7.11.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 298/9


RICHTLIJN 2008/92/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 22 oktober 2008

betreffende een communautaire procedure inzake de doorzichtigheid van de prijzen van gas en elektriciteit voor industriële eindverbruikers (herschikking)

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 285, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 90/377/EEG van de Raad van 29 juni 1990 betreffende een communautaire procedure inzake de doorzichtigheid van de prijzen van gas en elektriciteit voor industriële eindverbruikers (2) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (3). Aangezien de genoemde richtlijn opnieuw wordt gewijzigd, dient ter wille van de duidelijkheid tot herschikking van de betrokken bepalingen te worden overgegaan.

(2)

De doorzichtigheid van de energieprijzen is, in zoverre deze de voorwaarden versterkt die waarborgen dat de concurrentie op de gemeenschappelijke markt niet wordt vervalst, voor de verwezenlijking en de goede werking van de interne energiemarkt van essentieel belang.

(3)

Doorzichtigheid kan bijdragen tot de opheffing van eventuele discriminatie van de verbruikers doordat de vrije keuze van energievormen en leveranciers wordt bevorderd.

(4)

De mate van doorzichtigheid loopt naar energievorm en naar gelang van de lidstaten en regio’s van de Gemeenschap uiteen en dit brengt de verwezenlijking van een interne energiemarkt in gevaar.

(5)

De prijzen die de industrie van de Gemeenschap voor de door haar gebruikte energie betaalt, vormen echter één van de factoren die haar concurrentievermogen beïnvloeden en derhalve moet dienaangaande vertrouwelijkheid worden bewaard.

(6)

Het door het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen (Eurostat) in zijn publicaties inzake prijzen gehanteerde systeem van standaardverbruikers en het prijssysteem dat op de grote industriële verbruikers van elektriciteit wordt toegepast, zijn van dien aard dat de doorzichtigheid de bescherming van de vertrouwelijkheid niet in de weg staat.

(7)

Het is dienstig de categorieën verbruikers die door Eurostat worden gehanteerd, uit te breiden tot het maximale niveau waarop de representativiteit van de verbruikers nog gewaarborgd is.

(8)

Aldus zou de doorzichtigheid van de prijzen voor de eindverbruikers kunnen worden bereikt, zonder dat de noodzakelijke vertrouwelijkheid van de contracten in gevaar wordt gebracht. Teneinde de vertrouwelijkheid te eerbiedigen moet een bepaalde categorie ten minste drie verbruikers omvatten, om een prijs te kunnen bekendmaken.

(9)

Deze gegevens die betrekking hebben op het gas en de elektriciteit die door de industrie in het kader van het finale energieverbruik zijn verbruikt, zullen ook de vergelijking met de andere energiebronnen (aardolie, steenkool, fossiele en hernieuwbare energiebronnen) en de andere verbruikers mogelijk maken.

(10)

De bedrijven die gas en elektriciteit leveren, evenals de industriële gas- en elektriciteitsverbruikers, blijven — onafhankelijk van de toepassing van deze richtlijn — onderworpen aan de mededingingsregels van het Verdrag en de Commissie kan uit dien hoofde mededeling van prijzen en verkoopvoorwaarden verlangen.

(11)

De kennis van de geldende prijsstelsels vormt een onderdeel van de prijsdoorzichtigheid.

(12)

De kennis omtrent de onderverdeling van de verbruikers per categorie en van hun respectieve marktaandelen vormt eveneens een onderdeel van de prijsdoorzichtigheid.

(13)

De kennisgeving aan Eurostat van de prijzen en verkoopvoorwaarden voor de verbruikers, vergezeld van de mededeling van de geldende prijsstelsels en van de onderverdeling van de verbruikers in verbruikscategorieën, moet de Commissie in staat stellen in voorkomend geval op grond van deze informatie op de situatie van de interne energiemarkt afgestemde beleidsmaatregelen vast te stellen of voorstellen in te dienen.

(14)

De betrouwbaarheid van de aan Eurostat medegedeelde gegevens zal beter zijn gewaarborgd indien de ondernemingen zelf deze gegevens uitwerken.

