14.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 295/7


VERORDENING (EG) Nr. 1330/2007 VAN DE COMMISSIE

van 24 september 2007

tot vaststelling van uitvoeringsregels voor de verspreiding onder belanghebbenden van informatie over voorvallen in de burgerluchtvaart als bedoeld in artikel 7, lid 2, van Richtlijn 2003/42/EG van het Europees Parlement en de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2003/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juni 2003 inzake de melding van voorvallen in de burgerluchtvaart (1), met name op artikel 7, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2003/42/EG eist de invoering van nationale systemen voor het melden van voorvallen, om ervoor te zorgen dat voor de veiligheid van de luchtvaart relevante informatie wordt gemeld, verzameld, opgeslagen, beschermd en verspreid met als enig doel het voorkomen van ongevallen en incidenten, en derhalve niet het vaststellen van schuld of aansprakelijkheid.

(2)

Deze verordening dient te gelden voor de informatie die door de lidstaten krachtens artikel 6, lid 1, van Richtlijn 2003/42/EG wordt uitgewisseld. Voor in de nationale databanken opgeslagen informatie over voorvallen in de lidstaten dienen nationale regels met betrekking tot het vrijgeven van informatie over de veiligheid in de luchtvaart te gelden.

(3)

Onder belanghebbenden wordt in deze verordening verstaan iedereen die zou kunnen bijdragen tot verhoging van de veiligheid in de burgerluchtvaart door een passend gebruik van de krachtens Richtlijn 2003/42/EG verzamelde informatie met betrekking tot veiligheid.

(4)

Nationale contactpunten zijn het best op de hoogte van de in hun eigen lidstaat gevestigde belanghebbenden. Met het oog op een zo veilig en efficiënt mogelijke behandeling van de verzoeken om informatie moeten verzoeken van op het grondgebied van de lidstaat gevestigde belanghebbenden door een nationaal contactpunt worden behandeld, terwijl verzoeken van belanghebbenden uit derde landen of van internationale organisaties door de Commissie worden behandeld.

(5)

In een later stadium kan de Commissie besluiten om het beheer van de overeenkomstig artikel 6 van Richtlijn 2003/42/EG uitgewisselde informatie en de behandeling van verzoeken van belanghebbenden uit derde landen of van internationale organisaties aan een instantie toe te vertrouwen.

(6)

De Commissie stelt een lijst van contactpunten op en maakt deze openbaar.

(7)

Om misbruik van het systeem te voorkomen moet het contactpunt dat een verzoek om informatie ontvangt, alvorens de hoeveelheid en het niveau van de te verstekken informatie wordt bepaald, controleren of de verzoeker een belanghebbende is en moet het verzoek worden beoordeeld.

(8)

De nationale contactpunten moeten voldoende informatie inwinnen om tot validering en beoordeling van verzoeken over te kunnen gaan. Zij dienen daartoe gebruik te maken van een formulier dat relevante informatie bevat over de verzoeker en het met het verzoek beoogde doel.

(9)

Wanneer bepaalde belanghebbenden regelmatig informatie nodig hebben met betrekking tot hun eigen activiteiten, moet het mogelijk zijn om een algemeen besluit tot informatieverstrekking met betrekking tot die belanghebbenden vast te stellen.

(10)

Een verzoeker dient de vertrouwelijkheid van het systeem te beschermen en moet het gebruik van de ontvangen informatie beperken tot het in het verzoek aangegeven doel, hetgeen dient te stroken met de doelstellingen van Richtlijn 2003/42/EG.

(11)

Alle contactpunten moeten in staat zijn te controleren of een door hen afgewezen verzoek niet via een instantie van een andere lidstaat opnieuw wordt ingediend. Ze moeten ook in staat zijn om de beste praktijken van andere contactpunten na te volgen. Daarvoor moeten ze toegang hebben tot de archieven met informatieverzoeken en de inzake deze verzoeken genomen besluiten.

(12)

Bij de transmissie van gegevens moet gebruik worden gemaakt van moderne technologie, die tegelijkertijd de bescherming van de volledige databank waarborgt.

(13)

Teneinde de Commissie in staat te stellen passende maatregelen te treffen voor de uitwisseling van informatie tussen lidstaten en de Commissie, als bepaald in artikel 6, lid 4, van Richtlijn 2003/42/EG, zal deze verordening zes maanden na de inwerkingtreding van kracht worden.

