12.6.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 149/6 |
VERORDENING (EG) Nr. 494/2009 VAN DE COMMISSIE
van 3 juni 2009
houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat International Accounting Standard (IAS) 27 betreft
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (1), en met name op artikel 3, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1126/2008 van de Commissie (2) werd een aantal op 15 oktober 2008 bestaande internationale standaarden en interpretaties goedgekeurd. |
(2) |
Op 10 januari 2008 heeft de International Accounting Standards Board (IASB) wijzigingen in International Accounting Standard (IAS) 27 Geconsolideerde jaarrekening en enkelvoudige jaarrekening (hierna „wijzigingen in IAS 27” genoemd) gepubliceerd. In de wijzigingen in IAS 27 wordt gespecificeerd onder welke omstandigheden een entiteit een geconsolideerde jaarrekening moet opstellen, hoe moedermaatschappijen wijzigingen in hun eigendomsbelang in dochterondernemingen administratief moeten verwerken, en hoe de verliezen van een dochteronderneming aan het meerderheids- en het minderheidsbelang moeten worden toegerekend. |
(3) |
Overleg met de werkgroep van technische deskundigen van EFRAG (European Financial Reporting Advisory Group) heeft bevestigd dat de wijzigingen in IAS 27 beantwoorden aan de in artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1606/2002 vervatte technische goedkeuringscriteria. Overeenkomstig Besluit 2006/505/EG van de Commissie van 14 juli 2006 tot oprichting van een werkgroep voor de beoordeling van adviezen over verslaggevingsstandaarden om de Commissie van advies te dienen over de objectiviteit en neutraliteit van de adviezen van de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) (3) heeft de werkgroep voor de beoordeling van adviezen over verslaggevingsstandaarden het goedkeuringsadvies van de EFRAG bekeken en de Commissie meegedeeld dat het evenwichtig en objectief is. |
(4) |
De goedkeuring van de wijzigingen in IAS 27 brengt met zich dat International Financial Reporting Standard (IFRS) 1, IFRS 4, IFRS 5, IAS 1, IAS 7, IAS 14, IAS 21, IAS 28, IAS 31, IAS 32, IAS 33, IAS 39 en Interpretatie 7 van het Standing Interpretations Committee (SIC) moeten worden gewijzigd teneinde de samenhang tussen de internationale standaarden voor jaarrekeningen te waarborgen. |
(5) |
Verordening (EG) nr. 1126/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(6) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Regelgevend Comité voor financiële verslaglegging, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1126/2008 wordt als volgt gewijzigd:
1. |
International Accounting Standard (IAS) 27 Geconsolideerde jaarrekening en enkelvoudige jaarrekening wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening; |
2. |
International Financial Reporting Standard (IFRS) 1, IFRS 4, IFRS 5, IAS 1, IAS 7, IAS 14, IAS 21, IAS 28, IAS 31, IAS 32, IAS 33, IAS 39 en Interpretatie 7 van het Standing Interpretations Committee (SIC) worden gewijzigd overeenkomstig de in de bijlage bij deze verordening vervatte wijzigingen in IAS 27. |
Artikel 2
Elke onderneming past de in de bijlage bij deze verordening opgenomen wijzigingen in IAS 27 toe uiterlijk vanaf de aanvangsdatum van haar eerste boekjaar dat na 30 juni 2009 van start gaat.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 3 juni 2009.
Voor de Commissie
Charlie McCREEVY
Lid van de Commissie
(1) PB L 243 van 11.9.2002, blz. 1.
(2) PB L 320 van 29.11.2008, blz. 1.
(3) PB L 199 van 21.7.2006, blz. 33.