(15)

Kennis van de belastingen en parafiscale heffingen is in elke lidstaat van belang voor het verzekeren van de doorzichtigheid van de prijzen.

(16)

Het is dienstig zich te voorzien van de middelen om de betrouwbaarheid van de aan Eurostat meegedeelde gegevens te controleren.

(17)

De verwezenlijking van de doorzichtigheid impliceert de bekendmaking en de zo ruim mogelijke verspreiding van prijzen en prijsstelsels onder de verbruikers.

(18)

Ten behoeve van de totstandbrenging van deze doorzichtigheid op het gebied van de energieprijzen, dient gebruik te worden gemaakt van de door Eurostat ontwikkelde en toegepaste methoden en verworven deskundigheid, zowel op het gebied van de verwerking en de controle van de correctheid van de gegevens als wat de publicatie ervan betreft.

(19)

Met het oog op de totstandbrenging van de interne energiemarkt, is het van belang dat het doorzichtigheidssysteem zo spoedig mogelijk operationeel wordt.

(20)

De uniforme tenuitvoerlegging van deze richtlijn kan in alle lidstaten eerst plaatsvinden wanneer de aardgasmarkt, met name de infrastructuur, een voldoende niveau van ontwikkeling heeft bereikt.

(21)

De voor de uitvoering van deze richtlijn vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (4).

(22)

In het bijzonder moet de Commissie de bevoegdheid worden gegeven in de bijlagen I en II de wijzigingen aan te brengen die nodig zijn wegens specifieke problemen. Daar het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn, moeten zij worden vastgesteld volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG bepaalde regelgevingsprocedure met toetsing.

(23)

Daar de in deze richtlijn opgenomen nieuwe onderdelen alleen de comitéprocedure betreffen, is omzetting ervan door de lidstaten niet nodig.

(24)

Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage III, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

De lidstaten treffen de nodige maatregelen om ervoor zorg te dragen dat de bedrijven die gas of elektriciteit aan industriële eindverbruikers als omschreven in de bijlagen I en II leveren, in de in artikel 3 vastgelegde vorm aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen (Eurostat) mededeling doen van:

1.

de verkoopprijzen en -voorwaarden die voor industriële eindverbruikers van gas en elektriciteit worden gehanteerd;

2.

de geldende prijsstelsels;

3.

de onderverdeling van de verbruikers en van de overeenkomstige volumes per verbruikscategorie, teneinde de representativiteit van deze categorieën op nationaal niveau te waarborgen.

Artikel 2

1.   De in artikel 1 bedoelde bedrijven nemen jaarlijks op 1 januari en 1 juli de in de punten 1 en 2 van dat artikel bedoelde gegevens op.

Zij delen deze gegevens, die overeenkomstig artikel 3 zijn uitgewerkt, binnen twee maanden mede aan Eurostat en aan de bevoegde instanties van de lidstaten.

2.   Op de grondslag van de in lid 1 bedoelde gegevens publiceert Eurostat jaarlijks, in mei en november, in een passende vorm, de prijzen van gas en elektriciteit voor industrieel gebruik in de lidstaten, alsmede de prijsstelsels aan de hand waarvan deze zijn vastgesteld.

3.   De in artikel 1, punt 3, bedoelde informatie wordt om de twee jaar aan Eurostat en aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten verstrekt.

Deze informatie wordt niet gepubliceerd.

Artikel 3

De uitvoeringsbepalingen betreffende de vorm en de inhoud alsmede alle andere kenmerken van de in artikel 1 bedoelde gegevens zijn opgenomen in de bijlagen I en II.

Artikel 4

Eurostat is gehouden de gegevens die uit hoofde van artikel 1 worden meegedeeld en die, vanwege hun aard, onder het bedrijfsgeheim van de ondernemingen kunnen vallen, niet bekend te maken. Dergelijke vertrouwelijke statistische gegevens die Eurostat worden toegezonden, zijn enkel toegankelijk voor ambtenaren van Eurostat en mogen alleen voor statistische doeleinden worden gebruikt.

