5.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 61/6


VERORDENING (EG) Nr. 177/2008 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 20 februari 2008

tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor ondernemingsregisters voor statistische doeleinden en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2186/93 van de Raad

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 285, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EEG) nr. 2186/93 van de Raad (2) werd een gemeenschappelijk kader vastgesteld voor de opstelling van ondernemingsregisters voor statistische doeleinden waarvoor de definities, de kenmerken, het waarnemingsgebied en de bijwerkingsprocedures werden geharmoniseerd. Een nieuwe verordening is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de ondernemingregisters zich in een geharmoniseerd kader verder kunnen ontwikkelen.

(2)

Verordening (EEG) nr. 696/93 van de Raad van 15 maart 1993 inzake de statistische eenheden voor waarneming en analyse van het productiestelsel in de Gemeenschap (3) bevat de definities van de te gebruiken statistische eenheden. Door de interne markt is in de Gemeenschap de behoefte ontstaan aan een betere statistische vergelijkbaarheid. Daartoe moeten gemeenschappelijke definities en omschrijvingen worden vastgesteld voor ondernemingen en andere relevante statistische eenheden die moeten worden bestreken.

(3)

Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 van de Raad van 20 december 1996 inzake structurele bedrijfsstatistieken (4) en Verordening (EG) nr. 1165/98 van de Raad van 19 mei 1998 inzake kortetermijnstatistieken (5) hebben een gemeenschappelijk kader voor het verzamelen, opstellen, toezenden en evalueren van communautaire statistieken over de structuur, de activiteiten, het concurrentievermogen en de prestaties van ondernemingen in de Gemeenschap vastgesteld. Ondernemingsregisters voor statistische doeleinden zijn een basiselement van een dergelijk gemeenschappelijk kader; zij bieden een geharmoniseerd steekproefkader dat de organisatie en coördinatie van statistische enquêtes mogelijk maakt.

(4)

Ondernemingsregisters zijn een van de methoden waarmee de tegenstrijdige behoeften aan meer informatie over ondernemingen enerzijds en vermindering van hun administratieve lasten anderzijds met elkaar in overeenstemming kunnen worden gebracht, in het bijzonder wanneer voor middelgrote, kleine en micro-ondernemingen zoals gedefinieerd in Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie (6), gebruik wordt gemaakt van informatie die al in administratieve en juridische registers aanwezig is.

(5)

Bij Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek (7) is een kader ingesteld voor de vaststelling van een communautair statistisch programma en een gemeenschappelijk kader gecreëerd voor statistische betrouwbaarheid.

(6)

De speciale voorschriften voor de verwerking van gegevens in het kader van het communautair statistisch programma laten Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (8) onverlet.

(7)

Ondernemingsregisters voor statistische doeleinden zijn de belangrijkste bron van informatie over de bedrijvendemografie, aangezien hierin gegevens worden bijgehouden over de oprichting en sluiting van bedrijven en over structurele veranderingen in de economie door concentratie of deconcentratie ten gevolge van fusies, overnamen, opsplitsingen, afsplitsingen en herstructureringen.

(8)

Ondernemingsregisters verschaffen de basisinformatie die benodigd is om tegemoet te komen aan de grote beleidsaandacht voor plattelandsontwikkeling, niet alleen ten aanzien van de landbouw zelf, maar ook ten aanzien van de steeds vaker voorkomende combinatie van landbouw met andere activiteiten die buiten beschouwing blijven in de op productbasis opgestelde landbouwstatistieken.

(9)

Overheidsbedrijven spelen een belangrijke rol in de nationale economieën van de lidstaten. Richtlijn 80/723/EEG van de Commissie van 25 juni 1980 betreffende de doorzichtigheid in de financiële betrekkingen tussen lidstaten en openbare bedrijven (9) is van toepassing op bepaalde soorten overheidsbedrijven. Overheidsbedrijven en openbare lichamen moeten dan ook duidelijk herkenbaar zijn in ondernemingsregisters, waartoe gebruik kan worden gemaakt van de classificatie van institutionele sectoren.

