24.4.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 106/24


VERORDENING (EG) Nr. 445/2007 VAN DE COMMISSIE

van 23 april 2007

houdende enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2991/94 van de Raad tot vaststelling van normen voor smeerbare vetproducten en van Verordening (EEG) nr. 1898/87 van de Raad betreffende de bescherming van de benaming van melk en zuivelproducten bij het in de handel brengen

(Gecodificeerde versie)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2991/94 van de Raad van 5 december 1994 tot vaststelling van normen voor smeerbare vetproducten (1), en met name op artikel 8,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1898/87 van de Raad van 2 juli 1987 betreffende de bescherming van de benaming van melk en zuivelproducten bij het in de handel brengen (2), en met name op artikel 4, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 577/97 van de Commissie van 1 april 1997 houdende enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2991/94 van de Raad tot vaststelling van normen voor smeerbare vetproducten en van Verordening (EEG) nr. 1898/87 van de Raad betreffende de bescherming van de benaming van melk en zuivelproducten bij het in de handel brengen (3) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (4). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan.

(2)

In Verordening (EG) nr. 2991/94 is bepaald dat de verkoopbenamingen voor de in artikel 1 van die verordening bedoelde producten de in de bijlage ervan vermelde benamingen moeten zijn. Op die bepaling zijn evenwel uitzonderingen mogelijk. Zij is met name niet van toepassing op de aanduiding van producten waarvan de exacte aard door het traditionele gebruik ervan duidelijk is en/of wanneer de aanduiding duidelijk gebruikt wordt om een kwaliteitskenmerk van het product te beschrijven. Voor de tenuitvoerlegging van die bepaling dient in een aantal toepassingsbepalingen te worden voorzien.

(3)

In dit verband moet artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2991/94 in acht worden genomen, waarin is bepaald dat die verordening met name onverminderd Verordening (EEG) nr. 1898/87 geldt. Met beide genoemde verordeningen wordt wezenlijk hetzelfde doel nagestreefd, namelijk om bij de consument elke verwarring betreffende de aard van de betrokken producten te vermijden. Bijgevolg dienen, met het oog op de coherentie van de communautaire wetgeving, de toepassingsbepalingen betreffende het gebruik van de benaming „boter” voor zowel Verordening (EG) nr. 2991/94 als Verordening (EEG) nr. 1898/87 in één enkele tekst te worden opgenomen.

(4)

Om de draagwijdte van de bij Verordening (EG) nr. 2991/94 vastgestelde uitzonderingen nauwkeurig te bepalen, is het dienstig een uitputtende lijst van de betrokken benaming op te stellen met een beschrijving van de producten waarop deze benamingen betrekking hebben.

(5)

Het eerste criterium voor de in artikel 2, lid 2, derde alinea, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 2991/94 bedoelde uitzondering heeft betrekking op het traditionele karakter van een benaming. Een benaming kan als traditioneel worden beschouwd wanneer zij sinds ten minste de periode die doorgaans wordt geacht overeen te komen met een menselijke generatie, vóór 9 april 1997, is gebruikt. Om aan het traditionele karakter geen afbreuk te doen moet deze uitzondering beperkt blijven tot de producten waarvoor de benaming effectief is gebruikt.

(6)

Het tweede criterium voor de genoemde uitzondering heeft betrekking op het gebruik van de in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2991/94 vermelde benamingen om een kwaliteitskenmerk van het in de handel zijnde product te beschrijven. In dit geval heeft de uitzondering logischerwijs betrekking op producten die als zodanig niet onder de in die bijlage opgenomen producten zijn begrepen.

(7)

Genoemde uitzondering dient te worden beperkt tot die producten die op 9 april 1997 in de handel waren. De lidstaten hadden de Commissie vóór die datum de lijst meegedeeld van de producten die naar hun mening op hun grondgebied aan de criteria van die uitzondering beantwoordden.

(8)

Beschikking 88/566/EEG van de Commissie van 28 oktober 1988 tot vaststelling van de lijst van producten bedoeld in artikel 3, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 1898/87 van de Raad (5) bevat reeds uitzonderingen met betrekking tot de benaming „boter” waarmee rekening dient te worden gehouden.

(9)

Het is dienstig in de bij Verordening (EG) nr. 2991/94 vastgestelde communautaire lijst de benamingen van de betrokken producten uitsluitend op te nemen in de taal van de Gemeenschap waarin zij mogen worden gebruikt.

(10)

De benamingen van levensmiddelen die producten bevatten zoals de in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2991/94 gedefinieerde of die geconcentreerde producten bevatten zoals de in artikel 2, lid 2, derde alinea, tweede streepje, van genoemde verordening gedefinieerde, mogen op de etikettering ervan een verwijzing inhouden naar de overeenkomstige benamingen in voornoemde bijlage, voor zover Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (6), in acht wordt genomen; bijgevolg behoeft in de lijst van de bovenbedoelde uitzonderingen hiervan geen melding te worden gemaakt.

