11.12.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 325/76


VERORDENING (EG) Nr. 1456/2007 VAN DE COMMISSIE

van 10 december 2007

houdende wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2058/96, (EG) nr. 2375/2002, (EG) nr. 2377/2002, (EG) nr. 2305/2003, (EG) nr. 955/2005, (EG) nr. 969/2006 en (EG) nr. 1964/2006 betreffende de opening en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor de invoer van rijst en granen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3491/90 van de Raad van 26 november 1990 betreffende de invoer van rijst van oorsprong uit Bangladesh (1), en met name op artikel 3,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1095/96 van de Raad van 18 juni 1996 betreffende de tenuitvoerlegging van de concessies in de lijst CXL die is opgesteld naar aanleiding van de voltooiing van de onderhandelingen in het kader van artikel XXIV, lid 6, van de GATT (2), en met name op artikel 1,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (3), en met name op artikel 12, lid 1,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (4), en met name op artikel 10, lid 2, en artikel 13, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Verordeningen (EG) nr. 2058/96 van de Commissie van 28 oktober 1996 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van een tariefcontingent voor breukrijst van GN-code 1006 40 00, voor de productie van voor voeding bestemde bereidingen van GN-code 1901 10 (5), (EG) nr. 2375/2002 van de Commissie van 27 december 2002 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit uit derde landen (6), (EG) nr. 2377/2002 van de Commissie van 27 december 2002 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van brouwgerst uit derde landen (7), (EG) nr. 2305/2003 van de Commissie van 29 december 2003 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van gerst uit derde landen (8), (EG) nr. 955/2005 van de Commissie van 23 juni 2005 houdende opening van een contingent voor de invoer in de Gemeenschap van rijst van oorsprong uit Egypte (9), (EG) nr. 969/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 betreffende de opening en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor de invoer van maïs uit derde landen (10), en (EG) nr. 1964/2006 van de Commissie van 22 december 2006 houdende uitvoeringsbepalingen betreffende de opening en de wijze van beheer van een contingent voor de invoer van rijst van oorsprong uit Bangladesh overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 3491/90 van de Raad (11), bevatten verschillende bepalingen voor bepaalde met het beheer van de betrokken contingenten verband houdende aspecten. Teneinde de procedures voor de marktdeelnemers in de sector granen en rijst te rationaliseren en te vereenvoudigen en een beter beheer van deze contingenten door de lidstaten en de Commissie mogelijk te maken, moeten bovengenoemde verordeningen worden aangepast.

(2)

Daartoe dienen voor al deze contingenten geharmoniseerde regels te worden vastgesteld met betrekking tot de uiterste datum voor de indiening van invoercertificaataanvragen, waarbij moet worden bepaald dat de aanvraag steeds moet worden ingediend uiterlijk op vrijdag om 13.00 uur, en dienen bepalingen te worden vastgesteld met betrekking tot de door de lidstaten aan de Commissie mee te delen gegevens.

(3)

Wat de contingenten in de sector rijst betreft, moet voor marktdeelnemers op geharmoniseerde wijze in de mogelijkheid worden voorzien om hoeveelheden van minder dan 20 ton te weigeren wanneer die hen zijn toegewezen na toepassing van een toewijzingscoëfficiënt.

(4)

Wat meer in het bijzonder Verordening (EG) nr. 955/2005 betreft, dient te worden opgemerkt dat de bepalingen die bij het in het vrije verkeer brengen van het product gelden met betrekking tot het vervoerdocument en het bewijs van preferentiële oorsprong, zijn vastgesteld bij protocol nr. 4 van Besluit 2004/635/EG van de Raad van 21 april 2004 betreffende de sluiting van de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds (12).

(5)

De Verordeningen (EG) nr. 2058/96, (EG) nr. 2375/2002, (EG) nr. 2377/2002, (EG) nr. 2305/2003, (EG) nr. 955/2005, (EG) nr. 969/2006 en (EG) nr. 1964/2006 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 2058/96 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 2, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   Een invoercertificaataanvraag heeft betrekking op een hoeveelheid van ten minste 5 en ten hoogste 500 ton.

In elke certificaataanvraag wordt een hoeveelheid in kilogram, zonder decimalen, vermeld.

De aanvragen voor een invoercertificaat worden elke week uiterlijk op vrijdag om 13.00 uur Brusselse tijd bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaten ingediend.”.

2.

Artikel 3 wordt vervangen door:

„Artikel 3

1.   Als de in een week aangevraagde hoeveelheden ertoe leiden dat de in het kader van het contingent beschikbare hoeveelheid wordt overschreden, stelt de Commissie overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 uiterlijk op de vierde werkdag volgende op de in artikel 2, lid 1, derde alinea, van de onderhavige verordening bedoelde uiterste datum voor de indiening van aanvragen de toewijzingscoëfficiënt voor de in de afgelopen week aangevraagde hoeveelheden vast en schorst zij de indiening van nieuwe invoercertificaataanvragen tot het einde van de contingentperiode.