(10)

Informatie over zeggenschapsrelaties tussen juridische eenheden is noodzakelijk om de ondernemingengroepen te definiëren, de ondernemingen correct af te bakenen, grote en complexe eenheden te profileren en onderzoek te doen naar de concentratie op specifieke markten. Informatie over ondernemingengroepen verhoogt de kwaliteit van de ondernemingsregisters en kan worden gebruikt om het risico te beperken dat vertrouwelijke gegevens openbaar worden gemaakt. Sommige financiële gegevens zijn vaak zinvoller op het niveau van de ondernemingengroep of ondernemingensubgroep dan op het niveau van de onderneming en zijn wellicht ook alleen op groep- of subgroepniveau beschikbaar. Als ondernemingengroepen worden geregistreerd, kunnen enquêtes zo nodig direct tot de groep worden gericht in plaats van tot de samenstellende ondernemingen, wat de responslast aanzienlijk kan verminderen. Voor de registratie van ondernemingengroepen moeten de ondernemingsregisters verder worden geharmoniseerd.

(11)

De toenemende mondialisering van de economie vormt momenteel een uitdaging bij de productie van verscheidene statistieken. Wanneer ook gegevens van multinationale ondernemingengroepen worden geregistreerd, kunnen de ondernemingsregisters een basisinstrument zijn voor de verbetering van vele statistieken over aspecten van de mondialisering: internationale handel in goederen en diensten, betalingsbalans, directe buitenlandse investeringen, buitenlandse filialen, onderzoek, ontwikkeling en innovatie en de internationale arbeidsmarkt. De meeste van deze statistieken omvatten de gehele economie, zodat alle economische sectoren in de ondernemingsregisters moeten worden opgenomen.

(12)

Ingevolge artikel 3, lid 2, van Verordening (Euratom, EEG) nr. 1588/90 van de Raad van 11 juni 1990 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen (10) kunnen de nationale regels inzake de statistische geheimhouding niet worden ingeroepen tegen toezending van vertrouwelijke statistische gegevens aan de communautaire instantie (Eurostat) wanneer een besluit van Gemeenschapsrecht betreffende de communautaire statistiek in toezending van deze gegevens voorziet.

(13)

Teneinde de naleving van de in deze verordening vastgestelde verplichtingen te waarborgen, kan het noodzakelijk zijn dat de nationale instanties die voor de verzameling van de gegevens in de lidstaten verantwoordelijk zijn, toegang hebben tot administratieve gegevensbronnen zoals registers van belastingdiensten en instellingen voor sociale zekerheid, nationale centrale banken en andere overheidsinstellingen en tot andere gegevensbanken die informatie over grensoverschrijdende transacties en posities bevatten, wanneer deze gegevens voor de productie van communautaire statistieken noodzakelijk zijn.

(14)

Bij Verordening (EG) nr. 184/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 12 januari 2005 betreffende de communautaire statistiek inzake de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen (11) is een gemeenschappelijk kader gecreëerd voor het opstellen, toezenden en evalueren van communautaire statistieken.

(15)

De voor de uitvoering van deze verordening noodzakelijke maatregelen dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (12).

(16)

In het bijzonder moet de Commissie de bevoegdheid worden gegeven om een besluit te nemen over de opname van zeer kleine ondernemingen en geheel in één land gevestigde ondernemingengroepen, om de in de bijlage opgenomen lijst definities en continuïteitsregels van de registerkenmerken bij te werken, om gemeenschappelijke kwaliteitsnormen en de inhoud en de frequentie van de kwaliteitsrapporten vast te stellen en om voorschriften voor de bijwerking van registers aan te nemen. Daar het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van deze verordening of ter aanvulling van deze verordening met nieuwe niet-essentiële onderdelen, moeten zij worden vastgesteld volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG bepaalde regelgevingsprocedure met toetsing.

(17)

Verordening (EEG) nr. 2186/93 moet bijgevolg worden ingetrokken.

(18)

Het bij Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad (13) opgerichte Comité statistisch programma is geraadpleegd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Doel

Bij deze verordening wordt een gemeenschappelijk kader voor ondernemingsregisters voor statistische doeleinden in de Gemeenschap vastgesteld.

De lidstaten leggen een of meer geharmoniseerde registers voor statistische doeleinden aan als hulpmiddel bij de voorbereiding en coördinatie van enquêtes, als informatiebron voor statistische analysen van de bedrijvenpopulatie en -demografie, voor de aanwending van administratieve gegevens en voor de identificatie en samenstelling van statistische eenheden.

