27.11.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 312/31


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 26 november 2010

betreffende het standpunt van de Europese Unie over de wijzigingen in bijlage 6 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten

(2010/724/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en, wat betreft de overeenkomst inzake Wetenschappelijke en Technologische Samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat (1), en met name artikel 5, lid 2, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten (2) (hierna „de landbouwovereenkomst” genoemd) is op 1 juni 2002 in werking getreden.

(2)

Bij artikel 6 van de landbouwovereenkomst is een Gemengd Landbouwcomité opgericht dat is belast met het beheer van de overeenkomst en het toezicht op de goede werking ervan.

(3)

Artikel 11 van de landbouwovereenkomst stelt het Gemengd Comité in staat de bijlagen en aanhangsels van de bijlagen bij de overeenkomst door middel van een besluit te wijzigen.

(4)

Het Gemengd Comité heeft onlangs besloten om de artikelen 2 en 3 en de aanhangsels 1 tot en met 4 van bijlage 6 bij de landbouwovereenkomst te wijzigen.

(5)

Artikel 5, lid 2, van Besluit 2002/309/EG bepaalt dat de Commissie bij de vaststelling van het standpunt van de Unie over een besluit van het Gemengd Comité tot wijziging van bijlage 6 bij de landbouwovereenkomst de in de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van de Raad (3) vastgestelde procedure moet volgen. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 1 van Besluit 66/399/EEG van de Raad (4) ingestelde Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw.

(6)

Het door de Commissie in het Gemengd Landbouwcomité in te nemen standpunt van de Europese Unie betreffende de wijzigingen in bijlage 6 bij de landbouwovereenkomst moet bij dit besluit worden vastgesteld.

(7)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt van de Europese Unie dat de Commissie moet innemen in het Gemengd Landbouwcomité dat is opgericht bij artikel 6 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten, is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerp-besluit van het Gemengd Landbouwcomité.

Artikel 2

Het besluit van het Gemengd Landbouwcomité wordt na goedkeuring bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 26 november 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 114 van 30.4.2002, blz. 1.

(2)  PB L 114 van 30.4.2002, blz. 132.

(3)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(4)  PB 125 van 11.7.1966, blz. 2289/66.


BIJLAGE

Voorstel voor

BESLUIT Nr. …/2010 VAN HET BIJ DE OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE ZWITSERSE BONDSSTAAT INZAKE DE HANDEL IN LANDBOUWPRODUCTEN OPGERICHTE GEMENGD LANDBOUWCOMITÉ

van …

betreffende de wijzigingen in bijlage 6

(…/…/…)

HET GEMENGD LANDBOUWCOMITÉ,

Gezien de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten, en met name artikel 11,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De overeenkomst is op 1 juni 2002 in werking getreden.

(2)

Bijlage 6 heeft betrekking op zaaizaad van landbouwgewassen, groentegewassen, fruitgewassen, siergewassen en wijnstokken. Bijlage 6 wordt aangevuld met vier aanhangsels.

(3)

De aanhangsels van bijlage 6 zijn een eerste maal vervangen bij Besluit nr. 4/2004 van het Gemengd Landbouwcomité, dat als bijlage is opgenomen bij Besluit 2004/660/EG van de Commissie (1).

(4)

Aanhangsel 1, deel 1, heeft betrekking op de voorschriften van beide partijen en erkent dat de in deze voorschriften vastgestelde voorwaarden dezelfde effecten hebben.

(5)

Aanhangsel 2 bevat een lijst met de instanties van de partijen die belast zijn met de controle en de certificering van zaaizaad.

(6)

In aanhangsel 3 worden de door de Europese Unie en Zwitserland geaccepteerde afwijkende regelingen vermeld.

(7)

In aanhangsel 4 worden de door beide partijen erkende derde landen vermeld waaruit zaaizaad mag worden ingevoerd. Bovendien worden de gewassen en de reikwijdte van de erkenning gepreciseerd.

(8)

De partijen zijn van oordeel dat een vereenvoudiging van aanhangsel 2 met de in artikel 2, lid 3, en artikel 3, lid 1, vermelde instanties moet worden doorgevoerd.

(9)

De partijen zijn van oordeel dat hun respectieve wettelijke bepalingen inzake teeltmateriaal voor wijnstokken dezelfde effecten hebben.

