12.5.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 117/3


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 5 mei 2009

tot vaststelling van maatregelen voor de tenuitvoerlegging van het raadplegingsmechanisme en de andere procedures bedoeld in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening)

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 2359)

(Slechts de teksten in de Bulgaarse, de Duitse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal zijn authentiek)

(2009/377/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (1), en met name op artikel 45, lid 2, onder e),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 16 van Verordening (EG) nr. 767/2008 worden voorschriften gegeven voor het gebruik van het VIS voor raadpleging en voor verzoeken om documenten. Voor de uitvoering van artikel 16 van de VIS-verordening moeten maatregelen worden goedgekeurd tot vaststelling van voorschriften voor de uitwisseling van de berichten die via de infrastructuur van het VIS worden doorgegeven (VIS-mailspecificaties). Deze berichten worden niet in het VIS opgeslagen, en de doorgegeven persoonsgegevens mogen uitsluitend worden gebruikt voor de raadpleging van centrale visumautoriteiten en voor de consulaire samenwerking.

(2)

Onder voorbehoud van verdere maatregelen die worden goedgekeurd tot de datum bedoeld in artikel 46 van de VIS-verordening inzake de integratie van de technische functionaliteiten van het Schengenraadplegingsnetwerk, moeten in de VIS-mailspecificaties vier soorten berichten worden onderscheiden die gebruikt kunnen worden vanaf de inbedrijfstelling van het VIS tot de in artikel 46 van de VIS-verordening bedoelde datum. Deze vier soorten zijn: berichten in verband met de consulaire samenwerking (artikel 16, lid 3, van de VIS-verordening), berichten betreffende de toezending van verzoeken aan de bevoegde visumautoriteit om kopieën van reisdocumenten en andere documenten ter staving van de aanvraag en betreffende de toezending van elektronische kopieën van die documenten (artikel 16, lid 3, van de VIS-verordening), berichten dat in het VIS verwerkte gegevens onjuist zijn of dat gegevens in strijd met de VIS-verordening in het VIS zijn verwerkt (artikel 24, lid 2, van de VIS-verordening) en berichten dat een aanvrager de nationaliteit van een lidstaat heeft verkregen (artikel 25, lid 2, van de VIS-verordening).

(3)

Overeenkomstig artikel 5 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de positie van Denemarken heeft Denemarken op 13 oktober 2008 beslist Verordening (EG) nr. 767/2008 in Deens recht om te zetten. Verordening (EG) nr. 767/2008 is derhalve volgens internationaal recht bindend voor Denemarken. Denemarken is daarom krachtens internationaal recht verplicht deze beschikking uit te voeren.

(4)

Overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (2) heeft het Verenigd Koninkrijk niet deelgenomen aan de vaststelling van Verordening (EG) nr. 767/2008 en is deze niet bindend voor, noch van toepassing op het Verenigd Koninkrijk, aangezien zij een ontwikkeling vormt van de bepalingen van het Schengenacquis. Deze beschikking van de Commissie is derhalve niet tot het Verenigd Koninkrijk gericht.

(5)

Overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (3) heeft Ierland niet deelgenomen aan de vaststelling van Verordening (EG) nr. 767/2008 en is deze niet bindend voor, noch van toepassing op Ierland, aangezien zij een ontwikkeling vormt van de bepalingen van het Schengenacquis. Deze beschikking van de Commissie is derhalve niet tot Ierland gericht.

(6)

Deze beschikking is een rechtsbesluit dat voortbouwt op het Schengenacquis of op een andere wijze daaraan is gerelateerd, zoals bedoeld in artikel 3, lid 2, van de Toetredingsakte van 2003 en artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2005.

(7)

Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt deze beschikking een ontwikkeling van bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (4), die betrekking hebben op het gebied bedoeld in artikel 1, onder B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (5).

(8)

Wat Zwitserland betreft, vormt deze beschikking een ontwikkeling van bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, onder B, van Besluit 1999/437/EG, gelezen in samenhang met artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad (6) betreffende de sluiting van die overeenkomst namens de Europese Gemeenschap.

(9)

Wat Liechtenstein betreft, vormt deze beschikking een ontwikkeling van die bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, onder B, van Besluit 1999/437/EG, gelezen in samenhang met artikel 3 van Besluit 2008/261/EG van de Raad van 28 februari 2008 betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap en de voorlopige toepassing van enkele bepalingen van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (7).

(10)

De maatregelen waarin deze beschikking voorziet, zijn in overeenstemming met het advies van het comité dat is ingesteld bij artikel 51 van Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (8),

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De maatregelen voor de tenuitvoerlegging van het raadplegingsmechanisme en de andere procedures bedoeld in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 767/2008 worden voor de fase van de inbedrijfstelling van het VIS tot de in artikel 46 van Verordening (EG) nr. 767/2008 bedoelde datum vastgesteld in de bijlage.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, de Tsjechische Republiek, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden.

