22.1.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 17/1


VERORDENING (EG) Nr. 44/2009 VAN DE RAAD

van 18 december 2008

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1338/2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 123, lid 4, derde zin,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad (3) is bepaald dat de kredietinstellingen en andere betrokken instellingen de verplichting hebben om alle ontvangen eurobankbiljetten en -munten waarvan zij weten of ten aanzien waarvan zij voldoende redenen hebben om te vermoeden dat deze vals zijn, uit omloop te nemen en in te leveren bij de bevoegde nationale autoriteiten.

(2)

Het is van belang te waarborgen dat de eurobankbiljetten en -munten die in omloop zijn, echt zijn. Daarom moeten de kredietinstellingen, andere leveranciers van betaaldiensten en andere economische operatoren die deelnemen aan de behandeling en uitgifte van biljetten en munten, alle ontvangen eurobankbiljetten en -munten op hun echtheid controleren voordat ze de munten en biljetten opnieuw in omloop brengen, tenzij deze afkomstig zijn van andere instellingen of personen die zelf verplicht zijn deze controle uit te oefenen of de munten en biljetten zijn gehaald bij de autoriteiten die bevoegd zijn tot uitgifte ervan. Voor de overige economische operatoren, zoals handelaars en casino’s, zouden deze verplichtingen ook moeten gelden wanneer zij, als bijkomstige activiteit, de automatische geldloketten van de bank (geldautomaten) aanvullen, maar deze verplichtingen mogen niet verder reiken dan deze bijkomstige activiteiten. Deze economische operatoren hebben echter wel tijd nodig om hun interne werkmethoden aan te passen teneinde aan de verplichting tot het uitvoeren van een echtheidscontrole te kunnen voldoen. Wat betreft biljetten kunnen de procedures die zijn vastgesteld voor de lidstaten die de euro hebben ingevoerd ook gelden voor de geschiktheid van de gecontroleerde biljetten om in omloop te zijn.

(3)

Een eerste vereiste om de echtheid van eurobankbiljetten en -munten te kunnen controleren is een goede afstelling van de machines die daarvoor gebruikt worden. Met het oog op het afstellen van de controleapparatuur dienen op de plaatsen waar tests worden gehouden voldoende hoeveelheden valse biljetten en munten beschikbaar te zijn. Daarom dient het vervoer van valse bankbiljetten en munten tussen de bevoegde nationale autoriteiten en de instellingen en organen van de Europese Unie te worden toegestaan.

(4)

Het Europees technisch en wetenschappelijk centrum (ETWC) is formeel bij de Commissie ondergebracht, bij Beschikking 2003/861/EG van de Raad (4) en Beschikking 2005/37/EG van de Commissie (5). De bepaling dat het ETWC gegevens aan de Commissie meedeelt, is derhalve overbodig geworden.

(5)

Verordening (EG) nr. 1338/2001 moet dan ook dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Verordening (EG) nr. 1338/2001 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt c) wordt vervangen door:

„c)

„kredietinstellingen”: kredietinstellingen in de zin van artikel 4, punt 1, onder a), van Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (6);

b)

het volgende punt wordt toegevoegd:

„g)

„leveranciers van betaaldiensten”: betalingsdienstaanbieders, bedoeld in artikel 1, lid 1, van Richtlijn 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt (7).

2.

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de titel wordt vervangen door:

„Verplichte inlevering van valse bankbiljetten”;

b)

aan het einde van lid 2 worden de volgende zinnen toegevoegd:

„Om de echtheidscontrole van in omloop zijnde eurobankbiljetten te vergemakkelijken, wordt het vervoer van valse biljetten tussen de bevoegde nationale autoriteiten en de instellingen en organen van de Europese Unie toegestaan. De valse biljetten moeten tijdens het vervoer altijd vergezeld gaan van vervoersopdrachten, afgegeven door bovengenoemde autoriteiten, instellingen en organen.”;

c)

aan het einde van lid 3 wordt de volgende zin toegevoegd:

„De bevoegde nationale autoriteiten kunnen een deel van deze biljetten echter voor onderzoek of een test toesturen aan het NAC en, zo nodig, de ECB.”.

3.