Artikel 2

Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a)

„juridische eenheid”, „onderneming”, „lokale eenheid” of „ondernemingengroep”: een juridische eenheid, een onderneming, een lokale eenheid of een ondernemingengroep in de zin van de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 696/93;

b)

„nationale instanties”: de instanties in de zin van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 322/97;

c)

„statistische doeleinden”: statistische doeleinden in de zin van artikel 2, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 1588/90;

d)

„multinationale ondernemingengroep”: een ondernemingengroep met ten minste twee ondernemingen of juridische eenheden die in verschillende landen zijn gevestigd;

e)

„partiële ondernemingengroep”: de ondernemingen en juridische eenheden van een multinationale ondernemingengroep die in hetzelfde land zijn gevestigd. De partiële ondernemingengroep kan uit maar een eenheid bestaan indien de andere eenheden van de groep niet in hetzelfde land zijn gevestigd. Een onderneming kan de partiële ondernemingengroep zijn of er deel van uitmaken.

Artikel 3

Toepassingsgebied

1.   Overeenkomstig de definities van artikel 2 en behoudens de in dit artikel genoemde beperkingen, worden in het register opgenomen:

a)

alle ondernemingen die een economische activiteit verrichten die bijdraagt tot het bruto binnenlands product (bbp), en hun lokale eenheden;

b)

de juridische eenheden waaruit die ondernemingen bestaan;

c)

partiële ondernemingengroepen en multinationale ondernemingengroepen, en

d)

geheel in één land gevestigde ondernemingengroepen.

2.   Niet in het in lid 1 bedoelde register opgenomen worden huishoudens voor zover hun productie van goederen en diensten voor eigen verbruik bestemd is of de verhuur van eigen onroerend goed betreft.

3.   Lokale eenheden zonder eigen rechtspersoonlijkheid (filialen) die van buitenlandse ondernemingen afhankelijk zijn en overeenkomstig het Europees rekeningenstelsel 1995 ingevoerd bij Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni 1996 inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap (14) en het Systeem van nationale rekeningen 1993 van de Verenigde Naties als quasi-vennootschappen zijn ingedeeld, worden in de ondernemingsregisters als ondernemingen behandeld.

4.   Identificatie van de ondernemingengroep is mogelijk via de zeggenschapsrelaties tussen haar juridische eenheden. Voor de afbakening van de ondernemingengroepen wordt de definitie van zeggenschap, zoals opgenomen in punt 2.26 van bijlage A bij Verordening (EG) nr. 2223/96, gebruikt.

5.   Deze verordening is alleen van toepassing op eenheden die uitsluitend of gedeeltelijk economische activiteiten verrichten. Activiteiten die bestaan in het aanbieden van goederen en diensten op een markt worden als economische activiteit beschouwd. Daarnaast worden niet-marktdiensten die tot het bbp bijdragen en het rechtstreeks of onrechtstreeks bezit van actieve juridische eenheden voor de ondernemingsregisters als economische activiteit beschouwd. Juridische eenheden zonder economische activiteit maken alleen in combinatie met economisch actieve juridische eenheden deel uit van een onderneming.

6.   Maatregelen die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen en die betrekking hebben op de vraag in hoeverre ondernemingen die minder dan een halve werknemer in dienst hebben en ondernemingengroepen die geheel in één land zijn gevestigd en geen statistisch belang voor de lidstaten hebben, in de registers moeten worden opgenomen en hoe de met de eenheden voor landbouwstatistieken overeenkomende eenheden moeten worden gedefinieerd, worden vastgesteld volgens de in artikel 16, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

Artikel 4

Gegevensbronnen

1.   Op voorwaarde dat aan de in artikel 6 genoemde kwaliteitsnormen wordt voldaan, kunnen de lidstaten voor de verzameling van de bij deze verordening vereiste gegevens alle door hen relevant geachte bronnen gebruiken. Voor zover zij binnen hun bevoegdheden handelen, mogen de nationale instanties voor statistische doeleinden de onder deze verordening vallende informatie verzamelen die opgenomen is in administratieve en juridische bestanden.

2.   Wanneer de vereiste gegevens niet tegen redelijke kosten kunnen worden verzameld, kunnen de nationale instanties gebruikmaken van statistische schattingsprocedures, mits zij hierbij de nauwkeurigheids- en kwaliteitscriteria in acht nemen.

Artikel 5

Kenmerken van het register

1.   De in de registers opgenomen eenheden krijgen een identificatienummer en worden beschreven aan de hand van de in de bijlage opgenomen gegevens.

2.   De maatregelen die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen en die betrekking hebben op de bijwerking van de lijst van kenmerken en de vaststelling van de kenmerken en continuïteitsregels, worden vastgesteld volgens de in artikel 16, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

Artikel 6

Kwaliteitsnormen en -rapporten

1.   De lidstaten nemen alle nodige maatregelen om de kwaliteit van de ondernemingsregisters te waarborgen.

2.   De lidstaten dienen desgevraagd bij de Commissie (Eurostat) een rapport in over de kwaliteit van hun ondernemingsregisters (hierna „kwaliteitsrapport” genoemd).