BIJLAGE
INTERNATIONALE STANDAARDEN VOOR JAARREKENINGEN
IAS 27 |
Geconsolideerde jaarrekening en enkelvoudige jaarrekening |
Reproductie toegestaan binnen de Europese Economische Ruimte. Alle bestaande rechten voorbehouden buiten de EER, met uitzondering van het recht van reproductie voor persoonlijk of ander eerlijk gebruik. Nadere inlichtingen te verkrijgen bij de IASB op het volgende adres: www.iasb.org
INTERNATIONAL ACCOUNTING STANDARD 27
Geconsolideerde jaarrekening en enkelvoudige jaarrekening
TOEPASSINGSGEBIED
1 |
Deze standaard moet worden toegepast bij de opstelling en presentatie van de geconsolideerde jaarrekening van een groep entiteiten waarover een moedermaatschappij de zeggenschap heeft. |
2 |
Deze standaard behandelt geen methoden voor de administratieve verwerking van bedrijfscombinaties en hun gevolgen voor consolidatie, met inbegrip van de goodwill die bij een bedrijfscombinatie ontstaat (zie hiervoor IFRS 3 Bedrijfscombinaties). |
3 |
Deze standaard moet ook worden toegepast bij de administratieve verwerking van investeringen in dochterondernemingen, entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend en geassocieerde deelnemingen indien een entiteit ervoor kiest, of indien zij op grond van lokale regelgeving verplicht is, een enkelvoudige jaarrekening te presenteren. |
DEFINITIES
4 |
De volgende begrippen worden in deze standaard gebruikt met de hierna omschreven betekenis:
Een geconsolideerde jaarrekening is de jaarrekening van een groep die wordt gepresenteerd alsof het de jaarrekening van een afzonderlijke economische entiteit betreft. Zeggenschap is de macht om het financiële en operationele beleid van een entiteit te sturen teneinde voordelen te verkrijgen uit haar activiteiten. Een groep bestaat uit een moedermaatschappij en al haar dochterondernemingen. Een minderheidsbelang is het eigen vermogen in een dochteronderneming dat niet direct of indirect aan een moedermaatschappij kan worden toegerekend. Een moedermaatschappij is een entiteit die een of meer dochterondernemingen heeft. Een enkelvoudige jaarrekening is een jaarrekening die wordt gepresenteerd door een moedermaatschappij, een investeerder in een geassocieerde deelneming of een deelnemer in een joint venture die gezamenlijk de zeggenschap uitoefent over een entiteit, en waarin de investeringen administratief worden verwerkt op basis van het directe aandelenbelang in plaats van op basis van de gerapporteerde resultaten en nettoactiva van de deelnemingen. Een dochteronderneming is een entiteit, met inbegrip van entiteiten zonder rechtspersoonlijkheid zoals een maatschap, waarover een andere entiteit (de moedermaatschappij) de zeggenschap heeft. |
5 |
Een moedermaatschappij of haar dochteronderneming kan een investeerder in een geassocieerde deelneming zijn of een deelnemer in een joint venture die gezamenlijk de zeggenschap uitoefent over een entiteit. In dergelijke gevallen wordt de geconsolideerde jaarrekening die overeenkomstig deze standaard wordt opgesteld en gepresenteerd dusdanig opgesteld dat ze ook in overeenstemming is met IAS 28 Investeringen in geassocieerde deelnemingen en IAS 31 Belangen in joint ventures. |
6 |
Voor een in alinea 5 omschreven entiteit wordt onder de enkelvoudige jaarrekening verstaan de jaarrekening die wordt opgesteld en gepresenteerd naast de jaarrekening waarnaar in alinea 5 wordt verwezen. De enkelvoudige jaarrekening hoeft niet als bijlage bij die jaarrekening te worden opgenomen of hoeft die jaarrekening niet te vergezellen. |
7 |
De jaarrekening van een entiteit die geen dochteronderneming of geassocieerde deelneming heeft, noch een belang heeft als deelnemer in een entiteit waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend, is geen enkelvoudige jaarrekening. |
8 |
Een moedermaatschappij die overeenkomstig alinea 10 vrijgesteld is van het presenteren van een geconsolideerde jaarrekening, kan voor haar jaarrekening volstaan met een enkelvoudige jaarrekening. |
PRESENTATIE VAN DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
9 |
