13.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 183/27


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 24 januari 2007

betreffende steunmaatregel C 38/2005 (ex NN 52/2004) van Duitsland ten gunste van de Biria-groep

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 130)

(Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/492/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 88, lid 2, eerste alinea,

Gelet op de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name op artikel 62, lid 1, onder a),

Na de belanghebbenden overeenkomstig de genoemde artikelen (1) te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken, en gezien deze opmerkingen,

OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT:

I.   PROCEDURE

(1)

Op 23 januari 2002 en op 20 augustus 2002 werd bij de Commissie een klacht ingediend over staatssteun in de vorm van een overheidsgarantie ten behoeve van de Biria-groep.

(2)

Na een briefwisseling tussen de Commissie en Duitsland deelde Duitsland de Commissie bij brief van 24 januari 2003, ingeschreven op 28 januari 2003, mee dat het voornemen om een garantie te verlenen, dat pas ten uitvoer zou worden gelegd nadat de Commissie haar goedkeuring zou hebben verleend, was ingetrokken. De klager werd hiervan bij brief van 17 februari 2003 in kennis gesteld.

(3)

Bij schrijven van 1 juli 2003 dat op 9 juli 2003 werd ingeschreven, en bij schrijven van 8 augustus 2003 dat op 5 september 2003 werd ingeschreven, verstrekte de klager verdere informatie over een andere overheidsgarantie ten gunste van de Biria-groep evenals over deelnemingen van de overheid in ondernemingen van de groep.

(4)

De Commissie verzocht bij brief van 9 september 2003 om inlichtingen, die Duitsland bij brief van 14 oktober 2003, welke op 16 oktober 2003 werd ingeschreven, verstrekte. Op 9 december 2003 verzocht de Commissie om nadere inlichtingen die door Duitsland bij schrijven van 19 maart 2004, op dezelfde dag ingeschreven, verschafte.

(5)

Op 18 oktober 2004 gaf de Commissie een bevel tot het verstrekken van inlichtingen, omdat zij betwijfelde of de steunmaatregelen ten gunste van de Biria-groep in overeenstemming waren met de regelingen op basis waarvan zij beweerdelijk waren toegekend. In antwoord op dit bevel tot het verstrekken van inlichtingen zond Duitsland bij brief van 31 januari 2005, die op dezelfde dag werd ingeschreven, verdere gegevens toe.

(6)

Op 20 oktober 2005 leidde de Commissie de formele onderzoekprocedure in ten aanzien van drie maatregelen waarbij vermoedelijk sprake was van staatssteun. In hetzelfde besluit stelde zij vast dat een aantal andere vermeend wederrechtelijk toegekende steunmaatregelen ofwel geen steun inhielden, ofwel op basis van en in overeenstemming met goedgekeurde steunregelingen waren toegekend. Dit besluit van de Commissie werd in het Publicatieblad van de Europese Unie  (2) bekendgemaakt. De Commissie maande alle belanghebbenden aan, opmerkingen over de betrokken steunmaatregelen te maken. Er werden opmerkingen ontvangen van een belanghebbende die anoniem wenste te blijven bij brief van 27 januari 2006, welke op 30 januari 2006 werd ontvangen, van Prophete GmbH & Co KG, Rheda-Wiedenbrück, en Pantherwerke AG, Löhne, bij brief van 6 februari, op dezelfde dag ingeschreven, evenals van Vaterland-Werke GmbH & Co. KG, Neuenrade, bij brief van 6 februari 2006, op dezelfde dag ingeschreven, en bij brief van 27 februari 2006, op dezelfde dag ingeschreven.

(7)

Deze opmerkingen werden bij brieven van 6 februari 2006 en 2 maart 2006 aan Duitsland toegezonden. Duitsland antwoordde bij schrijven van 5 april 2006, ingeschreven op 7 april 2006, en bij schrijven van 12 mei 2006, ingeschreven op dezelfde dag.

(8)

Duitsland zette zijn standpunt over de inleiding van de formele onderzoekprocedure uiteen in een brief van 23 januari 2006, die op dezelfde dag werd ingeschreven.

(9)

De Commissie verzocht bij schrijven van 6 februari 2006 om aanvullende inlichtingen, die door Duitsland bij brief van 5 april 2006, die op 7 april 2006 werd ontvangen, werden verstrekt. Verder zond de Commissie op 19 juli 2006 opnieuw een bevel tot het verstrekken van informatie toe, waarop Duitsland reageerde per brief van 25 september 2006, die op 26 september 2006 werd ingeschreven.

II.   BESCHRIJVING

2.1.   Begunstigde onderneming

(10)

De Biria-groep houdt zich bezig met de productie en verkoop van fietsen. De moederonderneming, Biria AG, is gevestigd in Neukirch, Saksen, een steungebied overeenkomstig artikel 87, lid 3, onder a), van het Verdrag.

(11)

In 2003 behaalde de groep een omzet van 93,2 miljoen EUR (2002: 83,8 miljoen EUR) en boekte zij een winst van 3,7 miljoen EUR (2002: verlies van 5,8 miljoen EUR). In 2003 had de groep 415 werknemers (2002: 490) en zij moet daarom als grote onderneming worden aangemerkt.

(12)

De moederonderneming, Biria AG, ontstond in 2003 als gevolg van een fusie van de voormalige onderneming Biria met een van haar dochterondernemingen, Sachsen Zweirad GmbH. Daarbij werd de naam van de onderneming van Sachsen Zweirad GmbH veranderd in Biria GmbH. In april 2005 werd de naam Biria GmbH vervangen door Biria AG. In 2003 had Biria GmbH (thans Biria AG) een jaaromzet van 55,7 miljoen EUR en een winst van 3,6 miljoen EUR. De enige aandeelhouder van Biria AG is de heer Mehdi Biria.

(13)

Naast de moederonderneming zijn de voornaamste ondernemingen van de groep Bike Systems GmbH & Co Thüringer Zweiradwerk KG („Bike Systems”) — deze onderneming maakt via de Biria-dochter Bike Systems Betriebs- und Beteiligungsgesellschaft mbH („BSBG”) deel uit van Biria — en Checker Pig GmbH.

(14)

Bike Systems is gevestigd in Nordhausen, Thüringen, een steungebied overeenkomstig artikel 87, lid 3, onder a), van het Verdrag. In 2003 had Bike Systems een omzet van 6,1 miljoen EUR en leed de onderneming een verlies van 0,6 miljoen EUR. Zij had 157 werknemers. Bike Systems produceert uitsluitend fietsen voor de moederonderneming BSBG („Lohnherstellungsvertrag”). BSBG is verantwoordelijk voor de distributie van de fietsen.

(15)

Checker Pig GmbH heeft haar hoofdkantoor in Dresden, Saksen, een steungebied overeenkomstig artikel 87, lid 3, onder a), van het Verdrag. In 2003 haalde Checker Pig GmbH een omzet van 6,9 miljoen EUR en meldde de onderneming verliezen van 0,4 miljoen EUR. De onderneming had 43 werknemers.

(16)

Op 7 november 2005 verkocht Biria AG het grootste deel van haar activa aan twee ondernemingen van de Lone Star-groep, een private-equityfonds. Het onroerend goed bleef eigendom van Biria AG en werd door deze onderneming aan de Lone Star-groep verhuurd. De verkoopprijs voor de activa bedroeg 11,5 miljoen EUR. Een externe deskundige raamde de marktprijs voor de desbetreffende vermogensbestanddelen op 10,7 miljoen EUR. De onderneming(en) van de Lone Star-groep lijkt/lijken momenteel onder de naam Biria GmbH te opereren.

(17)

Volgens Duitsland vond de verkoop plaats na een open, transparante en onvoorwaardelijke aanbestedingsprocedure. De aanbesteding zou op internet en in verscheidene gedrukte media zijn gepubliceerd. Voor de deelneming van een nieuwe investeerder waren verschillende opties mogelijk, namelijk de verwerving van activa (asset deal), de verwerving van de activa „en bloc” of de aankoop van aandelen. Uiteindelijk kocht Lone Star de activa in het kader van een asset deal.

(18)

Volgens Duitsland was reeds vóór het besluit van de Commissie tot inleiding van de formele onderzoekprocedure van 20 oktober 2005 een begin gemaakt met de verkoop van de onderneming. De eerste termijn voor de indiening van een bod liep op 4 oktober 2005 af.