3.   De maatregelen die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen en die de gemeenschappelijke kwaliteitsnormen, alsmede de inhoud en de frequentie van de kwaliteitsrapporten betreffen, worden vastgesteld volgens de in artikel 16, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing, waarbij rekening wordt gehouden met de kosten van het opstellen van de gegevens.

4.   De lidstaten stellen de Commissie (Eurostat) in kennis van belangrijke methodische of andere veranderingen die van invloed kunnen zijn op de kwaliteit van de ondernemingsregisters, zodra dergelijke veranderingen bekend zijn en in elk geval niet later dan zes maanden nadat zij van kracht zijn geworden.

5.   De Commissie legt het Europees Parlement en de Raad een verslag voor over de tenuitvoerlegging van deze verordening, waarin speciaal aandacht wordt besteed aan de kosten van het statistisch systeem, de lasten voor het bedrijfsleven en de baten.

Artikel 7

Handleiding met aanbevelingen

De Commissie geeft een handleiding met aanbevelingen voor ondernemingsregisters uit. De handleiding zal in nauwe samenwerking met de lidstaten worden bijgewerkt.

Artikel 8

Referentieperiode en frequentie

1.   De registers worden ten minste een keer per jaar bijgewerkt wat de opnemingen in en de verwijderingen uit het register betreft.

2.   De frequentie waarmee de registers worden bijgewerkt, wordt bepaald door het soort eenheid, de beschouwde variabele, de grootte van de eenheid en de bron die doorgaans voor de bijwerking wordt gebruikt.

3.   Maatregelen die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen en die de regels voor bijwerking betreffen, worden vastgesteld volgens de in artikel 16, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

4.   De lidstaten maken aan het eind van elk jaar een kopie die de staat van het register weergeeft, en bewaren deze kopie ten minste 30 jaar voor analysedoeleinden.

Artikel 9

Toezending van de rapporten

1.   De lidstaten voeren statistische analysen van de registers uit en zenden de informatie aan de Commissie (Eurostat) in een formaat en volgens een procedure die overeenkomstig de regelgevingsprocedure bedoeld in artikel 16, lid 2, door de Commissie worden vastgesteld.

2.   De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) desgevraagd alle in verband met de uitvoering van deze verordening in hun land dienstige informatie.

Artikel 10

Uitwisseling van vertrouwelijke gegevens tussen de lidstaten

Vertrouwelijke gegevens mogen, uitsluitend voor statistische doeleinden en in overeenstemming met de nationale wetgeving, tussen de bevoegde nationale instanties van lidstaten worden uitgewisseld, wanneer dit noodzakelijk is om de kwaliteit van de gegevens over multinationale ondernemingengroepen in de Europese Unie te waarborgen. Nationale centrale banken kunnen, in overeenstemming met de nationale wetgeving, aan deze uitwisseling deelnemen.

Artikel 11

Uitwisseling van vertrouwelijke gegevens tussen de Commissie (Eurostat) en lidstaten

1.   De nationale instanties zenden de Commissie (Eurostat) individuele gegevens over multinationale ondernemingengroepen en hun samenstellende eenheden, zoals omschreven in de bijlage, teneinde uitsluitend voor statistische doeleinden bestemde informatie te verstrekken over multinationale groepen in de Europese Unie.

2.   Om te waarborgen dat de uitsluitend voor statistische doeleinden bestemde gegevensbestanden consistent zijn, zendt de Commissie (Eurostat) aan de bevoegde nationale instanties van elke lidstaat gegevens over een multinationale ondernemingengroep en zijn samenstellende eenheden toe, wanneer ten minste één juridische eenheid van deze groep op hun grondgebied is gevestigd.

3.   Teneinde te waarborgen dat de krachtens dit artikel toegezonden gegevens uitsluitend worden gebruikt voor statistische doeleinden worden het formaat, de beveiligings- en vertrouwelijkheidsmaatregelen en de procedure voor de toezending van de gegevens over de afzonderlijke eenheden aan de Commissie (Eurostat) en van de gegevens over multinationale ondernemingengroepen aan de bevoegde nationale instanties vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure bedoeld in artikel 16, lid 2.

