12.5.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 125/43 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 8 mei 2006
tot wijziging van Beschikking 2001/171/EG met het oog op de verlenging van de geldigheidsduur van de voorwaarden voor een afwijking voor glazen verpakkingen van de bij Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde grenswaarden voor de concentratie van zware metalen
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 1823)
(Voor de EER relevante tekst)
(2006/340/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende verpakking en verpakkingsafval (1), en met name op artikel 11, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De afwijking waarin Beschikking 2001/171/EG van de Commissie (2) voorziet voor glazen verpakkingen wat betreft de bij Richtlijn 94/62/EG vastgestelde grenswaarden voor de concentratie van zware metalen, verstrijkt op 30 juni 2006. |
(2) |
De naleving van de in artikel 11, lid 1, van Richtlijn 94/62/EG voorgeschreven grenswaarde van 100 ppm in heel de Gemeenschap kan alleen worden gegarandeerd door een vermindering van het recyclingpercentage voor glas, alhoewel een dergelijke vermindering vanuit milieuoogpunt niet wenselijk is. |
(3) |
De geldigheidsduur van Beschikking 2001/171/EG dient derhalve te worden verlengd zonder dat een uiterste geldigheidstermijn wordt vastgelegd. |
(4) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 21 van Richtlijn 94/62/EG ingestelde comité, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Artikel 6 van Beschikking 2001/171/EG wordt geschrapt.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 8 mei 2006.
Voor de Commissie
Stavros DIMAS
Lid van de Commissie
(1) PB L 365 van 31.12.1994, blz. 10. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/20/EG (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 17).
(2) PB L 62 van 2.3.2001, blz. 20.