(10)

De partijen hebben zich ertoe verbonden om ervoor te zorgen dat de grenscontroles voor zaaizaad van de soorten waarvoor de partijen de conformiteit van hun voorschriften, vermeld in aanhangsel 1, deel 1, hebben erkend, worden afgeschaft.

(11)

Sinds de inwerkingtreding op 1 juli 2004 van voornoemd besluit nr. 4 zijn de in de aanhangsels 1, 3 en 4 vermelde wettelijke bepalingen van de partijen gewijzigd op gebieden die de overeenkomst betreffen.

(12)

Ingevolge de uitbreiding van de Europese Unie moeten de lijsten van de door beide partijen erkende derde landen worden gewijzigd.

(13)

Daarom moeten de artikelen 2 en 3 en de aanhangsels 1 tot en met 4 van bijlage 6 worden gewijzigd om rekening te houden met deze veranderingen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 2, lid 3, wordt vervangen door:

„3.   De nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de toepassing van de wetgeving worden vermeld in aanhangsel 2. Een regelmatig bijgewerkte lijst met de voor de conformiteitscontroles verantwoordelijke instanties kan worden verkregen bij de in aanhangsel 2 genoemde autoriteiten.”.

Artikel 2

Artikel 3, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   Elke partij erkent voor zaaizaad van de soorten als bedoeld in de in aanhangsel 1, deel 2, vermelde voorschriften de in lid 2 omschreven certificaten die door de in artikel 2, lid 3, vermelde instanties zijn opgesteld overeenkomstig de voorschriften van de andere partij.”.

Artikel 3

De aanhangsels van bijlage 6 bij de overeenkomst worden vervangen door de bij dit besluit gevoegde teksten van de aanhangsels.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011.

Gedaan te Brussel, …

Voor het Gemengd Landbouwcomité

De voorzitter en het hoofd van de delegatie van de Europese Unie

Paul VAN GELDORP

Het hoofd van de Zwitserse delegatie

Jacques CHAVAZ

De secretaris van het Comité

Malgorzata SLIWINSKA-KLENNER

Aanhangsel 1

VOORSCHRIFTEN  (2)

Deel 1 (erkenning van de onderlinge conformiteit van de voorschriften)

A.   VOORSCHRIFTEN VAN DE UNIE

1.   Basisteksten

Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2298/66).

Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309/66).

Richtlijn 68/193/EEG van de Raad van 9 april 1968 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken (PB L 93 van 17.4.1968, blz. 15).

Richtlijn 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 1).

Richtlijn 2002/54/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 12).

Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 60).

Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 74).

2.   Uitvoeringsbesluiten

Beschikking 80/755/EEG van de Commissie van 17 juli 1980 houdende machtiging om de voorgeschreven gegevens op de verpakkingen van zaaigranen te vermelden (PB L 207 van 9.8.1980, blz. 37).

Beschikking 81/675/EEG van de Commissie van 28 juli 1981 houdende vaststelling dat bepaalde sluitingssystemen „sluitingssystemen die niet opnieuw kunnen worden gebruikt” zijn in de zin van de Richtlijnen 66/400/EEG, 66/401/EEG, 66/402/EEG, 69/208/EEG en 70/458/EEG van de Raad (PB L 246 van 29.8.1981, blz. 26).

Richtlijn 93/17/EEG van de Commissie van 30 maart 1993 tot vaststelling van communautaire klassen voor basispootgoed van aardappelen en van de daarvoor geldende eisen en aanduidingen (PB L 106 van 30.4.1993, blz. 7).

Beschikking 97/125/EG van de Commissie van 24 januari 1997 houdende machtiging om de voorgeschreven gegevens onuitwisbaar aan te brengen op de verpakkingen van zaaizaad van olie- en vezelgewassen en tot wijziging van Beschikking 87/309/EEG houdende machtiging om de voorgeschreven gegevens onuitwisbaar aan te brengen op de verpakkingen van zaaizaad van bepaalde soorten van voedergewassen (PB L 48 van 19.2.1997, blz. 35).

Beschikking 2003/17/EG van de Raad van 16 december 2002 betreffende de gelijkwaardigheid van in derde landen verrichte veldkeuringen van gewassen voor de teelt van zaaizaad en de gelijkwaardigheid van in derde landen voortgebracht zaaizaad (PB L 8 van 14.1.2003, blz. 10).