Artikel 12

Uitwisseling van vertrouwelijke gegevens tussen de Commissie (Eurostat) en centrale banken

1.   Vertrouwelijke gegevens mogen ter uitvoering van deze verordening uitsluitend voor statistische doeleinden tussen de Commissie (Eurostat) en de nationale centrale banken en tussen de Commissie (Eurostat) en de Europese Centrale Bank worden uitgewisseld, wanneer dit noodzakelijk is om de kwaliteit van de gegevens over multinationale ondernemingengroepen in de Europese Unie te waarborgen en de bevoegde nationale instantie haar uitdrukkelijke toestemming heeft verleend voor de uitwisseling.

2.   Teneinde te waarborgen dat de krachtens dit artikel toegezonden gegevens uitsluitend voor statistische doeleinden worden gebruikt, worden formaat, beveiligings- en vertrouwelijkheidsmaatregelen alsmede de procedure voor toezending van gegevens over multinationale ondernemingengroepen aan de nationale centrale banken en de Europese Centrale Bank, vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure bedoeld in artikel 16, lid 2.

Artikel 13

Vertrouwelijkheid en toegang tot identificeerbare gegevens

1.   Wanneer de Commissie (Eurostat), de nationale instanties, de nationale centrale banken en de Europese Centrale Bank vertrouwelijke gegevens ontvangen ingevolge de artikelen 10, 11 en 12, behandelen zij deze informatie vertrouwelijk overeenkomstig Verordening (EG) nr. 322/97.

2.   In het kader van deze verordening en niettegenstaande artikel 14 van Verordening (EG) nr. 322/97 mogen vertrouwelijke gegevens tussen de nationale instanties en de Commissie (Eurostat) worden overgedragen wanneer deze overdracht noodzakelijk is voor de productie van specifieke communautaire statistieken. Voor elke andere overdracht moet de nationale instantie die de gegevens heeft verzameld, haar uitdrukkelijke toestemming verlenen.

Artikel 14

Overgangsperiode en afwijkingen

Wanneer een ingrijpende aanpassing van de ondernemingsregisters vereist is, kan de Commissie op verzoek van een lidstaat een afwijking toestaan voor een overgangsperiode tot uiterlijk 25 maart 2010.

Voor landbouw, bosbouw en visserij, openbaar bestuur en defensie en verplichte sociale zekerheid, alsmede voor de aanvullende kenmerken van ondernemingengroepen, kan de Commissie op verzoek van een lidstaat een afwijking voor een overgangsperiode tot uiterlijk 25 maart 2013 toestaan.

Artikel 15

Uitvoeringsmaatregelen

1.   De onderstaande maatregelen die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, onder meer door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 16, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing:

a)

de opname van zeer kleine ondernemingen en geheel in één land gevestigde ondernemingengroepen overeenkomstig artikel 3, lid 6;

b)

de bijwerking van de in de bijlage opgenomen lijst van registerkenmerken en van de desbetreffende definities en continuïteitsregels overeenkomstig artikel 5, waarbij het beginsel in aanmerking wordt genomen dat de baten van de bijwerking groter moeten zijn dan de kosten, alsmede het beginsel dat de extra middelen die worden ingezet zowel voor de lidstaten als voor de ondernemingen redelijk moeten blijven;

c)

de vaststelling van gemeenschappelijke kwaliteitsnormen, alsmede de inhoud en de frequentie van de kwaliteitsverslagen overeenkomstig artikel 6, lid 3, en

d)

de regels voor de bijwerking van de registers overeenkomstig artikel 8, lid 3.

2.   Maatregelen aangaande het onderstaande worden vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure bedoeld in artikel 16, lid 2:

a)

de toezending van informatie voortvloeiend uit de statistische analyse van registers, overeenkomstig artikel 9;

b)

de toezending van gegevens over de afzonderlijke eenheden van multinationale ondernemingengroepen tussen de Commissie (Eurostat) en de lidstaten overeenkomstig artikel 11;

c)

de toezending van gegevens over multinationale ondernemingengroepen tussen de Commissie (Eurostat) en centrale banken overeenkomstig artikel 12.

Artikel 16

Comité

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het Comité statistisch programma.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

3.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

Artikel 17

Intrekking

Verordening (EEG) nr. 2186/93 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening.

Artikel 18

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 20 februari 2008.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

H.-G. PÖTTERING

Voor de Raad

De voorzitter

J. LENARČIČ


(1)  Advies van het Europees Parlement van 1 juni 2006 (PB C 298 E van 8.12.2006, blz. 127), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 21 mei 2007 (PB C 193 E van 21.8.2007, blz. 1) en standpunt van het Europees Parlement van 25 oktober 2007 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 21 januari 2008.