Een moedermaatschappij, met uitzondering van de moedermaatschappijen die in alinea 10 zijn omschreven, moet overeenkomstig deze standaard een geconsolideerde jaarrekening presenteren waarin ze haar investeringen in dochterondernemingen consolideert. |
10 |
Een moedermaatschappij hoeft geen geconsolideerde jaarrekening te presenteren als en alleen als:
|
11 |
Een moedermaatschappij die er overeenkomstig alinea 10 voor kiest geen geconsolideerde jaarrekening maar alleen een enkelvoudige jaarrekening te presenteren, voldoet aan de alinea's 38 tot en met 43. |
TOEPASSINGSGEBIED VAN DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
12 |
De geconsolideerde jaarrekening moet alle dochterondernemingen van de moedermaatschappij omvatten. (1) |
13 |
Zeggenschap wordt verondersteld te bestaan indien de moedermaatschappij direct of indirect via dochterondernemingen meer dan de helft van de stemrechten van een entiteit bezit, tenzij, in uitzonderlijke omstandigheden, duidelijk kan worden aangetoond dat het bezit van die stemrechten geen zeggenschap inhoudt. Er is eveneens sprake van zeggenschap als de moedermaatschappij de helft of minder dan de helft van de stemrechten van een entiteit in handen heeft en zij beschikt over: (2)
|
14 |
Een entiteit kan aandelenwarrants, aandelencallopties, schuldbewijzen of eigen-vermogensinstrumenten die kunnen worden geconverteerd naar gewone aandelen, of andere soortgelijke instrumenten bezitten die, indien ze worden uitgeoefend of geconverteerd, de entiteit stemrecht kunnen geven of die het stemrecht van een derde over het financiële en operationele beleid van een andere entiteit kunnen beperken (potentiële stemrechten). Het bestaan en effect van potentiële stemrechten die actueel uitoefenbaar of converteerbaar zijn, met inbegrip van potentiële stemrechten die in bezit zijn van een andere entiteit, worden in aanmerking genomen bij de beoordeling of een entiteit de macht heeft om het financiële en operationele beleid van een andere entiteit te sturen. Potentiële stemrechten zijn niet actueel uitoefenbaar of converteerbaar indien ze bijvoorbeeld pas op een toekomstige datum of bij het plaatsvinden van een toekomstige gebeurtenis kunnen worden uitgeoefend of geconverteerd. |
15 |
Bij de beoordeling of potentiële stemrechten bijdragen tot zeggenschap, onderzoekt de entiteit alle feiten en omstandigheden (met inbegrip van de voorwaarden voor uitoefening van de potentiële stemrechten en eventuele andere contractuele afspraken, ongeacht of deze afzonderlijk dan wel samen worden onderzocht) die potentiële stemrechten beïnvloeden, behalve de intentie van het management en de financiële mogelijkheid om die rechten uit te oefenen of te converteren. |
16 |
Een dochteronderneming is niet uitgesloten van consolidatie louter vanwege het feit dat de investeerder een organisatie is die durfkapitaal verstrekt of een gemeenschappelijk beleggingsfonds, een beleggingsfonds of een soortgelijke entiteit is. |
17 |
Een dochteronderneming is niet uitgesloten van consolidatie omdat haar bedrijfsactiviteiten afwijken van die van andere entiteiten binnen de groep. Er wordt relevante informatie verstrekt door dergelijke dochterondernemingen te consolideren en door in de geconsolideerde jaarrekening aanvullende informatie over de verschillende bedrijfsactiviteiten van dochterondernemingen te verstrekken. De informatie die op grond van IFRS 8 Operationele segmenten moet worden verstrekt, helpt bijvoorbeeld om het belang van verschillende bedrijfsactiviteiten binnen de groep toe te lichten. |
CONSOLIDATIEPROCEDURES
18 |
Bij de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening voegt een entiteit de jaarrekening van de moedermaatschappij en die van haar dochterondernemingen post voor post samen door gelijke posten van activa, verplichtingen, eigen vermogen, baten en lasten bij elkaar op te tellen. Opdat de geconsolideerde jaarrekening financiële informatie over de groep presenteert alsof deze een afzonderlijke economische entiteit is, worden de volgende stappen ondernomen:
|
19 |