2.2.   De financiële maatregelen

(19)

Maatregel 1: in maart 2001 verstrekte de gbb Beteiligungs- AG („gbb”), een dochteronderneming van de Deutsche Ausgleichsbank (een ontwikkelingsbank van de overheid) een derdenbelang in Bike Systems van 2 070 732 EUR met een looptijd tot eind 2010. Volgens Duitsland werd dit derdenbelang tegen marktvoorwaarden verstrekt en vormde zij derhalve geen staatssteun.

(20)

Maatregel 2: op 20 maart 2003 verleende de deelstaat Saksen een garantie van 80 % voor een bedrijfskrediet van 5,6 miljoen EUR, toegekend aan Sachsen Zweirad GmbH met een aanvankelijke looptijd tot eind 2008. De garantie werd in januari 2004 vervangen door een garantie ten gunste van Biria GmbH (zie maatregel 3). De garantie werd op grond van de garantierichtsnoeren van de deelstaat Saksen (3), een door de Commissie goedgekeurde steunregeling, toegekend.

(21)

Maatregel 3: op 9 december 2003 kende de deelstaat Saksen een garantie van 80 % toe voor een bedrijfskrediet van 24 875 000 EUR ten gunste van Biria GmbH (thans Biria AG) voor de financiering van de voorgenomen verhoging van de omzet en de vernieuwing van het financieringsplan van de groep. Het krediet bestond uit een lening van 8 miljoen EUR voor de amortisatie van bedrijfsmiddelen, een bedrag van 7,45 miljoen EUR als rekeningcourantkrediet en een bedrag van 9,425 miljoen EUR in het kader van de seizoensfinanciering. De garantie is op grond van de garantierichtsnoeren van de deelstaat Saksen, een door de Commissie goedgekeurde steunregeling, toegekend. De garantie werd toegekend onder de voorwaarde dat de aan Sachsen Zweirad GmbH toegekende garantie (maatregel 2) zou worden teruggegeven. De garantie werd derhalve pas op 5 januari 2004 van kracht, toen de garantie voor Sachsen Zweirad was teruggegeven.

III.   REDENEN VOOR DE INLEIDING VAN DE FORMELE ONDERZOEKPROCEDURE

(22)

De formele onderzoekprocedure werd ingeleid omdat de Commissie betwijfelde of het derdenbelang tegen marktvoorwaarden was verstrekt zoals Duitsland beweerde. Volgens de Commissie was Bike Systems door een insolventieplan van insolventie gered en waren de toekomstperspectieven van de onderneming onzeker. Daarom had Bike Systems destijds als onderneming in moeilijkheden moeten worden beschouwd. De Commissie betwijfelde of de vergoeding in verhouding stond tot het risico en of het derdenbelang tegen marktvoorwaarden was verstrekt. Wat de uitzonderingsbepalingen van artikel 87, leden 2 en 3 van het Europese Gemeenschap-Verdrag betreft beschikte de Commissie niet over informatie waaruit bleek dat aan de voorwaarden van de communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden (4) (hierna „communautaire richtsnoeren”) was voldaan.

(23)

Een andere reden om de formele onderzoekprocedure in te leiden was de voorlopige conclusie van de Commissie dat niet was voldaan aan de voorwaarden van de goedgekeurde steunregeling op basis waarvan de garanties ten behoeve van Sachsen Zweirad GmbH en Biria GmbH beweerdelijk waren verleend, en dat de garanties derhalve niet onder deze steunregeling vielen. Volgens de Commissie waren Sachsen Zweirad GmbH en Biria GmbH op het moment dat de garantie werd verleend, ondernemingen in moeilijkheden. Omdat Sachsen Zweirad GmbH en Biria GmbH grote ondernemingen waren, hadden de garanties ook volgens deze steunregeling afzonderlijk bij de Commissie aangemeld moeten worden. Wat de eventuele toepasselijkheid van de uitzonderingsbepalingen van artikel 87, leden 2 en 3, van het EG-Verdrag betreft betwijfelde de Commissie of aan de voorwaarden van de communautaire richtsnoeren was voldaan.

IV.   OPMERKINGEN VAN BELANGHEBBENDEN

(24)

De Commissie heeft opmerkingen ontvangen van een belanghebbende die niet met name genoemd wenst te worden, evenals van de ondernemingen Prophete GmbH & Co. KG en Pantherwerke AG en van Vaterland-Werke GmbH & Co. KG.

4.1.   Opmerkingen van een concurrent die anoniem wenste te blijven

(25)

In zijn opmerkingen over de inleiding van de formele onderzoekprocedure betoogt de concurrent, die anoniem wenst te blijven, dat Biria AG dankzij de overheidsgarantie van 24,5 miljoen EUR fietsen aan de klanten van de concurrent kon verkopen voor lagere prijzen dan de productiekosten, hoewel de concurrent over de meest efficiënte productiefaciliteit in Duitsland beschikt.

(26)

Verder had Biria AG in 2003 enkel winst kunnen maken omdat banken een bedrag van 8,567 miljoen EUR aan vorderingen hadden kwijtgescholden. In de daaropvolgende jaren, 2004 en 2005, leed Biria AG opnieuw verlies.

(27)

De concurrent wijst er bovendien op dat Biria in het kader van een asset deal aan Lone Star was verkocht. Daarbij hadden Sachsen-LB en Mittelständische Beteiligungsgesellschaft waarschijnlijk een groot deel van hun vorderingen kwijtgescholden. De nieuwe onderneming Biria GmbH, die deel uitmaakt van de Lone Star-groep, heeft de vermogensbestanddelen van de oude onderneming Biria AG volledig overgenomen.

4.2.   Opmerkingen van Prophete GmbH & Co. KG en van Pantherwerke AG

(28)

In hun opmerkingen over de inleiding van de formele onderzoekprocedure verklaarden Prophete GmbH & Co. KG en Pantherwerke AG (hierna „Prophete en Pantherwerke”) dat Biria dankzij de staatssteun haar producten kon aanbieden tegen prijzen die onder normale marktvoorwaarden niet gehandhaafd konden worden. Beide ondernemingen zijn concurrenten van Biria en worden derhalve rechtstreeks door de steunverlening getroffen.

(29)

De Biria-groep is de grootste fietsenproducent van Duitsland met een productie van circa 700 000 fietsen per jaar. De ondernemingen van de groep zijn in twee segmenten van de fietsenmarkt actief, de niet-gespecialiseerde handel en de gespecialiseerde groothandel.

(30)

Onder het segment gespecialiseerde handel valt de gehele detailhandel via grotere detailhandelsketens en de postorderverkoop. De fietsen van dit segment kosten gewoonlijk tussen 100 en 199 EUR. Volgens ramingen van Prophete en Pantherwerke worden op deze markt circa 1,5 miljoen fietsen verkocht, waarvan Biria met 650 000 verkochte fietsen een aandeel heeft van circa 50 %.

(31)

Ook in de gespecialiseerde groothandel heeft de Biria-groep volgens Prophete en Pantherwerke een machtspositie. In dit marktsegment gaat een handelsvolume van 150 000 à 200 000 fietsen om. In de gespecialiseerde groothandel kunnen prijzen tot 400 EUR worden bereikt. Pantherwerke is in dit segment een rechtstreekse concurrent van Biria.

(32)

Prophete en Pantherwerke constateren al jarenlang dat de door de Biria-groep aangerekende prijzen aanhoudend lager zijn dan van andere fietsfabrikanten. Er is geen economische verklaring voor dit verschil, omdat de Biria-groep dankzij haar dominante positie op de markt weliswaar een hoger inkoopvolume heeft, maar dit niet in gunstiger voorwaarden resulteert. Prophete en Pantherwerke vermoeden dat de Biria-groep als gevolg van de lage verkoopprijzen in de afgelopen jaren aanzienlijke verliezen heeft geleden.

(33)

Wat het derdenbelang betreft betwijfelen Prophete en Pantherwerke of een marktinvesteerder gezien de economische toestand van Bike Systems in maart 2001 tot een dergelijke deelneming zou hebben besloten.

