worden belast met de taak registers en lijsten van financiële actoren in de Unie op te stellen, bekend te maken en regelmatig te actualiseren. Het betreft de registers en lijsten van vergunningen voor kredietinstellingen, die door de nationale bevoegde autoriteiten zijn verleend en eveneens het register van alle beleggingsondernemingen en de lijst van gereglementeerde markten in het kader van Richtlijn 2004/39/EG. Zo dient ook aan de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) de taak te worden toebedeeld de lijst van goedgekeurde prospectussen en de goedkeuringscertificaten in het kader van Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten (9), op te stellen, bekend te maken en regelmatig te actualiseren.

(30)

Binnen de gebieden waarop de ESA verplicht zijn ontwerpen van technische normen te ontwikkelen, dienen die ontwerpen van technische normen binnen drie jaar na de oprichting van de ESA aan de Commissie te worden voorgelegd, tenzij in de toepasselijke wetgevingshandeling een andere termijn is vastgesteld.

(31)

De taken van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) met betrekking tot Richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen (10) mogen geen afbreuk doen aan de bevoegdheid van het Europees Stelsel van centrale banken om, overeenkomstig artikel 127, lid 2, vierde streepje, VWEU, de goede werking van het betalingsverkeer te bevorderen.

(32)

De technische normen die de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) dient op te stellen overeenkomstig deze richtlijn en met betrekking tot Richtlijn 2003/41/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 juni 2003 betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (11) mogen geen afbreuk doen aan de bevoegdheden van de lidstaten ten aanzien van de prudentiële voorschriften voor die instellingen, zoals vastgesteld in Richtlijn 2003/41/EG.

(33)

Krachtens artikel 13, lid 5, van Richtlijn 2003/71/EG kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de goedkeuring van een prospectus aan de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat overdragen, mits die bevoegde autoriteit daarmee instemt. Krachtens artikel 28, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1095/2010 moeten dergelijke delegatieovereenkomsten ten minste één maand voordat zij van kracht worden, ter kennis van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) worden gebracht. Gezien de ervaring met de overdracht van goedkeuringen in het kader van Richtlijn 2003/71/EG, die in kortere termijnen voorziet, is het evenwel passend artikel 28, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1095/2010 niet op deze situatie toe te passen.

(34)

De ESA hoeven vooralsnog geen ontwerpen van technische normen op te stellen inzake de bestaande bepalingen die voorschrijven dat de personen die het bedrijf van beleggingsondernemingen, kredietinstellingen en instellingen voor collectieve belegging in effecten feitelijk leiden alsmede hun beheermaatschappijen als voldoende betrouwbaar bekend staan en over voldoende ervaring beschikken om een gezond en prudent beheer te waarborgen. Gezien het belang van deze voorschriften dienen de ESA evenwel bij voorrang richtsnoeren met de beste praktijken vast te stellen en ervoor te zorgen dat de prudentiële en toezichtsprocessen in die zin convergeren. Zij dienen op dezelfde wijze beste praktijken vast te stellen en convergentie te waarborgen met betrekking tot de prudentiële voorschriften inzake de statutaire zetel van deze lichamen.

(35)

Het Europees „rulebook”, dat van toepassing is op alle financiële instellingen op de interne markt, dient te zorgen voor een adequate harmonisatie van de criteria en methoden die door de bevoegde autoriteiten worden gehanteerd om het risico van kredietinstellingen te beoordelen. Meer bepaald moet het opstellen van ontwerpen van technische normen met betrekking tot de interne-ratingbenadering, de geavanceerde meetbenadering, alsook het interne model voor de marktrisicobenadering, die op grond van deze richtlijn zullen worden opgesteld, ervoor zorgen dat die benaderingen van hoge kwaliteit en deugdelijk zijn, en dat zij consequent door de bevoegde autoriteiten worden geëvalueerd. De bevoegde autoriteiten moeten op grond van die technische normen financiële instellingen kunnen toestaan om verschillende benaderingen te ontwikkelen die gebaseerd zijn op hun ervaring en specifieke kenmerken, overeenkomstig de voorschriften van Richtlijn 2006/48/EG en Richtlijn 2006/49EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 inzake de kapitaaltoereikendheid van beleggingsondernemingen en kredietinstellingen (12) en onverminderd de voorschriften van de toepasselijke technische normen.

(36)

Daar de doelstellingen van onderhavige richtlijn, namelijk het verbeteren van de werking van de interne markt door een hoog, effectief en consistent niveau van prudentiële regelgeving en toezicht te verzekeren, het beschermen van depositohouders, beleggers en begunstigden en aldus van ondernemingen en consumenten, het beschermen van de integriteit, efficiëntie en ordelijke werking van de financiële markten, het handhaven van de stabiliteit en duurzaamheid van het financieel systeem, het beschermen van de reële economie, het vrijwaren van de openbare financiën en het versterken van de internationale coördinatie van het toezicht, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang ervan, beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken,

(37)

De Commissie dient uiterlijk op 1 januari 2014 verslag uit te brengen aan het Europees Parlement en aan de Raad over de indiening door de ESA van de in deze richtlijn bedoelde ontwerpen van technische normen en in voorkomend geval passende voorstellen in te dienen.

(38)

Richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen (13), Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat (14), Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 betreffende handel met voorwetenschap en marktmanipulatie (marktmisbruik) (15), Richtlijn 2003/41/EG, Richtlijn 2003/71/EG, Richtlijn 2004/39/EG, Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten (16), Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (17), Richtlijn 2006/48/EG, Richtlijn 2006/49/EG en Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) (18) moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen in Richtlijn 98/26/EG

Richtlijn 98/26/EG wordt hierbij als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 6, lid 3, wordt vervangen door:

„3.   De in lid 2 bedoelde lidstaat brengt het Europees Comité voor systeemrisico's, de overige lidstaten en de bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (19) opgerichte Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) (European Securities and Markets Authority — hierna de „ESMA”) onmiddellijk op de hoogte.

2)

in artikel 10, lid 1, wordt de eerste alinea vervangen door:

„1.   De lidstaten bepalen welke systemen en respectieve systeembeheerders onder het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen en melden deze bij de ESMA aan en delen haar mee welke autoriteiten zij overeenkomstig artikel 6, lid 2, hebben aangewezen. De ESMA maakt die informatie bekend op haar website.”.

3)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 10 bis

1.   De bevoegde autoriteiten werken voor de toepassing van deze richtlijn samen met de ESMA, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1095/2010.

2.   De bevoegde autoriteiten verstrekken de ESMA overeenkomstig artikel 35 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 alle informatie die zij nodig heeft voor de uitoefening van haar taken.”.

Artikel 2

Wijzigingen in Richtlijn 2002/87/EG

Richtlijn 2002/87/EG wordt hierbij als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2 wordt vervangen door:

„2.   De overeenkomstig artikel 10 aangewezen coördinator stelt de moederonderneming aan het hoofd van een groep, of bij ontstentenis van een moederonderneming de gereglementeerde entiteit met het hoogste balanstotaal in de belangrijkste financiële sector in een groep, in kennis van het feit dat de groep als financieel conglomeraat is aangemerkt, alsmede van de aanwijzing van de coördinator.

De coördinator informeert tevens de bevoegde autoriteiten die vergunningen hebben verleend aan gereglementeerde entiteiten in de groep en de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de gemengde financiële holding haar hoofdkantoor heeft, alsook het bij artikel 54 van respectievelijk Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) (20), van Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) (21) en van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) (22) opgericht Gemengd Comité van de Europese toezichthoudende autoriteiten (hierna „het Gemengd Comité” genoemd).

b)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„3.   Het Gemengd Comité maakt de lijst van de als financiële conglomeraten aangemerkte groepen bekend op zijn website en houdt deze actueel. Deze informatie wordt via een hyperlink beschikbaar gemaakt op de website van elk van de Europese toezichthoudende autoriteiten.”.

2)

In artikel 9, lid 2, wordt het volgende punt ingevoegd:

„d)

regelmatig geactualiseerde regelingen voorhanden om bij te dragen tot herstel- en saneringsregelingen en -plannen en deze zo nodig te ontwikkelen.”.

3)

De titel van afdeling 3 wordt vervangen door:

4)

Het volgende artikel wordt toegevoegd in Afdeling 3:

„Artikel 9 bis

Rol van het Gemengd Comité

Het Gemengd Comité ziet overeenkomstig artikel 56 van respectievelijk Verordening (EU) nr. 1093/2010, van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en van Verordening (EU) nr. 1095/2010 toe op een samenhangend sector- en grensoverschrijdend toezicht en op naleving van de wetgeving van de Unie.”.

5)

Artikel 10, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   Teneinde een adequaat aanvullend toezicht op de gereglementeerde entiteiten in een financieel conglomeraat te verzekeren, wordt uit de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten, met inbegrip van die van de lidstaat waar de gemengde financiële holding haar hoofdkantoor heeft, één enkele coördinator aangewezen die verantwoordelijk is voor de coördinatie en de uitoefening van het aanvullende toezicht. De identiteit van de coördinator wordt bekendgemaakt op de website van het Gemengd Comité.”.

6)

In artikel 11, lid 1, wordt de tweede alinea vervangen door:

„De coördinator en de andere relevante bevoegde autoriteiten en, indien nodig, de andere betrokken bevoegde autoriteiten treffen de nodige coördinatieregelingen om het aanvullende toezicht te vergemakkelijken en van een brede juridische basis te voorzien. Bij de coördinatieregelingen kan de coördinator met extra taken worden belast, en kunnen de procedures worden gespecificeerd voor de besluitvorming tussen de relevante bevoegde autoriteiten als bedoeld in de artikelen 3 en 4, artikel 5, lid 4, artikel 6, artikel 12, lid 2, en de artikelen 16 en 18, alsmede voor de samenwerking met andere bevoegde autoriteiten.

Overeenkomstig artikel 8 en volgens de in artikel 56 van respectievelijk Verordening (EU) nr. 1093/2010, van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vermelde procedure ontwikkelen de ESA, via het Gemengd Comité, richtsnoeren ten behoeve van de convergentie van de toezichtpraktijken met betrekking tot de samenhang tussen coördinatieregelingen voor het toezicht overeenkomstig artikel 131 bis van Richtlijn 2006/48/EG en artikel 248, lid 4, van Richtlijn 2009/138/EG.”.

7)

In artikel 12, lid 1, wordt de derde alinea vervangen door:

„De bevoegde autoriteiten kunnen tevens, indien zulks voor de uitoefening van hun respectieve taken nodig is, overeenkomstig het bepaalde in de sectorale voorschriften, met betrekking tot de gereglementeerde entiteiten in een financieel conglomeraat informatie uitwisselen met de volgende autoriteiten: de centrale banken, het Europees Stelsel van centrale banken, de Europese Centrale Bank en het Europees Comité voor systeemrisico’s overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1092/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 betreffende macroprudentieel toezicht van de Europese Unie op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico’s (23).

8)

Het volgende artikel wordt toegevoegd:

„Artikel 12 bis

Samenwerking en informatie-uitwisseling met het GCETA

1.   De bevoegde autoriteiten werken voor de toepassing van deze richtlijn samen met het Gemengd Comité, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1093/2010, van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

2.   De bevoegde autoriteiten verstrekken het Gemengd Comité overeenkomstig artikel 30 van respectievelijk Verordening (EU) nr. 1093/2010 van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en van Verordening (EU) nr. 1095/2010 alle informatie die het nodig heeft voor de uitoefening van zijn taken.”.

9)

Artikel 14, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   De lidstaten zorgen ervoor dat er in hun rechtsgebied geen juridische belemmeringen bestaan die de onder het toepassingsgebied van het aanvullende toezicht vallende natuurlijke en rechtspersonen, ongeacht of dat al dan niet gereglementeerde entiteiten zijn, beletten om onderling alle informatie uit te wisselen die voor dat aanvullende toezicht relevant is, of informatie uit te wisselen overeenkomstig deze richtlijn en met de Europese toezichthoudende autoriteiten overeenkomstig artikel 35 van respectievelijk Verordening (EU) nr. 1093/2010, van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en van Verordening (EU) nr. 1095/2010, zo nodig via het Gemengd Comité.”.

10)

Artikel 16, tweede alinea, wordt vervangen door:

„Onverminderd artikel 17, lid 2, kunnen de lidstaten bepalen welke maatregelen de bevoegde autoriteiten met betrekking tot gemengde financiële holdings kunnen nemen. Overeenkomstig de artikelen 16 en 56 van respectievelijk Verordening (EU) nr. 1093/2010, van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en van Verordening (EU) nr. 1095/2010 kunnen de ESA, via het Gemengd Comité, richtsnoeren ontwikkelen voor maatregelen ten aanzien van gemengde financiële holdings.”.

11)

Artikel 18 wordt gewijzigd als volgt:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   Onverminderd de sectorale voorschriften verifiëren de bevoegde autoriteiten in het in artikel 5, lid 3, bedoelde geval of de gereglementeerde entiteiten waarvan de moederonderneming haar hoofdbestuur in een derde land heeft, onderworpen zijn aan door de bevoegde autoriteit van dat derde land uitgeoefend toezicht dat gelijkwaardig is met het toezicht uit hoofde van deze richtlijn betreffende het aanvullende toezicht op gereglementeerde entiteiten als bedoeld in artikel 5, lid 2. De verificatie geschiedt door de bevoegde autoriteit die de coördinator zou zijn indien de in artikel 10, lid 2, bepaalde criteria van toepassing waren op verzoek van de moederonderneming of van een van de gereglementeerde entiteiten die in de Unie een vergunning hebben verkregen, dan wel op haar eigen initiatief.

Die bevoegde autoriteit raadpleegt de andere relevante bevoegde autoriteiten en spant zich tot het uiterste in om te voldoen aan alle toepasselijke richtsnoeren die overeenkomstig de artikelen 16 en 56 van respectievelijk Verordening (EU) nr. 1093/2010, van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en van Verordening (EU) nr. 1095/2010 via het Gemengd Comité zijn opgesteld.”;

b)

het volgende lid wordt ingevoegd:

„1 bis.   Wanneer een bevoegde autoriteit van mening verschilt over een door een andere relevante bevoegde autoriteit uit hoofde van lid 1 genomen besluit, is artikel 19 van respectievelijk Verordening (EU) nr. 1093/2010, van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van toepassing.”.

12)

Artikel 19, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   Onverminderd artikel 218, leden 1 en 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) onderzoekt de Commissie met de steun van het Gemengd Comité, het Europees Comité voor het bankwezen, het Europees Comité voor verzekeringen en bedrijfspensioenen en het Comité voor financiële conglomeraten het resultaat van de in lid 1 bedoelde onderhandelingen en de daaruit voortvloeiende situatie.”.

13)

In artikel 20, lid 1, wordt de volgende alinea ingevoegd:

„Deze maatregelen hebben geen betrekking op de aan de Commissie gedelegeerde en verleende bevoegdheid ten aanzien van de in artikel 21 bis vermelde punten.”.

14)

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   De ESA kunnen via het Gemengd Comité algemene richtsnoeren verstrekken over de vraag of de regelingen inzake aanvullend toezicht van de bevoegde autoriteiten in derde landen naar verwachting de doelstellingen van het aanvullend toezicht zullen verwezenlijken zoals die in deze richtlijn zijn bepaald voor de gereglementeerde entiteiten in een financieel conglomeraat dat geleid wordt door een entiteit met statutaire zetel in een derde land. De richtsnoeren worden getoetst door het Gemengd Comité, dat rekening houdt met alle wijzigingen in het aanvullend toezicht dat door die bevoegde autoriteiten wordt uitgeoefend.”;

b)

lid 5 wordt vervangen door:

„5.   Uiterlijk op 1 december 2011 onderwerpt de Commissie artikel 20 aan een toetsing en dient zij in voorkomend geval passende wetgevingsvoorstellen in met het oog op de volledige toepassing van de gedelegeerde handelingen uit hoofde van artikel 290 VWEU en uitvoeringshandelingen uit hoofde van artikel 291 VWEU wat deze richtlijn betreft. Onverminderd de reeds vastgestelde uitvoeringsmaatregelen vervallen de in artikel 21 aan de Commissie toegewezen bevoegdheden tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen die na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon blijven bestaan, per 1 december 2012.”.

15)

Het volgende artikel wordt toegevoegd:

„Artikel 21 bis

Technische normen

1.   Om een consequente harmonisatie van deze richtlijn te garanderen, kunnen de ESA, overeenkomstig artikel 56 van respectievelijk Verordening (EU) nr. 1093/2010, van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en van Verordening (EU) nr. 1095/2010 ontwerpen van technische reguleringsnormen opstellen met betrekking tot:

a)

artikel 2, lid 11, om de toepassing van artikel 17 van Richtlijn 78/660/EEG van de Raad in de context van deze richtlijn nader te bepalen;

b)

artikel 2, lid 17, om de procedures voor de aanwijzing van de „relevante bevoegde autoriteiten” vast te stellen of de criteria daarvoor nader te bepalen;

c)

artikel 3, lid 5, om de alternatieve parameters voor de identificatie van een financieel conglomeraat nader te bepalen.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de in de artikelen 10 tot 14 van respectievelijk Verordening (EU) nr. 1093/2010, van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en van Verordening (EU) nr. 1095/2010 bedoelde procedure.

2.   Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van deze richtlijn te garanderen, kunnen de ESA, overeenkomstig artikel 56 van respectievelijk Verordening (EU) nr. 1093/2010, van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en van Verordening (EU) nr. 1095/2010 ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen met betrekking tot:

a)

artikel 6, lid 2, om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor de toepassing van de in bijlage I, deel II, bedoelde berekeningsmethodes, onverminderd artikel 6, lid 4;

b)

artikel 7, lid 2, om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor de toepassing van de procedures voor het opnemen van elementen in het toepassingsgebied van de definitie van onder superviserende controle staande „risicoconcentraties” als bedoeld in de tweede alinea van artikel 7, lid 2;

c)

artikel 8, lid 2, om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor de toepassing van de procedures voor het opnemen van elementen in het toepassingsgebied van de definitie van onder superviserende controle staande „intragroeptransacties” als bedoeld in de derde alinea van artikel 8, lid 2.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde van technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 13 van respectievelijk Verordening (EU) nr. 1093/2010, van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

Artikel 3

Wijzigingen in Richtlijn 2003/6/EG

Richtlijn 2003/6/EG wordt hierbij als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 1, punt 5, worden de volgende alinea’s toegevoegd:

„De bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (24) opgerichte Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) (European Securities and Markets Authority — hierna de „ESMA”) kan ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor de toepassing van de handelingen die de Commissie overeenkomstig dit artikel heeft vastgesteld met betrekking tot gebruikelijke marktpraktijken.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de tweede alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

2)

Aan artikel 6 wordt het volgende lid toegevoegd:

„11.   De ESMA kan ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor de toepassing van de handelingen die de Commissie overeenkomstig lid 10, eerste alinea, zesde streepje, vaststelt.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

3)

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de bestaande tekst wordt genummerd als lid 1;

b)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„2.   De ESMA kan ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor de toepassing van de handelingen die de Commissie overeenkomstig lid 1 vaststelt.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

4)

Aan artikel 14 wordt het volgende lid 5 toegevoegd:

„5.   De lidstaten verstrekken de ESMA jaarlijks geaggregeerde informatie over alle administratieve maatregelen en sancties die overeenkomstig de leden 1 en 2 zijn getroffen respectievelijk opgelegd.

Wanneer de bevoegde autoriteit een administratieve maatregel of een sanctie openbaar maakt, stelt zij tegelijkertijd de ESMA daarvan in kennis.