Richtlijn 2003/90/EG van de Commissie van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van Richtlijn 2002/53/EG van de Raad met betrekking tot de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouwgewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek (PB L 254 van 8.10.2003, blz. 7).

Beschikking 2004/266/EG van de Commissie van 17 maart 2004 houdende machtiging om de voorgeschreven gegevens onuitwisbaar aan te brengen op de verpakkingen van zaaizaad van voedergewassen (PB L 83 van 20.3.2004, blz. 23).

Richtlijn 2004/29/EG van de Commissie van 4 maart 2004 de vaststelling van de kenmerken en de minimumeisen voor het onderzoek van de wijnstokrassen (PB L 71 van 10.3.2004, blz. 22).

Beschikking 2004/842/EG van de Commissie van 1 december 2004 tot vaststelling van uitvoeringsregels volgens welke de lidstaten toestemming kunnen geven voor het in de handel brengen van zaai- of pootgoed van rassen waarvoor de opname in de nationale rassenlijst voor landbouw- of groentegewassen is aangevraagd (PB L 362 van 9.12.2004, blz. 21).

Beschikking 2005/834/EG van de Raad van 8 november 2005 over de gelijkwaardigheid van in bepaalde derde landen verrichte controles op de instandhouding van rassen en tot wijziging van Beschikking 2003/17/EG (PB L 312 van 29.11.2005, blz. 51).

Richtlijn 2006/47/EG van de Commissie van 23 mei 2006 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden met betrekking tot de aanwezigheid van Avena fatua in zaaigranen (PB L 136 van 24.5.2006, blz. 18).

Richtlijn 2008/124/EG van de Commissie van 18 december 2008 waarbij de handel in zaaizaad van sommige soorten groenvoedergewassen, oliehoudende planten en vezelgewassen wordt beperkt tot zaaizaad dat officieel als „basiszaad” of als „gecertificeerd zaad” is goedgekeurd (PB L 340 van 19.12.2008, blz. 73).

Verordening (EG) nr. 637/2009 van de Commissie van 22 juli 2009 tot vaststelling van nadere bepalingen betreffende de geschiktheid van rasbenamingen voor landbouw- en groentegewassen (PB L 191 van 23.7.2009, blz. 10).

B.   VOORSCHRIFTEN VAN ZWITSERLAND (3)

Loi fédérale du 29 avril 1998 sur l’agriculture (RS 910.1).

Ordonnance du 7 décembre 1998 sur la production et la mise en circulation du matériel végétal de multiplication (RS 916 151).

Ordonnance du DFE du 7 décembre 1998 sur les semences et les plants des espèces de grandes cultures et de plantes fourragères (RS 916 151.1)

Ordonnance de l’OFAG du 7 décembre 1998 sur le catalogue des variétés de céréales, de pommes de terre, de plantes fourragères, de plants oléagineuses et à fibres ainsi que de betteraves (RS 916 151.6).

Ordonnance du DFE du 2 novembre 2006 sur la production et la mise en circulation du matériel végétal de multiplication (RS 916 151.3).

Deel 2 (wederzijdse erkenning van certificaten)

A.   VOORSCHRIFTEN VAN DE UNIE

1.   Basisteksten

2.   Uitvoeringsbesluiten

B.   VOORSCHRIFTEN VAN ZWITSERLAND

C.   BIJ INVOER VEREISTE CERTIFICATEN

Aanhangsel 2

IN ARTIKEL 2, LID 3, VERMELDE AUTORITEITEN

A.   EUROPESE UNIE

BELGIË

Bureau de Coordination Agricole/Landbouwbureau

BCA/LB

Rue du Progrès 50/Vooruitgangstraat 50

City Atrium, 6ème étage/6de verdieping

1210 BRUXELLES/BRUSSEL

e-mail: BCA-LB-COORD@spw.wallonie.be

BULGARIJE

Executive Agency of Variety Testing,

Field Inspection and Seed Control

125, Tzarigradsko Shosse Blvd.