(34)

Prophete en Pantherwerke beschouwen de beide garanties van 2003 en 2004 aan Sachsen Zweirad GmbH en Biria als onverenigbaar met de staatssteunregels van de Gemeenschap. De ondernemingen zijn van oordeel dat de begunstigde ondernemingen in moeilijkheden verkeerden toen de garanties werden verleend. De nieuwe onderneming Biria moet worden beschouwd als de rechtsopvolger van de beide voormalige ondernemingen, waaruit zij is voortgekomen. Volgens deze beide ondernemingen is de openingsbalans van de nieuw opgerichte onderneming niet veelzeggend.

(35)

De toekenning van beide garanties was volgens de ondernemingen in strijd met het beginsel van de eenmalige steun, omdat de economische activiteiten van de ondernemingen van de Biria-groep bij herhaling slechts met staatssteun konden worden voortgezet.

(36)

Er waren geen compenserende maatregelen genomen om de nadelige gevolgen voor de concurrenten teniet te doen. Een beperking van de aanwezigheid van de Biria-groep op de markt was achterwege gebleven. De groep zou veeleer van plan zijn haar activiteiten door een agressief prijsbeleid verder uit te breiden. Biria zou op haar homepage hebben aangekondigd de verkoop van fietsen in 2005 ten opzichte van 2004 met 850 000 verkochte fietsen te willen verhogen. Verder merken Prophete en Pantherwerke op dat volgens een persmededeling de eigenaar van Biria AG het bedrijf aan Lone Star, een private-equityfonds, zou hebben verkocht.

4.3.   Opmerkingen van Vaterland-Werke GmbH & Co. KG

(37)

In haar opmerkingen over de inleiding van de formele onderzoekprocedure verklaart de onderneming Vaterland-Werke GmbH & Co. KG („Vaterland-Werke”) dat de Biria-groep met een productie van 700 000 à 800 000 fietsen per jaar de grootste fietsenfabrikant in Duitsland is. Alleen MIFA Mitteldeutsche Fahrradwerke bereikt een soortgelijke omvang met een productie van 700 000 fietsen per jaar; andere fabrikanten zouden slechts 250 000 à 400 000 fietsen per jaar produceren.

(38)

Vaterland-Werke en Biria zijn allebei actief in het marktsegment van de niet-gespecialiseerde handel, die ook de grotere detailhandelsketens en de grote postorderbedrijven omvat. In dit segment heerst een felle concurrentie, en Biria staat bekend om haar agressieve concurrentiegedrag met prijzen die de productiekosten onderschrijden. Dit gedrag is slechts mogelijk indien een onderneming over externe financieringsbronnen beschikt, in het geval van Biria in de vorm van staatssteun. Deze situatie bedreigt het voortbestaan van alle kleine concurrenten die geen staatssteun ontvangen. Vaterland-Werke wordt bijzonder zwaar getroffen, en vrije productiecapaciteit kan niet door andere orders worden gedekt. Omdat de markt met overcapaciteit kampt zou een uitbreiding van de capaciteit van een fabrikant met behulp van staatssteun ten koste van andere concurrenten gaan.

(39)

Wat het derdenbelang betreft betwijfelt Vaterland-Werke of een particuliere investeerder gezien de economische toestand van Bike Systems in maart 2001 tot een dergelijke deelneming zou hebben besloten.

(40)

Vaterland-Werke beschouwt de beide garanties van 2003 en 2004 aan Sachsen Zweirad GmbH en Biria als onverenigbaar met de staatssteunregels van de Gemeenschap. De begunstigde ondernemingen verkeerden in moeilijkheden toen de garanties werden verleend. De nieuwe onderneming Biria moet als rechtsopvolger van de beide voormalige ondernemingen worden beschouwd, waaruit zij is voortgekomen. Volgens deze onderneming is de openingsbalans van de nieuw opgerichte onderneming niet veelzeggend.

(41)

De toekenning van beide garanties was volgens de onderneming in strijd met het beginsel van de eenmalige steun, omdat de economische activiteiten van de ondernemingen van de Biria-groep bij herhaling slechts met overheidssteun konden worden voortgezet.

(42)

Er waren geen compenserende maatregelen genomen om de nadelige gevolgen voor de concurrenten te niet te doen. Een beperking van de aanwezigheid van de Biria-groep op de markt was achterwege gebleven. De groep zou veeleer van plan zijn haar activiteiten door een agressief prijsbeleid verder uit te breiden. Biria zou op haar homepage hebben aangekondigd de verkoop van fietsen in 2005 ten opzichte van 2004 met 850 000 verkochte fietsen te willen verhogen. Verder merkt Vaterland-Werke op dat volgens een persmededeling de eigenaar van Biria AG het bedrijf aan Lone Star, een private-equityfonds, zou hebben verkocht.

V.   OPMERKINGEN VAN DUITSLAND

(43)

In zijn opmerkingen over de inleiding van de formele onderzoekprocedure stelt Duitsland zich op het standpunt dat het derdenbelang van gbb tegen marktvoorwaarden werd verstrekt. Duitsland is het met de Commissie eens dat een derdenbelang een groter risico inhoudt dan een traditionele lening. De voorwaarden van het derdenbelang waren echter van dien aard dat de bepalingen van de mededeling van de Commissie over de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld (5) in acht werden genomen. Volgens deze mededeling is het referentiepercentage een basispercentage, dat bij bijzondere risico’s kan worden verhoogd. In dit geval kan de opslag circa 400 basispunten of zelfs meer bedragen.

(44)

De vergoeding voor het derdenbelang beloopt volgens de Duitse autoriteiten 12,25 % (8,75 % vast en 3,5 % afhankelijk van de winst). Daarmee ligt zij circa 600 basispunten boven het referentiepercentage van de Commissie van 6,33 %. Op deze wijze zou gbb er rekening mee hebben gehouden dat de onderneming zich in een herstructureringsfase bevond en dat het risico dat met het derdenbelang was verbonden hoger was als gevolg van de reorganisatie van de onderneming en het gebrek aan zakelijke zekerheden. Dit extra risico komt volgens Duitsland tot uiting in de aanvullende opslag van 200 basispunten.

(45)

Verder wijst Duitsland erop dat het besluit om een derdenbelang te verstrekken genomen is op basis van de prognose dat de omzet van de onderneming van 0,89 miljoen EUR in 2001 zou stijgen tot 3,38 miljoen EUR in 2003. Derhalve concludeert Duitsland dat de overeengekomen vergoeding voor het derdenbelang van 12,25 % het risico naar behoren weergaf. Volgens Duitsland is het feit dat een deel van de vergoeding variabel is niet van belang, omdat dit bij derdenbelangen gebruikelijk is en in overeenstemming is met de handelwijze van een particuliere investeerder in een markteconomie.

(46)

Wat de garantie voor Sachsen Zweirad GmbH betreft verkeerde de onderneming ten tijde van de garantieverlening volgens Duitsland niet in moeilijkheden en vertoonde zij geen van de voor dergelijke ondernemingen typische symptomen in de zin van de communautaire richtsnoeren. Zo had de onderneming in 2003 (vóór de fusie met Biria in oktober) een positief eigen vermogen van 404 miljoen EUR, en had zij een winst behaald van 2,1 miljoen EUR. De economische toestand van de onderneming was in 2003 verbeterd ten opzichte van 2001-2002 dankzij consolideringsinspanningen waarmee eind 2002 werd begonnen, en een gunstiger marktsituatie.

(47)

Duitsland betoogt dat de liquiditeitspositie van de onderneming weliswaar moeilijk, maar niet „ernstig” was. Het gevaar dat de particuliere financiële instellingen hun kredieten niet zouden verlengen had zich niet voorgedaan. Ook hoge renteaflossingen zouden niet tot liquiditeitsproblemen hebben geleid zoals de Commissie beweert.

(48)

Ten aanzien van de garantie aan Biria GmbH (inmiddels Biria AG) verklaart Duitsland dat deze garantie is toegekend op basis van het nieuwe plan van de Biria-groep om de organisatie van de groep te stroomlijnen en de inkoop, de verantwoordelijkheid voor de productie en de distributie bij Biria GmbH onder te brengen. Afgezien van de financiële behoeften met het oog op de verhoging van de omzet voorzag het plan tevens in een reorganisatie van de algehele financiering van de groep.