Wanneer een openbaar gemaakte sanctie betrekking heeft op een beleggingsonderneming waaraan overeenkomstig Richtlijn 2004/39/EG een vergunning is verleend, neemt de ESMA een verwijzing naar de openbaar gemaakte sanctie op in het register van beleggingsondernemingen dat op grond van artikel 5, lid 3, van Richtlijn 2004/39/EG is ingesteld.”.

5)

Na artikel 15 wordt het volgende artikel toegevoegd:

„Artikel 15 bis

1.   De bevoegde autoriteiten werken voor de toepassing van deze richtlijn samen met de ESMA, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1095/2010.

2.   De bevoegde autoriteiten verstrekken de ESMA overeenkomstig artikel 35 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 onverwijld alle informatie die zij nodig heeft voor de uitoefening van haar taken.”.

6)

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2, vierde alinea, wordt vervangen door:

„Onverminderd artikel 258 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), kan een bevoegde autoriteit waarvan een verzoek om inlichtingen niet binnen een redelijke termijn wordt gehonoreerd of waarvan een verzoek om inlichtingen wordt afgewezen deze afwijzing of dit verzuim binnen een redelijke termijn verwijzen naar de ESMA. In de in de eerste zin bedoelde gevallen kan de ESMA handelen overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010, zulks onverminderd de in de tweede alinea van dit lid vermelde situaties waarin geweigerd kan worden aan een verzoek om inlichtingen gevolg te geven, en onverminderd de mogelijkheid dat de ESMA in die gevallen overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 handelt.”;

b)

in lid 4 wordt de vijfde alinea vervangen door:

„Onverminderd artikel 258 VWEU kan een bevoegde autoriteit waarvan een verzoek om een onderzoek of een verzoek dat leden van haar personeel leden van het personeel van de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat vergezellen, niet binnen een redelijke termijn wordt gehonoreerd of wordt afgewezen deze afwijzing of dit verzuim binnen een redelijke termijn verwijzen naar de ESMA. In de in de laatste zin bedoelde gevallen kan de ESMA handelen overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010, zulks onverminderd de in de vierde alinea van dit lid vermelde situaties waarin geweigerd kan worden aan een verzoek om inlichtingen gevolg te geven, en de mogelijkheid dat de ESMA in die gevallen overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 handelt.”;

c)

lid 5 wordt vervangen door:

„5.   Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van de leden 2 en 4 te garanderen, kan de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen inzake de procedures en de formulieren voor de uitwisseling van informatie en grensoverschrijdende inspecties als bedoeld in dit artikel.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

7)

Het volgende artikel wordt toegevoegd:

„Artikel 17 bis

Uiterlijk op 1 december 2011onderwerpt de Commissie de artikelen 1, 6, 8, 14 en 16 aan een toetsing en dient zij in voorkomend geval passende wetgevingsvoorstellen in met het oog op de volledige toepassing van gedelegeerde handelingen uit hoofde van artikel 290 VWEU en uitvoeringshandelingen uit hoofde van artikel 291 VWEU wat deze richtlijn betreft. Onverminderd de reeds vastgestelde uitvoeringsmaatregelen vervallen de in artikel 17 aan de Commissie toegewezen bevoegdheden tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen die na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon blijven bestaan, per 1 december 2012.”.

Artikel 4

Wijzigingen in Richtlijn 2003/41/EG

Richtlijn 2003/41/EG wordt hierbij als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1, punt a), wordt vervangen door:

„a)

de instelling door de bevoegde instantie in een nationaal register is ingeschreven of over een vergunning beschikt; bij grensoverschrijdende activiteiten in de zin van artikel 20 worden daarbij ook de lidstaten waar de instelling werkzaam is, in het register vermeld; deze gegevens worden meegedeeld aan de bij Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad (25) opgerichte Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) (European Insurance and Occupational Pensions Authority — hierna de „EIOPA”), die ze publiceert op haar website;

b)

lid 5 wordt vervangen door:

„5.   Bij grensoverschrijdende activiteiten als bedoeld in artikel 20 worden de voorwaarden van bedrijfsvoering van de instelling onderworpen aan de voorafgaande verlening van een vergunning door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst. Wanneer een dergelijke vergunning wordt verstrekt, stelt de lidstaat de EIOPA hiervan onverwijld in kennis.”.

2)

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de bestaande tekst wordt genummerd als lid 1;

b)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„2.   De EIOPA kan ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen inzake de formulieren en formaten voor de in lid 1, onder c), punten i) tot en met vi), genoemde documenten.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1094/2010.”.

3)

In artikel 14, lid 4, wordt de tweede alinea vervangen door:

„Een eventueel besluit om activiteiten van een instelling te verbieden wordt gedetailleerd met redenen omkleed en de betrokken instelling wordt hiervan in kennis gesteld. Ook de EIOPA wordt hiervan in kennis gesteld.”.

4)

In artikel 15, lid 6, wordt de eerste alinea vervangen door:

„6.   Met het oog op een verdere harmonisatie van de voorschriften voor de berekening van de technische voorzieningen die gerechtvaardigd kunnen zijn — met name de rentepercentages en andere hypotheses die van invloed zijn op de hoogte van de technische voorzieningen — brengt de Commissie, gebruik makend van advies van de EIOPA, om de twee jaar of op verzoek van een lidstaat verslag uit over de situatie met betrekking tot de ontwikkeling van de grensoverschrijdende activiteiten.”.

5)

Aan artikel 20 wordt het volgende lid toegevoegd:

„11.   De lidstaten stellen de EIOPA in kennis van hun nationale voorzieningen van prudentiële aard die relevant zijn voor het gebied van bedrijfspensioenregelingen die niet vallen onder de verwijzing naar nationale sociale en arbeidswetgeving als bedoeld in lid 1.

De lidstaten actualiseren die informatie regelmatig en ten minste om de twee jaar; de EIOPA maakt die informatie beschikbaar op haar website.

Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit lid te garanderen, stelt de EIOPA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op inzake de procedures die de bevoegde autoriteiten moeten volgen en de formulieren en templates die zij moeten gebruiken bij het bijwerken van relevante informatie en het toezenden ervan aan de EIOPA. De EIOA legt deze ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de derde alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1094/2010.”.

6)

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de titel wordt vervangen door:

b)

het volgende lid wordt ingevoegd:

„2 bis.   De bevoegde autoriteiten werken voor de toepassing van deze richtlijn samen met de EIOPA, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1094/2010.

De bevoegde autoriteiten verstrekken de EIOPA onverwijld alle informatie die zij nodig heeft voor de uitoefening van haar taken uit hoofde van deze richtlijn en van Verordening (EU) nr. 1094/2010, overeenkomstig artikel 35 van die verordening.”;

c)

lid 3 wordt vervangen door:

„3.   Elke lidstaat brengt de Commissie en de EIOPA op de hoogte van eventuele belangrijke moeilijkheden die het gevolg zijn van de toepassing van deze richtlijn.

De Commissie, de EIOPA en de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten onderzoeken deze moeilijkheden zo spoedig mogelijk teneinde een afdoende oplossing te vinden.”.

Artikel 5

Wijzigingen in Richtlijn 2003/71/EG

Richtlijn 2003/71/EG wordt hierbij als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 4, lid 3, wordt vervangen door:

„3.   Om een consequente harmonisatie van deze richtlijn te garanderen, kan de bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (26) opgerichte Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) (European Securities and Markets Authority — hierna „de ESMA”) ontwerpen van technische reguleringsnormen opstellen om de uitzonderingen betreffende lid 1, letters a) tot en met e), en lid 2, letters a) tot en met h), nader te bepalen.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

2)

Aan artikel 5, lid 2, worden de volgende alinea’s toegevoegd:

„Om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor de toepassing van deze richtlijn en van de gedelegeerde handelingen die de Commissie overeenkomstig lid 5 vaststelt, stelt de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op, teneinde eenvormige voorwaarden voor de toepassing te garanderen van de gedelegeerde handelingen die de Commissie overeenkomstig lid 5 vaststelt met betrekking tot een uniform template voor de presentatie van de samenvatting, en om beleggers in staat te stellen de betrokken effecten te vergelijken met andere relevante producten.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

3)

Aan artikel 7 wordt het volgende lid toegevoegd:

„4.   De ESMA kan ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor de toepassing van de gedelegeerde handelingen die de Commissie overeenkomstig lid 1 vaststelt.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

4)

Aan artikel 8 wordt het volgende lid toegevoegd:

„5.   De ESMA kan ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor de toepassing van de gedelegeerde handelingen die de Commissie overeenkomstig lid 4 vaststelt.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

5)

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

a)

aan lid 2 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De goedkeuring van het prospectus en elk document ter aanvulling daarvan wordt door de bevoegde autoriteit gelijktijdig aan de ESMA en aan, naargelang het geval, de uitgevende instelling, de aanbieder of de persoon die om toelating tot de handel op een gereglementeerde markt heeft verzocht, meegedeeld. De bevoegde autoriteiten bezorgen de ESMA tegelijkertijd een exemplaar van het prospectus en van elk eventueel supplement daarop.”;

b)

lid 5 wordt vervangen door:

„5.   De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst kan de goedkeuring van een prospectus overdragen aan de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat, mits dit vooraf aan de ESMA wordt gemeld en de bevoegde autoriteit daarin toestemt. De uitgevende instelling, aanbieder of aanvrager van de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt wordt binnen de drie werkdagen te rekenen vanaf de datum van het besluit van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van een dergelijke overdracht in kennis gesteld. De in lid 2 vastgestelde termijn begint te lopen vanaf dezelfde datum. Artikel 28, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1095/2010 is niet van toepassing op de overdracht van de goedkeuring van het prospectus overeenkomstig dit lid.

Met het oog op eenvormige voorwaarden voor de toepassing van deze richtlijn en een vlotte communicatie tussen de bevoegde autoriteiten onderling en tussen de bevoegde autoriteiten en de ESMA, kan de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen met het oog op de vaststelling van standaardformulieren, templates en procedures voor de in dit lid bedoelde kennisgevingen.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de tweede alinea bedoelde van technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

6)

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   Na goedkeuring wordt het prospectus gedeponeerd bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst, is het via de bevoegde autoriteit toegankelijk voor de ESMA en wordt het door de uitgevende instelling, aanbieder of aanvrager van de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt voor het publiek beschikbaar gesteld zodra dit doenlijk is en in elk geval op een redelijk tijdstip voorafgaand aan en uiterlijk bij de aanvang van de aanbieding of de toelating van de betrokken effecten tot de handel op een gereglementeerde markt. Daarenboven moet, in het geval van een eerste openbare aanbieding van een categorie van aandelen die nog niet tot de handel op een gereglementeerde markt is toegelaten en die voor de eerste keer tot de handel moet worden toegelaten, het prospectus ten minste zes werkdagen voor het einde van de aanbieding ter beschikking worden gesteld.”;

b)

het volgende lid wordt ingevoegd:

„4 bis.   De ESMA maakt op haar website de lijst van overeenkomstig artikel 13 goedgekeurde prospectussen bekend, met inbegrip van, waar van toepassing, een hyperlink naar het prospectus dat op de website van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst, de website van de uitgevende instelling, of de website van de gereglementeerde markt is bekendgemaakt. Deze lijst wordt actueel gehouden en elke vermelding blijft op de website staan voor een periode van ten minste twaalf maanden.”.

7)

Aan artikel 16 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

„3.   Teneinde te zorgen voor een consequente harmonisatie, de voorschriften van dit artikel nader te bepalen en rekening te houden met de technische ontwikkelingen van de financiële markten, stelt de ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen op, waarin is bepaald in welke situaties een belangrijke nieuwe factor, een materiële fout of een onnauwkeurigheid met betrekking tot de in het prospectus opgenomen informatie vereist dat een supplement op het prospectus wordt bekendgemaakt. De ESMA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 bedoelde procedure vast te stellen.”.

8)

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   Wanneer in één of meer lidstaten of in een lidstaat die niet de lidstaat van herkomst is, een aanbieding van effecten aan het publiek of een aanvraag voor de toelating van effecten tot de handel op een gereglementeerde markt wordt gepland, zijn, onverminderd het bepaalde in artikel 23, het door de lidstaat van herkomst goedgekeurde prospectus en alle documenten ter aanvulling van dat prospectus in een willekeurig aantal lidstaten van ontvangst geldig voor een openbare aanbieding of voor een toelating van de betrokken effecten tot de handel op een gereglementeerde markt, op voorwaarde dat de ESMA en de bevoegde autoriteit van iedere lidstaat van ontvangst overeenkomstig artikel 18 een kennisgeving ontvangen. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst starten geen administratieve of goedkeuringsprocedures voor prospectussen.”;

b)

lid 2 wordt vervangen door:

„2.   Indien er na de goedkeuring van het prospectus belangrijke nieuwe factoren, materiële fouten of onnauwkeurigheden zoals bedoeld in artikel 16 aan het licht komen, verlangt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de publicatie van een document ter aanvulling van het prospectus dat conform artikel 13, lid 1, moet worden goedgekeurd. De ESMA en de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst kunnen de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst meedelen dat nieuwe informatie vereist is.”.

9)

Aan artikel 18 worden de volgende leden toegevoegd:

„3.   De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst brengt de ESMA op hetzelfde moment als de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst op de hoogte van het certificaat van goedkeuring van het prospectus.

De ESMA en de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst maken op hun website de overeenkomstig dit artikel gemelde lijst van certificaten van goedkeuring van prospectussen en van alle documenten ter aanvulling daarvan bekend, alsook, waar van toepassing, hyperlinks naar deze documenten die worden bekendgemaakt op de website van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst, op de website van de uitgevende instelling of op de website van de gereglementeerde markt. Deze lijst wordt actueel gehouden en elke vermelding blijft op de websites staan voor een periode van ten minste twaalf maanden.

4.   Om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor de toepassing van deze richtlijn en rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten, kan de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor kennisgeving van het certificaat van goedkeuring, het exemplaar van het prospectus, documenten ter aanvulling van het prospectus en de vertaling van de samenvatting.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

10)

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de volgende leden worden ingevoegd:

„1 bis.   De bevoegde autoriteiten werken voor de toepassing van deze richtlijn samen met de ESMA, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1095/2010.

1 ter.   De bevoegde autoriteiten verstrekken de ESMA overeenkomstig artikel 35 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 onverwijld alle informatie die zij nodig heeft voor de uitoefening van haar taken.”;

b)

in lid 2 wordt de derde alinea vervangen door:

„De lidstaten stellen de Commissie, de ESMA en de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten in kennis van alle met het oog op de delegatie van taken getroffen regelingen, inclusief de precieze voorwaarden voor het delegeren van taken.”;

c)

aan lid 4 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EU) nr. 1095/2010, is de ESMA gerechtigd deel te nemen aan de onder d) bedoelde inspecties ter plaatse wanneer deze door twee of meer bevoegde autoriteiten gezamenlijk worden uitgevoerd.”.

11)

Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 2 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De bevoegde autoriteiten kunnen situaties waarin een verzoek om samenwerking, met name een verzoek om uitwisseling van informatie, is afgewezen of niet binnen een redelijke termijn is gehonoreerd, verwijzen naar de ESMA. Onverminderd artikel 258 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) kan de ESMA in de in de eerste zin bedoelde gevallen handelen overeenkomstig de haar bij artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 verleende bevoegdheden.”;

b)

lid 3 wordt vervangen door:

„3.   Lid 1 belet niet dat tussen de bevoegde autoriteiten uitwisseling van vertrouwelijke informatie plaatsvindt of dat vertrouwelijke informatie wordt bezorgd aan de ESMA of het Europees Comité voor systeemrisico’s (European Systemic Risk Board — hierna het „ESRB”), behoudens de beperkingen met betrekking tot bedrijfsspecifieke informatie en gevolgen voor derde landen, zoals bepaald in respectievelijk Verordening (EU) nr. 1095/2010 en Verordening (EU) nr. 1092/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 betreffende macroprudentieel toezicht van de Europese Unie op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico’s (27). De tussen de bevoegde autoriteiten en de ESMA of het ESRB uitgewisselde informatie valt onder het beroepsgeheim, waaraan personen die werkzaam zijn of zijn geweest bij de bevoegde autoriteiten die de informatie ontvangen, gebonden zijn.

c)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„4.   Teneinde te zorgen voor een consequente harmonisatie van dit artikel en rekening te houden met de technische ontwikkelingen van de financiële markten, stelt de ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen op om nader te bepalen welke informatie op grond van lid 2 vereist is.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 quinquies van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.

Om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor de toepassing van lid 2 en rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten, kan de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen met het oog op de vaststelling van standaardformulieren, templates en procedures voor de samenwerking en de uitwisseling van informatie tussen de bevoegde autoriteiten.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de derde alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

12)

Artikel 23 wordt vervangen door:

„Artikel 23

Conservatoire maatregelen

1.   Wanneer de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst tot de bevinding komt dat de uitgevende instelling of de financiële instellingen die met de procedures voor de openbare aanbieding zijn belast, onregelmatigheden hebben begaan, dan wel dat de uitgevende instelling haar verplichtingen die voortvloeien uit het feit dat haar effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, niet is nagekomen, stelt zij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst en de ESMA van deze bevindingen in kennis.

2.   Wanneer de uitgevende instelling of de financiële instellingen die met de procedures voor de openbare aanbieding zijn belast, in weerwil van de door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst getroffen maatregelen, of omdat deze maatregelen ontoereikend zijn, inbreuk blijven plegen op de desbetreffende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, neemt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst, na de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst en de ESMA daarvan in kennis te hebben gesteld, alle passende maatregelen ter bescherming van de beleggers en stelt de Commissie en de ESMA daarvan zo spoedig mogelijk in kennis.”.

Artikel 6

Wijzigingen in Richtlijn 2004/39/EG

Richtlijn 2004/39/EG wordt hierbij als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 5, lid 3, wordt vervangen door:

„3.   De lidstaten schrijven alle beleggingsondernemingen in. Het register is toegankelijk voor het publiek en bevat informatie over de diensten of activiteiten die de beleggingsonderneming op grond van haar vergunning mag verrichten. Het register wordt regelmatig bijgewerkt. Elke toekenning van een vergunning wordt ter kennis van de bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (28) opgerichte Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) (European Securities and Markets Authority — hierna de „ESMA”) gebracht.

De ESMA stelt een lijst op van alle beleggingsondernemingen in de Unie. De lijst bevat informatie over de diensten of activiteiten die de beleggingsonderneming op grond van haar vergunning mag verrichten, en wordt regelmatig bijgewerkt. De ESMA maakt deze lijst op haar website bekend en houdt deze actueel.

Wanneer een bevoegde autoriteit een vergunning heeft ingetrokken overeenkomstig artikel 8, onder b) tot en met d), wordt die intrekking op de lijst bekendgemaakt gedurende een periode van vijf jaar.

2)

Aan artikel 7 wordt het volgende lid toegevoegd:

„4.   Om een consequente harmonisatie van dit artikel en van artikel 9, leden 2 tot en met 4, artikel 10, leden 1 en 2, te garanderen, kan de ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen opstellen ter specificatie van:

a)

de informatie die aan de bevoegde autoriteiten moet worden verstrekt overeenkomstig artikel 7, lid 2, inclusief het programma van werkzaamheden;

b)

de voorschriften die van toepassing zijn op het leiden van beleggingsondernemingen in de zin van artikel 9, lid 4, en de informatie in de in artikel 9, lid 2, bedoelde kennisgevingen;

c)

de voorschriften die van toepassing zijn op de aandeelhouders en vennoten met gekwalificeerde deelnemingen, alsook de belemmeringen voor de effectieve uitoefening van de toezicht taken van de bevoegde autoriteit, als omschreven in artikel 10, leden 1 en 2.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.

Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van artikel 7, lid 2, en artikel 9, lid 2, te garanderen, kan de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de in die artikelen bedoelde kennisgeving of informatieverstrekking.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de derde alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

3)

Aan artikel 8 wordt het volgende lid toegevoegd:

„Elke intrekking van een vergunning wordt ter kennis van de ESMA gebracht.”.

4)

Aan artikel 10 bis wordt het volgende lid toegevoegd:

„8.   Om de consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, stelt de ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen op ter vaststelling van een uitputtende lijst van de in lid 4 bedoelde informatie, die kandidaat-verwervers in hun kennisgeving moeten opnemen, onverminderd lid 2.

De ESMA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.

Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van de artikelen 10, 10 bis en 10 ter te garanderen, stelt de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op met het oog op de vaststelling van standaardformulieren, templates en procedures voor de modaliteiten van het overlegproces tussen de relevante bevoegde autoriteiten als bedoeld in artikel 10, lid 4.

De ESMA legt die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de vierde alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

5)

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   De lidstaten stellen de Commissie en de ESMA in kennis van de algemene moeilijkheden die hun beleggingsondernemingen ondervinden bij vestiging of het verrichten van beleggingsdiensten en/of -activiteiten in derde landen.”;

b)

lid 2 wordt vervangen door:

„2.   Indien de Commissie op grond van de in lid 1 bedoelde informatie constateert dat een derde land de beleggingsondernemingen uit de Unie geen daadwerkelijke toegang tot de markt verleent die vergelijkbaar is met die welke de Unie toekent aan beleggingsondernemingen uit dat derde land, doet zij, rekening houdend met de richtsnoeren van de ESMA, aan de Raad voorstellen om een passend onderhandelingsmandaat te verkrijgen teneinde voor de beleggingsondernemingen uit de Unie vergelijkbare concurrentiemogelijkheden te verkrijgen. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

Het Europees Parlement wordt onverwijld en volledig op de hoogte gebracht in alle fasen van de procedure overeenkomstig artikel 217 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

De ESMA staat de Commissie voor de toepassing van dit artikel bij.”.

6)

Aan artikel 16, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De ESMA kan richtsnoeren ontwikkelen met betrekking tot het in dit lid bedoelde toezicht.”.

7)

In artikel 19, lid 6, wordt het eerste streepje vervangen door:

„—

de in het inleidende gedeelte bedoelde diensten houden verband met tot de handel op een gereglementeerde markt of op een gelijkwaardige markt van een derde land toegelaten aandelen, geldmarktinstrumenten, obligaties of andere schuldinstrumenten (met uitzondering van obligaties of andere schuldinstrumenten die een afgeleid instrument behelzen), icbe’s en andere niet-complexe financiële instrumenten. De markt van een derde land wordt geacht gelijkwaardig aan een gereglementeerde markt te zijn als hij voldoet aan voorschriften die gelijkwaardig zijn aan de voorschriften in titel III. De Commissie en de ESMA maken op hun website een lijst bekend van de markten die als gelijkwaardig moeten worden aangemerkt. Die lijst wordt periodiek bijgewerkt. De ESMA staat de Commissie bij in de beoordeling van de markten van derde landen.”.

8)

In artikel 23, lid 3, wordt de eerste alinea vervangen door:

„3.   De lidstaten die besluiten beleggingsondernemingen toe te staan om verbonden agenten aan te wijzen, leggen een openbaar register aan. Verbonden agenten worden ingeschreven in het openbaar register in de lidstaat waar zij gevestigd zijn. De ESMA publiceert op haar website verwijzingen of hyperlinks naar de openbare registers die uit hoofde van dit artikel zijn aangelegd door de lidstaten die besluiten beleggingsondernemingen toe te staan om verbonden agenten aan te wijzen.”.

9)

Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   Onverminderd de verdeling van de verantwoordelijkheden voor het doen naleven van de bepalingen van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake handel met voorwetenschap en marktmanipulatie (marktmisbruik) (29) zorgen de lidstaten, die worden gecoördineerd door de ESMA overeenkomstig artikel 31 van Verordening (EU) nr. 1095/2010, ervoor dat passende maatregelen zijn getroffen om de bevoegde autoriteit in staat te stellen toe te zien op de werkzaamheden van beleggingsondernemingen teneinde te garanderen dat deze optreden op loyale, billijke en professionele wijze en op een manier die bevorderlijk is voor de integriteit van de markt.

b)

lid 2 wordt vervangen door:

„2.   De lidstaten schrijven voor dat beleggingsondernemingen alle relevante gegevens over de door hen verrichte transacties in financiële instrumenten gedurende ten minste vijf jaar ter beschikking van de bevoegde autoriteit moeten houden, ongeacht of deze transacties voor eigen rekening dan wel voor rekening van een cliënt zijn verricht. In het geval van transacties voor rekening van cliënten omvatten de bijgehouden gegevens alle informatie en bijzonderheden over de identiteit van de cliënt en alle informatie die moet worden verstrekt op grond van Richtlijn 2005/60/EEG.

De ESMA kan om toegang tot die informatie verzoeken overeenkomstig de in artikel 20 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vermelde procedure en voorwaarden.”.

10)

Artikel 27, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   De bevoegde autoriteit van de in termen van liquiditeit meest relevante markt, zoals bepaald in artikel 25, bepaalt tenminste eenmaal per jaar voor elk aandeel, op basis van de rekenkundige gemiddelde waarde van de orders die op de markt voor dat aandeel zijn uitgevoerd, tot welke aandelenklasse het behoort. Deze informatie wordt voor alle marktdeelnemers openbaar gemaakt en doorgegeven aan de ESMA, die deze op haar website bekendgemaakt.”.

11)

Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 2 wordt de tweede alinea vervangen door:

„Ingeval de beleggingsonderneming voornemens is gebruik te maken van verbonden agenten deelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de beleggingsonderneming, op verzoek van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst, binnen een redelijke termijn de identiteitsgegevens mee van de verbonden agenten die de beleggingsonderneming voornemens is in die lidstaat te gebruiken. De lidstaat van ontvangst kan die informatie openbaar maken. De ESMA kan om toegang tot die informatie verzoeken overeenkomstig de in artikel 35 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vermelde procedure en voorwaarden.”;

b)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„7.   Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, kan de ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen opstellen om nader te bepalen welke informatie overeenkomstig de leden 2, 4 en 6 moet worden verstrekt.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.

Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit artikel te garanderen, kan de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de toezending van de informatie overeenkomstig de leden 3, 4 en 6.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de derde alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

12)

Aan artikel 32 wordt het volgende lid toegevoegd:

„10.   Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, kan de ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen opstellen om nader te bepalen welke informatie overeenkomstig de leden 2, 4 en 9 moet worden verstrekt.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.

Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen, kan de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de toezending van de informatie overeenkomstig de leden 3 en 9.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de derde alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

13)

Aan artikel 36 wordt het volgende lid toegevoegd:

„6.   Elke intrekking van een vergunning wordt ter kennis van de ESMA gebracht.”.

14)

Artikel 41, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   Een bevoegde autoriteit die om opschorting van de handel in een financieel instrument of uitsluiting van een financieel instrument van de handel op één of meer gereglementeerde markten verzoekt, maakt haar beslissing onmiddellijk openbaar en stelt de ESMA en de bevoegde autoriteiten van de overige lidstaten daarvan in kennis. Tenzij zulks de belangen van de beleggers of de ordelijke werking van de interne markt aanzienlijk zou kunnen schaden, verzoeken de bevoegde autoriteiten van de overige lidstaten om opschorting van de handel in dat financieel instrument of de uitsluiting van dat financieel instrument van de handel op de onder hun toezicht staande gereglementeerde markten en MTF's.”.

15)

In artikel 42, lid 6, wordt de tweede alinea vervangen door:

„De gereglementeerde markt deelt aan de bevoegde autoriteit van zijn lidstaat van herkomst mee in welke lidstaat hij voornemens is dergelijke voorzieningen te treffen. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst deelt deze informatie binnen een maand mee aan de lidstaat waar de gereglementeerde markt voornemens is dergelijke voorzieningen te treffen. De ESMA kan om toegang tot die informatie verzoeken overeenkomstig de in artikel 35 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vermelde procedure en voorwaarden.”.

16)

Artikel 47 wordt vervangen door:

„Artikel 47

Lijst van gereglementeerde markten

Elke lidstaat stelt een lijst op van de gereglementeerde markten waarvan hij de lidstaat van herkomst is, en deelt deze lijst mede aan de overige lidstaten en aan de ESMA. Elke wijziging van deze lijst wordt op dezelfde wijze medegedeeld. De ESMA maakt een lijst van alle gereglementeerde markten op haar website bekend en houdt deze actueel.”.

17)

Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   Elke lidstaat wijst de bevoegde autoriteiten aan die elk van de in deze richtlijn bepaalde taken moeten uitvoeren. De lidstaten delen de Commissie, de ESMA en de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten mee welke bevoegde autoriteit verantwoordelijk is voor de vervulling van elk van deze taken, met vermelding van eventuele taakverdelingen.”;

b)

in lid 2 wordt de derde alinea vervangen door:

„De lidstaten stellen de Commissie, de ESMA en de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten in kennis van alle met het oog op de delegatie van taken getroffen regelingen, inclusief de precieze voorwaarden voor het delegeren van taken.”;

c)

lid 3 wordt vervangen door:

„3.   De ESMA maakt een lijst van de in de leden 1 en 2 bedoelde bevoegde autoriteiten op haar website bekend en houdt deze actueel.”.

18)

In artikel 51 worden de volgende leden toegevoegd:

„4.   De lidstaten verstrekken de ESMA jaarlijks geaggregeerde informatie over alle administratieve maatregelen en sancties die overeenkomstig de leden 1 en 2 zijn getroffen, respectievelijk opgelegd.

5.   Wanneer de bevoegde autoriteit een administratieve maatregel of sanctie openbaar maakt, stelt zij tegelijkertijd de ESMA daarvan in kennis.

6.   Wanneer een openbaar gemaakte sanctie betrekking heeft op een beleggingsonderneming waaraan overeenkomstig deze richtlijn een vergunning is verleend, neemt de ESMA een verwijzing naar de openbaar gemaakte sanctie op in het register van beleggingsondernemingen dat op grond van artikel 5, lid 3, is aangelegd.”.

19)

Aan artikel 53 wordt het volgende lid toegevoegd:

„3.   De bevoegde autoriteiten brengen de ESMA op de hoogte van de in lid 1 bedoelde klachten- en beroepsprocedures die in hun rechtsgebieden beschikbaar zijn.

De ESMA maakt een lijst van alle buitengerechtelijke procedures op haar website bekend en houdt deze actueel.”.

20)

De titel van hoofdstuk II wordt vervangen door:

21)

Artikel 56 wordt gewijzigd als volgt:

a)

in lid 1 wordt de derde alinea vervangen door:

„Om de samenwerking en met name de uitwisseling van informatie te vergemakkelijken en te versnellen, wijzen de lidstaten één bevoegde autoriteit aan als contactpunt voor de toepassing van deze richtlijn. De lidstaten delen de Commissie, de ESMA en de overige lidstaten de namen mede van de autoriteiten die zijn aangewezen om uit hoofde van dit lid verzoeken om uitwisseling van gegevens of verzoeken om samenwerking in ontvangst te nemen. De ESMA maakt een lijst van deze autoriteiten op haar website bekend en houdt deze actueel.”;

b)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   Wanneer een bevoegde autoriteit ervan overtuigd is dat er door niet onder haar toezicht staande entiteiten op het grondgebied van een andere lidstaat handelingen worden of zijn uitgevoerd die strijdig zijn met de bepalingen van deze richtlijn, geeft zij hiervan zo specifiek mogelijk kennis aan de bevoegde autoriteit van de andere lidstaat en aan de ESMA. De in kennis gestelde bevoegde autoriteit neemt de nodige maatregelen. Zij stelt de kennisgevende bevoegde autoriteit en de ESMA op de hoogte van het resultaat van haar optreden en, voor zover mogelijk, van belangrijke tussentijdse ontwikkelingen. Dit lid laat de bevoegdheid van de kennisgevende bevoegde autoriteit onverlet.”;

c)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„6.   Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen kan de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de samenwerkingsregelingen zoals bedoeld in lid 2.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

22)

Artikel 57 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de bestaande tekst wordt hernummerd als lid 1;

b)

de volgende leden worden toegevoegd:

„2.   Om convergentie te brengen in de praktijk van het toezicht houden kan personeel van de ESMA deelnemen aan de activiteiten van de colleges van toezichthouders, inclusief verificaties of onderzoeken ter plaatse, die door twee of meer bevoegde autoriteiten gezamenlijk worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

3.   Met het oog op een consequente harmonisatie van lid 1 kan de ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen opstellen om nader te bepalen welke informatie tussen de bevoegde autoriteiten moet worden uitgewisseld wanneer wordt samengewerkt bij toezichtwerkzaamheden, controles ter plaatse en onderzoeken.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.

Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van lid 1 te garanderen kan de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de bevoegde autoriteiten met het oog op de samenwerking bij toezichtwerkzaamheden, controles ter plaatse en onderzoeken.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de derde alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

23)

Artikel 58 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   Met het oog op eenvormige toepassingsvoorwaarden voor de leden 1 en 2 kan de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen met het oog op de vaststelling van standaardformulieren, templates en procedures voor de uitwisseling van informatie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”;

b)

lid 5 wordt vervangen door:

„5.   Dit artikel noch de artikelen 54 of 63 vormen een belemmering voor een bevoegde autoriteit om aan de ESMA, het Europees Comité voor systeemrisico’s (European Systemic Risk Board — hierna het „ESRB”), de centrale banken, het Europees Stelsel van centrale banken en de Europese Centrale Bank in hun hoedanigheid van monetaire autoriteit, alsook, in voorkomend geval, aan andere overheidsinstanties die met het toezicht op betalings- en afwikkelingssystemen belast zijn, voor de uitoefening van hun taak dienstige vertrouwelijke gegevens mede te delen; evenzo wordt het deze autoriteiten of organen niet belet om aan de bevoegde autoriteiten de informatie te doen toekomen die deze voor het vervullen van de hun bij deze richtlijn opgelegde taken nodig kunnen hebben.”.

24)

Het volgende artikel wordt toegevoegd:

„Artikel 58 bis

Bindende bemiddeling

De bevoegde autoriteiten kunnen situaties naar de ESMA verwijzen waarin een verzoek in verband met een van de volgende punten is afgewezen, of niet binnen een redelijke termijn gehonoreerd:

a)

om een toezichtactiviteit, een verificatie ter plaatse of een onderzoek overeenkomstig artikel 57; of

b)

om uitwisseling van informatie overeenkomstig artikel 58.

In de in het eerste lid bedoelde gevallen kan de ESMA handelen overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010, zulks onverminderd de in artikel 59 bis vermelde situaties waarin geweigerd kan worden aan een verzoek om inlichtingen gevolg te geven, en onverminderd de mogelijkheid dat de ESMA in die gevallen overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 handelt.”.

25)

In artikel 59 wordt het tweede lid vervangen door:

„In geval van een dergelijke weigering stelt de bevoegde autoriteit de verzoekende bevoegde autoriteit en de ESMA daarvan in kennis, waarbij zij zo gedetailleerd mogelijke informatie verstrekt.”.

26)

Aan artikel 60 wordt het volgende lid toegevoegd:

„4.   Met het oog op eenvormige toepassingsvoorwaarden voor de leden 1 en 2 kan de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen met het oog op de vaststelling van standaardformulieren, templates en procedures voor de raadpleging van andere bevoegde autoriteiten voordat een vergunning wordt verleend.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

27)

Artikel 62 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 wordt de tweede alinea vervangen door:

„Indien de beleggingsonderneming, in weerwil van de aldus door de lidstaat van herkomst getroffen maatregelen, of omdat deze maatregelen ontoereikend zijn, blijft handelen op een wijze die de belangen van beleggers in de lidstaat van ontvangst of de ordelijke werking van de markten kennelijk schaadt, geldt het volgende:

a)

de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst neemt, na de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst daarvan in kennis te hebben gesteld, de nodige maatregelen om de beleggers en de goede werking van de markten te beschermen, met inbegrip van de mogelijkheid om een inbreukplegende beleggingsonderneming te beletten nieuwe transacties op het grondgebied van die lidstaat te verrichten. De Commissie en de ESMA worden onverwijld van deze maatregelen in kennis gesteld;

b)

de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst kan de zaak bovendien naar de ESMA verwijzen, die kan handelen overeenkomstig de haar krachtens artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 verleende bevoegdheden.”;

b)

in lid 2 wordt de derde alinea vervangen door:

„Indien de beleggingsonderneming, in weerwil van de aldus door de lidstaat van ontvangst getroffen maatregelen, inbreuk blijft plegen op de in lid 1 bedoelde, in de lidstaat van ontvangst geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, geldt het volgende:

a)

de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst neemt, na de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst daarvan in kennis te hebben gesteld, de nodige maatregelen om de beleggers en de goede werking van de markten te beschermen. De Commissie en de ESMA worden onverwijld van deze maatregelen in kennis gesteld; en

b)

de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst kan de zaak bovendien verwijzen naar de ESMA, die kan handelen overeenkomstig de haar krachtens artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 verleende bevoegdheden.”;

c)

in lid 3 wordt de tweede alinea vervangen door:

„Indien die gereglementeerde markt of de MTF, in weerwil van de aldus door de lidstaat van herkomst getroffen maatregelen, of omdat deze maatregelen ontoereikend zijn, blijft handelen op een wijze die de belangen van beleggers in de lidstaat van ontvangst of de ordelijke werking van de markten kennelijk schaadt, geldt het volgende:

a)

de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst neemt, na de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst daarvan in kennis te hebben gesteld, de nodige maatregelen om de beleggers en de goede werking van de markten te beschermen. Daartoe behoort de mogelijkheid om die gereglementeerde markt of de MTF te beletten hun voorzieningen beschikbaar te stellen voor in de lidstaat van ontvangst gevestigde leden of deelnemers op afstand. De Commissie en de ESMA worden onverwijld van deze maatregelen in kennis gesteld;

b)

de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst kan de zaak bovendien verwijzen naar de ESMA, die kan handelen overeenkomstig de haar krachtens artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 verleende bevoegdheden.”.

28)

Het volgende artikel wordt toegevoegd:

„Artikel 62 bis

Samenwerking en informatie-uitwisseling met de ESMA

1.   De bevoegde autoriteiten werken voor de toepassing van deze richtlijn samen met de ESMA, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1095/2010.

2.   De bevoegde autoriteiten verstrekken de ESMA onverwijld alle informatie die zij nodig heeft voor de uitoefening van haar taken uit hoofde van deze richtlijn en overeenkomstig artikel 35 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

29)

Artikel 63, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   De lidstaten en, overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EU) nr. 1095/2010, de ESMA mogen met de bevoegde autoriteiten van derde landen alleen dan samenwerkingsovereenkomsten voor informatie-uitwisseling sluiten indien met betrekking tot de verstrekte informatie ten minste gelijkwaardige waarborgen inzake het beroepsgeheim gelden als de in artikel 54 bedoelde waarborgen. Een dergelijke informatie-uitwisseling moet bestemd zijn voor de vervulling van de taken van die bevoegde autoriteiten.

De lidstaten en de ESMA mogen persoonsgegevens doorgeven aan een derde land in overeenstemming met hoofdstuk IV van Richtlijn 95/46/EG.