Indien potentiële stemrechten bestaan, worden het aandeel in de winst of het verlies en het aandeel in de vermogenmutaties die aan de moedermaatschappij en minderheidsbelangen worden toegerekend, bepaald op basis van de actuele eigendomsbelangen; hierbij wordt geen rekening gehouden met de mogelijke uitoefening of conversie van potentiële stemrechten. |
20 |
Saldi, transacties, baten en lasten binnen de groep moeten volledig worden geëlimineerd. |
21 |
Saldi en transacties binnen de groep, met inbegrip van baten, lasten en dividenden, worden volledig geëlimineerd. Winsten en verliezen uit transacties binnen de groep die zijn opgenomen in de activa, zoals voorraden en vaste activa, worden volledig geëlimineerd. Verliezen binnen de groep kunnen een aanwijzing vormen voor een bijzondere waardevermindering die in de geconsolideerde jaarrekening moet worden opgenomen. IAS 12 Winstbelastingen is van toepassing op tijdelijke verschillen die ontstaan uit de eliminatie van winsten en verliezen uit transacties binnen de groep. |
22 |
De jaarrekeningen van de moedermaatschappij en haar dochterondernemingen die worden gebruikt voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening moeten per dezelfde datum worden opgesteld. Indien het einde van de verslagperiode van de moedermaatschappij niet samenvalt met dat van een dochteronderneming, moet de dochteronderneming ten behoeve van de consolidatie een extra jaarrekening opstellen per dezelfde datum als de jaarrekening van de moedermaatschappij, tenzij dit onuitvoerbaar is. |
23 |
Als, in overeenstemming met alinea 22, de jaarrekening van een dochteronderneming die wordt gebruikt bij de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld per een andere datum dan die van de jaarrekening van de moedermaatschappij, moeten aanpassingen worden aangebracht voor de gevolgen van belangrijke transacties of gebeurtenissen tussen die datum en de datum van de jaarrekening van de moedermaatschappij. In elk geval mag het verschil tussen het einde van de verslagperiode van de dochteronderneming en dat van de moedermaatschappij niet meer dan drie maanden bedragen. De duur van de verslagperioden en een eventueel verschil tussen de einddatums van de verslagperioden moeten voor elke periode gelijk zijn. |
24 |
De geconsolideerde jaarrekening moet worden opgesteld op basis van uniforme grondslagen voor financiële verslaggeving voor vergelijkbare transacties en andere gebeurtenissen in soortgelijke omstandigheden. |
25 |
Als een entiteit van de groep andere grondslagen voor financiële verslaggeving hanteert dan die welke in de geconsolideerde jaarrekening worden toegepast voor vergelijkbare transacties en gebeurtenissen in soortgelijke omstandigheden, moet de jaarrekening van die entiteit worden aangepast ten behoeve van de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening. |
26 |
De baten en lasten van een dochteronderneming worden in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf de overnamedatum zoals gedefinieerd in IFRS 3. De baten en lasten van een dochteronderneming moeten worden gebaseerd op de waarden van de activa en verplichtingen die in de geconsolideerde jaarrekening van de moedermaatschappij zijn opgenomen op de overnamedatum. Afschrijvingskosten die na de overnamedatum in het geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten worden opgenomen, moeten bijvoorbeeld worden gebaseerd op de reële waarde van de daarmee verband houdende af te schrijven activa die op de overnamedatum in de geconsolideerde jaarrekening zijn opgenomen. De baten en lasten van een dochteronderneming worden in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen tot de datum waarop de zeggenschap van de moedermaatschappij over de dochteronderneming eindigt. |
27 |
Minderheidsbelangen moeten in de geconsolideerde balans worden gepresenteerd in het eigen vermogen, afzonderlijk van het eigen vermogen van de eigenaars van de moedermaatschappij. |
28 |
Winsten of verliezen en elke component van niet-gerealiseerde resultaten worden aan de eigenaars van de moedermaatschappij en aan de minderheidsbelangen toegerekend. Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten worden aan de eigenaars van de moedermaatschappij en aan de minderheidsbelangen toegerekend, zelfs als dit ertoe leidt dat de minderheidsbelangen een negatief saldo hebben. |