(49)

Volgens Duitsland was Biria GmbH (thans Biria AG) geen onderneming in moeilijkheden toen de garantie werd verleend. In dit verband moet een onderscheid worden gemaakt tussen de oude en de nieuwe Biria AG. De nieuwe onderneming kon slechts als een onderneming in moeilijkheden worden aangemerkt indien zij de moeilijkheden van de oude onderneming had „geërfd” (ingeval de oude onderneming in moeilijkheden had verkeerd). Dit was bij de nieuwe Biria AG echter niet het geval. De nieuwe Biria AG is uit een fusie van de oude Biria AG met Sachsen Zweirad GmbH ontstaan. Sachsen Zweirad GmbH, een onderneming die volstrekt niet in moeilijkheden verkeerde, was bij de fusie de partij met de sterkste positie. Daarom kan niet automatisch worden aangenomen dat de nieuwe Biria AG in moeilijkheden verkeerde. Ook al zou de oude Biria AG in moeilijkheden hebben verkeerd, dan had de fusie met Sachsen Zweirad GmbH ervoor gezorgd dat de nieuwe Biria AG niet automatisch ook in moeilijkheden verkeerde.

(50)

Verder wees Duitsland erop dat de terugtrekking van een van de particuliere banken uit de financiering van de onderneming een gevolg was van een strategische reorganisatie van die bank na een fusie. De andere twee banken beëindigden hun betrokkenheid tegelijk met deze particuliere bank. Dit kon echter niet als een gebrek aan vertrouwen worden opgevat, omdat een van de banken de cofinanciering van twee afzonderlijke projecten heeft voortgezet.

(51)

Duitsland betoogde dat de fusie tussen Sachsen Zweirad GmbH en Biria AG niet diende om de staatssteunregels en de kwalificatie van de onderneming als een onderneming in moeilijkheden te omzeilen, doch dat deze het gevolg was geweest van een nieuw plan van de groep.

(52)

Met betrekking tot de opmerkingen van de concurrent die anoniem wenste te blijven betoogt Duitsland dat de cijfers inzake de kostenstructuur van de concurrent en Biria niet kunnen worden vergeleken. De omzet van de concurrent is toegenomen, terwijl de afzet van de Biria-groep terugliep. De EBITDA (bedrijfsresultaat vóór rente, belastingen en afschrijving op activa en goodwill) van de concurrent is tegelijkertijd afgenomen, terwijl die van de Biria-groep constant bleef. Hieruit blijkt niet zozeer dat Biria tegen dumpingpijzen verkoopt, doch veeleer dat de concurrent een agressiever prijsbeleid voerde dan de Biria-groep.

(53)

De economische nadelen die de concurrent van het gedrag van de Biria-groep zou hebben ondervonden worden volgens Duitsland niet door feiten gestaafd noch op samenhangende wijze uiteengezet. Bovendien is het in een concurrerende markt normaal dat de prijzen van de ene onderneming door de andere worden onderboden.

(54)

Met betrekking tot de door de concurrent genoemde verkoop van activa van de Biria-groep aan de Lone Star-groep verschafte Duitsland nadere informatie over de verkoopprocedure zelf evenals over de betaling van particuliere en openbare vorderingen.

(55)

In antwoord op de opmerkingen van Prophete, Pantherwerke en Vaterland-Werke merkt Duitsland op dat de fietsenmarkt uit drie segmenten bestaat en niet uit twee segmenten zoals door de ondernemingen wordt beweerd. Deze drie segmenten bestaan uit de gespecialiseerde handel, de postorderverkoop en de verkoop via supermarkten. Biria heeft in de postorderhandel een sterke positie, die echter minder een gevolg is van een agressief prijsbeleid dan van just-in-time-leveringen. In het supermarktsegment daarentegen is MIFA AG de marktleider, terwijl het marktaandeel van Biria minder dan 10 % bedraagt.

(56)

Duitsland wijst de bewering van Vaterland-Werke van de hand dat Biria middels een agressief prijsbeleid haar activiteiten zou willen uitbreiden, en verwijst daartoe op reeds in de loop van de procedure verstrekte inlichtingen. Duitsland verklaart dat Biria AG in 2003 670 000 fietsen heeft geproduceerd en dat de productie sindsdien terugloopt.

VI.   BEOORDELING

6.1.   De begunstigde onderneming

(57)

De steun is aan Sachsen Zweirad GmbH en Biria GmbH (thans Biria AG) evenals aan Bike Systems, een dochteronderneming van Biria GmbH, verleend. Op 7 november 2005 verkocht Biria AG het grootste deel van haar activa aan twee ondernemingen van de Lone Star-groep, een private-equityfonds. De Commissie stelt vast dat deze verkoop volgens de verstrekte informatie plaatsvond na een open, transparante en onvoorwaardelijke aanbestedingsprocedure. Volgens Duitsland werd de waarde van de vermogensbestanddelen door een deskundige op 10,7 miljoen EUR begroot. De door de Lone Star-groep betaalde prijs van 11,5 miljoen EUR was derhalve hoger dan de geraamde prijs.

(58)

Op grond van de informatie waarover zij beschikt komt de Commissie tot de conclusie dat er geen aanwijzingen zijn dat de Lone Star-groep op enigerlei wijze van de steun heeft geprofiteerd en dat zij daardoor een directe of indirecte begunstigde van de aan Biria GmbH (thans Biria AG) en Bike Systems verleende steun was.

6.2.   Beweerdelijk tegen marktvoorwaarden voorgenomen maatregel

(59)

Volgens Duitsland werd het derdenbelang van gbb in Bike Systems (maatregel 1) tegen marktvoorwaarden verstrekt. Het risico van een derdenbelang is vergelijkbaar met dat van een achtergestelde lening, en een derdenbelang moet daarom als een lening met hoog risico worden behandeld. Bij insolventie of liquidatie wordt het derdenbelang pas terugbetaald nadat aan alle andere verplichtingen is voldaan. Het risico van een derdenbelang is derhalve groter dan het risico dat verbonden is met een gewone banklening voor een investering, een risico dat doorgaans tegen de voorwaarden van de bank wordt afgedekt en dat in het referentiepercentage van de Commissie tot uiting komt. De vergoeding voor een dergelijk derdenbelang dient derhalve aanzienlijk hoger te zijn dan de referentierente van de Commissie.

(60)

Het referentiepercentage van de Commissie bedroeg ten tijde van de investering 6,33 %. Voor het derdenbelang werd een vaste vergoeding van 8,75 % evenals een variabele, winstgerelateerde vergoeding van 3,5 % overeengekomen. De overeengekomen vergoeding is derhalve hoger dan de referentierente van de Commissie, die destijds 6,33 % bedroeg.

(61)

Bike Systems had echter net een insolventieprocedure achter de rug. De toekomstverwachtingen van de onderneming waren ongewis, omdat er slechts een beperkte herstructurering had plaatsgevonden. Volgens de balans voor 2001 leed de onderneming in dat jaar nog altijd verlies. Het eigen vermogen was nog steeds negatief, hoewel er dankzij de stille reserves geen sprake was van insolventie. Bike Systems moet derhalve op het moment dat de garantie werd verleend als onderneming in moeilijkheden worden beschouwd.

(62)

De Commissie is daarom van oordeel dat de vergoeding niet evenredig was met het risico en dat het derdenbelang niet tegen marktvoorwaarden werd verstrekt. Het derdenbelang heeft Bike Systems derhalve een voordeel verschaft dat de onderneming op de markt niet had kunnen krijgen.

6.3.   Beweerdelijk onder goedgekeurde steunregelingen vallende steun

(63)

De garantie aan Sachsen Zweirad GmbH voor een bedrijfskrediet van 5,6 miljoen EUR (maatregel 2) en de garantie aan Biria GmbH (thans Biria AG) voor een bedrijfskrediet van 24,875 miljoen EUR (maatregel 3) zijn op grond van de „Bürgschaftsregelung des Freistaats Sachsen” verleend. Volgens dit goedgekeurde steunprogramma zijn garanties voor leningen van meer dan 5 miljoen DEM (2,6 miljoen EUR) voor nieuwe investeringen, en in bijzondere gevallen voor de aanvullende financiering van investeringen en werkkapitaal aan gezonde ondernemingen toegestaan; in uitzonderlijke gevallen is ook de financiering van sanerings- en herstructureringswerkzaamheden geoorloofd. De toekenning van herstructureringsgaranties aan een grote onderneming moet echter individueel worden aangemeld.