Ook mogen de lidstaten en de ESMA samenwerkingsovereenkomsten voor informatie-uitwisseling sluiten met de bevoegde autoriteiten of instanties van derde landen of met natuurlijke of rechtspersonen die belast zijn met een of meer van de volgende taken:

a)

het toezicht op kredietinstellingen, andere financiële instellingen en verzekeringsondernemingen en het toezicht op de financiële markten;

b)

de liquidatie en het faillissement van beleggingsondernemingen en andere soortgelijke procedures;

c)

de wettelijke controle van de jaarrekening van beleggingsondernemingen en andere financiële instellingen, kredietinstellingen en verzekeringsondernemingen, zulks in het kader van de uitoefening van hun toezichttaken of, wat betreft het beheer van compensatiestelsels, in het kader van de uitoefening van hun taken;

d)

het toezicht op de instanties die betrokken zijn bij de liquidatie en het faillissement van beleggingsondernemingen en andere soortgelijke procedures;

e)

het toezicht op personen die belast zijn met de wettelijke controle van de jaarrekening van verzekeringsondernemingen, kredietinstellingen, beleggingsondernemingen en andere financiële instellingen.

De in de derde alinea bedoelde samenwerkingsovereenkomsten kunnen alleen worden gesloten indien met betrekking tot de verstrekte gegevens ten minste gelijkwaardige waarborgen inzake het beroepsgeheim gelden als de in artikel 54 bedoelde waarborgen. Een dergelijke uitwisseling van informatie is bestemd voor de vervulling van de taken van die autoriteiten of instanties of natuurlijke of rechtspersonen.”.

30)

Het volgende artikel wordt toegevoegd:

„Artikel 64 bis

Horizonbepaling

Uiterlijk op 1 december 2011 onderwerpt de Commissie de artikelen 2, 4, 10 ter, 13, 15 18, 19, 21, 22, 24 en 25, de artikelen 27 tot en met 30 en de artikelen 40, 44, 45, 56 en 58 aan een toetsing en dient zij in voorkomend geval passende wetgevingsvoorstellen in met het oog op de volledige toepassing van gedelegeerde handelingen uit hoofde van artikel 290 VWEU en uitvoeringshandelingen uit hoofde van artikel 291 VWEU wat deze richtlijn betreft. Onverminderd de reeds vastgestelde uitvoeringsmaatregelen vervallen de in artikel 64 aan de Commissie toegewezen bevoegdheden tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen die na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009 blijven bestaan, per 1 december 2012.”.

Artikel 7

Wijzigingen in Richtlijn 2004/109/EG

Richtlijn 2004/109/EG wordt hierbij als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 2, lid 3, wordt gewijzigd als volgt:

a)

de eerste alinea wordt vervangen door:

„3.   Teneinde rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten, de voorschriften nader te omschrijven en een eenvormige toepassing van lid 1 te garanderen, stelt de Commissie overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter, en 2 quater, en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter maatregelen vast betreffende de in lid 1 vervatte definities.”;

b)

de derde alinea wordt vervangen door:

„De in de tweede alinea, onder a) en b), genoemde maatregelen worden vastgesteld middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter.”.

2)

Artikel 5, lid 6, wordt gewijzigd als volgt:

a)

de eerste alinea wordt vervangen door:

„6.   De Commissie stelt overeenkomstig artikel 27, lid 2, of artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, teneinde rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten, maatregelen vast om de voorschriften van de leden 1 tot en met 5 van dit artikel nader te omschrijven en een eenvormige toepassing daarvan te garanderen.”;

b)

de derde alinea wordt vervangen door:

„De onder a) bedoelde maatregelen worden vastgesteld volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure. De onder b) en c) genoemde maatregelen worden vastgesteld middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter.”;

c)

de vierde alinea wordt vervangen door:

„Indien nodig, kan de Commissie tevens de in lid 1 bedoelde periode van vijf jaar aanpassen middels een gedelegeerde handeling overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter.”.

3)

Artikel 9, lid 7, wordt gewijzigd als volgt:

a)

de eerste alinea wordt vervangen door:

„7.   De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter, maatregelen vast teneinde rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten en de in de leden 2, 4 en 5 bedoelde voorschriften nader te omschrijven.”;

b)

wordt de tweede alinea vervangen door:

„De Commissie specificeert, via gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter, de maximale lengte van de „korte afwikkelingstermijn”als bedoeld in lid 4 van onderhavig artikel, alsmede de passende mechanismen voor de controle door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst.”.

4)

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 8

i)

in de eerste alinea wordt het inleidende gedeelte vervangen door:

„8.   Teneinde rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten en de in de leden 1, 2, 4, 5 en 6 van dit artikel bedoelde voorschriften nader te omschrijven, stelt de Commissie overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter maatregelen vast:”;

ii)

punt a) wordt geschrapt;

iii)

de tweede alinea wordt geschrapt;

b)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„9.   Met het oog op eenvormige toepassingsvoorwaarden voor dit artikel en om rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten, kan de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) (European Securities and Markets Authority — hierna de „ESMA”) opgericht bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (30) ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures die moeten worden gebruikt om de uitgevende instelling kennis te geven van de overeenkomstig lid 1 vereiste informatie of om informatie in te dienen overeenkomstig artikel 19, lid 3.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

5)

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 2:

i)

de eerste alinea wordt vervangen door:

„2.   De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter, maatregelen vast teneinde rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten en de in lid 1 bedoelde voorschriften nader te omschrijven. Zij bepaalt met name:”;

ii)

punt c) wordt vervangen door:

„c)

de inhoud van de te verrichten kennisgeving;”;

iii)

de tweede alinea wordt geschrapt;

b)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„3.   Met het oog op eenvormige toepassingsvoorwaarden voor lid 1 van dit artikel en teneinde rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten, kan de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen met het oog op de vaststelling van standaardformulieren, templates en procedures die moeten worden gebruikt om de uitgevende instelling kennis te geven van de overeenkomstig lid 1 van dit artikel vereiste informatie of om informatie in te dienen overeenkomstig artikel 19, lid 3.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

6)

Artikel 14, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter, maatregelen vast teneinde rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten en de in lid 1 bedoelde voorschriften nader te omschrijven.”.

7)

Artikel 17, lid 4, wordt vervangen door:

„4.   De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter maatregelen vast teneinde rekening te houden met zowel de technische ontwikkelingen op de financiële markten als de ontwikkelingen in de informatie- en de communicatietechnologie en de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde voorschriften nader te omschrijven. De Commissie specificeert met name via welke categorieën financiële instellingen een aandeelhouder de in lid 2, onder c), bedoelde financiële rechten kan uitoefenen.”.

8)

Artikel 18, lid 5, wordt vervangen door:

„5.   De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter, maatregelen vast teneinde rekening te houden met zowel de technische ontwikkelingen op de financiële markten als de ontwikkelingen in de informatie- en de communicatietechnologie en de in de leden 1 tot en met 4 bedoelde voorschriften nader te omschrijven. De Commissie specificeert met name via welke categorieën financiële instellingen een aandeelhouder de in lid 2, onder c), bedoelde financiële rechten kan uitoefenen.”.

9)

Artikel 19, lid 4, wordt vervangen door:

„4.   De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter, maatregelen vast om de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde voorschriften nader te omschrijven.

De Commissie specificeert met name volgens welke procedure een uitgevende instelling of een houder van aandelen of andere financiële instrumenten, of een persoon of entiteit als bedoeld in artikel 10, uit hoofde van lid 1, respectievelijk lid 3 bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst informatie moet indienen teneinde in de lidstaat van herkomst indiening langs elektronische weg mogelijk te maken.”.

10)

Artikel 21, lid 4, wordt vervangen door:

„4.   De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter, maatregelen vast teneinde rekening te houden met zowel de technische ontwikkelingen op de financiële markten als de ontwikkelingen in de informatie- en de communicatietechnologie en om de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde voorschriften nader te omschrijven.

De Commissie specificeert met name:

a)

minimumnormen voor de verspreiding van gereglementeerde informatie als bedoeld in lid 1;

b)

minimumnormen voor de mechanismen voor centrale opslag als bedoeld in lid 2.

De Commissie kan tevens een lijst van media voor de verspreiding van informatie onder het publiek opstellen en bijhouden.”.

11)

In artikel 22 wordt de eerste alinea van lid 1 vervangen door:

„1.   De ESMA stelt overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 richtsnoeren op ter verdere vergemakkelijking van de toegang van het publiek tot informatie die openbaar moet worden gemaakt op grond van Richtlijn 2003/6/EG, Richtlijn 2003/71/EG en van onderhavige richtlijn.”.

12)

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   Wanneer de statutaire zetel van een uitgevende instelling in een derde land gelegen is, kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst deze uitgevende instelling ontheffing verlenen van de verplichtingen uit hoofde van de artikelen 4 tot en met 7, artikel 12, lid 6, en de artikelen 14 tot en met 18, mits de wetgeving van het betrokken derde land gelijkwaardige verplichtingen oplegt of de uitgevende instelling zich houdt aan de verplichtingen krachtens de wetgeving van een derde land die door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst als gelijkwaardig wordt beschouwd.

Vervolgens brengt de bevoegde autoriteit de ESMA op de hoogte van de verleende ontheffing.”;

b)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van lid 1 te garanderen, stelt de Commissie volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure uitvoeringsmaatregelen vast waarin:

i)

wordt voorzien in een mechanisme voor het waarborgen van gelijkwaardigheid van de informatie vereist uit hoofde van deze richtlijn, met inbegrip van financiële verklaringen en informatie, die uit hoofde van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van een derde land is vereist;

ii)

wordt bepaald dat het derde land waar de uitgevende instelling haar statutaire zetel heeft, zorg draagt voor de gelijkwaardigheid met de informatievereisten uit hoofde van deze richtlijn door middel van zijn nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen of doordat de aldaar gangbare praktijken of procedures gebaseerd zijn op door internationale organisaties opgestelde internationale standaarden.

In de context van de eerste alinea, sub ii), stelt de Commissie tevens via gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter maatregelen vast betreffende de beoordeling van normen die relevant zijn voor de uitgevende instellingen van meer dan één land.

De Commissie neemt volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure de nodige besluiten inzake de gelijkwaardigheid van standaarden voor jaarrekeningen die overeenkomstig het bepaalde in artikel 30, lid 3, worden gehanteerd door uitgevende instellingen van derde landen. Indien de Commissie van oordeel is dat deze standaarden voor jaarrekeningen niet gelijkwaardig zijn, kan zij de betrokken uitgevende instellingen toestemming geven deze standaarden gedurende een gepaste overgangsperiode te blijven hanteren.

In het kader van de derde alinea, stelt de Commissie middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter tevens maatregelen vast met het oog op de vaststelling van algemene equivalentiecriteria voor standaarden voor de jaarrekening van uitgevende instellingen in meer dan een land.”;

c)

lid 5 wordt vervangen door:

„5.   Ter specificering van de in lid 2 vastgelegde voorschriften kan de Commissie middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter maatregelen vaststellen waarin het soort in een derde land bekendgemaakte informatie wordt omschreven dat van belang is voor het publiek in de Unie.”;

d)

in lid 7 wordt de tweede alinea vervangen door:

„De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 27, leden 2 bis, 2 ter en 2 qua, en onder de voorwaarden van de artikelen 27 bis en 27 ter tevens maatregelen vast om algemene gelijkwaardigheidscriteria vast te stellen voor de doelstellingen van de eerste alinea.”;

e)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„8.   De ESMA staat de Commissie terzijde bij de uitvoering van haar taken in het kader van dit artikel, overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

13)

Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 wordt de eerste alinea vervangen door:

„1.   Elke lidstaat wijst de in artikel 21, lid 1, van Richtlijn 2003/71/EG bedoelde centrale autoriteit aan als de centrale bevoegde administratieve autoriteit die ervoor verantwoordelijk is dat de in deze richtlijn omschreven verplichtingen worden vervuld en ervoor moet zorgen dat de uit hoofde van deze richtlijn vastgestelde bepalingen worden toegepast. De lidstaten stellen de Commissie en de ESMA van deze aanwijzing in kennis.”;

b)

lid 3 wordt vervangen door:

„3.   De lidstaten stellen de Commissie, de ESMA overeenkomstig artikel 28, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1095/2010, en de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten in kennis van alle met het oog op de delegatie van taken getroffen regelingen, inclusief de precieze voorwaarden voor het delegeren van taken.”.

14)

Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de volgende leden worden ingevoegd:

„2 bis.   De bevoegde autoriteiten kunnen situaties naar de ESMA verwijzen waarin een verzoek om samenwerking is afgewezen of niet binnen een redelijke termijn is gehonoreerd. Onverminderd artikel 258 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) kan de ESMA in deze gevallen handelen overeenkomstig de haar bij artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 verleende bevoegdheden.

2 ter.   De bevoegde autoriteiten werken voor de toepassing van deze richtlijn samen met de ESMA, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1095/2010.

2 quater.   De bevoegde autoriteiten verstrekken de ESMA onverwijld alle informatie die zij nodig heeft voor de uitoefening van haar taken uit hoofde van deze richtlijn en van Verordening (EU) nr. 1095/2010, overeenkomstig artikel 35 van die verordening.”;

b)

in lid 3 wordt de eerste zin vervangen door:

„3.   Lid 1 belet niet dat de bevoegde autoriteiten vertrouwelijke informatie uitwisselen met of bezorgen aan andere bevoegde autoriteiten, de ESMA en het bij Verordening (EU) nr. 1092/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 betreffende macroprudentieel toezicht van de Europese Unie op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico’s (31) opgerichte Europees Comité voor systeemrisico’s (ESRB).

c)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   De lidstaten en de ESMA kunnen overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 samenwerkingsovereenkomsten voor de uitwisseling van gegevens sluiten met de bevoegde autoriteiten of instanties van derde landen die volgens hun wetgeving bevoegd zijn om taken in het kader van deze Richtlijn uit te voeren overeenkomstig artikel 24. De lidstaten stellen de ESMA in kennis van de samenwerkingsovereenkomsten die zij sluiten. Met betrekking tot die uitwisseling van gegevens gelden ten minste gelijkwaardige waarborgen inzake het beroepsgeheim als de in dit artikel bedoelde. Een dergelijke uitwisseling van gegevens is bestemd voor de vervulling van de toezichtstaak van de bedoelde autoriteiten of instanties. Gegevens die afkomstig zijn van een andere lidstaat mogen alleen worden doorgegeven met de uitdrukkelijke instemming van de bevoegde autoriteiten die de gegevens hebben meegedeeld en, in voorkomend geval, alleen worden gebruikt voor de doeleinden waarmee deze autoriteiten ingestemd hebben.”.

15)

Artikel 26 wordt vervangen door:

„Artikel 26

Conservatoire maatregelen

1.   Wanneer de bevoegde autoriteit van een lidstaat van ontvangst tot de bevinding komt dat de uitgevende instelling of de houder van aandelen of andere financiële instrumenten, of de in artikel 10 bedoelde persoon of entiteit onregelmatigheden heeft begaan, of niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan, stelt zij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst en de ESMA van deze bevindingen in kennis.

2.   Wanneer de uitgevende instelling of de effectenhouder in weerwil van de door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst getroffen maatregelen, of omdat deze maatregelen ontoereikend zijn, inbreuk blijft plegen op de desbetreffende wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen, neemt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst, na de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst daarvan in kennis te hebben gesteld, overeenkomstig artikel 3, lid 2, alle passende maatregelen ter bescherming van de beleggers, waarbij zij de Commissie en de ESMA daarvan zo spoedig mogelijk op de hoogte stelt.”.

16)

De titel van hoofdstuk VI wordt vervangen door:

17)

Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2 bis wordt vervangen door:

„2 bis.   De bevoegdheid om de in artikel 2, lid 3, artikel 5, lid 6, artikel 9, lid 7, artikel 12, lid 8, artikel 13, lid 2, artikel 14, lid 2, artikel 17, lid 4, artikel 18, lid 5, artikel 19, lid 4, artikel 21, lid 4, artikel 23, lid 4, artikel 23, lid 5, en artikel 23, lid 7, bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend voor een periode van vier jaar vanaf 4 januari 2011. De Commissie stelt uiterlijk zes maanden vóór het einde van de periode van vier jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt automatisch met perioden van eenzelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad haar intrekt overeenkomstig artikel 27 bis.”;

b)

de volgende leden worden ingevoegd:

„2 ter.   Wanneer de Commissie een gedelegeerde handeling vaststelt, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.

2 quater.   De aan de Commissie verleende bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, is onderworpen aan de voorwaarden in de artikelen 27 bis en 27 ter.”.

18)

De volgende artikelen worden ingevoegd:

„Artikel 27 bis

Intrekking van de bevoegdheidsdelegatie

1.   De in artikel 2, lid 3, artikel 5, lid 6, artikel 9, lid 7, artikel 12, lid 8, artikel 13, lid 2, artikel 14, lid 2, artikel 17, lid 4, artikel 18, lid 5, artikel 19, lid 4, artikel 21, lid 4, artikel 23, lid 4, artikel 23, lid 5, en artikel 23, lid 7, bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan door het Europees Parlement of de Raad te allen tijde worden ingetrokken.

2.   De instelling die een interne procedure is begonnen om te besluiten of zij de bevoegdheidsdelegatie wenst in te trekken, beijvert zich om de andere instelling en de Commissie hiervan binnen een redelijke termijn voordat een definitief besluit wordt genomen, op de hoogte te stellen en geeft daarbij aan welke gedelegeerde bevoegdheden mogelijk worden ingetrokken.

3.   Het besluit tot intrekking maakt een einde aan de delegatie van de bevoegdheden die in dat besluit worden vermeld. Het besluit treedt onmiddellijk of op een latere datum die in het besluit wordt vermeld, in werking. Het besluit laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. Het besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 27 ter

Bezwaar tegen gedelegeerde handelingen

1.   Het Europees Parlement en de Raad kunnen tegen een gedelegeerde handeling bezwaar aantekenen binnen drie maanden na de datum van kennisgeving daarvan. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad wordt die termijn met drie maanden verlengd.

2.   Indien noch het Europees Parlement noch de Raad bij het verstrijken van de in lid 1 bedoelde termijn bezwaar heeft aangetekend tegen de gedelegeerde handeling, wordt deze bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en treedt zij in werking op de daarin vermelde datum.

De gedelegeerde handeling kan worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en vóór het verstrijken van de betrokken periode in werking treden indien het Europees Parlement en de Raad beide de Commissie hebben laten weten geen bezwaar te zullen aantekenen.

3.   Indien hetzij het Europees Parlement, hetzij de Raad binnen de in lid 1 bedoelde termijn bezwaar aantekent tegen de gedelegeerde handeling, treedt deze niet in werking. Overeenkomstig artikel 296 VWEU geeft de instelling die bezwaar aantekent, aan om welke redenen zij dat doet.”.

Artikel 8

Wijzigingen in Richtlijn 2005/60/EG

Richtlijn 2005/60/EG wordt hierbij als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 11, lid 4, wordt vervangen door:

„4.   De lidstaten stellen elkaar, de bij Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (32) opgerichte Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) (European Banking Authority — hierna de „EBA”), de bij Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad (33) opgerichte Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) (European Insurance and Occupational Pensions Authority — hierna „de EIOPA”) en de bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (34) opgerichte Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) (European Securities and Markets Authority — hierna de „ESMA”) (gezamenlijk de European Supervisory Authorities — „de ESA”) voor zover dit relevant is voor de toepassing van deze richtlijn en overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van Verordening (EU) nr. 1093/2010, van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en van Verordening (EU) nr. 1095/2010, alsmede de Commissie in kennis van de gevallen waarin zij van mening zijn dat een derde land voldoet aan de in leden 1 en 2 bepaalde voorwaarden of van andere situaties die voldoen aan de overeenkomstig artikel 40, lid 1, onder b), vastgestelde technische criteria.