(14)

De in deze verordening voorziene maatregelen zijn overeenkomstig het advies van het Comité voor de luchtvaart dat is opgericht bij artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad van 16 december 1991 inzake de harmonisatie van technische voorschriften en administratieve procedures op het gebied van de burgerluchtvaart (2),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Deze verordening bevat maatregelen betreffende de verspreiding onder belanghebbenden van de informatie over voorvallen die door de lidstaten overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Richtlijn 2003/42/EG wordt uitgewisseld met de bedoeling genoemde belanghebbenden de informatie te verschaffen die zij nodig hebben om de veiligheid in de burgerluchtvaart te verhogen.

Artikel 2

Definities

1.   Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:

1.

„belanghebbende”: iedere al dan niet winstmakende natuurlijke of rechtspersoon of iedere officiële instantie, al dan niet met een eigen rechtspersoonlijkheid, die in de positie verkeert om deel te nemen aan de verhoging van de veiligheid in de burgerluchtvaart door toegang te hebben tot informatie over de voorvallen die door de lidstaten is uitgewisseld overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Richtlijn 2003/42/EG, en die behoort tot één van de in bijlage I genoemde categorieën belanghebbenden;

2.

„contactpunt”:

a)

in geval van een verzoek om informatie op grond van artikel 3, lid 1, van deze verordening, de door iedere lidstaat overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Richtlijn 2003/42/EG aangewezen bevoegde instantie of, indien een lidstaat meerdere bevoegde instanties heeft aangewezen, het door die lidstaat overeenkomstig genoemde bepaling aangewezen contactpunt;

b)

in geval van een verzoek om informatie op grond van artikel 3, lid 2, de Commissie.

2.   De lijst van contactpunten wordt gepubliceerd door de Commissie.

Artikel 3

Verzoeken om informatie

1.   In de Gemeenschap gevestigde belanghebbenden die natuurlijke personen zijn, richten hun verzoeken om informatie tot het contactpunt van de lidstaat waar hun een licentie is verleend of, indien er geen licentie vereist is, waarbinnen zij een functie uitoefenen. Andere in de Gemeenschap gevestigde belanghebbenden richten hun verzoeken om informatie tot het contactpunt in de lidstaat waar zij een geregistreerd kantoor of officiële vestigingsplaats dan wel, bij gebrek daaraan, hun hoofdkantoor hebben.

2.   Belanghebbenden die niet in de Gemeenschap zijn gevestigd, richten hun verzoek tot de Commissie.

3.   Verzoeken worden ingediend met behulp van door het contactpunt goedgekeurde formulieren. Deze formulieren bevatten ten minste de in bijlage II vermelde punten.

Artikel 4

Speciale verzoeken

Een belanghebbende die een speciaal rapport heeft ingediend, kan verzoeken om informatie met betrekking tot dat rapport rechtstreeks richten tot het contactpunt dat het bewuste rapport heeft ontvangen.

Artikel 5

Validering van de verzoeker

1.   Een contactpunt dat een verzoek ontvangt, controleert of het afkomstig is van een belanghebbende.

2.   Indien een belanghebbende een verzoek indient bij een ander contactpunt dan het overeenkomstig artikel 3 voor de behandeling daarvan bevoegde contactpunt, wordt deze belanghebbende verzocht contact op te nemen met het bevoegde contactpunt.

Artikel 6

Beoordeling van het verzoek

1.   Een contactpunt dat een verzoek ontvangt, beoordeelt per geval of het verzoek gerechtvaardigd en uitvoerbaar is.

2.   Indien het verzoek wordt aanvaard, bepaalt het contactpunt de hoeveelheid en het niveau van de te verstrekken informatie. Een en ander wordt beperkt tot wat strikt vereist is voor het doel van de verzoeker, onverminderd artikel 8 van Richtlijn 2003/42/EG. Informatie die geen verband houdt met de uitrusting, de activiteiten of het werkterrein van de verzoeker zelf worden uitsluitend in globale of geanonimiseerde vorm verstrekt, tenzij de verzoeker een uitvoerige motivering geeft.

3.   Aan de in bijlage I, onder b), vermelde belanghebbenden mag alleen informatie worden verstrekt met betrekking tot de uitrusting, activiteiten of het werkterrein van de belanghebbenden zelf.

Artikel 7

Besluiten van algemene aard

Een contactpunt dat een verzoek van een in bijlage I, onder a), vermelde belanghebbende ontvangt, kan een algemeen besluit tot geregelde informatieverstrekking aan genoemde belanghebbende nemen, mits de gevraagde informatie betrekking heeft op de apparatuur, de activiteiten of het werkterrein van de belanghebbende zelf.