(64)

Volgens Duitsland was aan de voorwaarden van de regeling voldaan en strookten de garanties met de regeling. Duitsland is van oordeel dat Sachsen Zweirad GmbH en Biria GmbH (thans Biria AG) op het moment dat de garanties werden verleend niet in moeilijkheden verkeerden. De garanties waren ter dekking van bedrijfskredieten toegekend, wat volgens de steunregeling is toegestaan.

(65)

De Commissie ontkent dat de garanties in overeenstemming zijn met de steunregeling, op basis waarvan zij beweerdelijk zijn toegekend. In tegenstelling tot Duitsland is de Commissie van oordeel, zoals hieronder nader wordt toegelicht, dat Sachsen Zweirad GmbH op het moment van toekenning van de garantie in maart 2003 een onderneming in moeilijkheden was en dat hetzelfde gold voor Biria GmbH toen aan deze onderneming in december 2003 een garantie werd verleend. De toekenning van een garantie voor de herstructurering van een onderneming in moeilijkheden moet echter individueel bij de Commissie worden aangemeld.

(66)

Volgens Duitsland vertoonde Sachsen Zweirad GmbH geen van de voor een onderneming in moeilijkheden typische symptomen in de zin van de communautaire richtsnoeren (6). De Commissie wijst erop dat de in punt 6 van de communautaire richtsnoeren vermelde typische symptomen van een onderneming in moeilijkheden slechts als houvast zijn bedoeld om te beoordelen wanneer een onderneming als een onderneming in moeilijkheden kan worden beschouwd, doch dat zij niet moeten worden opgevat als voorwaarden waaraan cumulatief moet zijn voldaan. Sachsen Zweirad GmbH leed in 2001 als resultaat van de gewone bedrijfsactiviteit een verlies van 1 274 000 EUR en in 2002 van 733 000 EUR. De verliezen zijn in het kader van de winstpoolingsovereenkomst door de moederonderneming Biria overgenomen. De omzet liep in 2002 terug ten opzichte van 2001.

(67)

Volgens het jaarverslag 2002 kampte Sachsen Zweirad GmbH ook met liquiditeitsproblemen. Zo wordt in het jaarverslag uitdrukkelijk vermeld dat de liquiditeitspositie van de onderneming krap was als gevolg van de hoge kosten van de voorfinanciering van de voorraden en de groei binnen de groep. Volgens het jaarverslag kon het voortbestaan van de onderneming slechts worden gegarandeerd indien de banken bereid waren de bestaande kredietlijn te continueren of te herschikken.

(68)

Duitsland betoogt dat er nooit enig gevaar is geweest dat de banken hun kredieten niet zouden verlengen. Dit doet echter niets af aan de vaststelling dat de liquiditeitspositie van de onderneming krap was. Volgens het jaarverslag hadden de meeste kredieten een resterende looptijd van minder dan vijf jaar, wat voor de financiering van de bedrijfsactiviteit zeker niet gunstig is en het risico voor de onderneming verhoogt. Het kortlopende karakter van de leningen bracht bovendien een hoge rente met zich (zij het dat deze in 2002 iets lager was dan in 2001), die de liquiditeit van de onderneming nog verder onder druk zette.

(69)

De Commissie komt derhalve tot de conclusie dat Sachsen Zweirad GmbH op het moment dat de garantie werd verleend als onderneming in moeilijkheden moest worden beschouwd en de garantie daarom als herstructureringsgarantie moet worden aangemerkt. Aangezien de toekenning van een dergelijke garantie voor grote ondernemingen individueel bij de Commissie moet worden aangemeld is niet aan de voorwaarden van de goedgekeurde steunregeling, waarop de garantie beweerdelijk gebaseerd was, voldaan, en viel de garantie derhalve niet onder deze steunregeling.

(70)

Biria GmbH (thans Biria AG) ontstond op 1 oktober 2003 na een fusie van de voormalige onderneming Biria AG met een van haar dochterondernemingen Sachsen Zweirad GmbH.

(71)

Volgens Duitsland moet Biria GmbH (thans Biria AG) duidelijk worden onderscheiden van de voormalige Biria AG en Sachsen Zweirad GmbH, omdat door de fusie een nieuwe onderneming is ontstaan. Daarom moet de vraag of deze onderneming op het moment van de toekenning van de garantie op 9 december 2004 in moeilijkheden verkeerde, op grond van de openingsbalans van de pas gefuseerde onderneming worden beoordeeld. Uit deze openingsbalans bleek dat Biria GmbH niet als onderneming in moeilijkheden kon worden beschouwd.

(72)

De Commissie is het met deze argumenten niet eens. De nieuwe onderneming Biria GmbH kan niet los worden gezien van de voormalige ondernemingen Biria AG en Sachsen Zweirad GmbH, omdat zij uit een fusie van deze ondernemingen is ontstaan. Anders zou het gemakkelijk zijn de kwalificatie als onderneming in moeilijkheden te omzeilen door de fusie van economische entiteiten of de oprichting van nieuwe ondernemingen. Het voormalige Biria AG leed in 2002 verlies en had evenals Sachsen Zweirad GmbH liquiditeitsproblemen. Biria GmbH nam alle schulden en verplichtingen van Biria AG en Sachsen Zweirad GmbH over. Biria GmbH bezit bovendien dezelfde vermogensbestanddelen en verricht dezelfde bedrijfsactiviteit als Biria AG en Sachsen Zweirad GmbH. Daarom is de Commissie van mening dat Biria GmbH de moeilijkheden van Biria AG en Sachsen Zweirad GmbH heeft overgenomen.

(73)

Duitsland betoogt dat Sachsen Zweirad GmbH bij de fusie economisch het meeste gewicht in de schaal legde. Deze onderneming verkeerde niet in moeilijkheden, zodat niet als vanzelfsprekend kan worden aangenomen dat de nieuwe onderneming Biria AG in moeilijkheden verkeerde. In tegenstelling tot Duitsland is de Commissie wel degelijk van oordeel dat Sachsen Zweirad GmbH in moeilijkheden verkeerde. Biria GmbH heeft derhalve ook de moeilijkheden van Sachsen Zweirad GmbH „geërfd”.

(74)

Volgens het jaarverslag 2003 werden de herstructurering en reorganisatie van de Biria-groep in 2003 voortgezet. Dit proces was reeds in 2002 begonnen en omvatte tevens een reorganisatie van de financiering van de groep. Op basis van de door de deelstaat Sachsen toegekende garantie voor de lening van 24,875 miljoen EUR stelde de Biria-groep een nieuw plan op voor de financiering van haar activiteiten op middellange termijn. Dit nieuwe financieringsplan omvatte tevens een significante aanpassing van de rentetarieven en derhalve een verlaging van de hoge rentelast.

(75)

Tegelijkertijd werd het bankensyndicaat gereorganiseerd: drie banken verklaarden zich bereid voor een bedrag van 8 567 000 EUR aan vorderingen — schijnbaar aanzienlijk meer dan 50 % van de totale vorderingen — kwijt te schelden in ruil voor de onmiddellijke betaling van de resterende vorderingen. Derhalve bestaat de lening, die door de garantie van 80 % van maatregel 3 gedekt wordt, uit een lening voor de aflossing van bedrijfskredieten van 8 miljoen EUR, een rekeningcourantkrediet van 7,45 miljoen EUR en een bedrag van 9,450 miljoen EUR aan seizoensgebonden financiering.

(76)

Biria GmbH (thans Biria AG) kampte dus op het moment van toekenning van de garantie met ernstige liquiditeitsproblemen en was derhalve een onderneming in moeilijkheden. Deze beoordeling wordt onderbouwd door het feit dat drie banken zich uit de financiering van de activiteiten van Biria hebben teruggetrokken en zelfs bereid waren een groot deel van hun vorderingen kwijt te schelden indien de resterende vorderingen onverwijld werden voldaan. Hieruit blijkt dat de banken ernstig betwijfelden of Biria aan de verplichtingen kon voldoen die uit haar schulden voortvloeiden en of zij als een rendabele onderneming kon worden beschouwd.

(77)

Duitsland brengt hiertegen in dat de banken zich louter wegens een heroriëntering van hun bedrijfsstrategie uit de financiering hadden teruggetrokken. De Commissie stelt echter vast dat de banken van waarschijnlijk circa 50 % van de uitstaande vorderingen hebben afgezien. Zelfs indien de banken zich zouden hebben teruggetrokken op basis van een bedrijfsstrategische reorganisatie wijst dit erop dat de banken een volledige aflossing van de lening als zeer onwaarschijnlijk beschouwden.