De eerste alinea vormt echter geen beletsel voor de bekendmaking van dergelijke gegevens in een geaggregeerde vorm die identificatie van de afzonderlijke handelstransacties onmogelijk maakt.

Artikel 5

Wanneer Eurostat statistisch significante anomalieën of incoherenties in de uit hoofde van deze richtlijn meegedeelde gegevens vaststelt, kan het de nationale instanties verzoeken kennis te mogen nemen van de desbetreffende gegevens, in niet-geaggregeerde vorm, evenals van de berekeningswijzen en beoordelingsmethoden waarop de geaggregeerde gegevens zijn gebaseerd, teneinde als afwijkend beschouwde informatie te beoordelen of zelfs te corrigeren.

Artikel 6

De Commissie brengt in de bijlagen I en II de wijzigingen aan die nodig zijn gebleken wegens vastgestelde specifieke problemen. Deze wijzigingen die niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn beogen te wijzigingen, worden vastgesteld volgens de in artikel 7, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

Deze wijzigingen mogen evenwel alleen betrekking hebben op technische punten van de bijlagen I en II en mogen geen afbreuk doen aan de opzet van het stelsel in zijn geheel.

Artikel 7

1.   De Commissie wordt bijgestaan door een comité.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

Artikel 8

Eenmaal per jaar doet de Commissie aan het Europees Parlement, aan de Raad en aan het Europees Economisch en Sociaal Comité een beknopt verslag over de toepassing van deze richtlijn toekomen.

Artikel 9

Wat aardgas betreft, wordt deze richtlijn in een lidstaat eerst toegepast wanneer deze energievorm daar vijf jaar op de markt is.

De betrokken lidstaat deelt de datum waarop aardgas op de nationale markt beschikbaar is geworden, onverwijld in een kennisgeving aan de Commissie mee.

Artikel 10

Richtlijn 90/377/EEG, zoals gewijzigd bij de in bijlage III, deel A, genoemde besluiten, wordt ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage III, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde richtlijnen.

Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage IV.

Artikel 11

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 12

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Straatsburg, 22 oktober 2008.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

H.-G. PÖTTERING

Voor de Raad

De voorzitter

J.-P. JOUYET


(1)  Advies van het Europees Parlement van 17 juni 2008 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 25 september 2008.

(2)  PB L 185 van 17.7.1990, blz. 16.

(3)  Zie bijlage III, deel A.

(4)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.


BIJLAGE I

GASPRIJZEN

Gasprijzen voor industriële eindverbruikers (1) worden volgens de hierna uiteengezette methode verzameld en samengesteld.

a)

De mee te delen prijzen zijn de prijzen die worden betaald door industriële eindverbruikers die via gaspijpleidingen verdeeld gas aankopen voor eigen gebruik.

b)

Alle vormen van industrieel gasgebruik worden in aanmerking genomen. Consumenten die:

gas gebruiken voor de opwekking van elektriciteit in elektriciteitscentrales of WKK-installaties,

gas gebruiken voor niet energetische doeleinden (bv. in de chemische industrie),

meer dan 4 000 000 gigajoule (GJ) aan gas per jaar verbruiken,

zijn echter van het systeem uitgesloten.

c)

De geregistreerde prijzen zijn gebaseerd op een systeem van standaardverbruiksschijven, waarbij elke categorie overeenstemt met een bepaalde jaarlijkse verbruiksschijf.

d)

De prijzen worden tweemaal per jaar verzameld, aan het begin van elke periode van zes maanden (januari en juli), en hebben betrekking op de gemiddelde prijs die de industriële eindverbruikers gedurende de voorbije zes maanden voor gas hebben betaald. De eerste prijsgegevens die aan het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen (Eurostat) worden meegedeeld, hebben betrekking op de situatie op 1 januari 2008.

e)

De prijzen worden uitgedrukt in de nationale munteenheid, per gigajoule. De gebruikte eenheid van energie wordt gemeten op basis van de calorimetrische warmtewaarde (Gross Calorific Value, GCV).

f)

