23.4.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 111/11


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 25 maart 2008

tot oprichting van de deskundigengroep „Platform voor elektronische bewaring van gegevens voor het voorkomen, onderzoeken, opsporen en vervolgen van ernstige criminaliteit”

(2008/324/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2006/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 betreffende de bewaring van gegevens die zijn gegenereerd of verwerkt in verband met het aanbieden van openbaar beschikbare elektronische communicatiediensten of van openbare communicatienetwerken (1) (hierna „de richtlijn gegevensbewaring” genoemd) heeft tot doel een harmonisatie tot stand te brengen van de nationale bepalingen van de lidstaten waarbij aan aanbieders van openbaar beschikbare elektronischecommunicatiediensten of een openbaar communicatienetwerk verplichtingen worden opgelegd inzake het bewaren van bepaalde gegevens die door hen worden gegenereerd of verwerkt, teneinde te garanderen dat die gegevens beschikbaar zijn voor het onderzoeken, opsporen en vervolgen van ernstige criminaliteit.

(2)

De considerans van de richtlijn gegevensbewaring bepaalt dat de elektronischecommunicatietechnologie in snel tempo evolueert en dat de legitieme behoeften van de bevoegde autoriteiten mee-evolueren. Om op alle gebieden die met de bewaring van persoonsgegevens verband houden, advies in te winnen en de uitwisseling van goede werkmethoden te bevorderen, is de Commissie voornemens een groep in het leven te roepen bestaande uit nationale wetshandhavingsinstanties, groeperingen uit de sector elektronische communicatie, vertegenwoordigers van het Europees Parlement en gegevensbeschermingsautoriteiten, met inbegrip van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.

(3)

Artikel 14 van de richtlijn gegevensbewaring bepaalt dat de Commissie uiterlijk op 15 september 2010 aan het Europees Parlement en de Raad een evaluatieverslag uitbrengt over de toepassing van deze richtlijn en de weerslag ervan op de marktdeelnemers en de consumenten, daarbij rekening houdend met verdere ontwikkelingen in elektronischecommunicatietechnologie en de statistische informatie die aan de Commissie wordt verstrekt over de bewaring van gegevens. Deze beoordeling moet helpen na te gaan of het nodig is de bepalingen van de richtlijn gegevensbewaring aan te passen, in het bijzonder wat betreft de lijst van gegevens in artikel 5 en de in artikel 6 vastgestelde bewaringstermijnen.

(4)

Op 10 februari 2006 hebben de Raad en de Commissie een gezamenlijke verklaring ingediend betreffende de evaluatie van de richtlijn gegevensbewaring. Daarin werd vastgesteld dat de Commissie de betrokken partijen regelmatig zou uitnodigen voor evaluatievergaderingen met het oog op de uitwisseling van informatie over de technologische ontwikkelingen, de kosten en de doeltreffendheid van de toepassing van de richtlijn. De gezamenlijke verklaring bepaalt dat de lidstaten daarbij wordt verzocht de partners hun ervaringen met de uitvoering van de richtlijn mee te delen en informatie over goede werkmethoden uit te wisselen. De gezamenlijke verklaring bepaalt voorts dat op grond van dit overleg „de Commissie [zal] overwegen de nodige voorstellen in te dienen, mede rekening houdend met de moeilijkheden die de lidstaten eventueel hebben ondervonden met de technische en de praktische uitvoering van de richtlijn, met name de toepassing ervan op de van e-mail over het internet en internettelefonie afkomstige gegevens”.

(5)

Om de hierboven vermelde redenen is het nodig een deskundigengroep op het gebied van gegevensbewaring op te richten die is samengesteld uit de in overweging 14 van de richtlijn gegevensbewaring bedoelde betrokken partijen.

(6)

De deskundigengroep werkt als een adviesgroep. De deskundigengroep moet de uitwisseling van goede werkmethoden vergemakkelijken en bijdragen tot de evaluatie door de Commissie van de kosten en de doeltreffendheid van de richtlijn alsook van de ontwikkeling van de betrokken technologieën die een invloed kunnen hebben op de richtlijn.

(7)

De deskundigengroep wordt samengesteld uit de betrokken partijen bedoeld in overweging 14 van Richtlijn 2006/24/EG.

(8)

De groep telt maximaal 25 leden, waarbij voor een passend evenwicht in de vertegenwoordiging van de genoemde belangengroepen wordt gezorgd.