(78)

De Commissie concludeert dan ook dat Biria GmbH ten tijde van de toekenning van de garantie als onderneming in moeilijkheden moest worden beschouwd en dat de garantie derhalve als herstructureringsgarantie moet worden opgevat. Omdat de toekenning van een dergelijke garantie voor grote ondernemingen individueel bij de Commissie moet worden aangemeld is niet voldaan aan de voorwaarden van de goedgekeurde steunregeling op grond waarvan de garantie was toegekend; de garantie viel derhalve niet onder deze steunregeling.

6.4.   Staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, EG-Verdrag

(79)

Volgens artikel 87 van het EG-Verdrag zijn steunmaatregelen van de staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt. Volgens vaste rechtspraak van de Europese gerechtelijke instanties is de voorwaarde van ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer vervuld zodra de begunstigde onderneming een economische activiteit uitoefent die het voorwerp is van handel tussen lidstaten.

(80)

Het derdenbelang (maatregel 1) werd door gbb verstrekt. Volgens Duitsland vond de deelneming plaats in het kader van het „Eigenprogramm” van gbb zodat er geen staatssteun bij betrokken was. De Commissie wijst er echter op dat gbb op het moment dat de deelneming werd verworven volledig onder zeggenschap van de Deutsche Ausgleichsbank stond, een publiekrechtelijke ontwikkelingsbank met het doel de Duitse economie in het openbaar belang te bevorderen. Daarnaast heeft gbb bepaalde stimulerende taken. Zo was gbb bijvoorbeeld verantwoordelijk voor het consoliderings- en groeifonds voor Oost-Duitsland („Konsolidierungs- und Wachstumsfonds Ostdeutschland”), dat tot taak had eigen vermogen beschikbaar te stellen aan het midden- en kleinbedrijf in Oost-Duitsland ter versterking van hun eigen-vermogensbasis. Daarom is de Commissie van mening dat deze maatregel aan de staat moet worden toegeschreven. Zoals in punt 59-62 is uiteengezet ontving Bike Systems dankzij de maatregel een voordeel dat de onderneming op de markt niet zou hebben gekregen.

(81)

De als maatregel 2 en 3 aangeduide garanties zijn door de deelstaat Sachsen verleend, en moeten derhalve als staatsmiddelen worden aangemerkt. De garanties begunstigden Sachsen Zweirad GmbH en Biria GmbH (thans Biria AG) omdat de ondernemingen deze garanties op de markt niet tegen dezelfde voorwaarden hadden kunnen verkrijgen.

(82)

Zowel Bike Systems als Sachsen Zweirad GmbH en Biria GmbH produceren fietsen. Aangezien dit product grensoverschrijdend wordt verhandeld dreigen de maatregelen de mededinging te vervalsen en hebben zij een ongunstige invloed op het handelsverkeer tussen de lidstaten. Daarom komt de Commissie tot de conclusie dat het derdenbelang en de beide garanties staatssteun vormen in de zin van artikel 87 en dat de garanties niet overeenkomstig een goedgekeurde steunregeling werden verleend. De maatregelen 1, 2 en 3 vormen derhalve nieuwe steun en moeten als zodanig worden beoordeeld.

(83)

Het steunelement van het derdenbelang bestaat volgens de Commissie uit het verschil tussen de vergoeding die Bike Systems op de markt voor het derdenbelang zou hebben moeten betalen, en de daadwerkelijk betaalde vergoeding. Aangezien Bike Systems in moeilijkheden verkeerde toen het derdenbelang werd verstrekt, en het daarmee verbonden risico hoog was, kan het steunelement tot 100 % van het derdenbelang bedragen, omdat een particuliere investeerder in een markteconomie deze deelneming nooit zou hebben verworven (zie punt 3.2. van de mededeling van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun in de vorm van garanties (7)).

(84)

Volgens de mededeling van de Commissie over de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld (8) moeten de referentiepercentages overeenkomen met de gemiddelde stand van de rente voor leningen met een middellange tot lange looptijd, waarvoor de gebruikelijke zekerheden zijn gesteld. Het aldus vastgestelde referentiepercentage is — luidens de mededeling — een minimumpercentage, dat in omstandigheden met bijzondere risico’s (zoals een onderneming in moeilijkheden, afwezigheid van de door de banken verlangde gebruikelijke zekerheden, en dergelijke) kan worden verhoogd. In dergelijke gevallen kan de opslag oplopen tot 400 basispunten en meer. Een derdenbelang is geen lening, maar kan wel met een zeer riskante lening worden vergeleken, omdat het bij insolventie achtergesteld is bij alle andere vorderingen, met inbegrip van achtergestelde leningen.

(85)

Zoals in punt 61 is aangegeven, moet de positie van Bike Systems, die net een insolventieprocedure achter de rug heeft, als onzeker worden beschouwd. Het toekomstperspectief van de onderneming is ongewis omdat er slechts een beperkte herstructurering heeft plaatsgevonden. Daarom moet zij volgens het genoemde punt als onderneming in moeilijkheden worden beschouwd. Bovendien zijn voor het derdenbelang geen zakelijke zekerheden verstrekt, wat het debiteurenrisico verhoogt. Afgezien van de ontbrekende zekerheden is het derdenbelang bovendien in geval van insolventie achtergesteld bij alle andere leningen, wat het debiteurenrisico nog verder verhoogt.

(86)

Daarom is de Commissie in dit geval van mening dat Bike Systems een rentevoet had moeten toepassen van minimaal het referentiepercentage plus een opslag van 400 basispunten voor een onderneming in moeilijkheden evenals een extra opslag van 400 basispunten voor de ontbrekende zakelijke zekerheden. Bovendien is volgens de Commissie een opslag met nog eens 200 basispunten op zijn plaats gezien het achtergestelde karakter van het derdenbelang in geval van insolventie. Dit stemt overeen met de bepalingen in de mededeling van de Commissie over de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld, en volgens welke in omstandigheden met bijzondere risico’s zoals een onderneming in moeilijkheden of afwezigheid van de door de banken verlangde gebruikelijke zekerheden, de opslag 400 basispunten en zelfs meer kan bedragen. Het steunelement is derhalve gelijk aan het verschil tussen het referentiepercentage vermeerderd met 1 000 basispunten en de daadwerkelijke vergoeding van het derdenbelang.

(87)

Voor de berekening van het steunelement kan slechts ten dele rekening worden gehouden met de variabele vergoeding van 3,5 % omdat deze winstafhankelijk was. De onderneming bevond zich echter in een slechte toestand en de winstvooruitzichten waren niet duidelijk. Daarom acht de Commissie het gerechtvaardigd om de variabele vergoeding slechts voor de helft, d.w.z. ten belope van 1,75 %, in aanmerking te nemen. Als daadwerkelijke vergoeding waarmee bij de berekening van het steunelement rekening moet worden gehouden dient derhalve het vaste tarief van 8,75 % evenals de helft van de variabele vergoeding van 3,5 % in aanmerking te worden genomen, wat neerkomt op een totale rente van 10,5 %. Het steunelement bestaat uit het verschil tussen de referentierente vermeerderd met 1 000 basispunten en de vergoeding van 10,5 %.

(88)

Dankzij de als maatregel 2 en maatregel 3 aangeduide garanties konden Sachsen Zweirad GmbH en Biria GmbH gunstiger financiële voorwaarden voor hun lening krijgen dan gewoonlijk op de financiële markten gebruikelijk is. Het steunelement van de garantie van maatregel 2 en van de garantie van maatregel 3 komt overeen met het verschil tussen de rente die Sachsen Zweirad GmbH en Biria GmbH onder marktvoorwaarden (d.w.z. zonder garantie) voor een lening hadden moeten betalen, en de rente waartegen de gegarandeerde lening in werkelijkheid werd verleend. Dit verschil zou ook moeten overeenkomen met de premie die een garantiegever in een markteconomie voor deze garanties zou hebben verlangd. Aangezien Sachsen Zweirad GmbH en Biria GmbH in moeilijkheden verkeerden toen de garanties en de betrokken leningen werden toegekend, kan het steunelement tot 100 % van de garanties bedragen, omdat geen enkele kredietverlener de lening zonder garantie überhaupt zou hebben verleend (9).

