23.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 368/110


RICHTLIJN 2006/142/EG VAN DE COMMISSIE

van 22 december 2006

tot wijziging van bijlage III bis bij Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, die de lijst bevat van de ingrediënten die in elk geval op de etikettering van levensmiddelen moeten worden vermeld

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (1), en met name op artikel 6, lid 11, derde alinea,

Gezien de adviezen van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid van 6 december 2005 en 15 februari 2006,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage III bis bij Richtlijn 2000/13/EG wordt de lijst vastgesteld van de ingrediënten die in elk geval op de etikettering van levensmiddelen moeten worden vermeld, aangezien zij bij gevoelige personen ongewenste effecten kunnen hebben.

(2)

In artikel 6, lid 11, eerste alinea, van voornoemde richtlijn wordt bepaald dat de lijst in bijlage III bis systematisch wordt geëvalueerd en, zo nodig, bijgewerkt op basis van de meest recente wetenschappelijke kennis.

(3)

In het kader van deze evaluatie heeft de Commissie de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) om advies gevraagd over de mogelijke opneming van bepaalde producten in bijlage III bis.

(4)

Wat lupine betreft, wijst de EFSA er in haar advies van 6 december 2005 op, dat dit peulgewas, waarvan 450 soorten bestaan, allang als zodanig wordt geconsumeerd, maar dat sinds enkele jaren lupinemeel aan tarwemeel wordt toegevoegd voor de vervaardiging van bakkerijproducten. Er zijn gevallen van soms ernstige, directe allergische reacties gedocumenteerd en studies laten zien dat bij 30 à 60 % van de voor grondnoten allergische personen een vrij hoog risico van kruisallergie bestaat.

(5)

Wat weekdieren (buikpotigen, tweekleppigen of koppotigen) betreft, wijst de EFSA er in haar advies van 15 februari 2006 op dat zij het vaakst als zodanig worden geconsumeerd, maar dat zij, na eventuele verwerking, ook worden gebruikt in bepaalde bereidingen, alsook in producten zoals surimi. Tot 0,4 % van de bevolking, oftewel 20 % van alle gevallen van allergieën voor zeeproducten, krijgt te maken met soms ernstige allergische reacties. Het belangrijkste allergene eiwit van weekdieren, tropomyosine, is hetzelfde als dat van schaaldieren en er doen zich vaak gevallen van kruisallergie weekdieren/schaaldieren voor.

(6)

Op grond van deze constateringen kan worden geconcludeerd dat lupine en weekdieren moeten worden toegevoegd aan de lijst van bijlage III bis van Richtlijn 2000/13/EG.

(7)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

De volgende ingrediënten worden toegevoegd aan bijlage III bis bij Richtlijn 2000/13/EG:

„Lupine en producten op basis van lupine

Weekdieren en producten op basis van weekdieren”.

Artikel 2

1.   De lidstaten staan met ingang van 23 december 2007 de verkoop toe van levensmiddelen die aan deze richtlijn voldoen.

2.   De lidstaten verbieden met ingang van 23 december 2008 de verkoop van levensmiddelen die niet aan deze richtlijn voldoen. De verkoop van levensmiddelen die niet aan deze richtlijn voldoen en vóór deze datum zijn geëtiketteerd, wordt echter toegestaan totdat de voorraad is opgebruikt.

Artikel 3

1.   De lidstaten dienen uiterlijk op 23 december 2007 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 4

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 22 december 2006.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 109 van 6.5.2000, blz. 29. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/89/EG (PB L 308 van 25.11.2003, blz. 15).