De in de lopende week ingediende aanvragen worden als onontvankelijk beschouwd.

De lidstaten accepteren dat aanvragen waarbij de hoeveelheid waarvoor het certificaat moet worden afgegeven, kleiner is dan 20 ton, door de marktdeelnemers worden ingetrokken binnen twee werkdagen na de datum van bekendmaking van de verordening waarin de toewijzingscoëfficiënt is vastgesteld.

2.   Het invoercertificaat wordt afgegeven op de achtste werkdag volgende op de uiterste datum voor de indiening van de aanvragen.”.

3.

Artikel 4 wordt vervangen door:

„Artikel 4

De lidstaten delen de Commissie elektronisch de volgende gegevens mee:

a)

uiterlijk op de eerste maandag volgende op de week waarin de certificaataanvragen zijn ingediend, vóór 18.00 uur Brusselse tijd: de in artikel 11, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde gegevens betreffende de invoercertificaataanvragen, met vermelding van de totale hoeveelheden waarop deze aanvragen betrekking hebben;

b)

uiterlijk op de tweede werkdag volgende op de afgifte van de invoercertificaten: de in artikel 11, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde gegevens betreffende de afgegeven certificaten, met vermelding van de totale hoeveelheden waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven, alsmede de hoeveelheden waarvoor de certificaataanvragen zijn ingetrokken overeenkomstig artikel 3, lid 1, derde alinea, van de onderhavige verordening;

c)

uiterlijk op de laatste dag van elke maand: de totale hoeveelheden die in het kader van dat contingent in de loop van de tweede daaraan voorafgaande maand daadwerkelijk in het vrije verkeer zijn gebracht. Indien in een van deze maanden geen goederen in het vrije verkeer zijn gebracht, wordt een mededeling met de vermelding „geen” toegezonden. In de derde maand die volgt op de uiterste geldigheidsdatum van de certificaten, is deze mededeling evenwel niet langer vereist.”.

Artikel 2

Artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2375/2002 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

i)

in de tweede alinea wordt de term „maandag” vervangen door de term „vrijdag”;

ii)

de derde alinea wordt geschrapt;

b)

lid 3 wordt vervangen door:

„3.   Uiterlijk op de eerste maandag volgende op de week waarin de certificaataanvragen zijn ingediend, om 18.00 uur Brusselse tijd, zenden de bevoegde autoriteiten de Commissie elektronisch een mededeling toe, waarin, per volgnummer, elke aanvraag wordt vermeld met de oorsprong van het product en de gevraagde hoeveelheid, met inbegrip van de vermelding „geen” als geen aanvragen zijn ingediend.”;

c)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   De certificaten worden afgegeven op de vierde werkdag volgende op de uiterste datum voor de in lid 3 bedoelde mededeling.

Op de datum van afgifte van de invoercertificaten delen de lidstaten de Commissie elektronisch de in artikel 11, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde gegevens betreffende de afgegeven certificaten mee, met vermelding van de totale hoeveelheden waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven.”.

Artikel 3

Artikel 9 van Verordening (EG) nr. 2377/2002 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1, tweede alinea, wordt de term „maandag” vervangen door de term „vrijdag”;

b)

lid 3 wordt vervangen door:

„3.   Uiterlijk op de eerste maandag die volgt op de indiening van de certificaataanvragen, om 18.00 uur Brusselse tijd, zenden de bevoegde autoriteiten de Commissie elektronisch een mededeling toe, waarin elke aanvraag wordt vermeld met de gevraagde hoeveelheid, met inbegrip van de vermelding „geen” als geen aanvragen zijn ingediend..”;

c)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   De certificaten worden afgegeven op de vierde werkdag volgende op de uiterste datum voor de in lid 3 bedoelde mededeling.

Op de datum van afgifte van de invoercertificaten delen de lidstaten de Commissie elektronisch de in artikel 11, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde gegevens betreffende de afgegeven certificaten mee, met de totale hoeveelheden waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven.”.

Artikel 4

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2305/2003 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

i)

in de tweede alinea wordt de term „maandag” vervangen door de term „vrijdag”;

ii)

de derde alinea wordt geschrapt;

b)

lid 3 wordt vervangen door:

„3.   Uiterlijk op de eerste maandag volgende op de week waarin de certificaataanvragen zijn ingediend, om 18.00 uur Brusselse tijd, zenden de bevoegde autoriteiten de Commissie elektronisch een mededeling toe, waarin elke aanvraag wordt vermeld met de gevraagde hoeveelheid, met inbegrip van de vermelding „geen” als geen aanvragen zijn ingediend.”;

c)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   De certificaten worden afgegeven op de vierde werkdag volgende op de uiterste datum voor de in lid 3 bedoelde mededeling.