1113 Sofia

BULGARIA

Tel. + 359 2 870 03 75

Fax 359 2 870 65 17

e-mail: iasas@iasas.government.bg

TSJECHIË

Central Institute for Supervising and Testing in Agriculture (Ústřední kontrolní a zkušební ústav zemědělský)

Division of Seed Materials and Planting Stock (Odbor osiv a sadby)

Za Opravnou 4

CZ-150 06 Praha 5 - Motol

DENEMARKEN

Ministry of Food, Agriculture and Fisheries

Plant Directorate

Skovbrynet 20

DK-2800 Kgs. Lyngby

Tel. + 45 45 26 36 00

Fax 45 45 26 36 10

e-mail: meb@pdir.dk

DUITSLAND

Bundessortenamt

Osterfelddamm 80

30627 Hannover

Tel. + 49511-9566-50

Fax 49511 9566-9600

e-mail: BSA@bundessortenamt.de

ESTLAND

Agricultural Board

Teaduse 2

Saku 75501 Harju county

ESTONIA

General fax 372 6712 604

GRIEKENLAND

Ministry of Rural Development and Food

Directorate of Plant Production Inputs

6, Kapnokoptiriou Str

Athens 10433

Greece

Tel. + 302102124199,

Fax 302102124137

e-mail: ax2u017@minagric.gr

SPANJE

Oficina Española de Variedades Vegetales

Ministerio de Medio Ambiente y Medio Rural y Marino

c/Alfonso XII, 62

28014 Madrid

Tel. + 34913476659

Fax 34913476703

FRANKRIJK

GNIS-Service Officiel de Contrôle et de Certification

44, rue du Louvre

F - 75001 PARIS

Tel. + 33 (0) 1 42 33 76 93

Fax 33 (0) 1 40 28 40 16

IERLAND

Department of Agriculture, Fisheries and Food

Seed Certification Division

Backweston Farm

Leixlip

Co. Kildare

Republic of Ireland

Tel. + 353 1 6302900

Fax 353 1 6280634

ITALIË

Ente Nazionale Sementi Elette (ENSE),

Via Ugo Bassi

N. 8 20159 MILAN

ITALY

e-mail: aff-gen@ense.it

CYPRUS

Ministry of Agriculture

Natural Resources and Environment,

Department of Agriculture

Email address: doagrg@da.moa.gov.cy

Tel. 00357 22 466249

Fax 00357 22 343419

LETLAND

State Plant Protection Service

Seed Control Department

Lielvardes street 36/38

Riga, LV - 1006

Tel. + 371-67113262

Fax 371-67113085

e-mail: info@vaad.gov.lv

LITOUWEN

Ministry of Agriculture

State Seed and Grain Service

Ozo 4A,

LT-08200 Vilnius

Tel./Fax (+ 370 5) 2375631

LUXEMBURG

Ministère de l'Agriculture

Administration des Services Techniques de l'Agriculture

Service de la Production Végétale

BP 1904

L-1019 Luxembourg

Tel. + 352-457172-234

Fax 352-457172-341

HONGARIJE

Central Agricultural Office

Directorate of Plant Production and Horticulture

1024 Budapest

Keleti Károly u. 24.

HUNGARY

Tel. + 36 06 1 336 9114

Fax 36 06 1 336 9011

MALTA

Ministry for Resources and Rural Affairs

Plant Health Department

Seeds and other Propagation Material Unit

National Research and Development Centre

Għammieri, Marsa MRS 3300

MALTA

Tel. + 356 25904153

Fax 356 25904120.