2)

Artikel 16, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   De lidstaten stellen elkaar, de ESA voor zover dit relevant is voor de toepassing van deze richtlijn en overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van Verordening (EU) nr. 1093/2010, van Verordening (EU) nr. 1094/2010, en van Verordening (EU) nr. 1095/2010, alsmede de Commissie in kennis van de gevallen waarin zij van mening zijn dat een derde land voldoet aan de voorwaarden in lid 1, onder b).”.

3)

Artikel 28, lid 7, wordt vervangen door:

„7.   De lidstaten stellen elkaar, de ESA voor zover dit relevant is voor de toepassing van deze richtlijn en overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van Verordening (EU) nr. 1093/2010, van Verordening (EU) nr. 1094/2010, en van Verordening (EU) nr. 1095/2010, alsmede de Commissie in kennis van de gevallen waarin zij van mening zijn dat een derde land voldoet aan de voorwaarden in de leden 3, 4 of 5.”.

4)

Artikel 31 wordt gewijzigd als volgt:

a)

lid 2 wordt vervangen door:

„2.   De lidstaten, de ESA voor zover dit relevant is voor de toepassing van deze Richtlijn en overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van Verordening (EU) nr. 1093/2010, van Verordening (EU) nr. 1094/2010, en van Verordening (EU) nr. 1095/2010, alsmede de Commissie stellen elkaar in kennis van gevallen waarin de wetgeving van het derde land de toepassing van de in eerste alinea van lid 1 bedoelde maatregelen in de weg staat en waarin gecoördineerde actie kan worden overwogen om een oplossing te vinden.”;

b)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„4.   Om een consequente harmonisatie van dit artikel te waarborgen en om rekening te houden met de technische ontwikkelingen bij de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme kunnen de ESA, rekening houdend met het bestaande kader en, in voorkomend geval, in samenwerking met andere bevoegde EU-organen op het gebied van de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, ontwerpen van technische reguleringsnormen opstellen overeenkomstig artikel 56 van respectievelijk Verordening (EU) nr. 1093/2010, van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en van Verordening (EU) nr. 1095/2010, ter nadere bepaling van het in lid 3 van dit artikel bedoelde type extra maatregelen, alsook van de minimale actie die door krediet- en financiële instellingen moet worden ondernomen indien de wetgeving van het derde land de toepassing van de in het kader van de eerste alinea van lid 1 van dit artikel vereiste maatregelen niet toelaat.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010, vast te stellen.”.

5)

Aan artikel 34 wordt het volgende lid toegevoegd:

„3.   Met het oog op een consequente harmonisatie van deze richtlijn en om rekening te houden met de technische ontwikkelingen bij de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme kunnen de ESA, rekening houdend met het bestaande kader en, in voorkomend geval, in samenwerking met andere bevoegde Unieorganen op dat gebied, ontwerpen van technische reguleringsnormen opstellen overeenkomstig artikel 56 van Verordening (EU) nr. 1093/2010, van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en van Verordening (EU) nr. 1095/2010 om de minimale inhoud van de in lid 2 bedoelde mededeling nader te bepalen.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 vast te stellen.”.

6)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 37 bis

1.   De bevoegde autoriteiten werken voor de toepassing van deze richtlijn samen met de ESA, overeenkomstig respectievelijk Verordening (EU) nr. 1093/2010, Verordening (EU) nr. 1094/2010 en Verordening (EU) nr. 1095/2010.

2.   De bevoegde autoriteiten verstrekken de ESA alle informatie die zij nodig hebben voor de uitoefening van hun taken overeenkomstig deze richtlijn en overeenkomstig respectievelijk Verordening (EU) nr. 1093/2010, Verordening (EU) nr. 1094/2010 en Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

7)

De titel van hoofdstuk VI wordt vervangen door:

8)

Artikel 40 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 wordt

i)

het inleidende gedeelte in de eerste alinea vervangen door:

„1.   Teneinde rekening te houden met de technische ontwikkelingen bij de bestrijding van het witwassen van geld en van financiering van terrorisme en de in deze richtlijn bedoelde voorschriften nader te omschrijven, kan de Commissie de volgende maatregelen vaststellen:”;

ii)

de tweede alinea vervangen door:

„De maatregelen worden vastgesteld middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 41, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, en onder de voorwaarden van de artikelen 41 bis en 41 ter.”;

b)

in lid 3 wordt de tweede alinea vervangen door:

„De maatregelen worden vastgesteld middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 41, leden 2 bis, 2 ter en 2 quater, en onder de voorwaarden van de artikelen 41 bis en 41 ter.”.

9)

Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 2 wordt de eerste alinea vervangen door:

„2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit, met dien verstande dat de volgens deze procedure vastgestelde maatregelen de essentiële bepalingen van deze richtlijn niet mogen wijzigen.”;

b)

lid 2 bis wordt vervangen door:

„2 bis.   De bevoegdheid tot vaststelling van de gedelegeerde handelingen bedoeld in artikel 40 wordt aan de Commissie verleend voor een periode van vier jaar vanaf 4 januari 2011. De Commissie stelt uiterlijk zes maanden voor het einde van de periode van vier jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt automatisch met perioden van eenzelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad de bevoegdheid intrekt overeenkomstig artikel 41 bis.”;

c)

de volgende leden worden ingevoegd:

„2 ter.   Wanneer de Commissie een gedelegeerde handeling vaststelt, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.

2 quater.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend onder de voorwaarden die worden gesteld in de artikelen 41 bis en 41 ter.”;

d)

lid 3 wordt geschrapt.

10)

De volgende artikelen worden ingevoegd:

„Artikel 41 bis

Intrekking van de bevoegdheidsdelegatie

1.   De in artikel 40 bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken.

2.   De instelling die een interne procedure is begonnen om te besluiten of zij een bevoegdheidsdelegatie wenst in te trekken, beijvert zich om de andere instelling en de Commissie hiervan binnen een redelijke termijn voordat een definitief besluit wordt genomen, op de hoogte te stellen en geeft daarbij aan welke gedelegeerde bevoegdheid mogelijk worden ingetrokken.

3.   Het besluit tot intrekking maakt een einde aan de bevoegdheidsdelegatie die in dat besluit wordt vermeld. Het besluit treedt onmiddellijk of op een latere datum die in het besluit wordt vermeld in werking. Het besluit laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. Het besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 41 ter

Bezwaar tegen gedelegeerde handelingen

1.   Het Europees Parlement en de Raad kunnen tegen een gedelegeerde handeling bezwaar aantekenen binnen drie maanden na de datum van kennisgeving daarvan. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad wordt die termijn met drie maanden verlengd.

2.   Indien noch het Europees Parlement noch de Raad bij het verstrijken van de in lid 1 bedoelde termijn bezwaar heeft aangetekend tegen de gedelegeerde handeling, wordt deze bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en treedt zij in werking op de daarin vermelde datum.

De gedelegeerde handeling kan worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en vóór het verstrijken van die termijn in werking treden indien het Europees Parlement en de Raad beide de Commissie hebben laten weten geen bezwaar te zullen aantekenen.

3.   Indien hetzij het Europees Parlement, hetzij de Raad binnen de in lid 1 bedoelde termijn bezwaar aantekent tegen de gedelegeerde handeling, treedt deze niet in werking. Overeenkomstig artikel 296 VWEU geeft de instelling die bezwaar aantekent aan om welke redenen zij dat doet.”.

Artikel 9

Wijzigingen in Richtlijn 2006/48/EG

Richtlijn 2006/48/EG wordt hierbij als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de bestaande alinea wordt vervangen door:

„1.   De lidstaten schrijven voor dat de onder deze richtlijn vallende kredietinstellingen een vergunning moeten hebben verkregen alvorens hun werkzaamheden aan te vangen. Zij stellen daarvoor de voorwaarden vast, onverminderd de artikelen 7 tot en met 12, en brengen deze ter kennis van de Commissie en de bij Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (35) opgerichte Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) (European Banking Authority — hierna de „EBA”).

b)

de volgende leden worden toegevoegd:

„2.   Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, kan de EBA ontwerpen van technische reguleringsnormen opstellen:

a)

met betrekking tot de informatie die aan de bevoegde autoriteiten moet worden verstrekt in de vergunningsaanvraag van kredietinstellingen, met inbegrip van het in artikel 7 bedoelde programma van werkzaamheden;

b)

met betrekking tot de voorwaarden om te voldoen aan het voorschrift van artikel 8;

c)

met betrekking tot de voorschriften die van toepassing zijn op de aandeelhouders en vennoten met gekwalificeerde deelnemingen, alsook met betrekking tot de belemmeringen voor de effectieve uitoefening van de toezichtstaken van de bevoegde autoriteit, als omschreven in artikel 12.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de punten a), b) en c) van de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde procedure vast te stellen.

3.   Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen kan de EBA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de verstrekking van deze informatie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.”.

2)

In artikel 9, lid 2, wordt letter b) vervangen door:

„b)

de betrokken lidstaten de Commissie en de EBA in kennis stellen van de redenen waarom zij van deze mogelijkheid gebruikmaken; en”.

3)

Artikel 14 wordt vervangen door:

„Artikel 14

Elke toekenning van een vergunning wordt ter kennis van de EBA gebracht.

De namen van alle kredietinstellingen waaraan een vergunning is verleend worden vermeld op een lijst. De EBA publiceert deze lijst op haar website en houdt deze actueel.”.

4)

Artikel 17, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   Elke intrekking van een vergunning wordt ter kennis van de Commissie en de EBA gebracht en met redenen omkleed. De betrokken personen worden in kennis gesteld van deze redenen.”.

5)

Aan artikel 19 wordt het volgende lid toegevoegd:

„9.   Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, kan de EBA ontwerpen van technische reguleringsnormen opstellen ter vaststelling van een uitputtende lijst van de informatie, als bedoeld in artikel 19 bis, lid 4, die kandidaat-verwervers in hun kennisgeving moeten opnemen, onverminderd lid 3 van dit artikel.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010, vast te stellen.

Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze richtlijn te garanderen, kan de EBA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen met het oog op de vaststelling van de gemeenschappelijke procedures, formulieren en templates voor het overlegproces tussen de relevante bevoegde autoriteiten als bedoeld in artikel 19 ter.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de derde alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.”.

6)

Aan artikel 22 wordt het volgende lid toegevoegd:

„3.   Teneinde de voorschriften van dit artikel nader te bepalen en de toezichtpraktijken te harmoniseren, kan de EBA ontwerpen van technische reguleringsnormen opstellen ter nadere bepaling van de in lid 1 bedoelde systemen en procedures, met inachtneming van de in lid 2 bedoelde beginselen inzake evenredigheid en gedetailleerde uitwerking.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde procedure vast te stellen.”.

7)

Aan artikel 25 wordt het volgende lid toegevoegd:

„5.   Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, stelt de EBA ontwerpen van technische reguleringsnormen op met het oog op de specificering van de gegevens die overeenkomstig dit artikel moeten worden verstrekt.

Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen stelt de EBA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor deze kennisgeving.

De EBA legt die ontwerpen van technische normen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde procedure vast te stellen.

Aan de Commissie wordt eveneens de bevoegdheid verleend de in de tweede alinea bedoelde van technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.”.

8)

Aan artikel 26 wordt het volgende lid toegevoegd:

„5.   Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, stelt de EBA ontwerpen van technische reguleringsnormen op met het oog op de specificering van de gegevens die overeenkomstig dit artikel moet worden verstrekt.

Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen stelt de EBA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor deze kennisgeving.

De EBA legt die ontwerpen van technische normen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde procedure vast te stellen.

Aan de Commissie wordt eveneens de bevoegdheid verleend de in de tweede alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.”.

9)

Aan artikel 28 wordt het volgende lid toegevoegd:

„4.   Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, stelt de EBA ontwerpen van technische reguleringsnormen op met het oog op de specificering van de gegevens die overeenkomstig dit artikel moet worden verstrekt.

Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen stelt de EBA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor deze kennisgeving.

De EBA legt die ontwerpen van technische regulerings- en uitvoeringsnormen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 vast te stellen.

Aan de Commissie wordt eveneens de bevoegdheid verleend de in de tweede alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010. De EBA legt die ontwerpen van technische normen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.”.

10)

In artikel 33 wordt de eerste alinea vervangen door:

„Alvorens de in artikel 30 bedoelde procedure toe te passen kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst in spoedeisende gevallen de conservatoire maatregelen treffen die onontbeerlijk zijn voor de bescherming van de belangen van inleggers, beleggers of andere personen voor wie diensten worden verricht. De Commissie, de EBA en de bevoegde autoriteiten van de overige betrokken lidstaten moeten zo spoedig mogelijk van die maatregelen op de hoogte worden gebracht.”.

11)

Artikel 36 wordt vervangen door:

„Artikel 36

De lidstaten stellen de Commissie en de EBA in kennis van het aantal en de aard van de gevallen waarin overeenkomstig de artikelen 25 en 26, leden 1, 2 en 3, een weigering is uitgesproken of waarin overeenkomstig artikel 30, lid 3, maatregelen zijn genomen.”.

12)

Artikel 38, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   De bevoegde autoriteiten geven de Commissie, de EBA en het Europees Comité voor het bankwezen kennis van de vergunningen voor bijkantoren die aan de kredietinstellingen met hoofdkantoor in een derde land zijn verleend.”.

13)

Artikel 39 wordt gewijzigd als volgt:

a)

in lid 2, wordt het volgende punt toegevoegd:

„c)

de EBA in staat is om van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de inlichtingen te verkrijgen die zij ontvangen van de nationale autoriteiten van derde landen, overeenkomstig artikel 35 van Verordening (EU) nr. 1093/2010;”;

b)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„4.   De EBA staat de Commissie bij voor de toepassing van dit artikel, overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.”.

14)

Aan artikel 42 worden de volgende leden toegevoegd:

„De bevoegde autoriteiten kunnen naar de EBA situaties verwijzen waarin een verzoek om samenwerking, met name een verzoek om uitwisseling van informatie, is afgewezen of niet binnen een redelijke termijn is gehonoreerd. Onverminderd artikel 258 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) kan de EBA in de in de eerste zin bedoelde gevallen handelen overeenkomstig de haar bij artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 verleende bevoegdheden.

Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, stelt de EBA ontwerpen van technische reguleringsnormen op om de in dit artikel vervatte gegevens te specificeren.

Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen stelt de EBA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op om standaardformulieren, templates en procedures vast te stellen voor de informatie-uitwisselingsvereisten die het toezicht op de kredietinstellingen kunnen vergemakkelijken.

De EBA legt die ontwerpen van technische normen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de derde alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde procedure vast te stellen.

Aan de Commissie wordt eveneens de bevoegdheid verleend de in de vierde alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.”.

15)

Artikel 42 bis wordt gewijzigd als volgt:

a)

in lid 1 wordt na de vierde alinea de volgende alinea ingevoegd:

„Indien een van de betrokken bevoegde autoriteiten aan het einde van de eerste termijn van twee maanden, de zaak heeft doorverwezen naar de Europese toezichthoudende autoriteit (de Europese Bankautoriteit) overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1093/2010, schorten de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst hun beslissing op en wachten zij het door de EBA overeenkomstig artikel 19, lid 3, van die verordening genomen besluit af. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst nemen hun besluit in overeenstemming met dat van de EBA. De termijn van twee maanden wordt beschouwd als de „verzoeningsfase” in de zin van artikel 19 van die verordening. De Europese toezichthoudende autoriteit (de Europese Bankautoriteit) neemt haar besluit binnen één maand. De zaak wordt niet meer doorverwezen naar de EBA na het einde van de eerste termijn van twee maanden of nadat een gezamenlijk besluit is genomen.”;

b)

in lid 3 worden de volgende alinea’s toegevoegd:

„Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, kan de EBA ontwerpen van technische reguleringsnormen opstellen om algemene voorwaarden voor het functioneren van colleges van toezichthouders te specificeren.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de vierde alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde procedure vast te stellen.

Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen, kan de EBA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen om de operationele werking van colleges van toezichthouders nader te bepalen.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de zesde alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen overeenkomstig de in artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde procedure vast te stellen.”.

16)

Artikel 42 ter wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   Bij de uitoefening van hun taken houden de bevoegde autoriteiten rekening met de convergentie van de toezichtinstrumenten en -praktijken bij de toepassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die overeenkomstig deze richtlijn zijn vastgesteld. Daartoe zorgen de lidstaten ervoor dat:

a)

de bevoegde autoriteiten deelnemen aan de werkzaamheden van de EBA,

b)

de bevoegde autoriteiten rekening houden met de richtsnoeren en aanbevelingen van de EBA, en de redenen geven indien zij dit niet doen,

c)

nationale mandaten die aan de bevoegde autoriteiten worden toegekend, hun taakvervulling als leden van de EBA of in het kader van deze richtlijn niet in de weg staan.”;

b)

lid 2 wordt geschrapt.

17)

Artikel 44, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   Lid 1 belet niet dat overeenkomstig deze richtlijn en andere richtlijnen die van toepassing zijn op kredietinstellingen, alsook de artikelen 31 en 35 van Verordening (EU) nr. 1093/2010, tussen de bevoegde autoriteiten van de verschillende lidstaten informatie wordt uitgewisseld of bezorgd aan de EBA. Deze informatie is onderworpen aan de voorwaarden met betrekking tot het onder het in lid 1 bedoelde beroepsgeheim.”.

18)

Artikel 46 wordt vervangen door:

„Artikel 46

De lidstaten en de EBA kunnen overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 met de bevoegde autoriteiten van derde landen of met de autoriteiten of instanties van derde landen, zoals gedefinieerd in artikel 47 en artikel 48, lid 1, van deze richtlijn alleen dan samenwerkingsovereenkomsten voor de uitwisseling van gegevens sluiten, als met betrekking tot de meegedeelde gegevens ten minste gelijkwaardige waarborgen inzake het beroepsgeheim gelden als de in artikel 44, lid 1, van deze richtlijn bedoelde waarborgen. Dergelijke uitwisseling van informatie moet geschieden ten behoeve van het uitoefenen van de toezichtstaken van de genoemde autoriteiten of instanties.

Informatie die afkomstig is van een andere lidstaat wordt alleen doorgegeven met de uitdrukkelijke instemming van de autoriteiten die de informatie hebben meegedeeld en in voorkomend geval alleen worden gebruikt voor de doeleinden waarmee deze autoriteiten hebben ingestemd.”.

19)

Artikel 49 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de eerste alinea wordt vervangen door:

„De bepalingen van deze afdeling houden geen belemmering voor een bevoegde autoriteit in om voor de uitoefening van hun taak dienstige gegevens mede te delen aan:

a)

de centrale banken van het Europese stelsel van centrale banken en andere instanties met een soortgelijke taak in hun hoedanigheid van monetaire autoriteit als deze informatie van belang is voor de uitoefening van hun wettelijke taken, waaronder het voeren van monetair beleid en de daarmee samenhangende beschikbaarstelling van liquide middelen, de uitoefening van toezicht op betalings-, clearing- en afwikkelingssystemen en de waarborging van de stabiliteit van het financiële stelsel;

b)

in voorkomend geval, andere overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op betalingssystemen;

c)

het Europees Comité voor systeemrisico’s (European Systemic Risk Board — hierna het „ESRB”), als die informatie van belang is voor de uitoefening van zijn wettelijke taken in het kader van Verordening (EU) nr. 1092/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 betreffende macroprudentieel toezicht van de Europese Unie op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico’s (36).

