6.10.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 262/50


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 5 oktober 2009

tot aanvaarding van een verbintenis die is aangeboden in het kader van de antidumpingprocedure betreffende de invoer van bepaald bladaluminium van oorsprong uit, onder meer, Brazilië

(2009/736/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) (de „basisverordening”), en met name op de artikelen 8 en 9,

Na raadpleging van het Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   PROCEDURE

(1)

De Commissie heeft bij Verordening (EG) nr. 287/2009 (2) een voorlopig antidumpingrecht ingesteld op bepaald bladaluminium van oorsprong uit Armenië, Brazilië en de Volksrepubliek China („VRC”).

(2)

Na de goedkeuring van de voorlopige antidumpingmaatregelen heeft de Commissie nader onderzoek verricht naar de dumping, de schade en het belang van de Gemeenschap. Dit onderzoek bevestigde de voorlopige bevindingen van schade veroorzakende dumping van het betrokken product.

(3)

De definitieve bevindingen en conclusies van het onderzoek worden uiteengezet in Verordening (EG) nr. 925/2009 van de Raad van 24 september 2009 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op bepaald bladaluminium van oorsprong uit Armenië, Brazilië en de Volksrepubliek China (3).

B.   VERBINTENIS

(4)

Na de goedkeuring van de voorlopige antidumpingmaatregelen bood de enige medewerkende producent-exporteur in Brazilië, Companhia Brasileira de Aluminio (CBA), in overeenstemming met artikel 8, lid 1, van de basisverordening een prijsverbintenis aan. CBA bood aan het betrokken product te verkopen tegen een prijs op of boven het niveau waarop de schadelijke effecten van de bij het onderzoek vastgestelde dumping worden opgeheven. Het aanbod van CBA behelsde een enkele minimuminvoerprijs („MIP”) voor alle verschillende productsoorten teneinde het risico van ontwijking te beperken.

(5)

Verder voorzag het aanbod in een indexering van de MIP, omdat de prijs van het betrokken product direct gekoppeld is aan de prijs van de belangrijkste grondstof, primair aluminium, een wereldwijd verhandeld product waarvan de referentieprijs op de London Metal Exchange („LME”) wordt gepubliceerd.

(6)

De door de onderneming aangeboden MIP was gebaseerd op de geen schade veroorzakende prijs die voor het onderzoektijdvak werd berekend aan de hand van de verkoopprijzen van de bedrijfstak van de Gemeenschap.

(7)

Het aanbod van CBA voor een prijsverbintenis bevatte ook de bepaling dat CBA alle verkopen rechtstreeks met de eerste onafhankelijke afnemer in de Gemeenschap zal sluiten en aan afnemers die producten kopen waarop de verbintenis van toepassing is, geen andere dan alleen die producten zal verkopen.

(8)

Verder verplichtte CBA zich ertoe de Commissie regelmatig gedetailleerde gegevens over haar uitvoer naar de Gemeenschap te verstrekken, zodat de Commissie effectief toezicht kan uitoefenen op de uitvoering van de verbintenis.

C.   OPMERKINGEN VAN PARTIJEN EN AANVAARDING VAN DE VERBINTENIS

(9)

De bedrijfstak van de Gemeenschap gaf te kennen dat de verbintenis aanvaardbaar kon zijn, maar alleen onder bepaalde voorwaarden, zoals het gebruik van een kunstmatige wisselkoers tussen de Amerikaanse dollar en de euro en vastlegging van een maximumhoeveelheid. Deze argumenten moeten beide worden verworpen, en wel om de volgende redenen. Met betrekking tot het gebruik van een kunstmatige wisselkoers moet worden opgemerkt dat de LME-prijs aan de hand van de gepubliceerde maandelijkse wisselkoers van Amerikaanse dollar in euro zal worden omgerekend, zodat het bedrag in euro onderhevig is aan wisselkoersschommelingen, wat een risico voor de onderneming is. Wat het tweede argument betreft, is een maximumhoeveelheid voor de Commissie in het onderhavige geval niet relevant gezien de zeer concurrerende markt voor het betrokken product in de Europese Gemeenschap en het feit dat er tijdens het onderzoek geen bewijs is ingediend of werd gevonden die de noodzaak van een dergelijk element aantoont. Er werden geen andere opmerkingen over deze aangeboden verbintenis gemaakt.

(10)

Gezien het bovenstaande is de door CBA aangeboden verbintenis aanvaardbaar.

(11)

Om de Commissie in staat te stellen effectief toezicht op de naleving van de verbintenissen door de onderneming uit te oefenen, zal, wanneer de aanvraag voor het vrije verkeer bij de desbetreffende douaneautoriteit wordt ingediend, de vrijstelling van het antidumpingrecht afhankelijk worden gesteld van i) de overlegging van een verbintenisfactuur die ten minste de gegevens bevat die in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 925/2009 zijn vermeld; ii) het feit dat de ingevoerde goederen door de genoemde onderneming zijn vervaardigd en door haar direct naar de eerste onafhankelijke afnemer in de Gemeenschap zijn verzonden en aan deze zijn gefactureerd; en iii) het feit dat de bij de douane aangegeven en aangeboden goederen exact overeenstemmen met de beschrijving in de verbintenisfactuur. Wanneer geen verbintenisfactuur wordt overgelegd, of wanneer deze niet in overeenstemming is met het bij de douane aangeboden product, moet het toepasselijke antidumpingrecht worden betaald.

(12)

Om de naleving van deze verbintenis te waarborgen, zijn de importeurs er door bovengenoemde verordening van de Raad op gewezen dat niet-inachtneming van de in die verordening genoemde voorwaarden of intrekking van de aanvaarding van de verbintenis door de Commissie voor de desbetreffende transacties tot een douaneschuld kan leiden.

(13)

Als de verbintenis niet in acht wordt genomen of wordt opgezegd, of als de Commissie de aanvaarding van de verbintenis intrekt, is ingevolge artikel 8, lid 9, van de basisverordening het overeenkomstig artikel 9, lid 4, van de basisverordening ingestelde antidumpingrecht automatisch van toepassing,

BESLUIT:

Artikel 1

De verbintenis die door de hieronder vermelde producent-exporteur is aangeboden in verband met de antidumpingprocedure betreffende de invoer van bepaald bladaluminium van oorsprong uit Armenië, Brazilië en de Volksrepubliek China wordt aanvaard.

Land

Onderneming

Aanvullende TARIC-code

Brazilië

Companhia Brasileira de Aluminio

A947

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 5 oktober 2009.

Voor de Commissie

Catherine ASHTON

Lid van de Commissie


(1)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1.

(2)  PB L 94 van 8.4.2009, blz. 17.

(3)  Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.