24.1.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 21/39 |
RICHTLIJN 2009/4/EG VAN DE COMMISSIE
van 23 januari 2009
Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van manipulatie van tachograafgegevens, tot wijziging van Richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake minimumvoorwaarden voor de uitvoering van de Verordeningen (EEG) nr. 3820/85 en (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer en tot intrekking van Richtlijn 88/599/EEG van de Raad
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 inzake minimumvoorwaarden voor de uitvoering van de Verordeningen (EEG) nr. 3820/85 en (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer en tot intrekking van Richtlijn 88/599/EEG van de Raad (1), met name op artikel 15,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 15 van Richtlijn 2006/22/EG moeten wijzigingen van de bijlagen bij die richtlijn, die nodig zijn om ze aan te passen aan de ontwikkeling van de beste praktijken op het gebied van handhaving en controles van rij- en rusttijden, worden vastgesteld volgens de in artikel 12, lid 2, bedoelde procedure. |
(2) |
Naar aanleiding van de invoering van de digitale tachograaf is een nieuw risico, namelijk de installatie van toestellen waarmee kan worden gefraudeerd met tachograafgegevens en derhalve de doeltreffendheid van de tenuitvoerlegging van de voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer kan worden ondermijnd, onder de aandacht van de Commissie gebracht. |
(3) |
Daarom moeten de lidstaten erop toezien dat tijdens wegcontroles en controles in de ondernemingen ook specifiek wordt gecontroleerd op dergelijke toestellen. |
(4) |
Om de doeltreffendheid van dergelijke controles te garanderen, moet ook de standaardapparatuur die ter beschikking van het handhavingspersoneel wordt gesteld, verder worden gedefinieerd. |
(5) |
Bijlagen I en II bij Richtlijn 2006/22/EG moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(6) |
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 18, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad (2) opgerichte comité, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtlijn 2006/22/EG wordt als volgt gewijzigd:
1. |
Aan bijlage I, deel A, wordt het volgende punt 5 toegevoegd:
|
2. |
Aan bijlage II wordt het volgende punt 3 toegevoegd:
|
Artikel 2
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2009 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een concordantietabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 23 januari 2009.
Voor de Commissie
Antonio TAJANI
Vicevoorzitter
(1) PB L 102 van 11.4.2006, blz. 35.
(2) PB L 370 van 31.12.1985, blz. 8.