e-mail: spmu.mrra@gov.mt

NEDERLAND

Ministry of Agriculture, Nature and Food Quality

postbox 20401

2500 EK The Hague Netherlands

Tel. + 31 70 3785776

Fax 31 70 3786156

OOSTENRIJK

Federal Office for Food Safety (Bundesamt für Ernährungssicherheit),

Seed Certification Department

Spargelfeldstraße 191

A-1220 Vienna

Tel. + 43 50555 31121

Fax 43 50555 34808

e-mail: saatgut@baes.gv.at

POLEN

Plant Health and Seed Inspection Service

General Inspectorate

Al. Jana Pawła II 11, 00-828 Warszawa

Tel. 22 652-92-90, 22 620-28-24, 22 620-28-25

Fax 22 654-52-21

email: gi@piorin.gov.pl

PORTUGAL

Direcção-Geral de Agricultura e Desenvolvimento Rural

Direcção de Serviços de Fitossanidade e de Materiais de Propagação de Plantas

Edifício 1, Tapada da Ajuda

1349-018 Lisboa

Phone: + 351 21 361 20 00

Fax 351 21 361 32 77/22

ROEMENIË

National Inspection for Quality of Seeds

Ministry of Agriculture and Rural Development

24 Blvd. Carol I, 70044 Bucharest

Romania

Tel. + 40 21 3078663

Fax 40 21 3078663

Email: incs@madr.ro

SLOVENIË

Ministry for Agriculture,

Forestry and Food

Phytosanitary Administration of the Republic of Slovenia

Einspielerjeva 6

1000 Ljubljana

SLOWAKIJE

Seed inspection and certification body of the Slovak Republic

Ústredný kontrolný a skúšobný ústav poľnohospodársky v Bratislave (UKSUP),

odbor osív a sadív

Central Controlling and Testing Institute in Agriculture in Braislava,

Department of Seeds and Planting Materials

Matúškova 21

833 16 Bratislava

Slovenská Republika

Tel. + 421259880255

FINLAND

Ministry of Agriculture and Forestry

Department of Food and Health

PO Box 30

FI - 00023 GOVERNMENT

FINLAND

Tel. + 358-9-16001

Fax + 358-9-1605 3338

email: elo.kirjaamo@mmm.fi

ZWEDEN

Swedish Board of Agriculture (Jordbruksverket)

Seed Division

Box 83

SE-268 22 Svalöv

SWEDEN

Fax 46 - (0)36 - 15 83 08

e-mail: utsadeskontroll@jordbruksverket.se

VERENIGD KONINKRIJK

Food and Environment Research Agency

Seed Certification Team

Whitehouse Lane, Huntingdon Road

Cambridge CB3 0LF

Tel. + 44(0)1223 342379

Fax 44(0)1223 342386

e-mail: seed.cert@fera.gsi.gov.uk

B.   ZWITSERLAND

Federal Office for Agriculture FOAG

Certification, Plant Health and Variety Rights Service

CH - 3003 Bern

Tel. (41) 31 322 25 50

Fax (41) 31 322 26 34

Aanhangsel 3

AFWIJKENDE REGELINGEN

Door Zwitserland geaccepteerde afwijkende regelingen van de Europese Unie  (4)

a)

Beschikkingen tot vrijstelling van bepaalde lidstaten van de toepassing, ten aanzien van bepaalde gewassen, van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 68/193/EEG, 2002/54/EG en 2002/57/EG van de Raad betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen, granen, wijnstokken, bieten en oliehoudende planten en vezelgewassen:

Beschikking 69/270/EEG van de Commissie (PB L 220 van 1.9.1969, blz. 8)

Beschikking 69/271/EEG van de Commissie (PB L 220 van 1.9.1969, blz. 9)

Beschikking 69/272/EEG van de Commissie (PB L 220 van 1.9.1969, blz. 10)

Beschikking 70/47/EEG van de Commissie (PB L 13 van 19.1.1970, blz. 26)

Beschikking 70/48/EEG van de Commissie (PB L 13 van 19.1.1970, blz. 27)

Beschikking 70/49/EEG van de Commissie (PB L 13 van 19.1.1970, blz. 28)

Beschikking 70/93/EEG van de Commissie (PB L 25 van 2.2.1970, blz. 16)

Beschikking 70/94/EEG van de Commissie (PB L 25 van 2.2.1970, blz. 17)

Beschikking 70/481/EEG van de Commissie (PB L 237 van 28.10.1970, blz. 29)

Beschikking 73/123/EEG van de Commissie (PB L 145 van 2.6.1973, blz. 43)

Beschikking 74/5/EEG van de Commissie (PB L 12 van 15.1.1974, blz. 13)

Beschikking 74/360/EEG van de Commissie (PB L 196 van 19.7.1974, blz. 18)

Beschikking 74/361/EEG van de Commissie (PB L 196 van 19.7.1974, blz. 19)

Beschikking 74/362/EEG van de Commissie (PB L 196 van 19.7.1974, blz. 20)

Beschikking 74/491/EEG van de Commissie (PB L 267 van 3.10.1974, blz. 18)

Beschikking 74/532/EEG van de Commissie (PB L 299 van 7.11.1974, blz. 14)

Beschikking 80/301/EEG van de Commissie (PB L 68 van 14.3.1980, blz. 30)

Beschikking 80/512/EEG van de Commissie (PB L 126 van 21.5.1980, blz. 15)

Beschikking 86/153/EEG van de Commissie (PB L 115 van 3.5.1986, blz. 26)