Op de datum van afgifte van de invoercertificaten delen de lidstaten de Commissie elektronisch de in artikel 11, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde gegevens betreffende de afgegeven certificaten mee, met vermelding van de totale hoeveelheden waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven.”.

Artikel 5

Verordening (EG) nr. 955/2005 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Aan artikel 2, lid 1 wordt de volgende tweede alinea toegevoegd:

„In elke certificaataanvraag wordt een hoeveelheid in kilogram, zonder decimalen, vermeld.”.

2.

Artikel 3, lid 4, wordt vervangen door:

„4.   Voor het in het vrije verkeer brengen van de hoeveelheden in het kader van het in artikel 1 van deze verordening vermelde contingent, worden overeenkomstig protocol nr. 4 bij de Euro-mediterrane overeenkomst een vervoerdocument en een bewijs van preferentiële oorsprong overgelegd die zijn afgegeven in Egypte en betrekking hebben op de betrokken partij.”.

3.

Artikel 4 wordt vervangen door:

„Artikel 4

1.   De invoercertificaataanvragen worden uiterlijk elke vrijdag om 13.00 uur Brusselse tijd bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaten ingediend.

2.   Als de in een week aangevraagde hoeveelheden ertoe leiden dat de in het kader van het contingent beschikbare hoeveelheid wordt overschreden, stelt de Commissie overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 uiterlijk op de vierde werkdag volgende op de in lid 1 van het onderhavige artikel bedoelde uiterste datum voor de indiening van aanvragen de toewijzingscoëfficiënt voor de in de afgelopen week aangevraagde hoeveelheden vast en schorst zij de indiening van nieuwe invoercertificaataanvragen tot het einde van de contingentperiode.

De in de lopende week ingediende aanvragen worden als onontvankelijk beschouwd.

De lidstaten accepteren dat aanvragen waarbij de hoeveelheid waarvoor het certificaat moet worden afgegeven, kleiner is dan 20 ton, door de marktdeelnemers worden ingetrokken binnen twee werkdagen na de datum van bekendmaking van de verordening waarin de toewijzingscoëfficiënt is vastgesteld.

3.   Het invoercertificaat wordt afgegeven op de achtste werkdag volgende op de uiterste datum van indiening voor de aanvragen.

In afwijking van artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1342/2003 is het invoercertificaat slechts geldig tot het einde van de maand volgende op de maand waarin het daadwerkelijk is afgegeven.”.

4.

Artikel 5 wordt vervangen door:

„Artikel 5

De lidstaten delen de Commissie elektronisch de volgende gegevens mee:

a)

uiterlijk op de eerste maandag volgende op de week waarin de certificaataanvragen zijn ingediend, vóór 18.00 uur Brusselse tijd: de in artikel 11, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde gegevens betreffende de invoercertificaataanvragen, met een opsplitsing naar GN-code met acht cijfers van de totale hoeveelheden waarop deze aanvragen betrekking hebben;

b)

uiterlijk op de tweede werkdag volgende op de afgifte van de invoercertificaten: de in artikel 11, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde gegevens betreffende de afgegeven certificaten, met een opsplitsing naar GN-code met acht cijfers van de totale hoeveelheden waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven, alsmede de hoeveelheden waarvoor de certificaataanvragen zijn ingetrokken overeenkomstig artikel 4, lid 2, derde alinea, van de onderhavige verordening;

c)

uiterlijk op de laatste dag van elke maand: de totale hoeveelheden die in het kader van dat contingent in de loop van de tweede daaraan voorafgaande maand daadwerkelijk in het vrije verkeer zijn gebracht, opgesplitst naar GN-code met acht cijfers. Indien in een van deze maanden geen goederen in het vrije verkeer zijn gebracht, wordt een mededeling met de vermelding „geen” toegezonden. In de derde maand die volgt op de uiterste geldigheidsdatum van de certificaten, is deze mededeling evenwel niet langer vereist.”.

Artikel 6

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 969/2006 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

i)

in de tweede alinea wordt de term „maandag” vervangen door de term „vrijdag”;

ii)

de derde alinea wordt geschrapt;

b)

lid 3 wordt vervangen door:

„3.   Uiterlijk op de eerste maandag volgende op de week waarin de certificaataanvragen zijn ingediend, om 18.00 uur Brusselse tijd, zenden de bevoegde autoriteiten de Commissie elektronisch een mededeling toe, waarin elke aanvraag wordt vermeld met de oorsprong van het product en de gevraagde hoeveelheid, met inbegrip van de vermelding „geen” als geen aanvragen zijn ingediend.”;

c)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   De certificaten worden afgegeven op de vierde werkdag volgende op de uiterste datum voor de in lid 3 bedoelde mededeling.