(11)

Gelet op de huidige technische voorwaarden, zou de eis om zonder enige tolerantie het juiste vetgehalte te vermelden aanzienlijke praktische problemen meebrengen. Bijgevolg dienen enkele specifieke voorschriften ter zake te worden vastgesteld.

(12)

Zowel Verordening (EG) nr. 2991/94 als Verordening (EEG) nr. 1898/87 bevatten voorschriften inzake samengestelde producten waarvan boter een essentieel bestanddeel is. Bijgevolg moeten die samengestelde producten worden behandeld op een coherente wijze die met de in artikel 2, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1898/87 gevolgde benadering strookt. Derhalve dient de werkingssfeer van genoemd artikel 2, lid 3, wat de samengestelde producten betreft waarvan boter een essentieel bestanddeel is, nauwkeuriger te worden afgebakend door in een objectief criterium te voorzien aan de hand waarvan kan worden bepaald of boter werkelijk een essentieel bestanddeel van het samengestelde product is en of de benaming „boter” bijgevolg gerechtvaardigd is. Een minimummelkvetgehalte van 75 % van het eindproduct lijkt hiervoor het geschiktste criterium te zijn.

(13)

Krachtens artikel 2, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 2991/94 mogen de in de bijlage bij die verordening opgenomen verkoopbenamingen slechts worden gebruikt voor producten die aan de in die bijlage vastgestelde criteria voldoen. Merken waarin die benamingen voorkomen, mogen bijgevolg nog uitsluitend voor producten die aan die criteria voldoen, worden gebruikt.

(14)

De marktsituatie zal uitwijzen of het dienstig is later in een regeling te voorzien voor de samengestelde producten waarvan margarine of samengestelde vetproducten hoofdbestanddeel zijn.

(15)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van de betrokken beheerscomités,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De lijst van de in artikel 2, lid 2, derde alinea, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 2991/94 bedoelde producten is opgenomen in bijlage I bij de onderhavige verordening.

2.   De benamingen in de bijlage bij Beschikking 88/566/EEG die in een van de talen van de Gemeenschap het woord „boter” bevatten, zijn niet onder de onderhavige verordening begrepen.

Artikel 2

1.   De vermelding van het vetgehalte als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 2991/94 geschiedt met inachtneming van het volgende:

a)

het gemiddelde vetgehalte wordt zonder gebruikmaking van decimalen opgegeven;

b)

het gemiddelde vetgehalte mag niet meer dan 1 procentpunt van het opgegeven percentage afwijken. Het vetgehalte van individuele monsters mag niet meer dan 2 procentpunten van het opgegeven percentage afwijken;

c)

het gemiddelde vetgehalte moet in alle gevallen voldoen aan de in Verordening (EG) nr. 2991/94 vastgestelde grenswaarden.

2.   In afwijking van lid 1, moet voor de in deel A, punt 1, in deel B, punt 1, en in deel C, punt 1, van Verordening (EG) nr. 2991/94 vermelde producten het aangegeven gehalte met het minimumvetgehalte van het product overeenkomen.

3.   De procedure die moet worden toegepast voor de controle op de naleving van het bepaalde in lid 1, is vastgesteld in bijlage II.

Artikel 3

1.   Voor samengestelde producten waarvan boter een essentieel bestanddeel is in de zin van artikel 2, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1898/87, mag de benaming „boter” slechts worden gebruikt indien het eindproduct ten minste 75 % melkvet bevat en het uitsluitend uit boter in de zin van deel A, punt 1, van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2991/94 en het (de) in de benaming vermelde toegevoegde bestanddeel (bestanddelen) is vervaardigd.

2.   De benaming „boter” mag ook worden gebruikt voor samengestelde producten met een melkvetgehalte van minder dan 75 %, doch niet minder dan 62 %, wanneer aan de voorschriften van lid 1 is voldaan en wanneer het product als „boterbereiding” wordt aangeduid.

3.   In afwijking van de leden 1 en 2 mag de benaming „boter” in combinatie met een of meer andere woorden worden gebruikt om een van de in bijlage III bedoelde producten met een melkvetgehalte van minstens 34 % aan te duiden.

4.   In de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde gevallen mag de benaming „boter” slechts worden gebruikt wanneer op het etiket en de aanbiedingsvorm van het product het melkvetgehalte en, wanneer de overige toegevoegde bestanddelen vet bevatten, het totale vetgehalte worden vermeld.

5.   De in lid 2 bedoelde vermelding „boterbereiding” en de in lid 4 bedoelde vermeldingen moeten op een duidelijk zichtbare plaats en in duidelijk leesbare letters worden aangebracht.

Artikel 4

Verordening (EG) nr. 577/97 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage V.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 april 2007.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 316 van 9.12.1994, blz. 2.

(2)  PB L 182 van 3.7.1987, blz. 36. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 1994.

(3)  PB L 87 van 2.4.1997, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 568/1999 (PB L 70 van 17.3.1999, blz. 11).

(4)  Zie bijlage IV.

(5)  PB L 310 van 16.11.1988, blz. 32. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 98/144/EG (PB L 42 van 14.2.1998, blz. 61).