(89)

Volgens de mededeling van de Commissie over de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld (10) moeten de referentiepercentages overeenkomen met de gemiddelde stand van de rente voor leningen met een middellange tot lange looptijd, waarvoor de gebruikelijke zekerheden zijn gesteld. Het aldus vastgestelde referentiepercentage is — luidens de mededeling — een minimumpercentage, dat in omstandigheden met bijzondere risico’s (zoals een onderneming in moeilijkheden, afwezigheid van de door de banken verlangde gebruikelijke zekerheden, en dergelijke) kan worden verhoogd. In dergelijke gevallen kan de opslag oplopen tot 400 basispunten en meer.

(90)

Zoals in punt 66-78 reeds is toegelicht waren Sachsen Zweirad GmbH en Biria GmbH toen de garanties werden verleend, ondernemingen in moeilijkheden. Aan de lening en de garantie aan Sachsen Zweirad GmbH was, als gevolg van de bijzonder beperkte zakelijke zekerheden, een extra risico verbonden. De garantie voor de lening aan Sachsen Zweirad GmbH was enkel gewaarborgd door een hoofdelijke borgstelling van de ondernemingen van de groep. De economische waarde van een dergelijke hoofdelijke borgstelling is zeer gering.

(91)

Daarom is de Commissie in dit geval van mening dat Bike Systems een rentevoet had moeten toepassen van minimaal het referentiepercentage plus een opslag van 400 basispunten voor een onderneming in moeilijkheden evenals een extra opslag van 400 basispunten voor de ontbrekende zakelijke zekerheden. Het steunelement van de garantie komt derhalve overeen met het verschil tussen de referentierente plus 800 basispunten en de daadwerkelijke rente, waartegen de gegarandeerde lening werd toegekend.

(92)

De zekerheden voor de lening en de garantie aan Biria GmbH hadden een hogere economische waarde dan de voor de garantie aan Sachsen Zweirad GmbH aangeboden zekerheden. Toch waren deze zekerheden nog altijd geringer dan de gewoonlijk verlangde zekerheden. De garantie voor Biria GmbH is gedekt met een hoogwaardige vordering op het vermogen van Bike Systems ten bedrage van 15 miljoen EUR. Deze vordering is echter achtergesteld bij een andere lening van 2 miljoen EUR. De hoogwaardige vordering dekte derhalve nauwelijks meer dan 50 % van de totale som van de lening. De overige zekerheden — primaire vorderingen, overdracht van vorderingen, een pandrecht op de goederen in het bezit van de ondernemingen van de groep en een hoofdelijke garantie van de eigenaars van Biria GmbH — hadden slechts geringe economische waarde.

(93)

Daarom is de Commissie in dit geval van mening dat Bike Systems een rentevoet had moeten toepassen van minimaal het referentiepercentage plus een opslag van 400 basispunten voor een onderneming in moeilijkheden evenals een extra opslag van 300 basispunten voor de ontbrekende zakelijke zekerheden. (vergeleken met een opslag van 400 basispunten voor de garantie aan Sachsen Zweirad GmbH gezien de zeer geringe zakelijke zekerheden). Het steunelement van de garantie komt derhalve overeen met het verschil tussen de referentierente plus 700 basispunten en de daadwerkelijke rente, waartegen de gegarandeerde lening was toegekend.

6.5.   Uitzonderingen van artikel 87, leden 2 en 3, van het EG-Verdrag

(94)

Artikel 87, leden 2 en 3, van het EG-Verdrag bevat uitzonderingsbepalingen op het algemene steunverbod van lid 1.

(95)

De uitzonderingen van artikel 87, lid 2, zijn in dit geval niet van toepassing, omdat de steunmaatregelen niet van sociale aard zijn en evenmin worden toegekend aan individuele verbruikers; ze zijn ook niet bestemd voor het herstel van schade die door natuurrampen of andere buitengewone gebeurtenissen is veroorzaakt, en ze worden evenmin toegekend aan de economie van bepaalde streken van de Bondsrepubliek Duitsland die nadeel ondervinden van de deling van Duitsland.

(96)

Ook de uitzonderingsbepalingen van artikel 87, lid 3, onder b), en d), zijn hier niet van toepassing. Zij gelden voor de ontwikkeling van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang evenals voor het bevorderen van de cultuur en van de instandhouding van het culturele erfgoed.

(97)

Derhalve blijven de uitzonderingsbepalingen van artikel 87, lid 3, onder a), en c), van het EG-Verdrag en de daarop gebaseerde communautaire richtsnoeren over.

(98)

Allereerst stelt de Commissie vast dat het hoofdkantoor van Bike Systems zich bevindt in een steungebied overeenkomstig artikel 87, lid 3, onder a), van het EG-Verdrag, dat voor regionale steun in aanmerking komt. Toch heeft Duitsland, ondanks de door de Commissie in het kader van de inleiding van de formele onderzoekprocedure geuite twijfels, geen informatie overgelegd waaruit blijkt dat aan de voorwaarden voor de toekenning van regionale steun, die in de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen (11) zijn vastgelegd, is voldaan.

(99)

De communautaire richtsnoeren bevatten eveneens uitzonderingsbepalingen. Aangezien de steun in maart 2001 werd verleend zijn de communautaire richtsnoeren van 9 oktober 1999 (12) van toepassing. De Commissie beschikt niet over informatie dat de steun op grond van de communautaire richsnoeren als verenigbaar met het EG-Verdrag kan worden beschouwd. De toekenning van herstructureringssteun wordt in de communautaire richtsnoeren gekoppeld aan de tenuitvoerlegging van een uitvoerbaar herstructureringsplan, waarbij ongerechtvaardigde vervalsing van de mededinging moet worden voorkomen en de steun tot het minimum moet worden beperkt. Ondanks het feit dat de Commissie bij de inleiding van de procedure haar twijfel onder de aandacht heeft gebracht, heeft Duitsland geen informatie verstrekt waaruit blijkt dat aan deze voorwaarden is voldaan. De Commissie kwam derhalve tot de conclusie dat de voorwaarden van de communautaire richtsnoeren niet in acht zijn genomen.

(100)

Verder komt de betrokken maatregel niet voor een van de andere richtsnoeren en verordeningen van de Gemeenschap in aanmerking, die onder andere van toepassing zijn op steun op het gebied van onderzoek en ontwikkeling, milieu, kleine en middelgrote ondernemingen, werkgelegenheid en opleiding dan wel risicokapitaal. Aangezien de maatregel geen doel van algemeen belang dient, vormt de steun exploitatiesteun en is zij niet verenigbaar met het EG-Verdrag.

(101)

De Commissie stelt vast dat Sachsen Zweirad GmbH en Biria GmbH gevestigd zijn in een steungebied overeenkomstig artikel 87, lid 3, onder a), van het EG-Verdrag. Toch zijn de uitzonderingen die in deze bepalingen worden genoemd en de regionale bepalingen van artikel 87, lid 3, onder c), niet van toepassing omdat Sachsen Zweirad GmbH en Biria GmbH in moeilijkheden verkeerden en de steunmaatregelen niet gericht waren op de ontwikkeling van bepaalde regionale economieën.

(102)

De Commissie concludeert dat enkel de communautaire richtsnoeren van toepassing kunnen zijn. Aangezien de steun in maart en december 2003 werd toegekend, zijn de communautaire richtsnoeren van 9 oktober 1999 (13) van toepassing.

(103)

Voorwaarde voor de toekenning van steun is de tenuitvoerlegging van een herstructureringsplan waarvan de looptijd zo kort mogelijk moet zijn en dat binnen een redelijk tijdsbestek de levensvatbaarheid op lange termijn van de onderneming dient te herstellen op grond van realistische veronderstellingen betreffende de toekomstige bedrijfsomstandigheden. Ondanks de twijfel die de Commissie bij de inleiding van de procedure heeft geuit heeft Duitsland geen informatie verstrekt waaruit blijkt dat de garanties op grond van een uitvoerbaar herstructureringsplan zijn verleend, waardoor de rentabiliteit van de groep zou zijn hersteld.

(104)

Verder moeten maatregelen worden getroffen om de nadelige gevolgen van de steun voor concurrenten zoveel mogelijk te beperken. Dit houdt meestal in dat de onderneming na de herstructurering geen even belangrijke positie op haar markt(en) meer mag innemen als voordien. De Commissie beschikt niet over informatie over de relevante markt en het aandeel van de Biria-groep op die markt. Evenmin beschikt zij over gegevens inzake eventuele compenserende maatregelen om de aanwezigheid van de onderneming op de markt te begrenzen. Het lijkt er veeleer op dat de Biria-groep met de overname van Checker Pig en Bike Systems in 2001 haar activiteiten juist heeft uitgebreid.