De bepalingen van deze afdeling houden voor de in de eerste alinea bedoelde autoriteiten of instanties geen belemmering in om aan de bevoegde autoriteiten de informatie toe te zenden die deze nodig hebben ter uitvoering van artikel 45.

b)

de vierde alinea wordt vervangen door:

„In een noodsituatie als bedoeld in artikel 130, lid 1, staan de lidstaten de bevoegde autoriteiten toe dat zij onverwijld gegevens toezenden aan centrale banken van het Europese stelsel van centrale banken als die gegevens van belang zijn voor de uitoefening van hun wettelijke taken, waaronder het voeren van monetair beleid en de daarmee samenhangende beschikbaarstelling van liquide middelen, de uitoefening van toezicht op betalings-, clearing- en afwikkelingssystemen en waarborging van de stabiliteit van het financiële stelsel, en aan het ESRB krachtens Verordening (EU) nr. 1092/2010 als die gegevens van belang zijn voor de uitoefening van zijn wettelijke taken.”.

20)

Artikel 63 bis wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   De bepalingen die voor het instrument gelden, schrijven voor dat de hoofdsom en niet-uitgekeerde rente of dividend van dien aard moeten zijn dat verliezen ermee worden opgevangen en dat zij geen beletsel vormen voor de herkapitalisatie van de kredietinstelling met passende, door de EBA krachtens lid 6 uit te werken mechanismen.”;

b)

lid 6 wordt vervangen door:

„6.   Om een consequente harmonisatie en de convergentie van de toezichtpraktijken te garanderen, stelt de EBA ontwerpen van technische reguleringsnormen op ter nadere omschrijving van de voorschriften die van toepassing zijn op de in lid 1 van dit artikel bedoelde instrumenten. De EBA legt deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie. Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde procedure vast te stellen.

De EBA geeft ook richtsnoeren met betrekking tot de in artikel 57, lid 1, onder a), bedoelde instrumenten.

De EBA houdt toezicht op de toepassing van deze richtsnoeren.”.

21)

In artikel 74, lid 2, wordt de tweede alinea vervangen door:

„Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van deze richtlijn te garanderen, passen de bevoegde autoriteiten vanaf 31 december 2012 voor de mededeling van deze berekeningen van kredietinstellingen eenvormige rapportageformats, -frequenties, en -termijnen toe. Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van de richtlijn te garanderen, stelt de EBA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op om vóór 1 januari 2012 in de Unie eenvormige rapportageformats (met desbetreffende instructies), -frequenties en -termijnen in te voeren. De rapportageformats dienen in verhouding te staan tot de aard, de schaal en de complexiteit van de activiteiten van de kredietinstellingen.

Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van deze richtlijn te garanderen stelt de EBA tevens ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op met betrekking tot de op deze rapportage toe te passen IT-oplossingen.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de tweede en derde alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.”.

22)

Aan artikel 81, lid 2, worden de volgende alinea’s toegevoegd:

„Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, stelt de EBA, in overleg met de bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (37) opgerichte ESMA (hierna „ESMA”) ontwerpen van technische reguleringsnormen op om de beoordelingsmethode voor kredietbeoordelingen te specificeren. De EBA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in punt a) van de tweede alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen overeenkomstig de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde procedure vast te stellen.

23)

Aan artikel 84, lid 2, worden de volgende alinea’s toegevoegd:

„Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, kan de EBA ontwerpen van technische reguleringsnormen opstellen om de beoordelingsmethode te specificeren aan de hand waarvan de bevoegde autoriteiten kredietinstellingen toestaan de IRB te gebruiken.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in punt a) van de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen overeenkomstig de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde procedure vast te stellen.”.

24)

Aan artikel 97, lid 2, worden de volgende alinea’s toegevoegd:

„Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, stelt de EBA, in overleg met de ESMA, ontwerpen van technische reguleringsnormen op om de beoordelingsmethode voor kredietbeoordelingen te specificeren. De EBA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de tweede alinea bedoelde technische reguleringsnormen op overeenkomstig de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde procedure vast te stellen.”.

25)

Aan artikel 105, lid 1, worden de volgende alinea’s toegevoegd:

„Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, kan de EBA ontwerpen van technische reguleringsnormen opstellen om de beoordelingsmethode te specificeren aan de hand waarvan de bevoegde autoriteiten kredietinstellingen toestaan de geavanceerde meetbenadering te gebruiken.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de tweede alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de in de artikelen 10 tot en met 14 quinquies van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde procedure vast te stellen.”.

26)

In artikel 106, lid 2, wordt de tweede alinea vervangen door:

„Om een consequente harmonisatie van dit lid te garanderen, stelt de EBA ontwerpen van technische reguleringsnormen op ter specificering van de vrijstellingen in punt c) en d), alsook van de voorwaarden die worden gebruikt voor het aanmerken als een groep van verbonden cliënten, als omschreven in lid 3. De EBA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de tweede alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde procedure vast te stellen.”.

27)

Artikel 110, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   De lidstaten schrijven voor dat de mededeling ten minste tweemaal per jaar moet plaatsvinden. De bevoegde autoriteiten gebruiken vanaf 31 december 2012 uniforme rapportageformats, -frequenties en -termijnen. Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van deze richtlijn te garanderen, stelt de EBA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op om vóór 1 januari 2012 in de Unie uniforme rapportageformats (met desbetreffende instructies), -frequenties en -termijnen in te voeren. De rapportageformats dienen in verhouding te staan tot de aard, de schaal en de complexiteit van de activiteiten van de kredietinstellingen.

Met het oog op eenvormige voorwaarden voor de toepassing van deze richtlijn stelt de EBA tevens ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op met betrekking tot de op deze rapportage toe te passen IT-oplossingen.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste en tweede alinea bedoelde van technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig de in artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde procedure.”.

28)

in artikel 111, lid 1, wordt de vierde alinea vervangen door:

„De lidstaten kunnen een limiet vaststellen die lager is dan 150 miljoen EUR, en stellen de EBA daarvan in kennis.”.

29)

Artikel 122 bis, lid 10, wordt vervangen door:

„10.   De EBA brengt jaarlijks aan de Commissie verslag uit over de naleving van dit artikel door de bevoegde autoriteiten.

Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, stelt de EBA ontwerpen van technische reguleringsnormen op ten behoeve van de convergentie van de toezichtspraktijken met betrekking tot dit artikel, met inbegrip van de maatregelen die worden genomen in het geval van een inbreuk op de verplichtingen inzake zorgvuldigheid en risicobeheer. De EBA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de tweede alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde procedure vast te stellen.”.

30)

Aan artikel 124 wordt het volgende lid toegevoegd:

„6.   Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, kan de EBA ontwerpen van technische reguleringsnormen opstellen om dit artikel en een gemeenschappelijke risicobeoordelingsprocedure en -methodologie te specificeren.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde procedure vast te stellen.”.

31)

Artikel 126, lid 4, wordt vervangen door:

„4.   Als de bevoegde autoriteiten in het kader van lid 3 onderling afspraken hebben gemaakt, brengen zij de EBA en de Commissie daarvan op de hoogte.”.

32)

Artikel 129 wordt gewijzigd als volgt:

a)

in lid 1 wordt na de eerste alinea de volgende alinea ingevoegd:

„Indien de consoliderende toezichthouder nalaat de in de eerste alinea bedoelde taken uit te voeren, of indien de bevoegde autoriteiten onvoldoende samenwerken met de consoliderende toezichthouder om de in de eerste alinea bedoelde taken uit te voeren, mag iedere betrokken bevoegde autoriteit de zaak naar de EBA verwijzen, die kan optreden in overeenstemming met artikel 19 van Verordening 1093/2010.”;

b)

in lid 2 wordt het volgende toegevoegd aan de vijfde alinea:

„Indien een van de betrokken bevoegde autoriteiten aan het einde van de periode van zes maanden, de zaak heeft doorverwezen naar de EBA overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1093/2010, stelt de consoliderende toezichthouder zijn besluit uit en wacht hij een eventueel door de EBA overeenkomstig artikel 19, lid 4, van die verordening genomen besluit over zijn besluit af en neemt hij een besluit in overeenstemming met het besluit van de EBA. De termijn van twee maanden wordt beschouwd als de verzoeningsfase in de zin van die verordening. De EBA neemt haar besluit binnen één maand. De zaak wordt niet meer doorverwezen naar de EBA na het einde van de termijn van zes maanden of nadat een gezamenlijk besluit is genomen.”;

c)

in lid 2 worden de volgende alinea’s toegevoegd:

„Met het oog op eenvormige toepassingsvoorwaarden voor het in dit lid omschreven gezamenlijke besluitproces, kan de EBA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen, met betrekking tot de verzoeken om toestemming die zijn bedoeld in artikel 84, lid 1, artikel 87, lid 9, en artikel 105, alsook in bijlage III, deel 6, met het oog op het faciliteren van de gezamenlijke besluiten.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de zesde en zevende alinea’s bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig de in artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde procedure.”;

d)

lid 3 wordt gewijzigd als volgt:

i)

in de derde alinea wordt de benaming „het Comité van Europese bankentoezichthouders” vervangen door „de Europese toezichthoudende autoriteit (de Europese Bankautoriteit)”;

ii)

de vierde alinea wordt vervangen door:

„Als de bevoegde autoriteiten niet binnen vier maanden tot een gezamenlijk besluit komen, wordt het besluit over de toepassing van de artikelen 123 en 124 en artikel 136, lid 2, op geconsolideerde basis genomen door de consoliderende toezichthouder nadat hij de door de relevante bevoegde autoriteiten verrichte risicobeoordeling van de dochterondernemingen naar behoren in overweging heeft genomen. Indien een van de betrokken bevoegde autoriteiten aan het einde van de termijn van vier maanden de zaak overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 naar de EBA heeft doorverwezen, stelt de consoliderende toezichthouder zijn besluit uit en wacht hij een eventueel door de EBA overeenkomstig artikel 19, lid 3, van die verordening genomen besluit af, en neemt hij zijn besluit in overeenstemming met het besluit van de EBA. De periode van vier maanden wordt beschouwd als verzoeningsperiode in de zin van die verordening. De EBA neemt haar besluit binnen één maand. De zaak wordt niet meer doorverwezen naar de EBA na het einde van de termijn van vier maanden of nadat een gezamenlijk besluit is genomen.”;

iii)

de vijfde alinea wordt vervangen door:

„Het besluit over de toepassing van de artikelen 123 en 124 en artikel 136, lid 2, wordt op individuele of gesubconsolideerde basis genomen door de respectieve bevoegde autoriteiten die belast zijn met het toezicht op dochterondernemingen van een moederkredietinstelling van de Unie of een financiële moederholding van de Unie, nadat naar behoren rekening is gehouden met de standpunten en reserves van de consoliderende toezichthouder. Indien een van de betrokken bevoegde autoriteiten aan het einde van de termijn van vier maanden de zaak overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 naar de EBA heeft doorverwezen, stellen de bevoegde autoriteiten hun besluit uit en wachten zij een eventueel door de EBA overeenkomstig artikel 19, lid 3, van die verordening genomen besluit af, en nemen zij hun besluit in overeenstemming met het besluit van de EBA. De periode van vier maanden wordt beschouwd als verzoeningsperiode in de zin van die verordening. De EBA neemt haar besluit binnen één maand. De zaak wordt niet meer doorverwezen naar de EBA na het einde van de periode van vier maanden of nadat een gezamenlijk besluit is genomen.”;

iv)

de zevende alinea wordt vervangen door:

„Indien de EBA werd geraadpleegd, houden alle bevoegde autoriteiten rekening met haar advies en geven zij de redenen voor elke significante afwijking daarvan.”;

v)

de tiende alinea wordt vervangen door:

„De EBA kan ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen om te zorgen voor eenvormige toepassingsvoorwaarden voor het in dit lid bedoelde gezamenlijke besluitproces, met betrekking tot de toepassing van artikel 123 en artikel 124 en artikel 136, lid 2, met het oog op het faciliteren van gezamenlijke besluiten.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de tiende alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig de in artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde procedure.”.

33)

In artikel 130, lid 1, worden de eerste en de tweede alinea vervangen door:

„1.   Als zich in een bankgroep een noodsituatie voordoet, met inbegrip van een situatie als bedoeld in artikel 18 van Verordening (EU) nr. 1093/2010, of een situatie van ongunstige ontwikkelingen op de markten, die de liquiditeit van de markt en de stabiliteit van het financiële stelsel kan ondermijnen in een van de lidstaten waar aan entiteiten van de groep vergunning is verleend of significante bijkantoren als bedoeld in artikel 42 bis zijn gevestigd, waarschuwt de consoliderende toezichthouder, behoudens hoofdstuk 1, afdeling 2, zo spoedig mogelijk de EBA, het ESRB en de in artikel 49, vierde alinea, en in artikel 50 genoemde autoriteiten en deelt hij alle informatie mee die voor de uitoefening van hun taken van essentieel belang is. Dit geldt voor alle bevoegde autoriteiten bedoeld in de artikelen 125 en 126 en in het inleidend gedeelte van lid 1 van artikel 129.

Als de in artikel 49, vierde alinea, genoemde autoriteit kennis krijgt van een situatie als beschreven in de eerste alinea, waarschuwt zij zo spoedig mogelijk de in de artikelen 125 en 126 bedoelde bevoegde autoriteiten en de EBA.”.

34)

In artikel 131 wordt de derde alinea vervangen door:

„De bevoegde autoriteiten die vergunning hebben verleend aan de dochteronderneming van een moederonderneming die een kredietinstelling is, mogen bij bilaterale overeenkomst en in overeenstemming met artikel 28 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 hun toezichtsverantwoordelijkheden overdragen aan de bevoegde autoriteiten die vergunning hebben verleend aan en toezicht uitoefenen op de moederonderneming, opdat deze autoriteiten het toezicht op de dochteronderneming op zich nemen overeenkomstig deze richtlijn. De EBA wordt op de hoogte gebracht van het bestaan en de inhoud van dergelijke overeenkomsten. Zij licht de bevoegde autoriteiten van de overige lidstaten en het Europees Comité voor het bankwezen hierover in.”.

35)

Artikel 131 bis wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   De consoliderende toezichthouder stelt colleges van toezichthouders in om de uitoefening van de in artikel 129 en artikel 130, lid 1, genoemde taken te vergemakkelijken, onverminderd de geheimhoudingsvereisten van lid 2 van dit artikel en in overeenstemming met de EU-wetgeving, om, waar dat nodig is, te zorgen voor passende coördinatie en samenwerking met relevante bevoegde autoriteiten van derde landen.

De EBA draagt bij tot de bevordering en monitoring van de efficiënte, effectieve en consistente werking van de in dit artikel bedoelde colleges van toezichthouders, in overeenstemming met artikel 21 van Verordening (EU) nr. 1093/2010. Daartoe neemt de EBA naar eigen goeddunken deel, en zij wordt in het kader daarvan beschouwd als „bevoegde autoriteit”.

Colleges van toezichthouders bieden een kader waarbinnen de consoliderende toezichthouder, de EBA en de andere betrokken bevoegde autoriteiten de volgende taken verrichten:

a)

onderling en met de EBA uitwisselen van informatie overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EU) nr. 1093/2010;

b)

in voorkomend geval tot overeenstemming komen over een toewijzing van taken en overdracht van verantwoordelijkheden op basis van vrijwilligheid;

c)

op basis van een overeenkomstig artikel 124 verrichte risicobeoordeling van de groep programma’s voor toezichtonderzoek vaststellen;

d)

de efficiëntie van het toezicht vergroten door te snoeien in onnodige duplicatie van toezichtvoorschriften, ook met betrekking tot gevraagde informatie als bedoeld in artikel 130, lid 2, en artikel 132, lid 2;

e)

de prudentiële voorschriften in het kader van de richtlijn consequent toepassen op alle entiteiten in een bankgroep, onverminderd de keuzemogelijkheden en de speelruimte die de Uniewetgeving biedt;

f)

bij de toepassing van artikel 129, lid 1, punt c), rekening houden met het werk van andere fora die eventueel op dit gebied zijn opgericht.

De bevoegde autoriteiten die deelnemen aan de colleges van toezichthouders en de EBA werken nauw samen. De geheimhoudingsvereisten uit hoofde van hoofdstuk 1, afdeling 2, beletten de bevoegde autoriteiten niet binnen colleges van toezichthouders vertrouwelijke informatie uit te wisselen. De oprichting en werking van colleges doen geen afbreuk aan de rechten en plichten van de bevoegde autoriteiten krachtens deze richtlijn.”;

b)

in lid 2:

i)

wordt de tweede alinea vervangen door:

„Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, kan de EBA ontwerpen van technische reguleringsnormen opstellen om algemene voorwaarden voor het functioneren van de colleges van toezichthouders te specificeren.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de tweede alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde procedure vast te stellen.

Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen, kan de EBA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen om de operationele werking van de colleges van toezichthouders nader te bepalen.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de derde alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen overeenkomstig de in artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde procedure vast te stellen.”;

ii)

wordt de zesde alinea vervangen door:

„De consoliderende toezichthouder stelt, onverminderd de geheimhoudingsvereisten in het kader van hoofdstuk 1, afdeling 2, de EBA in kennis van de activiteiten van het college van toezichthouders, met inbegrip van de activiteiten in noodsituaties, en deelt de EBA alle informatie mee die voor de convergentie van het toezicht van bijzonder belang is.”.

36)

Artikel 132, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:

a)

na de eerste alinea worden de volgende alinea’s ingevoegd:

„De bevoegde autoriteiten werken voor de toepassing van deze richtlijn samen met de EBA, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1093/2010.

De bevoegde autoriteiten verstrekken de EBA alle informatie die zij nodig heeft voor de uitoefening van haar taken uit hoofde van deze richtlijn en van Verordening (EU) nr. 1093/2010, overeenkomstig artikel 35 van die verordening.”;

b)

de volgende alinea’s worden toegevoegd:

„De bevoegde autoriteiten kunnen de naar de EBA situaties verwijzen waarin:

a)

een bevoegde autoriteit essentiële informatie niet heeft verstrekt, of

b)

een verzoek om samenwerking, en meer bepaald om uitwisseling van relevante informatie is afgewezen of niet binnen een redelijke termijn is gehonoreerd.

Onverminderd artikel 258 VWEU kan de EBA in de in de zevende alinea bedoelde gevallen handelen overeenkomstig de haar bij artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 verleende bevoegdheden.”.

37)

In artikel 140 wordt lid 3 vervangen door:

„3.   De met het toezicht op geconsolideerde basis belaste bevoegde autoriteiten stellen een lijst op van de in artikel 71, lid 2, bedoelde financiële holdings. Deze lijsten worden aan de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten, aan de EBA en aan de Commissie gezonden.”.

38)

Artikel 143 wordt gewijzigd als volgt:

a)

lid 2 wordt gewijzigd als volgt:

i)

de volgende zin wordt aan het einde van de eerste alinea toegevoegd:

„De EBA staat de Commissie en het Europees Comité voor het bankwezen bij het uitvoeren van die taken bij, ook wat betreft de vraag of die richtsnoeren dienen te worden bijgewerkt.”;

ii)

de tweede alinea wordt vervangen door:

„De bevoegde autoriteit die de in de eerste alinea van lid 1 bedoelde verificatie uitvoert, houdt rekening met die richtsnoeren. De bevoegde autoriteit raadpleegt daartoe de EBA voordat zij een besluit neemt.”;

b)

in lid 3 wordt de vierde alinea vervangen door:

„De toezichtmethoden moeten de mogelijkheid bieden de doeleinden van het toezicht op geconsolideerde basis als omschreven in dit hoofdstuk te verwezenlijken, en moeten aan de overige betrokken bevoegde autoriteiten, de EBA en de Commissie worden medegedeeld.”.