Alle kosten dienen in de prijs te zijn opgenomen: netwerktarieven plus verbruikte energie min eventuele kortingen of premies, plus andere heffingen (huur van de meter, vaste kosten enz.). De kosten van eerste aansluiting worden echter niet in de prijzen opgenomen.

g)

De prijzen moeten als nationale gemiddelden worden geregistreerd.

h)

De lidstaten zorgen voor de opstelling en toepassing van kostenefficiënte procedures om te garanderen dat het systeem voor het verzamelen van gegevens representatief is, uitgaande van de volgende regels:

de prijzen zijn gewogen gemiddelden, waarbij het marktaandeel van de onderzochte gasleveranciers als weegfactor wordt gebruikt. Alleen wanneer de gewogen gemiddelden niet kunnen worden berekend, worden wiskundige gemiddelden gehanteerd. De lidstaten dienen in elk geval te garanderen dat een representatief gedeelte van de nationale markt wordt onderzocht;

de marktaandelen dienen gebaseerd te zijn op de hoeveelheid gas die door de gasleveranciers wordt gefactureerd aan de industriële eindverbruikers. Indien mogelijk moeten de marktaandelen voor elke verbruikscategorie afzonderlijk worden berekend. De informatie die gebruikt wordt voor het berekenen van de gewogen gemiddelde prijzen wordt beheerd door de lidstaten, waarbij zij de voorschriften inzake vertrouwelijkheid in acht dienen te nemen;

teneinde de vertrouwelijkheid te bewaren, worden gegevens over de prijzen slechts meegedeeld indien er in de betrokken lidstaat in elke onder j) genoemde categorie ten minste drie eindverbruikers zijn.

i)

Er dient informatie over drie prijsniveaus te worden verstrekt:

de prijzen exclusief belastingen en heffingen;

de prijzen exclusief btw en andere terugvorderbare belastingen;

de prijzen inclusief alle belastingen, heffingen en btw.

j)

De gasprijzen worden onderzocht voor de volgende categorieën industriële eindverbruikers:

Industriële eindverbruiker

Jaarlijks gasverbruik (GJ)

Laagst

Hoogst

Verbruikscategorie-I1

 

< 1 000

Verbruikscategorie-I2

1 000

< 10 000

Verbruikscategorie-I3

10 000

< 100 000

Verbruikscategorie-I4

100 000

< 1 000 000

Verbruikscategorie-I5

1 000 000

<= 4 000 000

k)

Om de twee jaar, samen met het indienen van de prijsinformatie in januari, wordt informatie over het toepaste systeem voor het verzamelen van informatie meegedeeld aan Eurostat, met name: een beschrijving van het onderzoek, het toepassingsgebied daarvan (aantal onderzochte leveranciers, totaal vertegenwoordigd marktpercentage enz.) en de criteria die gebruikt zijn voor het berekenen van de gewogen gemiddelde prijzen en de totale verbruiksvolumen in elke verbruikscategorie. De eerste mededeling betreffende het systeem voor het verzamelen van informatie heeft betrekking op de situatie op 1 januari 2008.

l)

Eenmaal per jaar, samen met het indienen van de prijsinformatie in januari, wordt informatie over de belangrijkste gemiddelde kenmerken en factoren die een invloed hebben op de voor elke verbruikscategorie meegedeelde prijzen meegedeeld aan Eurostat.

De informatie heeft betrekking op:

de met elke gebruikscategorie overeenstemmende gemiddelde belastingsfactoren voor industriële eindverbruikers, berekend op basis van de totale geleverde energie en de gemiddelde maximale vraag,

een beschrijving van de kortingen voor onderbreekbare leveringen,

een beschrijving van de vaste kosten, kosten voor de huur van de meter en andere op nationaal niveau relevante heffingen.

m)

Eenmaal per jaar, samen met het indienen van de prijsinformatie in januari, wordt informatie verstrekt over de tarieven en de berekeningsmethode en wordt een beschrijving gegeven van de belastingen die worden geheven op de verkoop van gas aan industriële eindverbruikers. In die beschrijving moeten ook alle niet-fiscale heffingen ter dekking van systeemkosten en openbaredienstverplichtingen zijn opgenomen.