Beschikking 89/101/EEG van de Commissie (PB L 38 van 10.2.1989, blz. 37)

Beschikking 2005/325/EG van de Commissie (PB L 109 van 29.4.2005, blz. 1)

Beschikking 2005/886/EG van de Commissie (PB L 326 van 13.12.2005, blz. 39)

Beschikking 2005/931/EG van de Commissie (PB L 340 van 23.12.2005, blz. 67)

Beschikking 2008/462/EG van de Commissie (PB L 160 van 19.6.2008, blz. 33).

b)

Beschikkingen tot machtiging van sommige lidstaten om de handel in zaaizaad van bepaalde rassen te beperken (zie de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen, 28e volledige uitgave, kolom 4 (PB C 302 A van 12.12.2009, blz.1)).

c)

Beschikkingen tot machtiging van sommige lidstaten om strengere maatregelen te nemen met betrekking tot de aanwezigheid van Avena fatua in zaaigranen:

Beschikking 74/269/EEG van de Commissie (PB L 141 van 24.5.1974, blz. 20)

Beschikking 74/531/EEG van de Commissie (PB L 299 van 7.11.1974, blz. 13)

Beschikking 95/75/EG van de Commissie (PB L 60 van 18.3.1995, blz. 30)

Beschikking 96/334/EG van de Commissie (PB L 127 van 25.5.1996, blz. 39)

Beschikking 2005/200/EG van de Commissie (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 19).

d)

Beschikking tot machtiging van sommige lidstaten om, wat de handel in pootaardappelen betreft, voor hun gehele grondgebied of een gedeelte daarvan ten aanzien van bepaalde ziekten strengere maatregelen toe te passen dan op grond van de bijlagen I en II van Richtlijn 2002/56/EG van de Raad is vereist:

Beschikking 2004/3/EG van de Commissie (PB L 2 van 6.1.2004, blz. 47).

e)

Beschikking tot machtiging om ook op basis van de uitkomsten van tests van zaaizaad en zaailingen te beoordelen of voor zaaizaad van één kloon afkomstige apomictische rassen van Poa pratensis aan de raszuiverheidsnormen is voldaan:

Beschikking 85/370/EEG van de Commissie (PB L 209 van 6.8.1985, blz. 41).

f)

Beschikking tot vrijstelling van het Verenigd Koninkrijk van bepaalde verplichtingen om de Richtlijnen 66/402/EEG en 2002/57/EG van de Raad toe te passen ten aanzien van Avena strigosa Schreb.

Beschikking 2009/786/EG van de Commissie van 26 oktober 2009 (PB L 281 van 28.10.2009, blz. 5).

g)

Besluit tot vrijstelling van Letland van bepaalde verplichtingen om de Richtlijnen 66/402/EEG en 2002/57/EG van de Raad toe te passen ten aanzien van Avena strigosa Schreb., Brassica nigra (L.) Koch en Helianthus annuus L.

Besluit 2010/198/EU van de Commissie van 6 april 2010 (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 34).

Aanhangsel 4

LIJST VAN DERDE LANDEN  (5)

 

Argentinië

 

Australië

 

Canada

 

Chili

 

Kroatië

 

Israël

 

Marokko

 

Nieuw-Zeeland

 

Servië en Montenegro

 

Zuid-Afrika

 

Turkije

 

Verenigde Staten van Amerika

 

Uruguay


(1)  PB L 301 van 28.9.2004, blz. 55.

(2)  Elke verwijzing naar een wetsbesluit geldt, tenzij anders aangegeven, als een verwijzing naar het desbetreffende besluit, als gewijzigd vóór 31.7.2010.

(3)  De voorschriften voorzien niet in plaatselijke rassen die in Zwitserland in de handel mogen worden gebracht.

(4)  Elke verwijzing naar een wetsbesluit geldt, tenzij anders aangegeven, als een verwijzing naar het desbetreffende besluit, als gewijzigd vóór 31 juli 2010.

(5)  Voor veldkeuringen van gewassen voor de teelt van zaaizaad en het geproduceerde zaaizaad is de erkenning gebaseerd op Beschikking 2003/17/EG van de Raad (PB L 8 van 14.1.2003, blz. 10) en voor de controles op de instandhouding van rassen op Beschikking 2005/834/EG van de Raad (PB L 312 van 29.11.2005, blz. 51). Voor Noorwegen geldt de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.