(9)

De deskundigengroep dient subgroepen te kunnen vormen die zich op één bepaald onderwerp toeleggen, zodat de werkzaamheden eenvoudiger en sneller kunnen verlopen. De taakomschrijving van dergelijke subgroepen moet duidelijk zijn en door de gehele deskundigengroep worden vastgesteld.

(10)

Er moeten voorschriften inzake de openbaarmaking van informatie door de leden van de deskundigengroep worden vastgesteld, onverminderd de veiligheidsvoorschriften van de Commissie zoals vastgesteld in de bijlage bij Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom van de Commissie (2).

(11)

Persoonsgegevens over de leden van de groep moeten worden verwerkt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (3).

(12)

De ambtstermijn van de leden dient vijf jaar te zijn en moet kunnen worden verlengd.

(13)

Er dient een periode te worden vastgesteld gedurende welke dit besluit van toepassing zal zijn. De Commissie zal te zijner tijd de wenselijkheid van een verlenging onderzoeken,

BESLUIT:

Artikel 1

De deskundigengroep „Platform voor elektronische bewaring van gegevens voor het voorkomen, onderzoeken, opsporen en vervolgen van ernstige criminaliteit”

Er wordt een deskundigengroep „Platform voor elektronische bewaring van gegevens voor het voorkomen, onderzoeken, opsporen en vervolgen van ernstige criminaliteit” op het gebied van bewaring van persoonsgegevens voor rechtshandhavingsdoeleinden in de sector elektronische communicatie opgericht (hierna „de deskundigengroep” genoemd).

Artikel 2

Raadpleging en taken

1.   De Commissie kan de groep raadplegen over elk onderwerp dat verband houdt met de elektronische bewaring van gegevens die relevant zijn voor het onderzoeken, opsporen en vervolgen van ernstige criminaliteit. Elk lid van de deskundigengroep kan de Commissie adviseren dat het wenselijk is de groep over een bepaalde kwestie te raadplegen. De Commissie roept de deskundigengroep regelmatig bijeen en stelt vooraf een gedetailleerde agenda op over aangelegenheden die binnen de werkingssfeer van dit artikel vallen.

2.   De deskundigengroep heeft tot taak:

a)

een forum te zijn voor dialoog en uitwisseling van ervaring en goede werkmethoden tussen deskundigen uit de in artikel 3 bedoelde instanties en met name tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en vertegenwoordigers van de sector elektronische communicatie over kwesties die verband houden met de bewaring van persoonsgegevens door aanbieders van openbaar beschikbare elektronischecommunicatiediensten of een openbaar communicatienetwerk om te waarborgen dat de gegevens beschikbaar zijn voor het onderzoeken, opsporen en vervolgen van ernstige criminaliteit;

b)

het bereiken van een gemeenschappelijke oriëntatie over de toepassing van de richtlijn te bevorderen en te vergemakkelijken;

c)

informatie uit te wisselen over relevante technologische ontwikkelingen, kosten en doeltreffendheid van de toepassing van de richtlijn;

d)

de Commissie te helpen de moeilijkheden vast te stellen die de lidstaten hebben ondervonden met de technische en de praktische uitvoering van de richtlijn, met name de toepassing ervan op de van e-mail over het internet en internettelefonie afkomstige gegevens;

e)

de Commissie te helpen bij haar evaluatie van de toepassing van de richtlijn gegevensbewaring en de weerslag ervan op de marktdeelnemers en de consumenten.

Artikel 3

Samenstelling — Benoeming

1.   De deskundigengroep bestaat uit maximaal 25 leden en wordt samengesteld uit:

a)

wetshandhavingsinstanties van de lidstaten (maximaal 10 leden);

b)

leden van het Europees Parlement (maximaal 2 leden);

c)

groeperingen uit de sector elektronische communicatie (maximaal 8 leden);

d)

vertegenwoordigers van de gegevensbeschermingsautoriteiten (maximaal 4 leden);

e)

de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (1 lid).

2.   De in lid 1, onder a) en b), bedoelde leden worden respectievelijk op voorstel van de aangezochte lidstaten en het Europees Parlement door het directoraat-generaal Justitie, vrijheid en veiligheid aangewezen en benoemd. Deze leden worden op persoonlijke titel benoemd en kunnen een deskundige aanduiden om hen te vertegenwoordigen op de vergaderingen van de deskundigengroep. De in lid 1, onder c), d) en e), bedoelde leden worden door het directoraat-generaal Justitie, vrijheid en veiligheid benoemd op basis van een uitnodiging van het directoraat-generaal om lid te worden van de deskundigengroep. De in lid 1, onder c), d) en e), bedoelde relevante groeperingen en autoriteiten kunnen deskundigen benoemen die hen op de vergaderingen van de deskundigengroep vertegenwoordigen.