De beschrijving van de belastingen moet uit drie duidelijk onderscheiden delen bestaan:

belastingen, heffingen, niet-fiscale heffingen, vergoedingen en alle andere fiscale lasten die niet zijn geïdentificeerd in de facturen welke aan industriële eindverbruikers worden verstrekt. De in dit punt beschreven elementen worden opgenomen in de meegedeelde cijfers voor het prijsniveau: „Prijzen exclusief belastingen en heffingen”;

belastingen en heffingen die zijn geïdentificeerd op de facturen die aan industriële eindverbruikers worden verstrekt en die als niet-terugvorderbaar worden beschouwd. De in dit punt beschreven elementen worden derhalve opgenomen in de meegedeelde cijfers voor het prijsniveau: „Prijzen exclusief btw en andere terugvorderbare belastingen”;

belasting over de toegevoegde waarde (btw) en andere terugvorderbare belastingen die zijn geïdentificeerd in de facturen die aan industriële eindverbruikers worden verstrekt. De in dit punt beschreven elementen worden opgenomen in de meegedeelde cijfers voor het prijsniveau: „Prijzen inclusief alle belastingen, heffingen en btw”.

Overzicht van de bedoelde belastingen, heffingen, niet-fiscale heffingen, vergoedingen en fiscale lasten:

belasting over de toegevoegde waarde;

concessievergoedingen. Dit heeft meestal betrekking op licenties en vergoedingen voor het aanleggen van netwerken of andere gasvoorzieningen op gronden of publieke of private eigendommen;

milieubelastingen of -heffingen. Dit heeft meestal betrekking op het bevorderen van hernieuwbare energiebronnen of WKK of op het belasten van CO2-, SO2- of andere emissies die klimaatverandering in de hand werken;

andere belastingen of heffingen die verband houden met de energiesector: openbaredienstverplichtingen/belastingen of heffingen voor de financiering van regelgevende instanties op het gebied van energie enz.;

andere belastingen of heffingen die geen verband houden met de energiesector: nationale, lokale of regionale fiscale belastingen op energieverbruik, belastingen op gasdistributie enz.

Belastingen op inkomen, eigendom, brandstof voor motorvoertuigen, weggebruik, telecommunicatie-, radio- en reclamevergunningen, afval, enz. worden niet in aanmerking genomen en vallen niet onder deze beschrijving omdat ze ontegensprekelijk deel uitmaken van de kosten van de exploitanten en ook gelden voor andere bedrijfssectoren of activiteiten.

n)

In lidstaten waar één bedrijf instaat voor alle industriële leveringen, mag de informatie door dat bedrijf worden meegedeeld. In lidstaten waar meer dan een bedrijf actief is, moet de informatie door een onafhankelijk statistisch orgaan worden meegedeeld.


(1)  Industriële eindverbruikers kunnen ook andere niet-residentiële verbruikers omvatten.


BIJLAGE II

ELEKTRICITEITSPRIJZEN

De elektriciteitsprijzen voor industriële eindverbruikers (1) worden volgens de hierna uiteengezette methode verzameld en samengesteld.

a)

De mee te delen prijzen zijn de prijzen die worden betaald door industriële eindverbruikers die elektriciteit aankopen voor eigen gebruik.

b)

Alle vormen van industrieel elektriciteitsgebruik worden in aanmerking genomen.

c)

De geregistreerde prijzen zijn gebaseerd op een systeem van standaardverbruiksschijven, waarbij elke categorie overeenstemt met een bepaalde jaarlijkse verbruiksschijf.

d)

De prijzen worden tweemaal per jaar verzameld, aan het begin van elke periode van zes maanden (januari en juli), en hebben betrekking op de gemiddelde prijs die de industriële eindverbruikers gedurende de voorbije zes maanden voor elektriciteit hebben betaald. De eerste prijsgegevens die aan Eurostat worden meegedeeld, hebben betrekking op de situatie op 1 januari 2008.

e)

De prijzen worden uitgedrukt in de nationale munteenheid, per kWh.

f)