(2)  PB L 196 van 5.8.1993, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(3)  PB L 76 van 30.3.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003.

(4)  PB L 14 van 17.1.1997, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).

(5)  PB L 162 van 5.6.1998, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1893/2006.

(6)  PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36.

(7)  PB L 52 van 22.2.1997, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003.

(8)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003.

(9)  PB L 195 van 29.7.1980, blz. 35. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/81/EG (PB L 312 van 29.11.2005, blz. 47).

(10)  PB L 151 van 15.6.1990, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003.

(11)  PB L 35 van 8.2.2005, blz. 23. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 602/2006 van de Commissie (PB L 106 van 19.4.2006, blz. 10).

(12)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. Besluit gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG (PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11).

(13)  PB L 181 van 28.6.1989, blz. 47.

(14)  PB L 310 van 30.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1392/2007 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 324 van 10.12.2007, blz. 1).


BIJLAGE

De ondernemingsregisters bevatten voor elke eenheid de volgende informatie. De informatie hoeft niet voor elke eenheid afzonderlijk te worden opgeslagen indien zij uit de informatie over een andere eenheid of andere eenheden kan worden afgeleid.

Ongemerkte onderdelen zijn verplicht, onderdelen die voorzien zijn van de aanduiding „voorwaardelijk” zijn verplicht als ze beschikbaar zijn in de lidstaat en onderdelen die voorzien zijn van de aanduiding „facultatief” worden aanbevolen.

1.

JURIDISCHE EENHEID

IDENTIFICATIEKENMERKEN

1.1.

 

Identificatienummer

 

1.2a.

 

Naam

 

1.2b.

 

Volledig adres (inclusief postcode)

 

1.2c.

Facultatief

Telefoon- en faxnummers, e-mailadres en informatie waardoor gegevens elektronisch kunnen worden verzameld

 

1.3.

 

Btw-registratienummer of, als dat niet beschikbaar is, een ander administratief identificatienummer

DEMOGRAFISCHE KENMERKEN

1.4.

 

Datum van juridische oprichting (rechtspersonen) of van administratieve erkenning als economisch subject (natuurlijke personen)

 

1.5.

 

Datum waarop de juridische eenheid ophield tot een onderneming te behoren (zoals kenbaar gemaakt in 3.3)

ECONOMISCHE/STRATIFICATIEKENMERKEN

1.6.

 

Rechtsvorm

VERBINDINGEN MET ANDERE REGISTERS

 

 

Verwijzing naar verwante registers met voor statistische doeleinden bruikbare informatie, waarin de juridische eenheid is opgenomen

 

1.7a.

 

Verwijzing naar het register van deelnemers aan het intracommunautaire goederenverkeer dat overeenkomstig Verordening (EG) nr. 638/2004 (1) is aangelegd, alsmede verwijzing naar douaneregisters of naar het register van deelnemers aan het extracommunautaire goederenverkeer

 

1.7b.

Facultatief

Verwijzing naar balansgegevens (voor eenheden die jaarrekeningen moeten bekendmaken); verwijzing naar het register van betalingsbalansen of het register van directe buitenlandse investeringen; verwijzing naar het register van landbouwbedrijven

Aanvullende kenmerken voor juridische eenheden die deel uitmaken van een tot een ondernemingengroep behorende onderneming

BAND MET ONDERNEMINGENGROEP

1.8.

 

Identificatienummer van de geheel in één land gevestigde/partiële ondernemingengroep (4.1) waarvan de eenheid deel uitmaakt

 

1.9.

 

Datum van toetreding tot de geheel in één land gevestigde/partiële ondernemingengroep

 

1.10.

 

Datum van afscheiding van de geheel in één land gevestigde/partiële ondernemingengroep

ZEGGENSCHAP VAN EENHEDEN

 

 

De zeggenschapsrelaties van de ingezeten eenheden kunnen top-down (1.11a) of bottom-up (1.11b) worden geregistreerd. Voor elke eenheid wordt alleen het eerste, directe of indirecte, hiërarchische niveau geregistreerd (de hele zeggenschapsketen wordt verkregen door deze gegevens te combineren)

 

1.11a.

 

Identificatienummer(s) van de ingezeten juridische eenheid (eenheden) waarover de juridische eenheid zeggenschap heeft

 

1.11b.

 

Identificatienummer van de ingezeten juridische eenheid die zeggenschap heeft over de juridische eenheid

 

1.12a.

 

Land(en) van registratie en identificatienummer(s) of naam (namen) en adres(sen) van de niet-ingezeten juridische eenheid (eenheden) waarover de juridische eenheid zeggenschap heeft

 

1.12b.