(6)  PB L 109 van 6.5.2000, blz. 29. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/142/EG van de Commissie (PB L 368 van 23.12.2006, blz. 110).


BIJLAGE I

I.

(Spaans)

„Mantequilla de Soria” of „Mantequilla de Soria dulce” of „Mantequilla de Soria azucarada” voor een gearomatiseerd zuivelproduct met toegevoegde suiker en dat een melkvetgehalte heeft van ten minste 39 %

II.

(Deens)

III.

(Duits)

„Butterkäse” voor een halfzachte, vette kaas op basis van koemelk, met een drogestof-melkvetgehalte van ten minste 45 %

„Kräuterbutter” voor een bereiding op basis van met kruiden gemengde boter waarvan het melkvetgehalte ten minste 62 % is

„Milchmargarine” voor margarine met ten minste 5 gewichtsprocent volle melk, magere melk of andere geschikte zuivelproducten

IV.

(Grieks)

V.

(Engels)

„Brandy butter” — „Sherry butter” — „Rum butter” voor een alcoholhoudend product met toegevoegde suiker en met een melkvetgehalte van ten minste 20 %

„Buttercream” voor een product met toegevoegde suiker en met een melkvetgehalte van ten minste 22,5 %

VI.

(Frans)

„Beurre d'anchois, de crevettes, de langouste, de homard, de crabe, de langoustine, de saumon, de saumon fumé, de coquille Saint-Jacques, de sardine” voor een product dat producten van de zeevisserij bevat en dat een melkvetgehalte heeft van ten minste 10 %

VII.

(Italiaans)

VIII.

(Nederlands)

IX.

(Portugees)

X.

(Fins)

„Munavoi” voor een product dat eieren bevat, met een melkvetgehalte van ten minste de 35 %

XI.

(Zweeds)

„Flytande margarin” voor een product met een vloeibare consistentie, met ten minste 80 % plantaardig vet zoals margarine, maar met een zodanige samenstelling dat het product niet smeerbaar is

„Messmör” voor een zuivelproduct op basis van melkwei, met een melkvetgehalte van ten minste 2 % en waaraan soms suiker is toegevoegd

„Vitlökssmör, persiljesmör, pepparrotssmör” voor een product met aromaten en met een melkvetgehalte van ten minste 66 %.


BIJLAGE II

Controle op het aangegeven vetgehalte van smeerbare vetproducten

Van de te controleren en te analyseren partij wordt een aselecte steekproef van vijf monsters genomen. De volgende twee methoden worden toegepast:

A.

het rekenkundige gemiddelde van de vijf resultaten wordt met het opgegegeven vetgehalte vergeleken. Het opgegeven vetgehalte wordt geacht juist te zijn als het berekende vetgehalte niet meer dan 1 procentpunt afwijkt van het opgegeven vetgehalte;

B.

de vijf resultaten worden elk vergeleken met de in artikel 2, lid 1, onder b), bedoelde tolerantiemarge (2 procentpunten van het opgegeven vetgehalte). Als het verschil tussen het hoogste en het laagste van de vijf resultaten niet groter is dan 4 procentpunten, geldt dat de voorschriften van artikel 2, lid 1, onder b), zijn nagekomen.

Wanneer is vastgesteld dat aan de onder A en B vermelde voorwaarden is voldaan wordt de gecontroleerde partij geacht in overeenstemming te zijn met de bepalingen van artikel 2, lid 1, onder b), ook al ligt één van de vijf resultaten buiten de tolerantiemarge van 2 procentpunten.


BIJLAGE III

In artikel 3, lid 3, bedoelde producten

Aard van het product

Samenstelling

Minimummelkvetgehalte

Alcoholhoudende boter (boter met alcoholhoudende drank)

Boter, alcoholhoudende drank, suiker

34 %


BIJLAGE IV

Ingetrokken verordening met de achtereenvolgende wijzigingen ervan

Verordening (EG) nr. 577/97 van de Commissie

(PB L 87 van 2.4.1997, blz. 3)

Verordening (EG) nr. 1278/97 van de Commissie

(PB L 175 van 3.7.1997, blz. 6)

Verordening (EG) nr. 2181/97 van de Commissie

(PB L 299 van 4.11.1997, blz. 1)

Verordening (EG) nr. 623/98 van de Commissie

(PB L 85 van 20.3.1998, blz. 3)

Verordening (EG) nr. 1298/98 van de Commissie

(PB L 180 van 24.6.1998, blz. 5)

Verordening (EG) nr. 2521/98 van de Commissie

(PB L 315 van 25.11.1998, blz. 12)

Verordening (EG) nr. 568/1999 van de Commissie

(PB L 70 van 17.3.1999, blz. 11)


BIJLAGE V

Concordantietabel

Verordening (EG) nr. 577/97

De onderhavige verordening

Artikelen 1 tot en met 3

Artikelen 1 tot en met 3

Artikel 5

Artikel 5 bis

Artikel 4

Artikel 6

Artikel 5

Bijlagen I tot en met III

Bijlagen I tot en met III

Bijlage IV

Bijlage V