Alle kosten dienen in de prijs te zijn opgenomen: netwerktarieven plus verbruikte energie min eventuele kortingen of premies, plus andere heffingen (capaciteitsheffingen, vercommercialisering, huur van de meter enz.). De kosten van eerste aansluiting zijn echter niet in de prijzen opgenomen.

g)

De prijzen moeten als nationale gemiddelden worden geregistreerd.

h)

De lidstaten zorgen voor de opstelling en toepassing van kostenefficiënte procedures om te garanderen dat het systeem voor het verzamelen van gegevens representatief is, uitgaande van de volgende regels:

de prijzen zijn gewogen gemiddelden, waarbij het marktaandeel van de onderzochte elektriciteitsleveranciers als weegfactor wordt gebruikt. Alleen wanneer de gewogen gemiddelden niet kunnen worden berekend, worden wiskundige gemiddelden gehanteerd. De lidstaten dienen in elk geval te garanderen dat een representatief gedeelte van de nationale markt wordt onderzocht;

de marktaandelen dienen gebaseerd te zijn op de hoeveelheid elektriciteit die door de elektriciteitsleveranciers wordt gefactureerd aan de industriële eindverbruikers. Indien mogelijk moeten de marktaandelen voor elke verbruikscategorie afzonderlijk worden berekend. De informatie die gebruikt wordt voor het berekenen van de gewogen gemiddelde prijzen wordt beheerd door de lidstaten, waarbij zij de voorschriften inzake vertrouwelijkheid in acht dienen te nemen;

teneinde de vertrouwelijkheid te bewaren, worden gegevens over de prijzen slechts meegedeeld indien er in de betrokken lidstaat in elke onder j) genoemde categorie ten minste drie eindverbruikers zijn.

i)

Er dient informatie over drie prijsniveaus te worden verstrekt:

de prijzen exclusief belastingen en heffingen;

de prijzen exclusief btw en andere terugvorderbare belastingen;

de prijzen inclusief alle belastingen, heffingen en btw.

j)

De elektriciteitsprijzen worden onderzocht voor de volgende categorieën industriële eindverbruikers:

Industriële eindverbruiker

Jaarlijks elektriciteitsverbruik (MWh)

Laagst

Hoogst

Verbruikscategorie-IA

 

< 20

Verbruikscategorie-IB

20

< 500

Verbruikscategorie-IC

500

< 2 000

Verbruikscategorie-ID

2 000

< 20 000

Verbruikscategorie-IE

20 000

< 70 000

Verbruikscategorie-IF

70 000

≤ 150 000

k)

Om de twee jaar, samen met het indienen van de prijsinformatie in januari, wordt informatie over het toepaste systeem voor het verzamelen van informatie meegedeeld aan Eurostat, met name: een beschrijving van het onderzoek, het toepassingsgebied daarvan (aantal onderzochte leveranciers, totaal vertegenwoordigd marktpercentage enz.) en de criteria die gebruikt zijn voor het berekenen van de gewogen gemiddelde prijzen en de totale verbruiksvolumen in elke verbruikscategorie. De eerste mededeling betreffende het systeem voor het verzamelen van informatie heeft betrekking op de situatie op 1 januari 2008.

l)

Eenmaal per jaar, samen met het indienen van de prijsinformatie in januari, wordt informatie over de belangrijkste kenmerken en factoren die een invloed hebben op de voor elke verbruikcategorie meegedeelde prijzen meegedeeld aan Eurostat.

De informatie heeft betrekking op:

de met elke gebruikscategorie overeenstemmende gemiddelde belastingsfactoren voor industriële eindverbruikers, berekend op basis van de totale geleverde energie en de gemiddelde maximale vraag;

een tabel met de voltagebeperkingen in elk land;

een beschrijving van de vaste kosten, kosten voor de huur van de meter en andere heffingen op nationaal niveau.

m)

Eenmaal per jaar, samen met het indienen van de prijsinformatie in januari, wordt informatie verstrekt over de tarieven en de berekeningsmethode en wordt een beschrijving gegeven van de belastingen die worden geheven op de verkoop van elektriciteit aan industriële eindverbruikers. In die beschrijving moeten ook alle niet-fiscale heffingen ter dekking van systeemkosten en openbaredienstverplichtingen zijn opgenomen.