Gedaan te Brussel, 5 mei 2009.

Voor de Commissie

Jacques BARROT

Vicevoorzitter


(1)  PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60.

(2)  PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43.

(3)  PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20.

(4)  PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

(5)  PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31.

(6)  PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1.

(7)  PB L 83 van 26.3.2008, blz. 3.

(8)  PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4.


BIJLAGE

1.   Inleiding

Het communicatiemechanisme van VIS-mail wordt gebaseerd op artikel 16 van Verordening (EG) nr. 767/2008. Het maakt de verzending van informatie tussen lidstaten mogelijk via de infrastructuur van het Visuminformatiesysteem (VIS).

Persoonsgegevens die via het mechanisme van artikel 16 van de VIS-verordening worden verzonden, mogen uitsluitend worden gebruikt voor de raadpleging van centrale visumautoriteiten en voor de consulaire samenwerking.

VIS-mail en VISION worden op gefaseerde wijze ontwikkeld, zoals hieronder afgebeeld:

Image

Voor het VIS operationeel wordt, is VISION het enige communicatienetwerk voor raadplegingen inzake visa (1).

In fase 1, vanaf de inbedrijfstelling van het VIS, mag VIS-mail worden gebruikt voor de verzending van de volgende soorten informatie:

berichten betreffende consulaire samenwerking;

verzoeken om documenten ter staving van aanvragen;

berichten over onjuiste gegevens;

verkrijging van de nationaliteit van een lidstaat door een aanvrager.

De bepalingen van de VIS-verordening betreffende het gebruik van VIS-mail voor de verzending van informatie in verband met consulaire samenwerking en verzoeken om toezending van documenten ter staving van aanvragen (artikel 16, lid 3), inzake wijziging van gegevens (artikel 24, lid 2) en inzake vervroegde gegevensverwijdering (artikel 25, lid 2) zijn in fase 1 van toepassing. Het mechanisme voor VIS-mail, met inbegrip van de centrale mailrelay en de nationale mailservers, moet operationeel zijn voor het geval dat één of meer lidstaten het mechanisme in fase 1 willen gebruiken, aangezien deze lidstaten deze berichten anders niet zouden kunnen verzenden (2). In fase 1 van het gebruik van VIS-mail wordt gelijktijdig ook VISION nog gebruikt.

In fase 2, wanneer alle posten voor de afgifte van Schengenvisa op het VIS zijn aangesloten, vervangt VIS-mail het Schengenraadplegingsnetwerk. Dit geldt vanaf de datum die overeenkomstig artikel 46 van de VIS-verordening wordt vastgesteld. Vanaf die datum worden alle soorten berichten uitgewisseld via de VIS-infrastructuur door middel van VIS-mail.

2.   Infrastructuur voor SMTP-mailuitwisseling

Voor de SMTP-mailuitwisseling wordt de VIS-infrastructuur gebruikt, die ook de nationale interfaces en het sTesta-netwerk omvat. De nationale mailservers wisselen berichten uit via een centrale mailrelay-infrastructuur.

De centrale SMTP-mailrelay-infrastructuur wordt ontwikkeld en geïnstalleerd op de locaties waar de centrale eenheid en de vervangende centrale eenheid van het VIS zijn gevestigd. De beheersautoriteit verzorgt het beheer van en het toezicht op de mailverzending, met inbegrip van het bijhouden van registratiebestanden.

De nationale SMTP-mailserverinfrastructuur wordt door elke lidstaat opgezet. De nationale mailserverinfrastructuur moet worden beschermd tegen ongeoorloofde toegang tot de berichten.

3.   Toepassingsoplossing

De toepassing van VIS-mail begint in fase 1 met inhoudelijke processen die ontwikkeld zijn met inachtneming van de technische oplossingen in het kader van VISION, teneinde een soepele overschakeling te garanderen van fase 1 naar fase 2, wanneer VIS-mail in de plaats komt van VISION.

De technische specificaties van de VIS-mailfuncties moeten onafhankelijk zijn van de juridische aspecten van de consulaire samenwerking en de visumprocedures.


(1)  Dit netwerk wordt gebruikt voor raadplegingen tussen lidstaten, met inbegrip van vertegenwoordiging, en voor de uitwisseling van de informatie dat een visum met territoriaal beperkte geldigheid is afgegeven.

(2)  Dat het mechanisme voor VIS-mail kan worden gebruikt duidt op de facultatieve aard van het gebruik van het mechanisme; de beschikbaarheid van het mechanisme is echter niet meer facultatief zodra ten minste één lidstaat het wenst te gebruiken.