7.11.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 291/40


BESLUIT 2009/820/GBVB VAN DE RAAD

van 23 oktober 2009

betreffende de sluiting namens de Europese Unie van de overeenkomst betreffende uitlevering tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika en de overeenkomst betreffende wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op de artikelen 24 en 38,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Nadat de Raad op 26 april 2002 het voorzitterschap gemachtigd had om, bijgestaan door de Commissie, met de Verenigde Staten van Amerika te onderhandelen, is met dit land overeenstemming bereikt over twee overeenkomsten betreffende internationale samenwerking in strafzaken, waarvan één betreffende uitlevering en één betreffende wederzijdse rechtshulp.

(2)

Overeenkomstig Besluit 2003/516/EG van de Raad van 6 juni 2003 (1) zijn op 25 juni 2003 de overeenkomst betreffende uitlevering tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika (2) en de overeenkomst betreffende wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika (3) namens de Europese Unie ondertekend.

(3)

De overeenkomsten dienen thans te worden goedgekeurd.

(4)

In artikel 3, lid 2, van de overeenkomsten is bepaald dat tussen de Verenigde Staten en de lidstaten van de Unie schriftelijke instrumenten worden uitgewisseld betreffende de toepassing van de bilaterale overeenkomsten. In artikel 3, lid 3, van de overeenkomst betreffende rechtshulp is een gelijkaardige verplichting opgenomen voor de lidstaten die niet over een bilateraal rechtshulpverdrag met de Verenigde Staten beschikken. Deze schriftelijke instrumenten zijn uitgewisseld tussen alle lidstaten en de Verenigde Staten van Amerika.

(5)

Op 19 februari 2009 heeft het secretariaat-generaal van de Raad de Verenigde Staten van Amerika kennis gegeven van de aangewezen autoriteiten als bedoeld in artikel 2, lid 3, en artikel 10, lid 2, van de overeenkomst betreffende uitlevering en in artikel 4, lid 3, en artikel 8, lid 2, onder b), van de overeenkomst betreffende wederzijdse rechtshulp in strafzaken, alsmede van de beperkingen als bedoeld in artikel 4, lid 4, van de overeenkomst betreffende wederzijdse rechtshulp,

BESLUIT:

Artikel 1

De overeenkomst betreffende uitlevering tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika en de overeenkomst betreffende wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika worden namens de Europese Unie goedgekeurd.

Artikel 2.

De voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is namens de Europese Unie de akten van goedkeuring als bedoeld in artikel 22 van de overeenkomst betreffende uitlevering tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika en artikel 18 van de overeenkomst betreffende wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika uit te wisselen, waarmee de instemming van de Europese Unie om door de overeenkomst gebonden te zijn tot uiting wordt gebracht.

Artikel 3.

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 23 oktober 2009.

Voor de Raad

De voorzitter

T. BILLSTRÖM


(1)  PB L 181 van 19.7.2003, blz. 25.

(2)  PB L 181 van 19.7.2003, blz. 27.

(3)  PB L 181 van 19.7.2003, blz. 34.