De beschrijving van de belastingen moet uit drie duidelijk onderscheiden delen bestaan:

belastingen, heffingen, niet-fiscale heffingen, vergoedingen en alle andere fiscale lasten die niet zijn geïdentificeerd in de facturen die aan de industriële eindverbruikers worden verstrekt. De in dit punt beschreven elementen worden opgenomen in het meegedeelde cijfer voor het prijsniveau: „Prijzen exclusief belastingen en heffingen”;

belastingen en heffingen die zijn geïdentificeerd op de facturen die aan industriële eindverbruikers worden verstrekt en die als niet-terugvorderbaar worden beschouwd. De in dit punt beschreven elementen worden opgenomen in de meegedeelde cijfers voor het prijsniveau: „Prijzen exclusief btw en andere terugvorderbare belastingen”;

belasting over de toegevoegde waarde (btw) en andere terugvorderbare belastingen die zijn geïdentificeerd in de facturen die aan industriële eindverbruikers worden verstrekt. De in dit punt beschreven elementen worden opgenomen in de meegedeelde cijfers voor het prijsniveau: „Prijzen inclusief alle belastingen, heffingen en btw”.

Overzicht van de bedoelde belastingen, heffingen, niet-fiscale heffingen, vergoedingen en fiscale lasten die van toepassing kunnen zijn:

belasting over de toegevoegde waarde;

concessievergoedingen. Dit heeft meestal betrekking op licenties en vergoedingen voor het aanleggen van netwerken of andere elektriciteitsvoorzieningen op gronden of publieke of private eigendommen;

milieubelastingen of -heffingen. Dit heeft meestal betrekking op het bevorderen van hernieuwbare energiebronnen of WKK of op het belasten van CO2-, SO2- of andere emissies die klimaatverandering in de hand werken;

belastingen voor nucleaire en andere inspecties: heffingen voor de ontmanteling van nucleaire installaties, inspecties van en vergoedingen voor nucleaire installaties enz.;

andere belastingen of heffingen in de energiesector: openbare dienstverplichtingen/belastingen of heffingen voor de financiering van regelgevende instanties op het gebied van energie enz.;

andere belastingen of heffingen die geen verband houden met de energiesector: nationale, lokale of regionale fiscale belastingen op energieverbruik, belastingen op elektriciteitsdistributie enz.

Belastingen op inkomen en eigendom, douaneheffingen op olieproducten en brandstoffen voor andere doeleinden dan elektriciteitsopwekking, belastingen op brandstof voor motorvoertuigen en op weggebruik, vergoedingen voor telecommunicatie-, radio- en reclamevergunningen, heffingen voor vergunningen, belastingen op afval, enz. worden niet in aanmerking genomen en vallen niet onder deze beschrijving omdat ze ontegensprekelijk deel uitmaken van de kosten van de exploitanten en ook gelden voor andere bedrijfssectoren of activiteiten.

n)

Eenmaal per jaar, samen met het indienen van de prijsinformatie in januari, wordt een uitsplitsing van de elektriciteitsprijzen in hun belangrijkste onderdelen meegedeeld aan Eurostat. Deze uitsplitsing van de elektriciteitsprijzen in hun belangrijkste onderdelen gebeurt op basis van de hierna uiteengezette methode.

De volledige prijs voor elektriciteit per verbruikscategorie kan worden beschouwd als de totale som van de „netwerkprijs”, de prijzen van „energie en levering” (d.w.z. van opwekking tot vercommercialisering, met uitzondering van de netwerkprijzen) en alle belastingen en heffingen.

De „netwerkprijs” is de verhouding tussen de inkomsten uit de transmissie- en distributietarieven en (indien mogelijk) het daarmee overeenstemmende kWh-volume per verbruikscategorie. Als er geen afzonderlijke kWh-volumen per verbruikscategorie beschikbaar zijn, moeten ramingen worden opgesteld.

De prijs van „energie en levering” is de totale prijs min de „netwerkprijs” en min alle belastingen en heffingen.

