6.12.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 320/3


VERORDENING (EG) Nr. 1430/2007 VAN DE COMMISSIE

van 5 december 2007

tot wijziging van de bijlagen II en III van Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de erkenning van beroepskwalificaties

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (1), en met name op artikel 11, onder c) ii), en artikel 13, lid 2, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Duitsland, Luxemburg, Oostenrijk en Italië hebben een met redenen omkleed verzoek tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 2005/36/EG ingediend. Nederland heeft een met redenen omkleed verzoek tot wijziging van bijlage III bij Richtlijn 2005/36/EG ingediend.

(2)

Duitsland heeft gevraagd de term zorgkundige („Gesundheits-”) toe te voegen aan de benaming van de opleiding tot kinderverpleegkundige („Kinderkrankenschwester/Kinderkrankenpfleger”). Dit is nodig omdat de wet van 16 juli 2003 betreffende de verpleegkundige beroepen („Krankenpflegegesetz”), die op 1 januari 2004 in werking is getreden, de inhoud van deze opleiding heeft gewijzigd en de benaming ervan heeft veranderd in zorgkundige en kinderverpleegkundige („Gesundheits- und Kinderkrankenpfleger(in)”). De structuur en toelatingsvoorwaarden van de opleiding zijn onveranderd gebleven.

(3)

Duitsland heeft verzocht om de opleiding tot psychiatrisch verpleegkundige („psychiatrische(r) Krankenschwester/Krankenpfleger”) uit bijlage II te schrappen, aangezien deze opleiding die tot verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger aanvult en dus onder de definitie van het diploma valt.

(4)

Duitsland heeft verzocht om toevoeging van het beroep bejaardenverzorger („Altenpflegerin und Altenpfleger”), dat aan de criteria van artikel 11, onder c) ii), van Richtlijn 2005/36/EG voldoet, zoals blijkt uit de wet van 17 november 2000 over de bejaardenzorg en de verordening van 26 november 2002 over opleiding en examens voor bejaardenverzorgers.

(5)

Tot slot heeft Duitsland gevraagd de beroepen bandagist („Bandagist”) en prothese-/orthesemaker („Orthopädiemechaniker”) samen te voegen tot het beroep prothese-/orthesetechnicus („Orthopädietechniker”) in overeenstemming met de wet tot regeling van de ambachtssector („Handwerksordnung”, zoals gepubliceerd op 24 september 1998, BGBl. I blz. 3074; 2006 I blz. 2095, laatstelijk gewijzigd bij artikel 146 van de verordening van 31 oktober 2006, BGBl. I blz. 2407).

(6)

Luxemburg heeft naar aanleiding van de gewijzigde wet van 26 maart 1992 over de uitoefening en revalorisatie van bepaalde beroepen in de gezondheidszorg („loi modifiée sur l'exercice et la revalorisation de certaines professions de santé”) gevraagd de volgende wijzigingen aan te brengen: kinderverpleegkundige („infirmier en pédiatrie”) in plaats van kinderverpleegkundige („infirmier puériculteur”), anesthesie- en reanimatieverpleegkundige („infirmier en anesthésie et réanimation”) in plaats van anesthesieverpleegkundige („infirmier anesthésiste”) en masseur („masseur”) in plaats van gediplomeerd masseur („masseur diplômé”). De opleidingen zelf zijn niet veranderd.

(7)

Oostenrijk heeft naar aanleiding van de wet inzake verpleegkunde („Krankenpflegegesetz”, BGBl. I nr. 108/1997) verzocht om een nadere omschrijving van de opleiding tot psychiatrisch en kinderverpleegkundige.

(8)

Italië heeft verzocht om schrapping van de beroepen landmeter („geometra”) en agronoom („perito agrario”) uit bijlage II, daar de voor deze beroepen benodigde opleiding voldoet aan de definitie van het diploma volgens artikel 55 van presidentieel decreet nr. 328 van 5 juni 2001 en bijlage I van wetsdecreet nr. 227 van 8 juli 2003.