29 |
Als een dochteronderneming cumulatief preferente aandelen heeft uitstaan die als eigen vermogen worden geclassificeerd en door minderheidsbelangen worden aangehouden, berekent de moedermaatschappij haar deel van de winst of het verlies na aanpassingen voor de dividenden op die aandelen, ongeacht of er dividenden zijn gedeclareerd. |
30 |
Wijzigingen in het eigendomsbelang van een moedermaatschappij in een dochteronderneming die niet tot een verlies van zeggenschap leiden, worden administratief verwerkt als eigen-vermogenstransacties (d.w.z. transacties met eigenaars in hun hoedanigheid van eigenaars). |
31 |
In dergelijke omstandigheden moeten de boekwaarden van de meerderheids- en minderheidsbelangen worden aangepast om de wijzigingen in hun relatieve belangen in de dochteronderneming weer te geven. Elk eventueel verschil tussen het bedrag waarmee de minderheidsbelangen worden aangepast en de reële waarde van de betaalde of ontvangen vergoeding, moet rechtstreeks in het eigen vermogen worden verwerkt en aan de eigenaars van de moedermaatschappij worden toegerekend. |
VERLIES VAN ZEGGENSCHAP
32 |
Een moedermaatschappij kan de zeggenschap over een dochteronderneming verliezen met of zonder een wijziging in het niveau van het absolute of relatieve eigendomsbelang. Dit zou bijvoorbeeld kunnen plaatsvinden wanneer de zeggenschap over een dochteronderneming bij een overheid, rechtbank, bewindvoerder of regelgevende instantie komt te liggen. Het zou ook kunnen plaatsvinden als gevolg van een contractuele overeenkomst. |
33 |
Een moedermaatschappij kan de zeggenschap over een dochteronderneming verliezen in twee of meer overeenkomsten (transacties). Soms geven de omstandigheden echter aan dat de diverse overeenkomsten administratief moeten worden verwerkt als een enkele transactie. Bij de bepaling of de overeenkomsten administratief moeten worden verwerkt als een enkele transactie, moet een moedermaatschappij rekening houden met alle voorwaarden en economische gevolgen van de overeenkomsten. Indicaties dat de moedermaatschappij de diverse overeenkomsten administratief zou moeten verwerken als een enkele transactie zijn:
|
34 |
Als een moedermaatschappij de zeggenschap over een dochteronderneming verliest, dan:
|
35 |
Als een moedermaatschappij de zeggenschap over een dochteronderneming verliest, moet ze alle in niet-gerealiseerde resultaten opgenomen bedragen in verband met die dochteronderneming administratief verwerken op dezelfde basis die vereist zou zijn indien de moedermaatschappij de daarmee verband houdende activa of verplichtingen direct had vervreemd. Als een voorheen in niet-gerealiseerde resultaten opgenomen winst of verlies naar de winst of het verlies werd overgeboekt bij de vervreemding van de daarmee verband houdende activa of verplichtingen, boekt de moedermaatschappij derhalve de winst of het verlies over van het eigen vermogen naar de winst of het verlies (als een herclassificatieaanpassing) wanneer ze de zeggenschap over de dochteronderneming verliest. Als bijvoorbeeld een dochteronderneming voor verkoop beschikbare financiële activa heeft en de moedermaatschappij de zeggenschap over die dochteronderneming verliest, moet de moedermaatschappij de winst die of het verlies dat voorheen in verband met die activa in niet-gerealiseerde resultaten werd opgenomen naar de winst of het verlies overboeken. Zo ook moet de moedermaatschappij, indien een voorheen in niet-gerealiseerde resultaten opgenomen herwaarderingsreserve direct naar de ingehouden winsten werd overgeboekt bij de vervreemding van het actief, de herwaarderingsreserve direct naar de ingehouden winsten overboeken wanneer ze de zeggenschap over de dochteronderneming verliest. |
36 |
Bij verlies van zeggenschap over een dochteronderneming, moeten elke in de voormalige dochteronderneming aangehouden investering en alle door of aan de voormalige dochteronderneming verschuldigde bedragen administratief worden verwerkt in overeenstemming met andere IFRSs vanaf de datum van het verlies van zeggenschap. |