39)

Aan artikel 144 worden de volgende leden toegevoegd:

„Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen, stelt de EBA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op om het format, de structuur, de inhoudsopgave en de jaarlijkse publicatiedatum van de in dit artikel bedoelde openbaarmaking te bepalen. De EBA legt die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de derde alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.”.

40)

Aan artikel 150 wordt het volgende lid toegevoegd:

„3.   Met het oog op eenvormige voorwaarden voor de toepassing van deze richtlijn stelt de EBA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op ter bepaling van de toepassingsvoorwaarden voor:

a)

de punten 15 tot en met 17 van bijlage V;

b)

punt 23, subpunt l) van bijlage V wat betreft de criteria tot vaststelling van de passende verhoudingen tussen de vaste en de variabele component van de totale beloning en voor punt 23, subpunt o), onder ii) van bijlage V tot specificering van de categorieën instrumenten die de in dat punt vastgestelde voorwaarden vervullen;

c)

deel 2 van bijlage VI met betrekking tot de in punt 12 bedoelde kwantitatieve factoren, de in punt 13 bedoelde kwalitatieve factoren en de in punt 14 bedoelde referentiewaarde;

De EBA legt deze ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig de in artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde procedure.”.

41)

Artikel 156 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de benaming „het Comité van Europese bankentoezichthouders” wordt vervangen door de Europese toezichthoudende autoriteit (de Europese Bankautoriteit) („de „EBA”)”;

b)

de eerste alinea wordt vervangen door:

„De Commissie onderzoekt in samenwerking met de EBA en de lidstaten en rekening houdend met de bijdrage van de Europese Centrale Bank op gezette tijden of deze richtlijn, in combinatie met Richtlijn 2006/49/EG, van grote invloed is op de conjuncturele cyclus, en gaat in het licht van dat onderzoek na of maatregelen om dit te verhelpen gerechtvaardigd zijn.”.

Artikel 10

Wijzigingen in Richtlijn 2006/49/EG

Richtlijn 2006/49/EG wordt hierbij als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 18 wordt het volgende lid toegevoegd:

„5.   De bij Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (38) opgerichte Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) (European Banking Authority — hierna de „EBA”) kan ontwerpen voor technische reguleringsnormen opstellen ter nadere bepaling van de beoordelingsmethode aan de hand waarvan de bevoegde autoriteiten kredietinstellingen toestaan interne modellen te gebruiken voor de berekening van het kapitaalvereiste in het kader van deze richtlijn.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde procedure vast te stellen.

2)

Aan artikel 22, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Wanneer de bevoegde autoriteiten ontheffing verlenen van de toepassing van kapitaalvereisten op geconsolideerde basis als bedoeld in dit artikel, stellen zij de Commissie en de EBA daarvan in kennis.”.

3)

Artikel 32, lid 1, wordt vervangen door:

a)

de tweede alinea wordt vervangen door:

„De bevoegde autoriteiten geven de EBA, de Raad en de Commissie kennis van die procedures.”;

b)

de volgende alinea wordt toegevoegd:

„De EBA geeft richtsnoeren met betrekking tot de in dit lid bedoelde procedures.”.

4)

Artikel 36, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   De lidstaten wijzen de autoriteiten aan die bevoegd zijn om de in deze richtlijn omschreven taken te vervullen. Zij stellen de EBA en de Commissie van deze aanwijzing in kennis, onder vermelding van een eventuele taakverdeling.”.

5)

Aan artikel 38, lid 1, worden de volgende alinea’s toegevoegd:

„De bevoegde autoriteiten werken voor de toepassing van deze richtlijn samen met de EBA, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1093/2010.

De bevoegde autoriteiten verstrekken de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) onverwijld alle informatie die zij nodig heeft voor de uitoefening van haar taken uit hoofde van deze richtlijn en van Verordening (EU) nr. 1093/2010, overeenkomstig artikel 35 van die verordening.”.

Artikel 11

Wijzigingen in Richtlijn 2009/65/EG

Richtlijn 2009/65/EG wordt hierbij als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 5 wordt het volgende lid toegevoegd:

„8.   Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, kan de bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (39) opgerichte Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) (hierna „ESMA”) ontwerpen voor technische reguleringsnormen opstellen met het oog op de specificering van de informatie die aan de bevoegde autoriteiten moet worden bezorgd bij de aanvraag van een vergunning voor een icbe.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 bedoelde procedure vast te stellen.

2)

Aan artikel 6, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Elke vergunning die wordt verleend, wordt ter kennis gebracht van de ESMA, die op haar website een lijst publiceert en bijwerkt van beheermaatschappijen waaraan een vergunning is verleend.”.

3)

Aan artikel 7 wordt het volgende lid toegevoegd:

„6.   Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, kan de ESMA ontwerpen voor technische reguleringsnormen opstellen om:

a)

de informatie te bepalen die bij de bevoegde autoriteiten moet worden ingediend in de aanvraag voor de vergunning van de beheermaatschappij, inclusief het programma van werkzaamheden;

b)

de voorschriften vast te leggen die van toepassing zijn op de beheermaatschappij in de zin van lid 2, alsook de informatie voor de in lid 3 bedoelde kennisgevingen;

c)

de voorschriften te bepalen die van toepassing zijn op de aandeelhouders en vennoten met gekwalificeerde deelnemingen, alsook de belemmeringen voor de effectieve uitoefening van de toezichtstaken van de bevoegde autoriteit, als bepaald in artikel 8, lid 1, van deze richtlijn en artikel 10, leden 1 en 2, van Richtlijn 2004/39/EG, in overeenstemming met artikel 11 van deze richtlijn.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische regelgevingsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 op te stellen.

Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen kan de ESMA ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen opstellen om standaardformulieren, templates en procedures voor de kennisgeving of informatieverstrekking in de eerste alinea, onder a) en b) vast te stellen.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de derde alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen op te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

4)

Artikel 9, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   De lidstaten stellen de ESMA en de Commissie in kennis van de algemene moeilijkheden die de icbe’s ondervinden bij het in de handel brengen van hun rechten van deelneming in enig derde land.

De Commissie onderzoekt deze moeilijkheden zo snel mogelijk, om er een passende oplossing voor te vinden. De ESMA staat haar in de uitvoering van deze taak bij.”.

5)

Aan artikel 11 wordt het volgende lid toegevoegd:

„3.   Om een consequente harmonisatie van deze richtlijn te garanderen kan de ESMA ontwerpen voor technische reguleringsnormen opstellen met het oog op de vaststelling van een uitputtende lijst van de informatie die kandidaat-verwervers krachtens dit artikel, onder verwijzing naar artikel 10 ter, lid 4, van Richtlijn 2004/39/EG, in hun kennisgeving moeten opnemen, onverminderd artikel 10 bis, lid 2, van die richtlijn.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 op te stellen.

Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen kan de ESMA ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen opstellen voor de vaststelling van standaardformulieren, templates en procedures voor de modaliteiten van het overlegproces tussen de relevante bevoegde autoriteiten als bedoeld in dit artikel, onder verwijzing naar artikel 10, lid 4, van Richtlijn 2004/39/EG.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de derde alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen op te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

6)

Artikel 12 wordt gewijzigd als volgt:

a)

lid 3 wordt gewijzigd als volgt:

i)

de eerste alinea wordt vervangen door:

„3.   Onverminderd de bepalingen van artikel 116 stelt de Commissie middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 112, leden 2, 3 en 4, en onder de voorwaarden van de artikelen 112 bis en 112 ter maatregelen vast ter nadere bepaling van de procedures en regelingen als bedoeld in lid 1, tweede alinea, onder a), alsook van structuren en organisatorische eisen ter beperking van belangenconflicten als bedoeld in lid 1, tweede alinea, onder b).”;

ii)

de tweede alinea wordt geschrapt.

b)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„4.   Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen kan de ESMA ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen opstellen ter bepaling van de voorwaarden voor de uitvoering van de gedelegeerde handelingen die de Commissie vaststelt met betrekking tot de in lid 3 bedoelde procedures, schikkingen, structuren en organisatorische vereisten.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen op te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

7)

Artikel 14 wordt gewijzigd als volgt:

a)

lid 2 wordt gewijzigd als volgt:

i)

in de eerste alinea wordt het inleidende gedeelte vervangen door:

„2.   Onverminderd de bepalingen van artikel 116 stelt de Commissie middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 112, leden 2, 3 en 4, en onder de voorwaarden van de artikelen 112 bis en 112 ter maatregelen vast om ervoor te zorgen dat de beheermaatschappij voldoet aan de in lid 1 geschetste taken, met name om:”;

ii)

de tweede alinea wordt geschrapt.

b)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„3.   Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen kan de ESMA ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen opstellen ter bepaling van de gedelegeerde handelingen die de Commissie vaststelt met betrekking tot de in de lid 2 bedoelde criteria, beginselen en maatregelen.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

8)

Aan artikel 17 wordt het volgende lid toegevoegd:

„10.   Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen kan de ESMA ontwerpen voor technische reguleringsnormen opstellen met het oog op de specificering van de informatie die overeenkomstig de leden 1, 2, 3, 8 en 9 moet worden verstrekt.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 op te stellen.

Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen kan de ESMA ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen opstellen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de overzending van de informatie overeenkomstig de leden 3 en 9.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de derde alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen op te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

9)

Aan artikel 18 wordt het volgende lid toegevoegd:

„5.   Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen kan de ESMA ontwerpen voor technische reguleringsnormen opstellen met het oog op de specificering van de informatie die overeenkomstig de leden 1, 2 en 4 moet worden verstrekt.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 op te stellen.

Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen, kan de ESMA ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen opstellen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de overzending van de informatie overeenkomstig de leden 2 en 4.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de derde alinea bedoelde ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen op te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

10)

Aan artikel 20 wordt het volgende lid toegevoegd:

„5.   Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen kan de ESMA ontwerpen voor technische reguleringsnormen opstellen ter bepaling van de informatie die bij de bevoegde autoriteiten moet worden ingediend in de aanvraag voor een vergunning voor het beheer van een icbe die in een andere lidstaat is gevestigd.

De Commissie kan de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen voor technische reguleringsnormen vaststellen volgens de in de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 bedoelde procedure.

Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen kan de ESMA ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen opstellen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de verstrekking van deze informatie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de derde alinea bedoelde ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen op te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

11)

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 5 wordt vervangen door:

„5.   Indien de beheermaatschappij, in weerwil van de door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de beheermaatschappij getroffen maatregelen, of omdat deze maatregelen ontoereikend blijken te zijn of in de lidstaat niet bestaan, blijft weigeren de informatie te verstrekken waarom de lidstaat van ontvangst van de beheermaatschappij overeenkomstig lid 2 verzoekt, of inbreuk blijft plegen op de in datzelfde lid bedoelde, in de lidstaat van ontvangst van de beheermaatschappij geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst van de beheermaatschappij een van de volgende handelingen verrichten:

a)

na de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de beheermaatschappij daarvan in kennis te hebben gesteld, passende maatregelen — met inbegrip van maatregelen op grond van de artikelen 98 en 99 -treffen om verdere onregelmatigheden te voorkomen of te bestraffen; indien nodig kan hij deze beheermaatschappij beletten op zijn grondgebied nieuwe transacties te verrichten. De lidstaten dragen er zorg voor dat de voor die maatregelen vereiste stukken op hun grondgebied aan de beheermaatschappijen kunnen worden betekend. Wanneer de dienst die binnen de lidstaat van ontvangst van de beheermaatschappij wordt verricht het beheer van een icbe betreft, kan de lidstaat van ontvangst van de beheermaatschappij eisen dat de beheermaatschappij de bewuste icbe niet langer beheert; of

b)

wanneer zij van oordeel zijn dat de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de beheermaatschappij niet adequaat is opgetreden, de zaak onder de aandacht van de ESMA brengen, die kan handelen overeenkomstig de haar krachtens artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 verleende bevoegdheden”;

b)

in lid 7 worden de eerste en de tweede alinea vervangen door:

„7.   Alvorens de in de leden 3, 4 of 5 bedoelde procedure toe te passen, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst van een beheermaatschappij in spoedeisende gevallen de conservatoire maatregelen treffen die noodzakelijk zijn ter bescherming van de belangen van de beleggers en andere personen voor wie diensten worden verricht. De Commissie, de ESMA en de bevoegde autoriteiten van de overige betrokken lidstaten moeten zo spoedig mogelijk van die maatregelen op de hoogte worden gebracht.

De Commissie kan, na raadpleging van de bevoegde autoriteiten van de belanghebbende lidstaten, besluiten dat de betrokken lidstaat deze maatregelen moet wijzigen of intrekken, onverminderd de bevoegdheden van de ESMA op grond van artikel 17 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”;

c)

in lid 9 wordt de eerste alinea vervangen door:

„9.   De lidstaten stellen de ESMA en de Commissie in kennis van het aantal en de aard van de gevallen waarin zij een vergunning op grond van artikel 17 of een aanvraag op grond van artikel 20 weigeren en van alle maatregelen die overeenkomstig lid 5 van dit artikel zijn genomen.”.

12)

Artikel 23, lid 6, wordt vervangen door:

a)

de eerste alinea wordt vervangen door:

„6.   De Commissie kan middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 112, en onder de voorwaarden van de artikelen 112 bis en 112 ter maatregelen vaststellen met betrekking tot de maatregelen die door een bewaarder moeten worden genomen om te voldoen aan zijn verplichtingen met betrekking tot een icbe die wordt beheerd door een in een andere lidstaat gevestigde beheermaatschappij, en die ook de gegevens dienen te omvatten welke moeten worden opgenomen in de standaardovereenkomst die overeenkomstig lid 5 door de bewaarder en de beheermaatschappij moeten worden gebruikt.”;

b)

de tweede alinea wordt geschrapt.

13)

Aan artikel 29 worden de volgende leden toegevoegd:

„5.   Om een consequente harmonisatie van deze richtlijn te garanderen kan de ESMA ontwerpen voor technische reguleringsnormen opstellen ter specificering van:

a)

de informatie die bij de bevoegde autoriteiten moet worden ingediend in de aanvraag voor de vergunning van de beleggingsmaatschappij, inclusief het programma van werkzaamheden, en

b)

de belemmeringen voor de effectieve uitoefening van de toezichtstaken van de bevoegde autoriteit uit hoofde van lid 1, onder c).

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen voor technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 op te stellen.

6.   Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen kan de ESMA ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen opstellen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de verstrekking van de informatie in lid 5, alinea 1, onder a).

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen op te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

14)

Artikel 32, lid 6, wordt vervangen door:

„6.   De lidstaten delen de ESMA en de Commissie de identiteit mede van de beleggingsmaatschappijen waarvoor de in de leden 4 en 5 bedoelde afwijkingen gelden.”.

15)

Artikel 33, lid 6, wordt vervangen door:

a)

de eerste alinea wordt vervangen door:

„6.   De Commissie kan middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 112, en onder de voorwaarden van de artikelen 112 bis en 112 ter maatregelen vaststellen met betrekking tot de maatregelen die door een bewaarder moeten worden genomen om te voldoen aan zijn verplichtingen met betrekking tot een icbe die wordt beheerd door een in een andere lidstaat gevestigde beheermaatschappij, en die ook de gegevens dienen te omvatten welke moeten worden opgenomen in de standaardovereenkomst die overeenkomstig lid 5 door de bewaarder en de beheermaatschappij moeten worden gebruikt.”;

b)

de tweede alinea wordt geschrapt.

16)

Artikel 43 wordt gewijzigd als volgt:

a)

in lid 5:

i)

wordt de eerste alinea vervangen door:

„5.   De Commissie kan middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 112, leden 2, 2 bis en 2 ter, en onder de voorwaarden van de artikelen 112 bis en 112 ter maatregelen vaststellen voor de inhoud, de vorm en de wijze waarop de in de leden 1 en 3 bedoelde informatie wordt verstrekt.”;

ii)

de tweede alinea wordt geschrapt.

b)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„6.   Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen kan de ESMA ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen opstellen ter bepaling van de voorwaarden voor de uitvoering van de gedelegeerde handelingen die de Commissie vaststelt met betrekking tot de inhoud, het formaat en de methode waarop de in de leden 1 en 3 van dit artikel bedoelde informatie moet worden verstrekt.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen op te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

17)

Aan artikel 50 wordt het volgende lid toegevoegd:

„4.   Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen kan de ESMA ontwerpen voor technische reguleringsnormen opstellen ter nadere omschrijving van de bepalingen betreffende de categorieën van activa waarin icbe’s overeenkomstig dit artikel en de door de Commissie in verband met die bepalingen vastgestelde gedelegeerde handelingen kunnen beleggen.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen voor technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 op te stellen.”.

18)

Artikel 51 wordt als volgt gewijzigd:

a)

aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De nationale bevoegde autoriteiten zorgen ervoor dat alle ingevolge lid 3 ontvangen informatie betreffende alle beheermaatschappijen en beleggingsondernemingen waarop zij toezicht houden, in geaggregeerde vorm kan worden ingezien door de ESMA overeenkomstig artikel 35 van Verordening (EU) nr. 1095/2010, en door de Europese Raad voor systeemrisico’s (European Systemic Risk Board — „ESRB”), opgericht door Verordening (EU) nr. 1092/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 betreffende macroprudentieel toezicht van de Europese Unie op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico’s (40) overeenkomstig artikel 15 van die Verordening, zulks ten behoeve van het toezicht op systeemrisico’s op Unieniveau.;

b)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   Onverminderd de bepalingen van artikel 116 stelt de Commissie middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 112, en onder de voorwaarden van de artikelen 112 bis en 112 ter maatregelen vast voor:

a)

criteria voor de beoordeling van de deugdelijkheid van de door de beheermaatschappij overeenkomstig de eerste alinea van lid 1 hierboven toegepaste risicobeheerprocedure;

b)

gedetailleerde voorschriften voor de accurate en onafhankelijke evaluatie van de waarde van OTC-derivaten; en

c)

gedetailleerde voorschriften betreffende de inhoud van en de procedure voor de kennisgeving van de informatie als bedoeld in de derde alinea van lid 1 aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de beheermaatschappij.”;

c)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„5.   Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen kan de ESMA ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen opstellen ter bepaling van de voorwaarden voor de uitvoering van de gedelegeerde handelingen die de Commissie vaststelt met betrekking tot de in lid 4 bedoelde criteria en regels.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen op te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

19)

Artikel 52, lid 4, derde alinea, wordt vervangen door:

„De lidstaten delen de ESMA en de Commissie de lijst van de categorieën van de in de eerste alinea bedoelde obligaties mede, samen met een lijst van de categorieën uitgevende instellingen die krachtens de wet en de in die alinea genoemde voorschriften inzake toezicht, bevoegd zijn obligaties uit te geven die aan de bovengenoemde criteria voldoen. Bij deze lijsten wordt een nota gevoegd waarin de juridische aard van de geboden garanties wordt toegelicht. De Commissie en de ESMA sturen deze informatie onmiddellijk door aan de andere lidstaten, zo nodig voorzien van hun opmerkingen, en stellen de informatie ter beschikking van het publiek op hun website. Over deze mededeling kan in het in artikel 112, lid 1, bedoelde Europees Comité voor het effectenbedrijf van gedachten worden gewisseld.”.