(9)

Duitsland, Luxemburg en Oostenrijk hebben verzocht om opname in bijlage II van een hele reeks opleidingen tot de titel meester (Meister/Maître). Deze opleidingen zijn in hoofdzaak geregeld door de volgende wetten: voor Duitsland, de wet tot regeling van de ambachtssector („Gesetz zur Ordnung des Handwerks — Handwerksordnung”, zoals gepubliceerd op 24 september 1998, BGBl. I blz. 3074; 2006 I blz. 2095), laatstelijk gewijzigd bij artikel 146 van de verordening van 31 oktober 2006, BGBl. I blz. 2407); voor Luxemburg, de wet van 28 december 1988 (Mémorial A van 28 december 1988 — nr. 72) en de groothertogelijke verordening van 4 februari 2005 (Mémorial A van 10 maart 2005 — nr. 29); voor Oostenrijk, de wet inzake handel en nijverheid („Gewerbeordnung” 1994, BGBl. nr. 194/1994, laatstelijk gewijzigd bij BGBl. I nr. 15/2006). Deze opleidingen voldoen aan de criteria van artikel 11, onder c) ii), van Richtlijn 2005/36/EG.

(10)

Nederland heeft gevraagd om wijziging van de beschrijving van de gereglementeerde opleidingen in bijlage III, teneinde rekening te houden met veranderingen die voortvloeien uit de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB), die sinds 1996 van kracht is. Deze opleidingen voldoen aan de criteria van artikel 13, lid 2, derde alinea, van Richtlijn 2005/36/EG.

(11)

Richtlijn 2005/36/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(12)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité voor de erkenning van beroepskwalificaties,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen II en III bij Richtlijn 2005/36/EG worden overeenkomstig de bijlage bij deze verordening gewijzigd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 december 2007.

Voor de Commissie

Charlie McCREEVY

Lid van de Commissie


(1)  PB L 255 van 30.9.2005, blz. 22. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2006/100/EG van de Raad (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 141).


BIJLAGE

De bijlagen II en III bij Richtlijn 2005/36/EG worden als volgt gewijzigd:

I.

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

1.

punt 1 wordt als volgt gewijzigd:

a)

onder „Duitsland”:

i)

komt het eerste streepje als volgt te luiden:

„—

zorgkundige en kinderverpleegkundige („Gesundheits- und Kinderkrankenpfleger(in)”);”;

ii)

wordt het veertiende streepje geschrapt;

iii)

wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

bejaardenverzorger („Altenpflegerin und Altenpfleger”);”;

b)

onder „Luxemburg” komen het vijfde, zesde en zevende streepje als volgt te luiden:

„—

kinderverpleegkundige („infirmier/ière en pédiatrie”);

anesthesie- en reanimatieverpleegkundige („infirmier/ière en anesthésie et en réanimation”);

masseur („masseur/euse”);”;

c)

onder „Oostenrijk”:

i)

wordt na het eerste streepje „speciale basisopleiding kinder- en jeugdzorg („spezielle Grundausbildung in der Kinder- und Jugendlichenpflege”)” de volgende tekst toegevoegd:

„overeenkomende met een onderwijs- en studiecyclus met een totale duur van ten minste 13 jaar, waarvan gedurende ten minste tien jaar algemeen onderwijs en gedurende drie jaar een beroepsopleiding in een school voor verpleegkundigen wordt gevolgd, afgesloten met het behalen van een diploma na het slagen in een examen;”;

ii)

wordt na het tweede streepje „speciale basisopleiding psychiatrische gezondheids- en ziekenzorg („spezielle Grundausbildung in der psychiatrischen Gesundheits- und Krankenpflege”)” de volgende tekst toegevoegd:

„overeenkomende met een onderwijs- en studiecyclus met een totale duur van ten minste 13 jaar, waarvan gedurende ten minste tien jaar algemeen onderwijs en gedurende drie jaar een beroepsopleiding in een school voor verpleegkundigen wordt gevolgd, afgesloten met het behalen van een diploma na het slagen in een examen;”;

2.

in punt 2 wordt de rubriek „Duitsland” als volgt gewijzigd:

i)

het derde streepje komt als volgt te luiden:

„—

prothese-/orthesetechnicus („Orthopädietechniker”);”;

ii)

het vijfde streepje wordt geschrapt;

3.

na punt 2 wordt de volgende tekst ingevoegd:

„2 bis.

