9.10.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 266/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 923/2009 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 16 september 2009
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1692/2006 tot instelling van het tweede Marco Polo-programma voor de toekenning van communautaire financiële bijstand om de milieuprestaties van het vrachtvervoerssysteem te verbeteren („Marco Polo II”)
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 71, lid 1, en artikel 80, lid 2,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De tussentijdse evaluatie van het witboek Vervoer van 2001 van de Commissie: „Europa duurzaam in beweging: duurzame mobiliteit voor ons continent” van 22 juni 2006 legt de nadruk op de mogelijkheden van het Marco Polo-programma dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1382/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2003 betreffende de toekenning van communautaire financiële bijstand om de milieuprestaties van het vrachtvervoersysteem te verbeteren („Marco Polo-programma”) (3) als financieringsbron om exploitanten op overbelaste wegen alternatieven te bieden door het gebruik van andere vervoerswijzen. Het Marco Polo-programma is daarom één basiselement van het huidige vervoersbeleid. |
(2) |
Als er geen ingrijpende maatregelen worden genomen, zal het totale vrachtvervoer over de weg in Europa in 2013 met 60 % zijn gegroeid. Dit komt overeen met een groei van het internationale goederenvervoer over de weg van naar schatting 20,5 miljard tonkilometer per jaar in de Europese Unie in 2013, met alle negatieve gevolgen van dien, zoals bijkomende kosten voor de wegeninfrastructuur, ongevallen, congestie, plaatselijke en wereldwijde verontreiniging, milieuschade, een onbetrouwbare voorzieningsketen en onbetrouwbare logistieke processen. |
(3) |
Om deze groei het hoofd te kunnen bieden, moet nog meer dan nu het geval is, gebruik worden gemaakt van de korte vaart, het spoorvervoer en de binnenvaart en moeten verdere krachtige initiatieven uit de vervoers- en de logistieke sector, met inbegrip van inlandterminals en andere platforms ter facilitering van de intermodaliteit, worden gestimuleerd om nieuwe benaderingen en het gebruik van technische innovaties van vervoersmodaliteiten en het beheer ervan te bevorderen. |
(4) |
Het is een doelstelling van de Europese Unie om milieuvriendelijker vormen van vervoer te bevorderen, ongeacht of deze doelstelling een specifieke modal shift of ontwijkingseffect in het goederenvervoer over de weg tot gevolg hebben. |
(5) |
Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1692/2006 van het Europees Parlement en de Raad (4) diende de Commissie het Marco Polo II-programma („het programma”) te evalueren en indien nodig voorstellen in te dienen om dat programma te wijzigen. |
(6) |
In een externe evaluatie van de resultaten van het Marco Polo-programma werd verwacht dat dat programma zijn doelstellingen op het gebied van modal shift niet zou halen en werd een aantal aanbevelingen gedaan om de effectiviteit ervan te verbeteren. |
(7) |
De Commissie heeft een effectbeoordeling uitgevoerd van de door de externe evaluatie voorgestelde maatregelen en andere maatregelen die de efficiency van het programma trachten te verbeteren. Deze beoordeling toonde aan dat er behoefte was aan een aantal wijzigingen in Verordening (EG) nr. 1692/2006 om de deelname van kleine en microbedrijven te vergemakkelijken, de drempels voor acties om in aanmerking te komen voor steun te verlagen, de steunintensiteit te verhogen en de administratieve en uitvoeringsprocedures van het programma te vereenvoudigen. |
(8) |
De deelname van kleine en microbedrijven in het programma moet verhoogd worden door toe te staan dat afzonderlijke bedrijven steun aanvragen en door de drempels om in aanmerking te komen voor steun te verlagen voor voorstellen die ingediend worden door binnenvaartbedrijven. |
(9) |
De drempels voor voorstellen om in aanmerking te komen voor steun moeten verlaagd worden en uitgedrukt worden in overgehevelde tonkilometers per jaar, behalve voor gemeenschappelijke leeracties. Deze drempels moeten worden berekend over de gehele periode van uitvoering van de in de bijlage bedoelde acties, zonder dat er een jaarlijks uitvoeringspercentage wordt vastgesteld. Er hoeft niet langer een speciale drempel voor verkeersvermijdingsacties te zijn en er moet een minimale looptijd worden vastgesteld voor dit soort acties, alsmede voor katalysator- en „snelwegen-op-zee”-acties. |
(10) |
