24.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 104/54


RICHTLIJN 2010/27/EU VAN DE COMMISSIE

van 23 april 2010

tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde triflumizool op te nemen als werkzame stof

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name op artikel 6, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij de Verordeningen (EG) nr. 451/2000 (2) en (EG) nr. 1490/2002 (3) van de Commissie zijn de bepalingen voor de uitvoering van de derde fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG vastgesteld en is een lijst opgesteld van werkzame stoffen die moeten worden onderzocht met het oog op hun opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Triflumizool is in die lijst opgenomen. Bij Beschikking 2008/748/EG van de Commissie (4) is besloten om triflumizool niet op te nemen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG.

(2)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening 91/414/EEG heeft de oorspronkelijke kennisgever een nieuwe aanvraag ingediend om toepassing van de versnelde procedure, als vastgesteld in de artikelen 14 tot en met 19 van Verordening (EG) nr. 33/2008 van de Commissie van 17 januari 2008 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de uitvoering van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad met betrekking tot een normale en een versnelde procedure voor de beoordeling van werkzame stoffen die deel uitmaakten van het in artikel 8, lid 2, van die richtlijn bedoelde werkprogramma, maar niet in bijlage I (5) ervan zijn opgenomen.

(3)

De aanvraag is ingediend bij Nederland dat bij Verordening (EG) nr. 451/2000 als rapporteur was aangewezen. De termijn voor de versnelde procedure is nageleefd. De specificatie voor de werkzame stof en de ondersteunde toepassingen zijn dezelfde als voor Beschikking 2008/748/EG. Die aanvraag voldoet ook aan de overige materiële en procedurele voorschriften van artikel 15 van Verordening (EG) nr. 33/2008.

(4)

Nederland heeft de door de kennisgever ingediende nieuwe informatie en gegevens onderzocht en op 6 maart 2009 een aanvullend verslag opgesteld.

(5)

Het aanvullende verslag is door de lidstaten en de EFSA intercollegiaal getoetst en op 14 december 2009 bij de Commissie ingediend in de vorm van de Conclusies van de EFSA betreffende triflumizool (6). Dit verslag is door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 12 maart 2010 afgerond in de vorm van het evaluatieverslag van de Commissie voor triflumizool.

(6)

De nieuwe evaluatie van de als rapporteur aangewezen lidstaat en de conclusie van de EFSA hadden betrekking op de problemen die tot de niet-opneming hebben geleid. Die problemen betroffen de beoordeling dat het risico voor toedieners en werknemers onaanvaardbaar was.

(7)

De door de kennisgever ingediende nieuwe gegevens tonen aan dat de blootstelling van toedieners en werknemers aanvaardbaar mag worden geacht, mits extra beschermingsmiddelen worden gedragen.

(8)

Uit de verschillende analyses is gebleken dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die triflumizool bevatten, in het algemeen zullen voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 91/414/EEG gestelde eisen, met name voor de toepassingen waarvoor zij zijn onderzocht en die zijn opgenomen in het evaluatieverslag van de Commissie. Triflumizool moet daarom in bijlage I worden opgenomen om ervoor te zorgen dat gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stof bevatten, in alle lidstaten kunnen worden toegelaten overeenkomstig het bepaalde in die richtlijn.

(9)

Richtlijn 91/414/EEG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 30 november 2010 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op 1 juli 2010.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 23 april 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(2)  PB L 55 van 29.2.2000, blz. 25.

(3)  PB L 224 van 21.8.2002, blz. 23.

(4)  PB L 252 van 20.9.2008, blz. 37.

(5)  PB L 15 van 18.1.2008, blz. 5.

(6)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid: Conclusion on the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance triflumizole. EFSA Journal 2009; 7(12):1415. [49 blz.]. doi:10.2903/j.efsa.2009.1415. Online te raadplegen via: www.efsa.europa.eu


BIJLAGE

Aan het einde van de tabel in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG wordt de volgende tekst toegevoegd:

Nr.

Benaming, identificatienummers

IUPAC-naam

Zuiverheid (1)

Inwerkingtreding

Geldigheidsduur

Bijzondere bepalingen

„311

Triflumizool

CAS-nr.: 99387-89-0

CIPAC-nr.: 730

(E)-4-chloor-α,α,α-trifluoor-N-(1-imidazool-1-yl-2-propoxyethylideen)-o-toluïdine

≥ 980 g/kg

Onzuiverheden:

tolueen: niet meer dan 1 g/kg

1 juli 2010

30 juni 2020

DEEL A

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide in broeikassen op kunstmatige substraten.

DEEL B

Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over triflumizool dat op 12 maart 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

de veiligheid van de toedieners en de werknemers: de gebruiksvoorwaarden moeten het gebruik van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven.

de gevolgen voor in het water levende organismen, en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden waar nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten.”


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.