Artikel 8

Gebruik van de informatie en geheimhouding

1.   De verzoeker gebruikt de ontvangen informatie voor het in het verzoekformulier vermelde doel. Dit dient verenigbaar te zijn met de in artikel 1 van Richtlijn 2003/42/EG vermelde doelstelling. De verzoeker mag de ontvangen informatie niet onthullen zonder schriftelijke toestemming van de informatieverstrekker.

2.   De aanvrager neemt de nodige maatregelen om een passende geheimhouding van de ontvangen informatie te waarborgen.

Artikel 9

Registratie van verzoeken

Ieder contactpunt registreert alle verzoeken die het ontvangt en het daaraan gegeven gevolg. Telkens wanneer er een verzoek wordt ontvangen en/of daaraan gevolg wordt gegeven, wordt die informatie doorgestuurd naar de Commissie.

De Commissie stelt de bijgewerkte lijst van door de verschillende contactpunten en de Commissie zelf ontvangen verzoeken en het daaraan gegeven gevolg ter beschikking van alle contactpunten.

Artikel 10

Communicatiemiddelen

De contactpunten kunnen de belanghebbenden op papier of via veilige elektronische communicatiemiddelen van informatie voorzien.

Om veiligheidsredenen wordt op grond van artikel 6, lid 1, van Richtlijn 2003/42/EG aan belanghebbenden geen rechtstreekse toegang verleend tot databanken die uit andere lidstaten ontvangen informatie bevatten.

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 september 2007.

Voor de Commissie

Jacques BARROT

Vicevoorzitter


(1)  PB L 167 van 4.7.2003, blz. 23.

(2)  PB L 373 van 31.12.1991, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1900/2006 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 377 van 27.12.2006, blz. 176).


BIJLAGE I

LIJST VAN BELANGHEBBENDEN

a)   Lijst van belanghebbenden die informatie mogen ontvangen op grond van een besluit per geval overeenkomstig artikel 6, lid 2, of op grond van een algemeen besluit krachtens artikel 7

1.

Fabrikanten: ontwerpers en fabrikanten van vliegtuigen, motoren, propellers en vliegtuigonderdelen en -apparatuur; ontwerpers en fabrikanten van Air Traffic Management-(ATM) systemen en -componenten; ontwerpers en fabrikanten van systemen en -componenten voor luchtnavigatiediensten (ANS); ontwerpers en fabrikanten van systemen en uitrusting die gebruikt worden op de air side van luchthavens

2.

Onderhoud: organisaties die zich bezighouden met onderhoud of revisie van vliegtuigen, motoren, propellers en vliegtuigonderdelen en -apparatuur; met installatie, modificatie, onderhoud, reparatie, revisie, vluchtverificatie of inspectie van luchtnavigatiefaciliteiten; of met onderhoud of revisie van systemen, componenten en uitrusting op de air side van luchthavens

3.

Exploitanten: luchtvaartmaatschappijen en vliegtuigexploitanten, en samenwerkingsverbanden van luchtvaartmaatschappijen en exploitanten; luchthavenexploitanten en samenwerkingsverbanden van luchthavenexploitanten

4.

Aanbieders van luchtnavigatiediensten en aanbieders van specifieke ATM-functies

5.

Aanbieders van luchthavendiensten: organisaties belast met de grondafhandeling van vliegtuigen omvattende tanken, onderhoud, opstelling van de vrachtbrieven, laden, ijs- vrijmaken en slepen op een luchthaven; reddingsdiensten, brandbestrijding en andere hulpdiensten

6.

Luchtvaartopleidingsorganisaties

7.

Organisaties uit derde landen: officiële luchtvaartinstanties en ongevalsonderzoeksinstanties uit derde landen

8.

Internationale luchtvaartorganisaties

9.

Onderzoek: publieke of particuliere onderzoeklaboratoria, -centra of -organisaties; of universiteiten die zich bezighouden met luchtvaartveiligheidsonderzoek of -studies

b)   Lijst van belanghebbenden die informatie kunnen ontvangen op basis van een besluit per geval overeenkomstig artikel 6, leden 2 en 3

1.

Piloten (op persoonlijke basis)

2.

Luchtverkeersleiders (op persoonlijke basis) en ander met veiligheidstaken belast ATM/ANS-personeel

3.

Ingenieurs/technici/personeel voor de luchtverkeersveiligheidselektronica/luchtvaart (of luchthaven) managers (op persoonlijke basis)

4.

Beroepsorganisaties van personeel dat veiligheidstaken verricht


BIJLAGE II

Image