De steunintensiteit moet verhoogd worden door de invoering van een definitie voor „vracht” om het vervoerselement te betrekken in de berekening van de modal shift en door uitzonderlijke verlengingen van de maximale looptijd voor acties die vertragingen in de startfase hebben opgelopen, toe te staan. De verhoging van de steunintensiteit van 1 EUR naar 2 EUR volgens de procedure van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1692/2006 moet duidelijk tot uiting komen in de gewijzigde tekst van die bijlage. |
(11) |
Om de uitvoering van het programma te vereenvoudigen, moet bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1692/2006 betreffende de financieringsvoorwaarden voor aanvullende infrastructuur worden geschrapt. Voorts moet de comitéprocedure voor de jaarlijkse selectie van de te steunen acties geschrapt worden. |
(12) |
Er moet een gedetailleerder verband gelegd worden tussen het programma en het trans-Europese vervoersnetwerk („TEN-T”) dat het kader aangeeft voor de snelwegen op zee, en de milieuoverwegingen moeten zodanig uitgebreid worden dat ze de volledige externe kosten van de acties omvatten. |
(13) |
Verordening (EG) nr. 1692/2006 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(14) |
Om te waarborgen dat de maatregelen van deze verordening op de meest doelmatige en snelle wijze kunnen worden toegepast, dient deze verordening zo spoedig mogelijk nadat zij is vastgesteld, in werking te treden, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 1692/2006 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 2 wordt het volgende punt toegevoegd:
|
2) |
Artikel 4, lid 1, wordt vervangen door: „1. Acties moeten worden ingediend door ondernemingen of consortia die gevestigd zijn in de lidstaten of in deelnemende landen, zoals bepaald in artikel 3, leden 3 en 4.”. |
3) |
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
Artikel 7 wordt vervangen door: „Artikel 7 Overheidssteun Financiële bijstand van de Gemeenschap voor de in het programma omschreven acties sluit niet uit dat voor dezelfde actie overheidssteun of openbare middelen worden toegekend op nationaal, regionaal of lokaal niveau, voor zover zulks verenigbaar is met de in het Verdrag vastgestelde regeling inzake steunmaatregelen van de staat en binnen de voor de verschillende soorten acties in de bijlage gestelde cumulatieve grenzen.”. |
5) |
artikel 8 wordt vervangen door: „Artikel 8 Voorstel voor acties Acties worden aan de Commissie voorgesteld overeenkomstig de ingevolge artikel 6 vastgestelde nadere voorschriften. Het voorstel bevat alle elementen waarover de Commissie moet beschikken om een selectie overeenkomstig de criteria van artikel 9 te maken. Indien nodig verleent de Commissie aanvragers bijstand om de te doorlopen aanvraagprocedure te vergemakkelijken, bijvoorbeeld door middel van een online helpdesk.”. |
6) |
Artikel 9 wordt vervangen door: „Artikel 9 Selectie van acties voor financiële bijstand De voorgestelde acties worden door de Commissie beoordeeld. Bij de selectie van acties voor financiële bijstand in het kader van het programma, houdt de Commissie rekening met de volgende elementen:
De Commissie neemt, na het in artikel 10 bedoelde comité daarvan in kennis te hebben gesteld, het besluit tot verlening van financiële bijstand. De Commissie stelt de begunstigden in kennis van haar besluit.”. |
7) |
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
|
8) |
Artikel 15 wordt vervangen door: „Artikel 15 Intrekking Verordening (EG) nr. 1382/2003 wordt ingetrokken met ingang van 14 december 2006. Op contracten met betrekking tot acties in het kader van Verordening (EG) nr. 1382/2003 blijven de regels van de verordening van toepassing tot de operationele en financiele afronding van die contracten.”. |
9) |
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1692/2006 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening. |
10) |
Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1692/2006 wordt geschrapt. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Straatsburg, 16 september 2009.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
J. BUZEK
Voor de Raad
De voorzitster
C. MALMSTRÖM
(1) Advies uitgebracht op 24 maart 2009 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt).
(2) Advies van het Europees Parlement van 23 april 2009 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt) en besluit van de Raad van 27 juli 2009.
(3) PB L 196 van 2.8.2003, blz. 1.
(4) PB L 328 van 24.11.2006, blz. 1.
(5) PB L 228 van 9.9.1996, blz. 1.”;
(6) PB L 266 van 9.10.2009, blz. 1.”.