Meesteropleidingen („Meister/Maître”) (algemeen onderwijs en beroepsopleiding, afgesloten met het behalen van de titel van meester) in de volgende beroepen:

 

Duitsland:

metaalconstructeur („Metallbauer”);

chirurgische-instrumentenmaker („Chirurgiemechaniker”);

carrosserie- en voertuigbouwer („Karosserie- und Fahrzeugbauer”);

automonteur („Kraftfahrzeugtechniker”);

fiets- en motorfietsmonteur („Zweiradmechaniker”);

constructeur van koelinstallaties („Kälteanlagenbauer”);

informatietechnicus („Informationstechniker”);

landbouwmachinemonteur („Landmaschinenmechaniker”);

wapensmid („Büchsenmacher”);

blikslager („Klempner”);

installateur en verwarmingsmonteur („Installateur und Heizungsbauer”)

elektricien („Elektrotechniker”);

elektromachinebouwer („Elektromaschinenbauer”);

scheeps- en botenbouwer („Boots- und Schiffbauer”);

metselaar en betonwerker („Maurer und Betonbauer”);

kachelsmid en installateur van heteluchtverwarming („Ofen- und Luftheizungsbauer”);

timmerman („Zimmerer”);

dakdekker („Dachdecker”);

stratenmaker („Straßenbauer”);

vakman op het gebied van warmte- , koude- en geluidsisolatie („Wärme-, Kälte- und Schallschutzisolierer”);

putdelver („Brunnenbauer”);

steenhouwer („Steinmetz und Steinbildhauer”);

stukadoor („Stuckateur”);

schilder en lakwerker („Maler und Lackierer”);

steigerbouwer („Gerüstbauer”);

schoorsteenveger („Schornsteinfeger”);

fijnmechanicus („Feinwerkmechaniker”);

schrijnwerker („Tischler”);

touwslager („Seiler”);

bakker („Bäcker”);

banketbakker („Konditor”);

slager („Fleischer”);

kapper („Frisör”);

glazenmaker („Glaser”);

glasblazer en glasinstrumentenmaker („Glasbläser und Glasapparatebauer”);

vulkanisatietechnicus en bandenreparateur („Vulkaniseur und Reifenmechaniker”);

 

Luxemburg:

bakker/banketbakker („boulanger-pâtissier”);

banketbakker/chocolatier/suikerbakker/ijsbereider („pâtissier-chocolatier-confiseur-glacier”);

slager („boucher-charcutier”);

paardenslager („boucher-charcutier-chevalin”);

traiteur („traiteur”);

molenaar („meunier”);

kleermaker/modeontwerper („tailleur-couturier”);

hoedenmaker („modiste-chapelier”);

bontwerker („fourreur”);

laarzen- en schoenmaker („bottier-cordonnier”);

klok- en horlogemaker („horloger”);

juwelier/edelsmid („bijoutier-orfèvre”);

kapper („coiffeur”);

schoonheidsspecialist („esthéticien”);

algemeen monteur („mécanicien en mécanique générale”);

installateur van personen- en goederenliften, roltrappen en transportsystemen („installateur d'ascenseurs, de monte-charges, d'escaliers mécaniques et de matériel de manutention”);

wapensmid („armurier”);

ijzersmid („forgeron”);

monteur: industrie- en bouwmachines en -materieel („mécanicien de machines et de matériels industriels et de la construction”);

(elektronica)monteur: auto's en motorfietsen („mécanicien-électronicien d'autos et de motos”);

carrosseriebouwer en -reparateur („constructeur réparateur de carosseries”);

autospuiter/uitdeuker („débosseleur-peintre de véhicules automoteurs”);

spoeler („bobineur”);

elektronicamonteur: audiovisuele installaties en apparaten („électronicien d'installations et d'appareils audiovisuels”);

kabelnetwerkmonteur („constructeur réparateur de réseaux de télédistribution”);

elektronicamonteur: kantoormachines en computers („électronicien en bureautique et en informatique”);

monteur: landbouw- en wijnbouwmachines en -materieel („mécanicien de machines et de matériel agricoles et viticoles”);

kopersmid („chaudronnier”);

galvaniseur („galvaniseur”);

autotaxateur („expert en automobiles”);

bouwondernemer („entrepreneur de construction”);

bestratingsaannemer („entrepreneur de voirie et de pavage”);

legger van ondervloeren („confectionneur de chapes”);

aannemer: warmte- en geluidsisolatie en dichtingswerken („entrepreneur d'isolations thermiques, acoustiques et d'étanchéité”);

sanitair- en verwarmingsinstallateur („installateur de chauffage-sanitaire”);

koelinstallateur („installateur frigoriste”);

elektricien („électricien”);

lichtreclame-installateur („installateur d'enseignes lumineuses”);

elektronicamonteur: communicatie- en informatietechnologie („électronicien en communication et en informatique”);

installateur van alarm- en beveiligingssystemen („installateur de systèmes d'alarmes et de sécurité”);

timmerman/meubelmaker („menuisier-ébéniste”);