3.   De op persoonlijke titel benoemde leden van de deskundigengroep blijven in functie tot zij worden vervangen of tot hun ambtstermijn afloopt. De ambtstermijn bedraagt vijf jaar en kan worden verlengd.

4.   De op persoonlijke titel benoemde leden van de deskundigengroep die geen effectieve bijdrage meer aan de beraadslagingen van de deskundigengroep kunnen leveren, die ontslag nemen of die niet aan de voorwaarden van artikel 287 van het EG-Verdrag voldoen, kunnen voor de rest van hun ambtstermijn worden vervangen.

5.   De op persoonlijke titel benoemde leden van de deskundigengroep tekenen elk jaar een verklaring waarin zij zich ertoe verbinden in het algemeen belang te handelen en een verklaring waaruit blijkt dat zij geen belangen hebben die afbreuk kunnen doen aan hun objectiviteit.

6.   De namen van de op persoonlijke titel benoemde leden worden gepubliceerd op de internetsite van het directoraat-generaal Justitie, vrijheid en veiligheid, in het Publicatieblad van de Europese Unie, reeks C, alsook in het register van deskundigengroepen van de Commissie. De namen van de leden worden verzameld, verwerkt en bekendgemaakt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001.

Artikel 4

Werkwijze

1.   De Commissie levert de voorzitter van de deskundigengroep.

2.   Met instemming van de Commissie kunnen subgroepen worden opgericht om specifieke kwesties te onderzoeken op basis van een door de groep opgesteld mandaat. Deze groepen worden ontbonden zodra hun mandaat is vervuld.

3.   Indien dit nuttig en/of nodig is, kan de vertegenwoordiger van de Commissie deskundigen of waarnemers met specifieke deskundigheid inzake een geagendeerd onderwerp vragen om aan de beraadslagingen van de groep of subgroepen deel te nemen.

4.   De bij de werkzaamheden van de groep of subgroep verkregen informatie wordt niet openbaar gemaakt als de Commissie deze als vertrouwelijk aanmerkt.

5.   De groep en haar subgroepen vergaderen in de regel in de lokalen van de Commissie overeenkomstig de procedures en het tijdschema die door de Commissie worden vastgesteld. De Commissie neemt het secretariaat waar. Andere ambtenaren van de Commissie die belang hebben bij de besprekingen, kunnen de vergaderingen van de groep en haar subgroepen bijwonen.

6.   De groep stelt haar reglement van orde vast op basis van het door de Commissie vastgestelde standaardreglement van orde.

7.   De Commissie mag alle samenvattingen, conclusies, deelconclusies of werkdocumenten van de groep publiceren in de oorspronkelijke taal van het document in kwestie.

Artikel 5

Bijkomende deskundigen

1.   De Commissie kan deskundigen of waarnemers met een specifieke kwalificatie betreffende een bepaald agendapunt uitnodigen om deel te nemen aan de werkzaamheden van de groep.

2.   De Commissie kan officiële vertegenwoordigers van de lidstaten, de kandidaat-landen, derde landen of van internationale, intergouvernementele of niet-gouvernementele organisaties uitnodigen om haar vergaderingen bij te wonen.

Artikel 6

Vergaderkosten

1.   Alle reis- en eventuele verblijfkosten die door de leden, deskundigen en waarnemers in verband met de werkzaamheden van de groep worden gemaakt, worden door de Commissie vergoed overeenkomstig de interne regels voor de vergoeding van de onkosten van externe deskundigen.

2.   De leden, deskundigen en waarnemers worden niet betaald voor hun diensten.

3.   Vergaderkosten worden vergoed binnen de grenzen van de jaarlijkse middelen die door de verantwoordelijke diensten van de Commissie aan de groep zijn toegekend.

Artikel 7

Toepassing

Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het is van toepassing tot en met 31 december 2012. De Commissie kan vóór die datum een besluit nemen over een eventuele verlenging.

Gedaan te Brussel, 25 maart 2008.

Voor de Commissie

Franco FRATTINI

Vicevoorzitter


(1)  PB L 105 van 13.4.2006, blz. 54.

(2)  PB L 317 van 3.12.2001, blz. 1. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2006/548/EG, Euratom (PB L 215 van 5.8.2006, blz. 38).

(3)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.