Voorwaardelijk

Btw-nummer(s) van de niet-ingezeten juridische eenheid (eenheden) waarover de juridische eenheid zeggenschap heeft

 

1.13a.

 

Land van registratie en identificatienummer of naam en adres van de niet-ingezeten juridische eenheid die zeggenschap heeft over de juridische eenheid

 

1.13b.

Voorwaardelijk

Btw-nummer van de niet-ingezeten juridische eenheid die zeggenschap heeft over de juridische eenheid

EIGENDOM VAN EENHEDEN

 

Voorwaardelijk

De eigendomsrelaties van de ingezeten eenheden kunnen top-down (1.14a) of bottom-up (1.14b) worden geregistreerd. Registratie van de gegevens en de voor het aandelenbezit toegepaste drempel hangen af van de beschikbaarheid van deze gegevens in administratieve bronnen.

De aanbevolen drempel is ten minste 10 % van de aandelen in rechtstreeks bezit

 

1.14a.

Voorwaardelijk

a)

Identificatienummer(s) en

b)

aandelen ( %)

van de ingezeten juridische eenheid (eenheden) die eigendom is (zijn) van de juridische eenheid

 

1.14b.

Voorwaardelijk

a)

Identificatienummer(s) en

b)

aandelen ( %)

van de ingezeten juridische eenheid (eenheden) die eigenaar is (zijn) van de juridische eenheid

 

1.15.

Voorwaardelijk

a)

Land(en) van registratie en

b)

identificatienummer(s) of naam (namen), adres(sen) en btw-nummer(s) en

c)

aandelen ( %)

van de niet-ingezeten juridische eenheid (eenheden) die eigendom is (zijn) van de juridische eenheid

 

1.16.

Voorwaardelijk

a)

Land(en) van registratie en

b)

identificatienummer(s) of naam (namen), adres(sen) en btw-nummer(s) en

c)

aandelen ( %)

van de niet-ingezeten juridische eenheid (eenheden) die eigenaar is (zijn) van de juridische eenheid

2.

LOKALE EENHEID

IDENTIFICATIEKENMERKEN

2.1.

 

Identificatienummer

 

2.2a.

 

Naam

 

2.2b.

 

Volledig adres (inclusief postcode)

 

2.2c.

Facultatief

Telefoon- en faxnummers, e-mailadres en informatie waardoor gegevens elektronisch kunnen worden verzameld

 

2.3.

 

Identificatienummer van de onderneming (3.1) waartoe de lokale eenheid behoort

DEMOGRAFISCHE KENMERKEN

2.4.

 

Datum van aanvang van de activiteiten

 

2.5.

 

Datum van definitieve stopzetting van de activiteiten

ECONOMISCHE/STRATIFICATIEKENMERKEN

2.6.

 

Hoofdactiviteit volgens de viercijfercode van de NACE

 

2.7.

Voorwaardelijk

Eventuele nevenactiviteiten volgens de viercijfercode van de NACE; dit geldt alleen voor lokale eenheden die voorwerp van een enquête zijn

 

2.8.

Facultatief

Is de in de lokale eenheid uitgevoerde activiteit een hulpactiviteit van de onderneming waartoe zij behoort? (ja/neen)

 

2.9.

 

Aantal werkzame personen

 

2.10a.

 

Aantal werknemers

 

2.10b.

Facultatief

Aantal werknemers in voltijdequivalenten

 

2.11.

 

Code geografische locatie

VERBINDINGEN MET ANDERE REGISTERS

2.12.

Voorwaardelijk

Verwijzing naar verwante registers met voor statistische doeleinden bruikbare informatie, waarin de lokale eenheid is opgenomen (indien dergelijke registers bestaan)

3.

ONDERNEMING

IDENTIFICATIEKENMERKEN

3.1.

 

Identificatienummer

 

3.2a.

 

Naam

 

3.2b.

Facultatief

Postadres, e-mailadres en webadres

 

3.3.

 

Identificatienummer(s) van de juridische eenheid (eenheden) waaruit de onderneming bestaat

DEMOGRAFISCHE KENMERKEN

3.4.

 

Datum van aanvang van de activiteiten

 

3.5.

 

Datum van definitieve stopzetting van de activiteiten

ECONOMISCHE/STRATIFICATIEKENMERKEN

3.6.

 

Hoofdactiviteit volgens de viercijfercode van de NACE

 

3.7.

