1.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 63/24


RICHTLIJN 2007/10/EG VAN DE COMMISSIE

van 21 februari 2007

tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 92/119/EEG van de Raad wat betreft de in een beschermingsgebied te nemen maatregelen na een uitbraak van de vesiculaire varkensziekte

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 92/119/EEG van de Raad van 17 december 1992 tot vaststelling van algemene communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde dierziekten en van specifieke maatregelen ten aanzien van de vesiculaire varkensziekte (1), en met name op artikel 24, lid 2,

Gelet op Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (2), en met name op artikel 4, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Richtlijn 92/119/EEG zijn maatregelen ter bestrijding van bepaalde dierziekten vastgesteld. Bijlage II bij die richtlijn bevat specifieke bepalingen betreffende de vesiculaire varkensziekte.

(2)

Daar de Richtlijnen 72/461/EEG (3) en 80/215/EEG (4) van de Raad met ingang van 1 januari 2006 zijn ingetrokken, moeten de verwijzingen naar die richtlijnen in Richtlijn 92/119/EEG worden vervangen door verwijzingen naar de bijlagen II en III bij Richtlijn 2002/99/EG.

(3)

Het is wenselijk te voorzien in een specifieke oplossing met betrekking tot het merken van vlees en het latere gebruik ervan alsmede de bestemming van de behandelde producten, voor zover de gezondheidssituatie in verband met de vesiculaire varkensziekte het toelaat, mits dit op zodanige wijze geschiedt dat het door de intracommunautaire of internationale handel geboden niveau van bescherming tegen de vesiculaire varkensziekte niet wordt verlaagd.

(4)

Sommige lidstaten hebben de Commissie meegedeeld dat het identificatiemerk als bedoeld in bijlage II bij Richtlijn 2002/99/EG door de exploitanten en de afnemers in het bedrijfsleven slecht wordt geaccepteerd. Het is dan ook wenselijk te voorzien in een alternatief identificatiemerk dat de lidstaten kunnen besluiten toe te passen. Ten behoeve van de controles is het echter belangrijk dat de lidstaten de Commissie vooraf op de hoogte brengen als zij besluiten het alternatieve identificatiemerk toe te passen bij een uitbraak van de vesiculaire varkensziekte.

(5)

Het alternatieve identificatiemerk waarin deze richtlijn voorziet, moet duidelijk te onderscheiden zijn van andere identificatiemerken die op varkensvlees moeten worden aangebracht overeenkomstig Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (5) of Verordening (EG) nr. 2076/2005 van de Commissie van 5 december 2005 tot vaststelling van overgangsregelingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004, (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004 (6).

(6)

In tegenstelling tot de algemene bepalingen van artikel 13 van Richtlijn 92/119/EEG voorzien de specifieke bepalingen inzake de vesiculaire varkensziekte in bijlage II bij die richtlijn niet in de toestemming om de dieren van een bedrijf in het beschermingsgebied af te voeren indien het afvoerverbod langer dan dertig dagen wordt gehandhaafd in verband met nieuwe ziektegevallen. Het is wenselijk in een dergelijke afwijking te voorzien voor bedrijven waar het problemen zou opleveren om de dieren langer dan dertig dagen onder te brengen.

(7)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Punt 7 van bijlage II bij Richtlijn 92/119/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Punt 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt g) wordt vervangen door:

„g)

vlees van varkens als bedoeld in punt f), i):

i)

wordt niet in de intracommunautaire of internationale handel gebracht en draagt het in bijlage II bij Richtlijn 2002/99/EG van de Raad (7) vastgestelde keurmerk voor vers vlees;

ii)

wordt gescheiden van het voor de intracommunautaire en internationale handel bestemde vlees verkregen, versneden, vervoerd en opgeslagen en er wordt op toegezien dat het niet wordt verwerkt in vleesproducten die bestemd zijn voor de intracommunautaire of internationale handel, tenzij het een in bijlage III bij Richtlijn 2002/99/EG beschreven behandeling heeft ondergaan;

b)

het volgende punt h) wordt toegevoegd:

„h)

i)

in afwijking van punt g) kunnen de lidstaten voor vlees van varkens als bedoeld in punt f), i) besluiten een ander identificatiemerk te gebruiken dan het bijzondere identificatiemerk als bedoeld in bijlage II bij Richtlijn 2002/99/EG, mits het duidelijk te onderscheiden is van andere identificatiemerken die op varkensvlees moeten worden aangebracht overeenkomstig Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad (8) of Verordening (EG) nr. 2076/2005 van de Commissie (9).

De lidstaten die besluiten het alternatieve identificatiemerk te gebruiken, brengen de Commissie daarvan op de hoogte in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid;

ii)

voor de toepassing van punt i) moet het identificatiemerk duidelijk zichtbaar en onuitwisbaar zijn en moeten de letters en cijfers gemakkelijk leesbaar zijn. Het identificatiemerk moet de volgende vorm hebben en de volgende gegevens bevatten:

Image

XY staat voor de landcode overeenkomstig bijlage II, sectie I, deel B, punt 6, van Verordening (EG) nr. 853/2004.

1234 staat voor het erkenningsnummer van de inrichting bedoeld in bijlage II, sectie I, deel B, punt 7, van Verordening (EG) nr. 853/2004.

2)

Het volgende punt 5 wordt toegevoegd:

„5.

indien de in punt 2, onder f), bedoelde verbodsbepalingen langer dan dertig dagen worden gehandhaafd in verband met nieuwe ziektegevallen, en indien als gevolg daarvan het onderbrengen van de dieren problemen oplevert, kan de bevoegde autoriteit, indien de eigenaar een met redenen omkleed verzoek daartoe heeft ingediend en mits de officiële dierenarts de feiten heeft geconstateerd, toestemming verlenen om de dieren van een bedrijf in het beschermingsgebied af te voeren. Punt 2, onder f) en h), is van overeenkomstige toepassing.”.

Artikel 2

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 januari 2008 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 21 februari 2007.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 62 van 15.3.1993, blz. 69. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/104/EG (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 352).

(2)  PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.

(3)  PB L 302 van 31.12.1972, blz. 24. Richtlijn ingetrokken bij Richtlijn 2004/41/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 157 van 30.4.2004, blz. 33).

(4)  PB L 47 van 21.2.1980, blz. 4. Richtlijn ingetrokken bij Richtlijn 2004/41/EG.

(5)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55, gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 22. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 van de Raad (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).

(6)  PB L 338 van 22.12.2005, blz. 83.

(7)  PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.”;

(8)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55, gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 22.

(9)  PB L 338 van 22.12.2005, blz. 83.”.