(105)

De omvang van de steun moet tot het voor de uitvoering van de herstructurering strikt noodzakelijke minimum worden beperkt, in samenhang met de financiële mogelijkheden van de onderneming en van haar aandeelhouders. Daarom moeten de begunstigden van de steun met eigen middelen of door externe financiering tegen marktvoorwaarden, een belangrijke bijdrage leveren aan het herstructureringsplan. Aangezien de steun niet op basis van een herstructureringsplan is verleend, beschikt de Commissie niet over informatie inzake de bijdrage van de begunstigde en over de vraag of de steun tot het noodzakelijke minimum beperkt is gebleven.

(106)

Volgens de communautaire richtsnoeren mag herstructureringssteun slechts eenmaal worden verleend. Indien de betrokken onderneming in het verleden reeds herstructureringssteun heeft ontvangen en sinds de beëindiging van de herstructurering minder dan tien jaar is verstreken, keurt de Commissie de toekenning van nieuwe herstructureringssteun gewoonlijk slechts onder uitzonderlijke en onvoorziene omstandigheden goed.

(107)

Sachsen Zweirad GmbH heeft in april 1996 en in maart 1998 herstructureringssteun ontvangen in de vorm van een overheidsparticipatie van in totaal 1 278 200 EUR op basis van een goedgekeurde steunregeling. Aangezien er minder dan tien jaar zijn verstreken sinds de herstructureringsfase van Sachsen Zweirad GmbH werd beëindigd en de Commissie geen uitzonderlijke en onvoorziene omstandigheden bekend zijn is het beginsel van de eenmalige steun bij de verlening van beide garanties niet in acht genomen.

(108)

De Commissie concludeert daaruit dat niet aan de voorwaarden van de communauitaire richtsnoeren is voldaan.

(109)

Verder komen de maatregelen 2 en 3 niet voor een van de andere richtsnoeren en verordeningen van de Gemeenschap in aanmerking die onder meer van toepassing zijn op steun op het gebied van onderzoek en ontwikkeling, milieu, kleine en middelgrote ondernemingen, werkgelegenheid en opleiding dan wel risicokapitaal. Aangezien de maatregelen geen doel van gemeenschappelijk belang dienen, vormt de steun exploitatiesteun en is zij onverenigbaar met het EG-Verdrag.

VII.   CONCLUSIE

(110)

De Commissie komt derhalve tot de conclusie dat de deelneming van gbb in Bike Systems voor een bedrag van 1 070 732 EUR, de garantie van 80 % voor een lening aan Sachsen Zweirad GmbH ten bedrage van 5,6 miljoen EUR en de garantie van 80 % voor een lening aan Biria GmbH (thans Biria AG) ten bedrage van 24 875 000 EUR staatssteun vormen en niet voldoen aan de voorwaarden voor verenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De staatssteun die Duitsland aan Bike Systems GmbH & Co. Thüringer Zweiradwerk KG, Sachsen Zweirad GmbH en Biria GmbH (thans Biria AG) heeft verleend is onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt. Deze steun omvat de volgende maatregelen:

a)

Maatregel 1: een derdenbelang in Bike Systems GmbH & Co. Thüringer Zweiradwerk KG van 2 070 732 EUR. Het steunelement komt overeen met het verschil tussen de referentierente, vermeerderd met 1 000 basispunten, en de vergoeding voor het derdenbelang (een vast bedrag plus 50 % van de variabele vergoeding).

b)

Maatregel 2: een garantie van 4 480 000 EUR ten gunste van Sachsen Zweirad GmbH. Het steunelement komt overeen met het verschil tussen de referentierente, vermeerderd met 800 basispunten, en de rente waartegen de gegarandeerde lening beschikbaar is gesteld.

c)

Maatregel 3: een garantie van 19 900 000 EUR ten gunste van Biria GmbH (thans Biria AG). Het steunelement komt overeen met het verschil tussen de referentierente, vermeerderd met 700 basispunten, en de rente waartegen de gegarandeerde lening beschikbaar is gesteld.

Artikel 2

1.   Duitsland neemt alle nodige maatregelen om de in artikel 1 bedoelde, onrechtmatig ter beschikking gestelde steun van de begunstigde terug te vorderen.

2.   Het derdenbelang en de garantie aan Biria GmbH (thans Biria AG) worden binnen twee maanden na de bekendmaking van deze beschikking beëindigd.

3.   De terugvordering geschiedt onverwijld en in overeenstemming met de nationaalrechtelijke procedures voor zover deze procedures een onverwijlde en daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de onderhavige beschikking toelaten.

4.   De terug te vorderen steun omvat rente vanaf de datum waarop de steun aan de begunstigde ter beschikking is gesteld tot de datum van de daadwerkelijke terugbetaling ervan.

5.   De rente wordt berekend op basis van hoofdstuk V van Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie (14).

Artikel 3

Duitsland deelt de Commissie binnen twee maanden vanaf de kennisgeving van deze beschikking door middel van de vragenlijst in de bijlage mee, welke maatregelen het heeft vastgesteld en genomen om hieraan te voldoen. Met name doet Duitsland de Commissie alle documenten toekomen waaruit blijkt dat bij de ontvangers van onwettige en onverenigbare steun de terugvorderingsprocedures zijn ingeleid.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland.

Gedaan te Brussel, 24 januari 2007.

Voor de Commissie,

Neelie KROES

Lid van de Commissie


(1)  PB C 2 van 5.1.2006, blz. 14.

(2)  Zie voetnoot 1.

(3)  N 73/1993 Bürgschaftsrichtlinie des Freistaats Sachsen, SG(93) D/9273 van 7.6.1993.

(4)  PB C 288 van 9.10.1999, blz. 2.

(5)  PB C 273 van 9.9.1997, blz. 3.

(6)  Zie voetnoot 4.

(7)  PB C 71 van 11.3.2000, blz. 14.

(8)  Zie voetnoot 5.

(9)  Zie voetnoot 7.

(10)  Zie voetnoot 5.

(11)  PB C 74 van 10.3.1998, blz. 9.

(12)  Zie voetnoot 4.

(13)  Zie voetnoot 4.

(14)  PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1.


BIJLAGE

Informatie betreffende de tenuitvoerlegging van de beschikking van de Commissie C(2007) 130

1.   Berekening van het terug te vorderen bedrag

1.1.   Geef de volgende details over het bedrag aan onrechtmatige staatssteun dat de begunstigde ter beschikking is gesteld:

Datum betaling (1)

Steunbedrag (2)

Valuta

Identiteit van de begunstigde

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Opmerkingen:

1.2.   Zet nader uiteen hoe de rente over het terug te vorderen steunbedrag wordt berekend.

2.   Voorgenomen of reeds genomen maatregelen voor het terugvorderen van de steun

2.1.   Beschrijf nader welke maatregelen al zijn genomen en welke maatregelen zijn gepland om de steun onverwijld en daadwerkelijk terug te vorderen. Zet ook uiteen welke alternatieve maatregelen er in het nationale recht voorhanden zijn om tot terugvordering over te gaan. Vermeld, voor zover van toepassing, ook de rechtsgrondslag voor de genomen/voorgenomen maatregelen.

2.2.   Tegen wanneer zal de terugvordering van de steun zijn afgerond?

3.   Reeds doorgevoerde terugvordering

3.1.   Geef de volgende details over de steunbedragen die van de begunstigde zijn teruggevorderd:

Datum (3)

Terugbetaalde steunbedrag

Valuta

Identiteit van de begunstigde

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.2.   Sluit informatie in waarmee de terugbetaling van in de tabel in punt 3.1 vermelde steunbedragen wordt gestaafd.


(1)  Datum waarop de steun of individuele steuntranches aan de begunstigde ter beschikking zijn gesteld. (Gebruik afzonderlijke lijnen wanneer een maatregel uit meerdere tranches en vergoedingen bestaat).

(2)  Steunbedrag dat de begunstigde ter beschikking is gesteld (in bruto-subsidie-equivalent).

(3)  Datum waarop de steun is terugbetaald.