11.6.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 145/12


BESLUIT VAN DE RAAD

van 7 juni 2010

waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese Unie het verdrag inzake arbeid in de visserij van de Internationale Arbeidsorganisatie van 2007 te bekrachtigen (Verdrag nr. 188)

(2010/321/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 48 juncto artikel 218, lid 6, onder a), v), en artikel 218, lid 8, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verdrag nr. 188 van de Internationale Arbeidsorganisatie (respectievelijk „het verdrag” en „de ILO”) inzake arbeid in de visserij is op 14 juni 2007 aangenomen in het kader van de Internationale Arbeidsconferentie van de ILO, die was bijeengeroepen te Genève en gedurende welke de delegaties van alle lidstaten van de EU voor goedkeuring van het verdrag stemden.

(2)

Dit verdrag is van groot belang voor de visserij op internationaal niveau doordat het aanvaardbare levens- en arbeidsomstandigheden voor vissers en eerlijker mededingingsvoorwaarden voor de eigenaars van vissersvaartuigen bevordert; daarom is het wenselijk dat de bepalingen ervan zo snel mogelijk worden toegepast.

(3)

Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie moedigen de bekrachtiging aan van internationale verdragen die door de ILO als up-to-date worden aangemerkt, als bijdrage aan het streven van de Europese Unie naar de bevordering van fatsoenlijk werk voor iedereen binnen en buiten de Unie.

(4)

In overeenstemming met het statuut van de ILO is bepaald dat de aanneming van een verdrag of een aanbeveling door de conferentie, of de bekrachtiging van een verdrag door een lid, in geen geval worden geacht van invloed te zijn op een wet, uitspraak, gewoonte of overeenkomst die aan de betrokken werknemers gunstiger voorwaarden biedt dan het verdrag of de aanbeveling.

(5)

Een aantal bepalingen van dit verdrag behoort tot de uitsluitende bevoegdheid van de Unie op het gebied van de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels.

(6)

De Unie kan dit verdrag niet bekrachtigen, omdat alleen de lidstaten partij bij dit verdrag kunnen zijn.

(7)

De Raad zou de lidstaten die op grond van artikel 48 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gebonden zijn door de regelgeving van de Unie inzake de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, derhalve moeten machtigen dit verdrag onder de in dit besluit vastgestelde voorwaarden in het belang van de Unie te bekrachtigen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De lidstaten worden gemachtigd om het op 14 juni 2007 aangenomen verdrag inzake arbeid in de visserij van 2007 van de Internationale Arbeidsorganisatie, voor de delen die tot de uitsluitende bevoegdheid van de Unie behoren, te bekrachtigen.

Artikel 2

De lidstaten dienen de nodige stappen te nemen om hun akte van bekrachtiging van het verdrag zo spoedig mogelijk en bij voorkeur vóór 31 december 2012 neder te leggen bij de directeur-generaal van het Internationaal Arbeidsbureau. De Raad zal de vooruitgang die bij de bekrachtiging is geboekt, vóór januari 2012 toetsen.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Luxemburg, 7 juni 2010.

Voor de Raad

De voorzitter

C. CORBACHO


(1)  Goedkeuring van 5 mei 2010 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) ter bevestiging van het advies van 14 januari 2009 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).