Belastingen en heffingen. Dit onderdeel wordt nog eens uitgesplitst in:

belastingen en heffingen op „netwerkprijzen”,

belastingen en heffingen op de prijs van „energie en leveringen”,

btw en andere terugvorderbare belastingen.

OPMERKING: Wanneer complementaire diensten afzonderlijk worden geïdentificeerd, kunnen ze als volgt aan een van de twee hoofdonderdelen worden toegewezen:

„netwerkprijzen” omvatten de volgende kosten: transmissie- en distributietarieven, transmissie- en distributieverliezen, netwerkkosten, kosten van klantendienst, kosten van systeemdiensten en meterhuur;

de prijs van „energie en leveringen” omvat de volgende kosten: de kosten van opwekking, aggregatie en balancering van energie, de kosten van de geleverde energie, de kosten van dienstverlening aan de klant, dienst-naverkoop, bemetering en andere leveringskosten;

andere specifieke kosten. Dit punt omvat de kosten die niet onder netwerkkosten, kosten van energie en levering of belastingen vallen. Als dergelijke kosten bestaan, worden ze afzonderlijk meegedeeld.

o)

In lidstaten waar één bedrijf instaat voor alle industriële leveringen, mag de informatie door dat bedrijf worden meegedeeld. In lidstaten waar meer dan een bedrijf actief is, moet de informatie door een onafhankelijk statistisch orgaan worden meegedeeld.


(1)  Industriële eindverbruikers kunnen ook andere niet-residentiële verbruikers omvatten.


BIJLAGE III

DEEL A

Ingetrokken richtlijn met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan

(bedoeld in artikel 10)

Richtlijn 90/377/EEG van de Raad

(PB L 185 van 17.7.1990, blz. 16)

 

Richtlijn 93/87/EEG van de Commissie

(PB L 277 van 10.11.1993, blz. 32)

 

Bijlage I bij de Toetredingsakte van 1994

(PB C 241 van 29.8.1994, blz. 21)

 

Punt 12.A.3, a en b, van bijlage II bij de Toetredingsakte van 2003

(PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33)

 

Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad

(PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1)

Uitsluitend bijlage I, punt 3

Richtlijn 2006/108/EG van de Raad

(PB L 363 van 20.12.2006, blz. 414)

Uitsluitend wat de verwijzing naar Richtlijn 90/377/EEG in artikel 1 en de bijlage, punt 1, onder a) en b), betreft

Besluit 2007/394/EG van de Commissie

(PB L 148 van 9.6.2007, blz. 11)

 

DEEL B

Termijnen voor omzetting in nationaal recht

(bedoeld in artikel 10)

Richtlijn

Omzettingstermijn

90/377/EEG

30 juli 1991

93/87/EEG

2006/108/EG

van 1 januari 2007


BIJLAGE IV

Concordantietabel

Richtlijn 90/377/EEG

De onderhavige richtlijn

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 2, lid 1, eerste zin

Artikel 2, lid 1, eerste alinea

Artikel 2, lid 1, tweede zin

Artikel 2, lid 1, tweede alinea

Artikel 2, lid 2

Artikel 2, lid 2

Artikel 2, lid 3, eerste zin

Artikel 2, lid 3, eerste alinea

Artikel 2, lid 3, tweede zin

Artikel 2, lid 3, derde zin

Artikel 2, lid 3, tweede alinea

Artikelen 3 tot en met 5

Artikelen 3 tot en met 5

Artikel 6, eerste zin

Artikel 6, eerste alinea, eerste zin

Artikel 6, eerste alinea, tweede zin

Artikel 6, tweede zin

Artikel 6, tweede alinea

Artikel 7, leden 1 en 2

Artikel 7

Artikel 7, lid 3

Artikel 8

Artikel 8

Artikel 9, eerste alinea

Artikel 9, tweede alinea, eerste zin

Artikel 9, eerste alinea

Artikel 9, tweede alinea, tweede zin

Artikel 9, tweede alinea

Artikelen 10 en 11

Artikel 10

Artikel 12

Bijlagen I en II

Bijlagen I en II

Bijlage III

Bijlage IV