parketlegger („parqueteur”);

monteur van geprefabriceerde bouwonderdelen („poseur d'éléments préfabriqués”);

vervaardiger/installateur van rolluiken, zonweringen en markiezen („fabricant poseur de volets, de jalousies, de marquises et de store”);

aannemer: metalen constructiewerken („entrepreneur de constructions métalliques”);

ovenbouwer („constructeur de fours”);

dakdekker/blikslager („couvreur-ferblantier”);

timmerman („charpentier”);

marmerwerker/steenhouwer („marbrier-tailleur de pierres”);

tegelzetter („carreleur”);

plafonneerder/gevelwerker („plafonneur-façadier”);

binnenschilder („peintre-décorateur”);

glazenmaker/spiegelmaker („vitrier-miroitier”);

behanger („tapissier-décorateur”);

bouwer/installateur van haarden en tegelovens („constructeur poseur de cheminées et de poêles en faïence”);

drukker („imprimeur”);

mediatechnicus („opérateur média”);

zeefdrukker („sérigraphe”);

boekbinder („relieur”);

medische- en chirurgische-instrumententechnicus („mécanicien de matériel médico-chirurgical”);

autorij-instructeur („instructeur de conducteurs de véhicules automoteurs”);

vervaardiger/installateur van metalen gevelbekleding en dakbedekking („fabricant poseur de bardages et toitures métalliques”);

fotograaf („photographe”);

vervaardiger/reparateur van muziekinstrumenten („fabricant réparateur d'instruments de musique”);

zweminstructeur („instructeur de natation”);

 

Oostenrijk:

bouwmeester m.b.t. de uitvoerende werkzaamheden („Baumeister hinsichtl. der ausführenden Tätigkeiten”);

bakker („Bäcker”);

meester-putdelver („Brunnenmeister”);

dakdekker („Dachdecker”);

elektrotechniek („Elektrotechnik”);

slager („Fleischer”);

kapper en pruikenmaker (stilist) („Friseur und Perückenmacher (Stylist)”);

technicus: sanitaire en gasinstallaties („Gas- und Sanitärtechnik”);

glazenmaker („Glaser”);

glaslegger en vlakglasslijper („Glasbeleger und Flachglasschleifer”);

glasblazer en glasinstrumentenmaker („Glasbläser und Glasinstrumentenerzeugung”);

holglasslijper en -veredelaar (verbonden ambachtelijke werkzaamheden) („Hohlglasschleifer und Hohlglasveredler (verbundenes Handwerk)”);

ovenbouwer („Hafner”);

verwarmingstechniek („Heizungstechnik”);

ventilatietechniek (verbonden ambachtelijke werkzaamheden) („Lüftungstechnik (verbundenes Handwerk)”);

koel- en klimaatregelingstechniek („Kälte- und Klimatechnik”);

communicatie-elektronica („Kommunikationselektronik”);

banketbakker, inclusief de vervaardiging van taaitaai (peperkoek), suikerwerk, consumptie-ijs en chocolade („Konditor (Zuckerbäcker) einschl. der Lebzelter und der Kanditen- Gefrorenes- und Schokoladewarenerzeugung”);

autotechniek („Kraftfahrzeugtechnik”);

carrosseriebouwer, inclusief het uitdeuken en spuiten van auto's (verbonden ambachtelijke werkzaamheden) („Karosseriebauer einschl. Karosseriespengler u. -lackierer (verbundenes Handwerk)”);

kunststofverwerking („Kunststoffverarbeitung”);

huisschilder („Maler und Anstreicher”);

lakwerker („Lackierer”);

vergulder en maker van versieringen („Vergolder und Staffierer”);

vervaardiging van naam- en uithangborden (verbonden ambachtelijke werkzaamheden) („Schilderherstellung (verbundenes Handwerk)”);

mechatronicus: elektromachinebouw en automatisering („Mechatroniker f. Elektromaschinenbau u. Automatisierung”);

mechatronicus: elektronica („Mechatroniker f. Elektronik”);

kantoorautomatisering en informaticasystemen („Büro- und EDV-Systemtechnik”);

mechatronicus: machine- en fabricagetechnologie („Mechatroniker f. Maschinen- und Fertigungstechnik”);

mechatronicus: medische apparatuur (verbonden ambachtelijke werkzaamheden) („Mechatroniker f. Medizingerätetechnik (verbundenes Handwerk)”);

oppervlaktetechniek („Oberflächentechnik”);