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de titel wordt vervangen door:

„Verplichte inlevering van valse munten”;

b)

aan het einde van lid 2 worden de volgende zinnen toegevoegd:

„Om de echtheidscontrole van in omloop zijnde euromunten te vergemakkelijken, wordt het vervoer van valse munten tussen de bevoegde nationale autoriteiten en de instellingen en organen van de Europese Unie toegestaan. De valse munten moeten tijdens het vervoer altijd vergezeld gaan van vervoersopdrachten, afgegeven door bovengenoemde autoriteiten, instellingen en organen.”;

c)

aan het einde van lid 3 wordt de volgende zin toegevoegd:

„De bevoegde nationale autoriteiten kunnen een deel van deze munten echter voor onderzoek of een test toesturen aan het NACM en, zo nodig, het ETWC.”;

d)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   Het ETWC analyseert en classificeert elk nieuw type vals euromuntstuk. Daartoe heeft het ETWC toegang tot de bij de ECB opgeslagen technische en statistische gegevens betreffende valse euromunten. Het ETWC deelt het eindresultaat van zijn analyse mee aan de bevoegde nationale autoriteiten, alsmede aan de ECB voor zover zulks onder hun respectieve bevoegdheden valt. De ECB deelt dit resultaat mee aan Europol overeenkomstig het in artikel 3, lid 3, bedoelde akkoord.”.

4.

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de titel wordt vervangen door:

„Verplichtingen voor instellingen die deelnemen aan de behandeling en verstrekking aan het publiek van biljetten en munten”;

b)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   De kredietinstellingen en, binnen de grenzen van hun betalingsactiviteit, de overige betalingsdienstaanbieders, en iedere andere economische operator die deelneemt aan de behandeling en verstrekking aan het publiek van biljetten en munten, met inbegrip van:

de instellingen waarvan de activiteit bestaat in het wisselen van biljetten of munten van diverse valuta’s, zoals de wisselkantoren,

geldvervoerders,

de overige economische operatoren, zoals handelaars en casino’s, die als bijkomstige activiteit deelnemen aan de behandeling en verstrekking aan het publiek van biljetten middels de automatische geldloketten van de bank (geldautomaten), binnen de grenzen van deze bijkomstige activiteiten,

hebben de verplichting om alle ontvangen eurobankbiljetten en -munten op hun echtheid te controleren voordat deze opnieuw in omloop worden gebracht, en te zorgen voor het detecteren van vervalsingen.

Voor eurobiljetten gebeurt deze controle volgens de procedures die de ECB heeft vastgesteld (8).

De in de eerste alinea bedoelde instellingen en economische operatoren zijn verplicht om alle ontvangen eurobankbiljetten en -munten waarvan zij weten of ten aanzien waarvan zij voldoende redenen hebben om te vermoeden dat deze vals zijn, uit omloop te nemen. Zij leveren die onverwijld in bij de bevoegde nationale autoriteiten.

c)

het volgende lid wordt ingevoegd:

„1.bis.   In afwijking van het bepaalde in artikel 1, tweede alinea, wordt de echtheidscontrole van de eurobiljetten en -munten in de lidstaten die de euro niet hebben ingevoerd gedaan door:

daarvoor opgeleid personeel, of door

sorteermachines voor biljetten (9) of munten (10) die op de lijst staan van de ECB, voor biljetten, of van de Commissie, voor munten.;

d)

lid 3 wordt vervangen door:

„3.   Onverminderd de data die de ECB vaststelt voor de toepassing van de procedures die de bank bepaalt, nemen de lidstaten, uiterlijk op 31 december 2011, de wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen voor de toepassing van de eerste alinea van lid 1 van dit artikel aan. Zij stellen de Commissie en de ECB onverwijld daarvan in kennis.”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten, overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Gedaan te Brussel, 18 december 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

M. BARNIER


(1)  PB C 27 van 31.1.2008, blz. 1.

(2)  Advies van 17 december 2008 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). Advies uitgebracht na niet-verplichte raadpleging.

(3)  PB L 181 van 4.7.2001, blz. 6.

(4)  Beschikking 2003/861/EG van de Raad van 8 december 2003 betreffende de analyse van valse euromunten en de samenwerking ter zake (PB L 325 van 12.12.2003, blz. 44).

(5)  Besluit 2005/37/EG van de Commissie van 29 oktober 2004 tot oprichting van het Europees technisch en wetenschappelijk centrum (ETWC) en tot coördinatie van de technische maatregelen ter bescherming van de euromunten tegen namaak (PB L 19 van 21.1.2005, blz. 73).

(6)  PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1.”;

(7)  PB L 319 van 5.12.2007, blz. 1.”.

(8)  Zie het kader voor de detectie van vervalsingen en voor de sortering op fitness door kredietinstellingen en andere professionele geldverwerkers, beschikbaar op de website van de ECB op: http://www.ecb.europa.eu/pub/pdf/other/recyclingeurobanknotes2005nl.pdf.”;

(9)  De lijst wordt bekendgemaakt door de ECB en is beschikbaar op: http://www.ecb.int/euro/cashhand/devices/results/html/index.fr.html

(10)  De lijst wordt bekendgemaakt door de Commissie en is beschikbaar op: http://ec.europa.eu/anti_fraud/pages_euro/euro-coins/machines.pdf”;