37 |
De reële waarde van elke in de voormalige dochteronderneming aangehouden investering op de datum van verlies van zeggenschap moet worden beschouwd als de reële waarde bij eerste opname van een financieel actief in overeenstemming met IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering of, in voorkomend geval, de kostprijs bij eerste opname van een investering in een geassocieerde deelneming of een entiteit waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend. |
ADMINISTRATIEVE VERWERKING VAN INVESTERINGEN IN DOCHTERONDERNEMINGEN, ENTITEITEN WAAROVER GEZAMENLIJK DE ZEGGENSCHAP WORDT UITGEOEFEND EN GEASSOCIEERDE DEELNEMINGEN IN DE ENKELVOUDIGE JAARREKENING
38 |
Wanneer een entiteit een enkelvoudige jaarrekening opstelt, moet zij investeringen in dochterondernemingen, entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend en geassocieerde deelnemingen administratief verwerken:
De entiteit moet op elke categorie investeringen dezelfde administratieve verwerking toepassen. Investeringen die administratief zijn verwerkt tegen kostprijs, moeten administratief worden verwerkt in overeenstemming met IFRS 5 Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten wanneer zij overeenkomstig IFRS 5 als aangehouden voor verkoop zijn geclassificeerd (of zijn opgenomen in een groep activa die wordt afgestoten en die als aangehouden voor verkoop is geclassificeerd). In dergelijke omstandigheden blijft de waardering van in overeenstemming met IAS 39 administratief verwerkte investeringen ongewijzigd. |
38A |
Een entiteit moet een dividend van een dochteronderneming, een entiteit waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend of een geassocieerde deelneming in haar enkelvoudige jaarrekening in winst of verlies opnemen wanneer haar recht om het dividend te ontvangen vaststaat. |
38B |
Wanneer een moedermaatschappij de structuur van haar groep reorganiseert door oprichting van een nieuwe entiteit als haar moedermaatschappij op een wijze die aan de volgende criteria voldoet:
en de nieuwe moedermaatschappij verwerkt haar investering in de oorspronkelijke moedermaatschappij overeenkomstig alinea 38(a) in haar enkelvoudige jaarrekening, dan moet de nieuwe moedermaatschappij de kostprijs bepalen op basis van de boekwaarde van haar aandeel in de eigen-vermogensposten vermeld in de enkelvoudige jaarrekening van de oorspronkelijke moedermaatschappij op de datum van de reorganisatie. |
38C |
Ook een entiteit die geen moedermaatschappij is, kan overgaan tot oprichting van een nieuwe entiteit als haar moedermaatschappij op een wijze die aan de criteria in alinea 38B voldoet. De vereisten in alinea 38B zijn eveneens op dergelijke reorganisaties van toepassing. In zulke gevallen moeten de verwijzingen naar „oorspronkelijke moedermaatschappij” en „oorspronkelijke groep” worden gelezen als verwijzingen naar de „oorspronkelijke entiteit”. |
39 |
Deze standaard schrijft niet voor welke entiteiten een publiekelijk beschikbare enkelvoudige jaarrekening moeten opstellen. Alinea 38 en de alinea's 40 tot en met 43 zijn van toepassing indien een entiteit een enkelvoudige jaarrekening opstelt die in overeenstemming is met de International Financial Reporting Standards. Een entiteit moet ook een publiekelijk beschikbare geconsolideerde jaarrekening opstellen zoals vereist door alinea 9, tenzij de in alinea 10 opgenomen vrijstelling van toepassing is. |
40 |
Investeringen in entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend en geassocieerde deelnemingen die overeenkomstig IAS 39 administratief worden verwerkt in de geconsolideerde jaarrekening, moeten op dezelfde wijze worden verwerkt in de enkelvoudige jaarrekening van de investeerder. |
INFORMATIEVERSCHAFFING
41 |
In de geconsolideerde jaarrekening moet de volgende informatie worden verstrekt:
|
42 |