Op de datum van afgifte van de invoercertificaten delen de lidstaten de Commissie elektronisch de in artikel 11, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde gegevens betreffende de afgegeven certificaten mee, met vermelding van de totale hoeveelheden waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven.”.

Artikel 7

Verordening (EG) nr. 1964/2006 wordt als volgt gewijzigd:

a)

Artikel 4, lid 3, wordt vervangen door:

„3.   De invoercertificaataanvragen worden uiterlijk elke vrijdag om 13.00 uur Brusselse tijd bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaten ingediend.

In elke certificaataanvraag wordt een hoeveelheid in kilogram, zonder decimalen, vermeld.”.

b)

Artikel 5 wordt vervangen door:

„Artikel 5

1.   Als de in een week aangevraagde hoeveelheden ertoe leiden dat de in het kader van het contingent beschikbare hoeveelheid wordt overschreden, stelt de Commissie overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 uiterlijk op de vierde werkdag volgende op de in artikel 4, lid 3, eerste alinea, van de onderhavige verordening bedoelde uiterste datum voor de indiening van aanvragen de toewijzingscoëfficiënt voor de in de afgelopen week aangevraagde hoeveelheden vast en schorst zij de indiening van nieuwe invoercertificaataanvragen tot het einde van de contingentperiode.

De in de lopende week ingediende aanvragen worden als onontvankelijk beschouwd.

De lidstaten accepteren dat aanvragen waarbij de hoeveelheid waarvoor het certificaat moet worden afgegeven, kleiner is dan 20 ton, door de marktdeelnemers worden ingetrokken binnen twee werkdagen na de datum van bekendmaking van de verordening waarin de toewijzingscoëfficiënt is vastgesteld, terwijl de aanvraag betrekking had op een grotere hoeveelheid.

2.   Het invoercertificaat wordt afgegeven op de achtste werkdag volgende op de uiterste datum voor de indiening van de aanvragen.

3.   Het invoercertificaat, dat wordt afgegeven voor een hoeveelheid die niet groter is dan die welke in het in artikel 2 bedoelde certificaat van oorsprong is vermeld, verplicht tot invoer uit Bangladesh.”.

c)

Artikel 7 wordt vervangen door:

„Artikel 7

De lidstaten delen de Commissie elektronisch de volgende gegevens mee:

a)

uiterlijk op de eerste maandag volgende op de week waarin de certificaataanvragen zijn ingediend, vóór 18.00 uur Brusselse tijd: de in artikel 11, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde gegevens betreffende de invoercertificaataanvragen, met een opsplitsing naar GN-code met acht cijfers van de totale hoeveelheden (in productgewicht) waarop deze aanvragen betrekking hebben;

b)

uiterlijk op de tweede werkdag volgende op de afgifte van de invoercertificaten: de in artikel 11, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde gegevens betreffende de afgegeven certificaten, met een opsplitsing naar GN-code met acht cijfers van de totale hoeveelheden (in productgewicht) waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven, alsmede de hoeveelheden waarvoor de certificaataanvragen zijn ingetrokken overeenkomstig artikel 5, lid 1, derde alinea van de onderhavige verordening;

c)

uiterlijk op de laatste dag van elke maand: de totale hoeveelheden (in productgewicht) die in het kader van dat contingent in de loop van de tweede daaraan voorafgaande maand daadwerkelijk in het vrije verkeer zijn gebracht, opgesplitst naar GN-code met acht cijfers. Indien in een van deze maanden geen goederen in het vrije verkeer zijn gebracht, wordt een mededeling met de vermelding „geen” toegezonden. In de maand die volgt op de uiterste geldigheidsdatum van de certificaten, is deze mededeling evenwel niet langer vereist.”.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2008.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 december 2007.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 337 van 4.12.1990, blz. 1.

(2)  PB L 146 van 20.6.1996, blz. 1.

(3)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 735/2007 van de Raad van 11.6.2007 (PB L 169 van 29.6.2007, blz. 6).

(4)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 797/2006 van 22.5.2006 (PB L 144 van 31.5.2006, blz. 1).

(5)  PB L 276 van 29.10.1996, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2019/2006 (PB L 384 van 29.12.2006, blz. 48).

(6)  PB L 358 van 31.12.2002, blz. 88. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 932/2007 (PB L 204 van 4.8.2007, blz. 3).

(7)  PB L 358 van 31.12.2002, blz. 95. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2022/2006 (PB L 384 van 29.12.2006, blz. 70).

(8)  PB L 342 van 30.12.2003, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2022/2006.

(9)  PB L 164 van 24.6.2005, blz. 5. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2019/2006 (PB L 384 van 29.12.2006, blz. 48).

(10)  PB L 176 van 30.6.2006, blz. 44. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2022/2006.

(11)  PB L 408 van 30.12.2006, blz. 19.

(12)  PB L 304 van 30.9.2004, blz. 38.