BIJLAGE
„BIJLAGE
Financieringsvoorwaarden en eisen overeenkomstig artikel 5, lid 2
Type actie |
|
|
|
|
|
||||||||||||
|
|
|
|
|
|
||||||||||||
|
|
|
|
|
|||||||||||||
|
|
|
|
|
|||||||||||||
|
|
|
|
|
|||||||||||||
|
|
|
|
|
|||||||||||||
|
|
|
|
|
|||||||||||||
|
|
|
|
|
|||||||||||||
|
|
|
|
|
|
||||||||||||
Uitgaven in het kader van de selectieprocedure vanaf de datum van indiening van een aanvraag, komen in aanmerking voor financiële bijstand van de Gemeenschap, op voorwaarde dat definitief goedkeuring wordt gegeven voor communautaire financiering. Een bijdrage in de kosten van roerende activa wordt alleen geleverd wanneer die activa gedurende de looptijd van de bijstand, volgens de bepalingen van de subsidieovereenkomst, in hoofdzaak voor die actie worden gebruikt. |
Uitgaven in het kader van de selectieprocedure vanaf de datum van indiening van een aanvraag, komen in aanmerking voor financiële bijstand van de Gemeenschap, op voorwaarde dat definitief goedkeuring wordt gegeven voor communautaire financiering. Een bijdrage in de kosten van roerende activa wordt alleen geleverd wanneer die activa gedurende de looptijd van de bijstand, volgens de bepalingen van de subsidieovereenkomst, in hoofdzaak voor die actie worden gebruikt. |
Uitgaven in het kader van de selectieprocedure vanaf de datum van indiening van een aanvraag, komen in aanmerking voor financiële bijstand van de Gemeenschap, op voorwaarde dat definitief goedkeuring wordt gegeven voor communautaire financiering. Een bijdrage in de kosten van roerende activa wordt alleen geleverd wanneer die activa gedurende de looptijd van de bijstand, volgens de bepalingen van de subsidieovereenkomst, in hoofdzaak voor die actie worden gebruikt. |
Uitgaven in het kader van de selectieprocedure vanaf de datum van indiening van een aanvraag, komen in aanmerking voor financiële bijstand van de Gemeenschap, op voorwaarde dat definitief goedkeuring wordt gegeven voor communautaire financiering. Een bijdrage in de kosten van roerende activa wordt alleen geleverd wanneer die activa gedurende de looptijd van de bijstand, volgens de bepalingen van de subsidieovereenkomst, in hoofdzaak voor die actie worden gebruikt. |
Uitgaven in het kader van de selectieprocedure vanaf de datum van indiening van een aanvraag, komen in aanmerking voor financiële bijstand van de Gemeenschap, op voorwaarde dat definitief goedkeuring wordt gegeven voor communautaire financiering. |
|||||||||||||
|
|
|
|
|
|||||||||||||
|
|
|
|
|
|||||||||||||
|
|
|
|
|
|||||||||||||
|
De financiële bijstand van de Gemeenschap voor katalysatoracties wordt verleend op basis van subsidieovereenkomsten met de nodige bepalingen inzake sturing en monitoring. Normaliter is de maximale looptijd van deze overeenkomsten 62 maanden en de minimale looptijd 36 maanden. In het geval van buitengewone vertragingen in de uitvoering — bijvoorbeeld als gevolg van een uitzonderlijke economische neergang — die door de begunstigde voldoende worden gerechtvaardigd, kan een uitzonderlijke verlenging met 6 maanden toegekend worden. |
De financiële bijstand van de Gemeenschap voor snelwegen-op-zeeacties wordt verleend op basis van subsidieovereenkomsten met de nodige bepalingen inzake sturing en monitoring. Normaliter is de maximale looptijd van deze overeenkomsten 62 maanden en de minimale looptijd 36 maanden. In het geval van buitengewone vertragingen in de uitvoering — bijvoorbeeld als gevolg van een uitzonderlijke economische neergang — die door de begunstigde voldoende worden gerechtvaardigd, kan een uitzonderlijke verlenging met 6 maanden toegekend worden. |
De financiële bijstand van de Gemeenschap voor modal-shiftacties wordt verleend op basis van subsidieovereenkomsten. Normaliter is de maximale looptijd van deze overeenkomsten 38 maanden. In het geval van buitengewone vertragingen in de uitvoering — bijvoorbeeld als gevolg van een uitzonderlijke economische neergang — die door de begunstigde voldoende worden gerechtvaardigd, kan een uitzonderlijke verlenging met 6 maanden toegekend worden. |