Indien een enkelvoudige jaarrekening wordt opgesteld voor een moedermaatschappij die er in overeenstemming met alinea 10 voor kiest geen geconsolideerde jaarrekening op te stellen, moet in die enkelvoudige jaarrekening het volgende worden vermeld:
|
43 |
Indien een moedermaatschappij (uitgezonderd een moedermaatschappij die onder alinea 42 valt), een deelnemer in een joint venture die een belang heeft in een entiteit waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend of een investeerder in een geassocieerde deelneming een enkelvoudige jaarrekening opstelt, moet in die enkelvoudige jaarrekening het volgende worden vermeld:
en moet in die jaarrekening worden verwezen naar de jaarrekening die is opgesteld in overeenstemming met alinea 9 van deze standaard of IAS 28 en IAS 31 waarop deze betrekking heeft. |
INGANGSDATUM EN OVERGANG
44 |
Een entiteit moet deze standaard toepassen op jaarperioden die op of na 1 januari 2005 aanvangen. Eerdere toepassing wordt aangemoedigd. Als een entiteit deze standaard toepast op een periode die vóór 1 januari 2005 aanvangt, moet zij dit feit vermelden. |
45 |
Een entiteit moet de in 2008 door de International Accounting Standards Board aangebrachte wijzigingen in alinea's 4, 18, 19, 26 tot en met 37 en 41(e) en (f) van IAS 27 toepassen op jaarperioden die op of na 1 juli 2009 aanvangen. Eerdere toepassing is toegestaan. Een entiteit mag deze wijzigingen echter niet toepassen op jaarperioden die vóór 1 juli 2009 aanvangen, tenzij de entiteit tevens IFRS 3 (door de International Accounting Standards Board herziene versie van 2008) toepast. Als een entiteit de wijzigingen toepast vóór 1 juli 2009, moet zij dit feit vermelden. Een entiteit moet de wijzigingen retroactief toepassen, met de volgende uitzonderingen:
|
45A |
Alinea 38 is gewijzigd bij Verbeteringen in IFRSs, uitgegeven in mei 2008. Een entiteit moet deze wijziging prospectief toepassen op jaarperioden die op of na 1 januari 2009 aanvangen vanaf de datum waarop zij voor het eerst IFRS 5 heeft toegepast. Eerdere toepassing is toegestaan. Als een entiteit de wijziging op een eerdere periode toepast, moet zij dit feit vermelden. |
45B |
Bij Kostprijs van een investering in een dochteronderneming, een entiteit waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend of een geassocieerde deelneming (wijzigingen in IFRS 1 en IAS 27), uitgegeven in mei 2008, is de definitie van kostprijsmethode uit alinea 4 verwijderd en is alinea 38A toegevoegd. Een entiteit moet deze wijzigingen prospectief toepassen op jaarperioden die op of na 1 januari 2009 aanvangen. Eerdere toepassing is toegestaan. Als een entiteit de wijzigingen op een eerdere periode toepast, moet zij dit feit vermelden en tegelijkertijd de gerelateerde wijzigingen in IAS 18, IAS 21 en IAS 36 toepassen. |
45C |
Bij Kostprijs van een investering in een dochteronderneming, een entiteit waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend of een geassocieerde deelneming (wijzigingen in IFRS 1 en IAS 27), uitgegeven in mei 2008, zijn de alinea's 38B en 38C toegevoegd. Een entiteit moet deze alinea's prospectief toepassen op reorganisaties die plaatsvinden in jaarperioden die op of na 1 januari 2009 aanvangen. Eerdere toepassing is toegestaan. Daarnaast kan een entiteit ervoor opteren de alinea's 38B en 38C retroactief toe te passen op in het verleden doorgevoerde reorganisaties die onder het toepassingsgebied van deze alinea's vallen. Als een entiteit een reorganisatie evenwel dusdanig aanpast dat ze in overeenstemming is met alinea 38B of 38C, dan moet zij ook overgaan tot aanpassing van alle latere reorganisaties die onder het toepassingsgebied van deze alinea's vallen. Als een entiteit alinea 38B of 38C op een eerdere periode toepast, moet zij dit feit vermelden. |
INTREKKING VAN IAS 27 (2003)
46 |
Deze standaard vervangt IAS 27 De geconsolideerde jaarrekening en de enkelvoudige jaarrekening (herziene versie van 2003). |
(1) Indien een dochteronderneming bij overname voldoet aan de criteria om als aangehouden voor verkoop te worden geclassificeerd overeenkomstig IFRS 5 Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten, moet ze volgens die IFRS worden verwerkt.