metaaldesign (verbonden ambachtelijke werkzaamheden) („Metalldesign (verbundenes Handwerk)”);

slotenmaker („Schlosser”);

smid („Schmied”);

technicus: landbouwmachines („Landmaschinentechnik”);

loodgieter („Spengler”);

kopersmid (verbonden ambachtelijke werkzaamheden) („Kupferschmied (verbundenes Handwerk)”);

meester-steenhouwer, inclusief vervaardiging van kunststeen en terrazzo („Steinmetzmeister einschl. Kunststeinerzeugung und Terrazzomacher”);

stukadoor („Stukkateur und Trockenausbauer”);

schrijnwerker („Tischler”);

maquettebouwer („Modellbauer”);

kuiper („Binder”);

draaier („Drechsler”);

botenbouwer („Bootsbauer”);

beeldhouwer (verbonden ambachtelijke werkzaamheden) („Bildhauer (verbundenes Handwerk)”);

vulkanisatietechnicus („Vulkaniseur”);

wapensmid (inclusief wapenhandel) („Waffengewerbe (Büchsenmacher) einschl. des Waffenhandels”);

warmte-, koude-, geluids- en brandisolatie („Wärme- Kälte- Schall- und Branddämmer”);

meester-timmerman m.b.t. de uitvoerende werkzaamheden („Zimmermeister hinsichtl. der ausführenden Tätigkeiten”)

overeenkomende met een onderwijs- en studiecyclus met een totale duur van ten minste 13 jaar, waarvan ten minste drie jaar opleiding in een gestructureerd kader, gedeeltelijk in het bedrijf en gedeeltelijk in een instelling voor beroepsonderwijs, afgesloten met een examen en met een theoretische en praktische opleiding van ten minste één jaar tot volledig geschoold vakman. Het behalen van het meestersdiploma verleent het recht om als zelfstandige beroepsbeoefenaar te werken, leerlingen op te leiden en de titel „Meister/Maître” te voeren.”;

4.

in punt 4, „Technische sector”, wordt de rubriek „Italië” geschrapt.

II.

Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:

de rubriek „Nederland” komt als volgt te luiden:

„Gereglementeerde opleidingen die overeenkomen met kwalificatieniveau 3 of 4 van het Centraal register beroepsopleidingen, dat is ingesteld bij de Wet educatie en beroepsonderwijs, of oudere opleidingen waarvan het niveau met deze kwalificatieniveaus gelijkgesteld is.

De niveaus 3 en 4 van de kwalificatiestructuur komen overeen met de volgende beschrijvingen:

Niveau 3: De beroepsbeoefenaar is verantwoordelijk voor het toepassen en het combineren van standaardprocedures. Hij combineert of bedenkt procedures in het licht van werkvoorbereidings- en beheersactiviteiten. Hij moet zich daarvoor tegenover collega's kunnen verantwoorden (niet hiërarchisch). Hij draagt een hiërarchische verantwoordelijkheid: hij controleert en begeleidt het toepassen van standaardprocedures en geautomatiseerde routines door anderen. Het betreft voor het merendeel beroepsgebonden vaardigheden en kennis.

Niveau 4: De beroepsbeoefenaar is verantwoordelijk voor de uitvoering van het eigen takenpakket en voor het combineren of bedenken van nieuwe procedures. Hij moet zich daarvoor tegenover collega's kunnen verantwoorden (niet-hiërarchisch). Hij draagt uitdrukkelijk een hiërarchische verantwoordelijkheid betreffende planning en/of administratie en/of organisatie en/of ontwikkeling van de gehele productiecyclus. Het betreft specialistische vaardigheden en kennis en/of beroepsonafhankelijke vaardigheden en kennis.

Bij deze twee niveaus is in totaal gedurende ten minste 15 jaar gereglementeerd onderwijs gevolgd, te weten acht jaar basisonderwijs en vier jaar voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) en daarna nog een opleiding op niveau 3 of 4 van ten minste drie jaar in een instelling voor middelbaar beroepsonderwijs (mbo), afgesloten met een examen. (De duur van het middelbaar beroepsonderwijs kan van drie tot twee jaar worden verkort, wanneer de betrokkene over een kwalificatie beschikt die toegang geeft tot het universitair onderwijs (na 14 jaar onderwijs) of tot het hoger beroepsonderwijs (na 13 jaar onderwijs)).

De Nederlandse autoriteiten verstrekken de Commissie en de overige lidstaten een lijst van de opleidingen waarop deze bijlage betrekking heeft.”