De financiële bijstand van de Gemeenschap voor verkeersvermijdingsacties wordt verleend op basis van subsidieovereenkomsten met de nodige bepalingen inzake sturing en monitoring. Normaliter is de maximale looptijd van deze overeenkomsten 62 maanden en de minimale looptijd 36 maanden. In het geval van buitengewone vertragingen in de uitvoering — bijvoorbeeld als gevolg van een uitzonderlijke economische neergang — die door de begunstigde voldoende worden gerechtvaardigd, kan een uitzonderlijke verlenging met 6 maanden toegekend worden. |
De financiële bijstand van de Gemeenschap voor gemeenschappelijke leeracties wordt verleend op basis van subsidieovereenkomsten met de nodige bepalingen inzake sturing en monitoring. Normaliter is de maximale looptijd van deze overeenkomsten 26 maanden, welke verlengd kan worden op verzoek van de begunstigde, binnen de oorspronkelijke begroting voor een aanvullende periode van 26 maanden, indien er positieve resultaten zijn bereikt tijdens de eerste 12 maanden van het project. |
||||||||||||
De financiële bijstand van de Gemeenschap kan na de beoogde maximumperiode van 62 maanden, of in uitzonderlijke gevallen 68 maanden, niet worden vernieuwd. |
De financiële bijstand van de Gemeenschap kan na de beoogde maximumperiode van 62 maanden, of in uitzonderlijke gevallen 68 maanden, niet worden vernieuwd. |
De financiële bijstand van de Gemeenschap kan na de beoogde maximumperiode van 38 maanden, of in uitzonderlijke gevallen 44 maanden, niet worden vernieuwd. |
De financiële bijstand van de Gemeenschap kan na de beoogde maximumperiode van 62 maanden, of in uitzonderlijke gevallen 68 maanden, niet worden vernieuwd. |
De financiële bijstand van de Gemeenschap kan na de beoogde maximumperiode van 52 maanden niet worden vernieuwd. |
|||||||||||||
|
De indicatieve minimale subsidiedrempel per katalysatoractie komt overeen met 30 miljoen tonkilometer of het volume-equivalent modal shift of verkeersvermijding daarvan per jaar, door te voeren over de volledige looptijd van de subsidiëringsovereenkomst. |
De indicatieve minimale subsidiedrempel per snelwegen-op-zeeactie komt overeen met 200 miljoen tonkilometer of het volume-equivalent modal shift daarvan per jaar, door te voeren over de volledige looptijd van de subsidiëringsovereenkomst. |
De indicatieve minimale subsidiedrempel per modal-shiftactie komt overeen met 60 miljoen tonkilometer of het volume-equivalent modal shift daarvan per jaar, door te voeren over de volledige looptijd van de subsidiëringsovereenkomst. Modal-shiftacties die beogen een verschuiving naar de binnenvaart te bewerkstelligen, zijn onderworpen aan een speciale drempel van 13 miljoen tonkilometer of het volume-equivalent modal shift daarvan per jaar, door te voeren over de volledige looptijd van de subsidiëringsovereenkomst. |
De indicatieve minimale subsidiedrempel per verkeersvermijdingsactie komt overeen met 80 miljoen tonkilometer of 4 miljoen voertuigkilometer goederenvervoer over de weg die wordt vermeden per jaar, door te voeren over de volledige looptijd van de subsidiëringsovereenkomst. |
De indicatieve minimale subsidiedrempel per gemeenschappelijke leeractie is 250 000 EUR. |
||||||||||||
|
De resultaten en methoden van katalysatoracties worden verspreid en de uitwisseling van beste praktijken wordt gestimuleerd volgens een specifiek verspreidingsplan om bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening. |
De resultaten en methoden van snelwegen-op-zeeacties worden verspreid en de uitwisseling van beste praktijken wordt gestimuleerd volgens een specifiek verspreidingsplan om bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening. |
Specifieke verspreidingsacties voor modal-shiftacties zijn niet gepland. |
De resultaten en methoden van verkeersvermijdingsacties worden verspreid en de uitwisseling van beste praktijken wordt gestimuleerd volgens een specifiek verspreidingsplan om bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening. |
De resultaten en methoden van gemeenschappelijke leeracties worden verspreid en de uitwisseling van beste praktijken wordt gestimuleerd volgens een specifiek verspreidingsplan om bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening.” |