Voorwaardelijk

Eventuele nevenactiviteiten volgens de viercijfercode van de NACE; dit geldt alleen voor ondernemingen die voorwerp van een enquête zijn

 

3.8.

 

Aantal werkzame personen

 

3.9a.

 

Aantal werknemers

 

3.9b.

Facultatief

Aantal werknemers in voltijdequivalenten

 

3.10a.

 

Omzet, behalve als bedoeld in 3.10b

 

3.10b.

Facultatief

Omzet voor landbouw, jacht en bosbouw, visserij, openbaar bestuur en defensie, verplichte sociale zekerheid, privé-huishoudens met personeel en extra-territoriale organisaties

 

3.11.

 

Institutionele sector en subsector overeenkomstig het Europees systeem van rekeningen

Aanvullende kenmerken voor tot een ondernemingengroep behorende ondernemingen

BAND MET ONDERNEMINGENGROEP

3.12.

Identificatienummer van de geheel in één land gevestigde/partiële ondernemingengroep (4.1) waarvan de onderneming deel uitmaakt

4.

ONDERNEMINGENGROEP

IDENTIFICATIEKENMERKEN

4.1.

 

Identificatienummer van de geheel in één land gevestigde/partiële ondernemingengroep

 

4.2a.

 

Naam van de geheel in één land gevestigde/partiële ondernemingengroep

 

4.2b.

Facultatief

Postadres, e-mailadres en webadres van het hoofdkantoor van de ingezeten/partiële ondernemingengroep

 

4.3.

Ten dele verplicht

Identificatienummer van het hoofd van de geheel in één land gevestigde partiële ondernemingengroep (d.w.z. het identificatienummer van de juridische eenheid die aan het hoofd van de ingezeten groep staat)

Verplicht: Indien de eenheid die zeggenschap heeft een natuurlijk persoon is die geen economisch subject is, wordt deze informatie alleen geregistreerd wanneer zij in de administratieve bronnen beschikbaar is

 

4.4.

 

Type ondernemingengroep:

1.

geheel in één land gevestigde ondernemingengroep;

2.

partiële groep met binnenlandse zeggenschap;

3.

partiële groep met buitenlandse zeggenschap

DEMOGRAFISCHE KENMERKEN

4.5.

 

Datum van vorming van de geheel in één land gevestigde/partiële ondernemingengroep

 

4.6.

 

Datum van ontbinding van de geheel in één land gevestigde/partiële ondernemingengroep

ECONOMISCHE/STRATIFICATIEKENMERKEN

4.7.

 

Hoofdactiviteit van de geheel in één land gevestigde/partiële ondernemingengroep volgens de tweecijfercode van de NACE

 

4.8.

Facultatief

Nevenactiviteiten van de geheel in één land gevestigde/partiële ondernemingengroep volgens de tweecijfercode van de NACE

 

4.9.

 

Aantal werkzame personen in de geheel in één land gevestigde/partiële ondernemingengroep

 

4.10.

Facultatief

Geconsolideerde omzet

Aanvullende kenmerken voor multinationale ondernemingengroepen (typen 2 en 3 in 4.4)

Registratie van de variabelen 4.11 en 4.12a is facultatief totdat overeenkomstig artikel 11 de toezending van gegevens over multinationale groepen ten uitvoer is gelegd.

IDENTIFICATIEKENMERKEN

4.11.

 

Identificatienummer van de internationale groep

 

4.12a.

 

Naam van de internationale groep

 

4.12b.

Facultatief

Land van registratie, postadres, e-mailadres en webadres van het hoofdkantoor van de internationale groep

 

4.13a.

 

Identificatienummer van het internationale groepshoofd, indien deze eenheid ingezeten is (d.w.z. het identificatienummer van de juridische eenheid die groepshoofd is). Indien het hoofd van de internationale groep niet ingezeten is, zijn land van registratie

 

4.13b.

Facultatief

Identificatienummer van het hoofd van de internationale groep of naam en adres als dit niet ingezeten is

ECONOMISCHE/STRATIFICATIEKENMERKEN

4.14.

Facultatief

Aantal werkzame personen in de gehele internationale groep

 

4.15.

Facultatief

Geconsolideerde omzet van de gehele internationale groep

 

4.16.

Facultatief

Land waar het beslissingscentrum van de internationale groep is gevestigd

 

4.17.

Facultatief

Landen waar ondernemingen of lokale eenheden zijn gevestigd


(1)  Verordening (EG) nr. 638/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de communautaire statistieken van het goederenverkeer tussen de lidstaten (PB L 102 van 7.4.2004, blz. 1).