20)

Artikel 60 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 6

i)

wordt in de eerste alinea de aanhef vervangen door:

„6.   De Commissie kan middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 112, en onder de voorwaarden van de artikelen 112 bis en 112 ter maatregelen vaststellen ter specificering van:”;

ii)

wordt de tweede alinea geschrapt;

b)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„7.   Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen kan de ESMA ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen opstellen ter bepaling van de voorwaarden voor de uitvoering van de gedelegeerde handelingen die de Commissie vaststelt betreffende de in lid 6 bedoelde overeenkomst, maatregelen en procedures.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen op te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

21)

Artikel 61 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 3 wordt vervangen door:

„3.   De Commissie kan middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 112, en onder de voorwaarden van de artikelen 112 bis en 112 ter maatregelen vaststellen voor:

a)

de gegevens die moeten worden opgenomen in de in lid 1 bedoelde overeenkomst; en

b)

de soorten onregelmatigheden als bedoeld in lid 2, die geacht worden een ongunstig effect te sorteren op de feeder-icbe”;

b)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„4.   Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen kan de ESMA ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen opstellen ter bepaling van de voorwaarden voor de uitvoering van de gedelegeerde handelingen die de Commissie vaststelt betreffende de in lid 3 bedoelde overeenkomst, maatregelen en soorten onregelmatigheden.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen op te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

22)

Artikel 62, lid 4, wordt vervangen door:

„4.   De Commissie kan middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 112, en onder de voorwaarden van de artikelen 112 bis en 112 ter maatregelen vaststellen voor de inhoud van de in lid 1, eerste alinea, bedoelde overeenkomst.”.

23)

Artikel 64 wordt gewijzigd als volgt:

a)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   De Commissie kan middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 112, en onder de voorwaarden van de artikelen 112 bis en 112 ter maatregelen vaststellen ter specificering van:

a)

de vorm waarin en de wijze waarop de in lid 1 genoemde informatie moet worden verstrekt; of

b)

de procedure die in het geval dat de activa van de feeder-icbe in hun geheel overgaan op de master-icbe in ruil voor rechten van deelneming, moet worden gevolgd voor de beoordeling en auditing van een dergelijke bijdrage in natura en de rol van de bewaarder van de feeder-icbe in deze procedure.”;

b)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„5.   Om eenvormige voorwaarden voor de wijze van verstrekking van de informatie te garanderen, kan de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen ter bepaling van de voorwaarden voor de uitvoering van de gedelegeerde handelingen die de Commissie vaststelt betreffende de vorm waarin en de wijze waarop de informatie dient te worden verstrekt en de procedure, als bedoeld in lid 4.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen op te stellen overeenkomstig artikel 15 sexies van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

24)

Aan artikel 69 wordt het volgende lid toegevoegd:

„5.   Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen kan de ESMA ontwerpen voor technische reguleringsnormen opstellen ter nadere omschrijving van de bepalingen betreffende de inhoud van het prospectus, het jaarverslag en het halfjaarlijks verslag als bedoeld in bijlage I, en het formaat van deze documenten.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen voor technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 goed te keuren.”.

25)

Artikel 75, lid 4, wordt vervangen door:

„4.   De Commissie kan middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 112, en onder de voorwaarden van de artikelen 112 bis en 112 ter maatregelen vaststellen waarin wordt aangegeven aan welke voorwaarden moet worden voldaan als het prospectus wordt verstrekt op een andere duurzame drager dan papier of via een website die geen duurzame drager vormt.”.

26)

Artikel 78 wordt gewijzigd als volgt:

a)

lid 7 wordt vervangen door:

„7.   De Commissie kan middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 112, en onder de voorwaarden van de artikelen 112 bis en 112 ter maatregelen vaststellen ter specificering van:

a)

de gedetailleerde en volledige inhoud van de aan beleggers te verstrekken essentiële beleggersinformatie als bedoeld in de leden 2, 3 en 4;

b)

de gedetailleerde en volledige inhoud van de essentiële beleggersinformatie die in de volgende gevallen aan beleggers moet worden verstrekt:

i)

voor icbe’s met verschillende beleggingscompartimenten: de essentiële beleggersinformatie die moet worden verstrekt aan beleggers die op een bepaald beleggingscompartiment inschrijven, waaronder informatie over de wijze waarop van het ene naar het andere beleggingscompartiment kan worden overgestapt, en over de kosten die daaraan verbonden zijn;

ii)

voor icbe’s die verschillende categorieën van aandelen aanbieden: de essentiële beleggersinformatie die moet worden verstrekt aan beleggers die op een bepaalde aandelencategorie inschrijven;

iii)

de essentiële beleggersinformatie die moet worden verstrekt aan beleggers die inschrijven op een icbe die zelf belegt in andere icbe’s of andere instellingen voor collectieve belegging als bedoeld in artikel 50, lid 1, onder e);

iv)

voor master-feederconstructies: de essentiële beleggersinformatie die moet worden verstrekt aan beleggers die op een feeder-icbe inschrijven; en

v)

voor gestructureerde icbe’s, icbe’s met kapitaalbescherming en andere vergelijkbare icbe’s: de essentiële beleggersinformatie die moet worden verstrekt aan beleggers in verband met de bijzondere kenmerken van dergelijke icbe’s; en

c)

de specifieke details betreffende de vorm en inhoud van de essentiële beleggersinformatie die overeenkomstig lid 5 aan beleggers moet worden verstrekt.”;

b)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„8.   Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te garanderen kan de ESMA ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen opstellen ter bepaling van de voorwaarden voor de uitvoering van de gedelegeerde handelingen die de Commissie overeenkomstig lid 7 vaststelt betreffende de in lid 3 bedoelde informatie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen op te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

27)

Artikel 81, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   De Commissie kan middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 112, en onder de voorwaarden van de artikelen 112 bis en 112 ter maatregelen vaststellen waarin wordt aangegeven aan welke voorwaarden moet worden voldaan als de essentiële beleggersinformatie wordt verstrekt op een andere duurzame drager dan papier of via een website die geen duurzame drager vormt.”.

28)

Aan artikel 83 wordt het volgende lid toegevoegd:

„3.   Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen kan de ESMA ontwerpen voor technische reguleringsnormen opstellen ter nadere omschrijving van de voorschriften van dit artikel betreffende het aangaan van leningen.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen voor technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 op te stellen.”.

29)

Aan artikel 84 wordt het volgende lid toegevoegd:

„4.   Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen kan de ESMA ontwerpen voor reguleringsnormen opstellen ter nadere bepaling van de voorwaarden waaraan de icbe’s moeten voldoen na goedkeuring van de in lid 2, onder a), bedoelde tijdelijke opschorting van de inkoop of terugbetaling van hun rechten van deelneming zodra besloten is tot opschorting over te gaan.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen voor technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 op te stellen.”.

30)

Artikel 95 wordt vervangen door:

„Artikel 95

1.   De Commissie kan middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 112, leden 2, 2 bis en 2 ter, en onder de voorwaarden van de artikelen 112 bis en 112 ter maatregelen vaststellen ter specificering van:

a)

het toepassingsgebied van de in artikel 91, lid 3, bedoelde informatie;

b)

de vergemakkelijking overeenkomstig artikel 93, lid 7, van de toegang van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst van icbe’s tot de informatie en/of documenten als bedoeld in artikel 93, leden 1, 2 en 3.

2.   Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van artikel 93 te garanderen kan de ESMA ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen opstellen ter bepaling van:

a)

de vorm en inhoud van een door een icbe te gebruiken standaardmodel voor de in artikel 93, lid 1, bedoelde kennisgeving, met inbegrip van een vermelding naar welke documenten de vertalingen verwijzen;

b)

de vorm en inhoud van een door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten te gebruiken standaardmodel voor de in artikel 93, lid 3, bedoelde verklaring;

c)

de procedure voor de uitwisseling van informatie en voor de gebruikmaking van elektronische communicatie tussen de bevoegde autoriteiten in verband met de kennisgeving ingevolge artikel 93.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen op te stellen overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

31)

Artikel 97, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   De lidstaten wijzen de bevoegde autoriteiten aan die de in deze richtlijn vermelde taken moeten uitoefenen. Zij stellen de ESMA en de Commissie daarvan in kennis onder opgave van de eventuele verdeling van hun bevoegdheden.”.

32)

Artikel 101 wordt gewijzigd als volgt:

a)

het volgende lid wordt ingevoegd:

„2 bis.   De bevoegde autoriteiten werken voor de toepassing van deze richtlijn samen met de ESMA, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1095/2010.

De bevoegde autoriteiten verstrekken de ESMA overeenkomstig artikel 35 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 onverwijld alle informatie die zij nodig heeft voor de uitoefening van haar taken.”;

b)

de leden 8 en 9 worden vervangen door:

„8.   De bevoegde autoriteiten kunnen naar de ESMA situaties verwijzen waarin een verzoek:

a)

om uitwisseling van informatie overeenkomstig artikel 109 is afgewezen of niet binnen een redelijke termijn is gehonoreerd;

b)

om een onderzoek of een verificatie ter plaatse overeenkomstig artikel 110 is afgewezen of niet binnen een redelijke termijn is gehonoreerd; of

c)

om toestemming dat hun eigen functionarissen de functionarissen van de bevoegde autoriteit van de andere lidstaat vergezellen, is afgewezen of niet binnen een redelijke termijn is gehonoreerd.

Onverminderd artikel 258 VWEU, kan de ESMA in dergelijke gevallen handelen overeenkomstig de haar bij artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 verleende bevoegdheden, zulks onverlet de mogelijkheid om een verzoek om informatie of een onderzoek, bedoeld in lid 6, af te wijzen en de mogelijkheid voor de ESMA om in deze gevallen op te treden overeenkomstig artikel 9 van de genoemde verordening.

9.   Met het oog op een eenvormige toepassing van dit artikel kan de ESMA ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen opstellen met het oog op de vaststelling van gemeenschappelijke procedures voor de bevoegde autoriteiten betreffende de samenwerking bij de verificaties en onderzoeken ter plaatse, bedoeld in de leden 4 en 5.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen op te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

33)

Artikel 102 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 2 wordt de eerste alinea vervangen door:

„2.   Lid 1 belet niet dat tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten overeenkomstig deze richtlijn of andere wetgeving van de Unie inzake icbe’s of ondernemingen die bij hun bedrijf betrokken zijn, informatie wordt uitgewisseld of bezorgd aan de ESMA overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1095/2010 of aan het ESRB. Deze gegevens vallen onder het in lid 1 bedoelde beroepsgeheim.”;

b)

in lid 5 wordt het volgende punt toegevoegd:

„d)

ESMA, de bij Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (41) opgerichte Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), de bij Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad (42) opgerichte Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), en het ESRB.

34)

Artikel 103 wordt gewijzigd als volgt:

a)

lid 3 wordt vervangen door:

„3.   De lidstaten delen de ESMA, de Commissie en de overige lidstaten de namen mede van de autoriteiten die op grond van lid 1 informatie mogen ontvangen.”;

b)

lid 7 wordt vervangen door:

„7.   De lidstaten delen de ESMA, de Commissie en de overige lidstaten de namen mede van de autoriteiten of instanties die op grond van lid 4 informatie mogen ontvangen.”.

35)

Artikel 105 wordt vervangen door:

„Artikel 105

Om de eenvormige toepassing van de bepalingen betreffende de uitwisseling van informatie in deze richtlijn te garanderen, kan de ESMA ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen opstellen om de toepassingsvoorwaarden te bepalen met betrekking tot de procedures voor de uitwisseling van informatie tussen de bevoegde autoriteiten onderling en tussen de bevoegde autoriteiten en de ESMA.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen op te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”.

36)

Artikel 108, lid 5, wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt b van de eerste alinea wordt vervangen door:

„b)

zij brengen de zaak zo nodig onder de aandacht van de ESMA, die kan handelen overeenkomstig de haar bij artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 verleende bevoegdheden.”;

b)

de tweede alinea wordt vervangen door:

„De Commissie en de ESMA worden onverwijld op de hoogte gebracht van alle overeenkomstig punt a) van de eerste alinea genomen maatregelen.”.

37)

De titel van hoofdstuk XIII wordt vervangen door:

38)

Artikel 111 wordt vervangen door:

„Artikel 111

De Commissie kan technische wijzigingen van deze richtlijn vaststellen ter:

a)

verduidelijking van de definities teneinde overal in de Gemeenschap een consequente harmonisatie en een eenvormige toepassing van de richtlijn te waarborgen, of

b)

aanpassing van de terminologie en formulering van de definities aan latere voorschriften inzake icbe’s en aanverwante zaken.

Deze maatregelen worden genomen middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 112, leden 2, 3 en 4, en onder de voorwaarden van de artikelen 112 bis en 112 ter.”.

39)

Artikel 112 wordt vervangen door:

„Artikel 112

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het bij Besluit 2001/528/EG van de Commissie ingestelde Europees Comité voor het effectenbedrijf.

2.   De bevoegdheid om de in de artikelen 12, 14, 23, 33, 43, 51, 60, 61, 62, 64, 75, 78, 81, 95 en 111 bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend voor een periode van vier jaar vanaf 4 januari 2011. De Commissie stelt uiterlijk zes maanden voor het einde van de periode van vier jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De delegatie van bevoegdheden wordt automatisch met perioden van eenzelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad deze intrekt overeenkomstig artikel 112 bis.

3.   Wanneer de Commissie een gedelegeerde handeling vaststelt, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.

4.   De aan de Commissie verleende bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, is onderworpen aan de voorwaarden in de artikelen 112 bis en 112 ter.”.

40)

De volgende artikelen worden ingevoegd:

„Artikel 112 bis

Intrekking van de bevoegdheidsdelegatie

1.   De in de artikelen 12, 14, 23, 33, 43, 51, 60, 61, 62, 64, 75, 78, 81, 95 en 111 bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan op elk moment door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken.

2.   De instelling die een interne procedure is begonnen om te besluiten of zij de bevoegdheidsdelegatie wenst in te trekken, beijvert zich om de andere instelling en de Commissie hiervan binnen een redelijke termijn voordat een definitief besluit wordt genomen, op de hoogte te stellen en geeft daarbij aan welke gedelegeerde bevoegdheden mogelijk worden ingetrokken.

3.   Het besluit tot intrekking maakt een einde aan de delegatie van de bevoegdheden die in dat besluit worden vermeld. Het besluit treedt onmiddellijk of op een latere datum die in het besluit wordt vermeld in werking. Het besluit laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. Het besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 112 ter

Bezwaar tegen gedelegeerde handelingen

1.   Het Europees Parlement en de Raad kunnen tegen een gedelegeerde handeling bezwaar aantekenen binnen drie maanden na de datum van kennisgeving daarvan. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad kan die termijn met drie maanden worden verlengd.

2.   Indien noch het Europees Parlement noch de Raad bij het verstrijken van de in lid 1 bedoelde termijn bezwaar heeft aangetekend tegen de gedelegeerde handeling, wordt deze bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en treedt zij in werking op de daarin vermelde datum.

De gedelegeerde handeling kan worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en vóór het verstrijken van de betrokken periode in werking treden indien het Europees Parlement en de Raad beide de Commissie hebben laten weten geen bezwaar te zullen aantekenen.

3.   Indien hetzij het Europees Parlement, hetzij de Raad binnen de in lid 1 bedoelde termijn bezwaar aantekent tegen de gedelegeerde handeling, treedt deze niet in werking. Overeenkomstig artikel 296 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) geeft de instelling die bezwaar aantekent aan om welke redenen zij dat doet.”.

Artikel 12

Herziening

Uiterlijk op 1 januari 2014 legt de Commissie een verslag voor aan het Europees Parlement en de Raad waarin wordt aangegeven of de ESA de ontwerpen voor technische reguleringsnormen en uitvoeringsnormen waarin deze richtlijn voorziet, hebben ingediend, alsook of deze indiening verplicht of facultatief was, welk verslag eventueel vergezeld gaat van passende voorstellen.

Artikel 13

Omzetting

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2011 te voldoen aan artikel 1, leden 1 en 2, artikel 2, lid 1, onder a), artikel 2, leden 2, 5, 7 en 9, artikel 2, lid 11, onder b), artikel 3, lid 4, artikel 3, lid 6, onder a) en b), artikel 4, lid 1, onder a, artikel 4, lid 3, artikel 5, lid 5, onder a), artikel 5, lid 5, onder b, eerste alinea, artikel 5, leden 6, 8 en 9 (met betrekking tot artikel 18, lid 3 van Richtlijn 2003/71/EG), artikel 5, lid 10, artikel 5, lid 11, onder a) en b), artikel 5, lid 12, artikel 6, lid 1 (met betrekking tot artikel 5, lid 3, alinea 1, van Richtlijn 2004/39/EG), artikel 6, lid 3, artikel 6, lid 5, onder a), artikel 6, leden 10, 13, 14 en 16, artikel 6, lid 17, onder a) en b), artikel 6, leden 18 en 19 (met betrekking tot artikel 53, lid 3, alinea 1, van Richtlijn 2004/39/EG), artikel 6, lid 21, onder a) en b), artikel 6, lid 23, onder b), artikel 6, leden 24, 25 en 2, artikel 7, lid 12, onder a), artikel 7, leden 13 tot en met 16, artikel 9, lid 1, onder a), artikel 9, leden 2, 3, 4, 10, 11, 12, 15, 16, 17, 18, 20, 29 en 32, artikel 9, lid 33, onder a) en b), artikel 9, lid 33, onder d), ii) tot en met iv), artikel 9, leden 34 en 35, artikel 9, lid 36, onder b), ii), artikel 9, lid 37, onder b), artikel 9, leden 38 en 39, artikel 10, lid 2, artikel 10, lid 3, onder a), artikel 10, lid 4, artikel 11, leden 2, 4, 11, 14, 19 en 31, artikel 11, lid 32, onder b), met betrekking tot artikel 101, lid 8 van Richtlijn 2009/65/EG, en artikel 11, leden 33, 34 en 36 van onderhavige richtlijn. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 14

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 15

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Straatsburg, 24 november 2010.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

J. BUZEK

Voor de Raad

De voorzitter

O. CHASTEL


(1)  Advies van 18 maart 2010 (PB C 87 van 1.4.2010, blz. 1).

(2)  Advies van 18 maart 2010 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van 22 september 2010 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 17 november 2010.

(4)  Zie bladzijde 12 van dit Publicatieblad.

(5)  Zie bladzijde 48 van dit Publicatieblad.

(6)  Zie bladzijde 84 van dit Publicatieblad.

(7)  PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1.

(8)  PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1.

(9)  PB L 345 van 31.12.2003, blz. 64.

(10)  PB L 166 van 11.6.1998, blz. 45.

(11)  PB L 235 van 23.9.2003, blz. 10.

(12)  PB L 177 van 30.6.2006, blz. 201.

(13)  PB L 166 van 11.6.1998, blz. 45.

(14)  PB L 35 van 11.2.2003, blz. 1.

(15)  PB L 96 van 12.4.2003, blz. 16.

(16)  PB L 390 van 31.12.2004, blz. 38.

(17)  PB L 309 van 25.11.2005, blz. 15.

(18)  PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32.

(19)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84.”.

(20)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12.

(21)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48

(22)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84”;

(23)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 1”.

(24)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84.”.

(25)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48”;

(26)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84.”.

(27)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 1.”;

(28)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84.”.

(29)  PB L 96 van 12.4.2003, blz. 16.”;

(30)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84.”.

(31)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 1.”;

(32)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12.

(33)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48.

(34)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84.”.

(35)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12.”;

(36)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 1.”;

(37)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84.”.

(38)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12.”.

(39)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84.”.

(40)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 1.”;

(41)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12.

(42)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48.”.