(2) Zie ook SIC-12 Consolidatie — Voor een bijzonder doel opgerichte entiteiten („Special Purpose Entities”).
Bijlage
Wijzigingen in andere IFRSs
De wijzigingen in deze bijlage moeten worden toegepast op jaarperioden die op of na 1 juli 2009 aanvangen. Als een entiteit de wijzigingen in IAS 27 toepast voor een eerdere periode, moet zij ook deze wijzigingen op die eerdere periode toepassen. In de gewijzigde alinea's is de verwijderde tekst doorgehaald en de nieuwe tekst onderstreept.
A1 |
Niet van toepassing in de Nederlandse vertaling. De vertaling van „non-controlling interest” blijft „minderheidsbelang”. |
IFRS 1 Eerste toepassing van International Financial Reporting Standards
A2 |
IFRS 1 wordt gewijzigd zoals hieronder beschreven. Alinea 26 wordt als volgt gewijzigd:
Na alinea 34B worden een nieuwe titel en een nieuwe alinea 34C toegevoegd. Deze luiden als volgt:
Alinea 47J wordt toegevoegd. Deze alinea luidt als volgt:
|
IFRS 5 Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten
A3 |
IFRS 5 wordt gewijzigd zoals hieronder beschreven. Alinea 33 wordt als volgt gewijzigd:
Alinea 44B wordt toegevoegd. Deze alinea luidt als volgt:
|
IAS 1 Presentatie van de jaarrekening
A4 |
Alinea 106 van IAS 1 (herziene versie van 2007) wordt als volgt gewijzigd:
Alinea 139A wordt toegevoegd. Deze alinea luidt als volgt:
|
IAS 7 Het kasstroomoverzicht
A5 |
IAS 7 wordt gewijzigd zoals hieronder beschreven. De titel boven alinea 39 en de alinea's 39 tot en met 42 worden als volgt gewijzigd:
Alinea's 42A en 42B worden toegevoegd en luiden als volgt:
Alinea 54 wordt toegevoegd en luidt als volgt:
|
IAS 21 De gevolgen van wisselkoerswijzigingen
A6 |
IAS 21 wordt gewijzigd zoals hieronder beschreven. De titel boven alinea 48 wordt als volgt gewijzigd en alinea's 48A tot en met 48D worden toegevoegd en luiden als volgt:
Alinea 60B wordt toegevoegd. Deze alinea luidt als volgt:
|
IAS 28 Investeringen in geassocieerde deelnemingen
A7 |
IAS 28 wordt gewijzigd zoals hieronder beschreven. Alinea's 18 en 19 worden als volgt gewijzigd:
Alinea 19A wordt toegevoegd. Deze alinea luidt als volgt:
Alinea 41B wordt toegevoegd. Deze alinea luidt als volgt:
|
IAS 31 Belangen in joint ventures
A8 |
IAS 31 wordt gewijzigd zoals hieronder beschreven. Alinea 45 wordt als volgt gewijzigd:
Alinea's 45A en 45B worden toegevoegd en luiden als volgt:
Alinea 58A wordt toegevoegd. Deze alinea luidt als volgt:
|
IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering
A9 |
IAS 39 wordt gewijzigd zoals hieronder beschreven. De laatste zin van alinea 102 wordt als volgt aangepast:
Alinea 103E wordt toegevoegd en luidt als volgt:
|
SIC-7 Invoering van de euro
A10 |
SIC -7 wordt gewijzigd zoals hieronder beschreven. Onder „Referenties” wordt „IAS 27 Geconsolideerde jaarrekening en enkelvoudige jaarrekening (herziene versie van 2008)” toegevoegd. Alinea 4 wordt als volgt gewijzigd:
Onder „Ingangsdatum” wordt de volgende alinea toegevoegd na de alinea waarin de ingangsdatum van de wijzigingen van IAS 1 wordt vermeld: IAS 27 (door de International Accounting Standards Board herziene versie van 2008) wijzigde alinea 4(b). Entiteiten moeten die wijziging toepassen op jaarperioden die op of na 1 juli 2009 aanvangen. Als een entiteit IAS 27 (herziene versie van 2008) op een eerdere periode toepast, moet zij ook deze wijziging op die eerdere periode toepassen. |