25.2.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 55/47


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 24 februari 2006

betreffende preventieve vaccinatie tegen hoogpathogene aviaire influenza H5N1 in Nederland en aanverwante bepalingen betreffende verplaatsingen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 630)

(Alleen de tekst in de Nederlandse taal is authentiek)

(2006/147/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG (1), en met name op artikel 57, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Aviaire influenza is een besmettelijke virale ziekte bij pluimvee en andere vogels, die leidt tot sterfte en anomalieën die snel de vorm van een epizoötie kunnen aannemen en daardoor een ernstige bedreiging vormen voor de diergezondheid en, in bepaalde omstandigheden, voor de gezondheid van de mens. Het gevaar bestaat dat de ziekteverwekker wordt verspreid naar andere bedrijven — met ernstige gevolgen voor de rentabiliteit van de pluimveehouderij —, naar wilde vogels en, via de internationale handel in levende vogels of producten daarvan, van de ene lidstaat naar de andere en naar derde landen.

(2)

Het hoogpathogene aviaire-influenza A-virus van het subtype H5N1 is in sommige delen van de Gemeenschap en in derde landen die aan de Gemeenschap grenzen of 's winters door trekvogels worden bevolkt, bij wilde vogels geïsoleerd. De waarschijnlijkheid van een insleep van het virus via wilde vogels neemt met het komende trekseizoen toe.

(3)

Op het hele Nederlandse grondgebied zijn er systemen voor vroege opsporing en bioveiligheidsmaatregelen om het risico van overdracht van aviaire influenza op pluimveekoppels te beperken.

(4)

In zijn advies over „Diergezondheids- en dierenwelzijnsaspecten van aviaire influenza” van 20 september 2005 beveelt het Panel voor diergezondheid en dierenwelzijn van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) aan dat preventieve vaccinatie kan worden overwogen indien een groot risico van insleep van het virus in dichtbevolkte gebieden wordt vastgesteld. Tijdens een aviaire-influenza-epidemie is er altijd een aanzienlijk risico dat hobby- en gezelschapsvogels worden verstopt en een infectierisico blijven inhouden. Rekening houdend met dit risico is in plaats van massale ruiming van deze vogels een beleid van verscherpte bewaking en bioveiligheid aan te bevelen. Daarnaast kunnen quarantaine en vaccinatie als een optie voor deze categorieën dieren worden beschouwd. Deze praktijk mag echter geen afbreuk doen aan de strikte bioveiligheids- en andere maatregelen die in deze gebieden van kracht moeten zijn om een eventuele insleep van het virus te elimineren. Met name mogen koppels worden gevaccineerd indien het houderijsysteem het onmogelijk maakt om de dieren permanent op te hokken of afdoende tegen contact met wilde vogels te beschermen.

(5)

Gezien het bijzondere risico van insleep van aviaire influenza op zijn grondgebied heeft Nederland op 21 februari 2006 een preventieve-vaccinatieplan ter goedkeuring ingediend bij de Commissie. De Commissie heeft dit plan onmiddellijk in samenwerking met Nederland onderzocht en is van oordeel dat het, na enkele aanpassingen, in overeenstemming is met de desbetreffende communautaire bepalingen. Daarom moet dit plan worden goedgekeurd.

(6)

Er mogen alleen vaccins worden gebruikt die voldoen aan Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (2) of Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (3).

(7)

Waar in Nederland preventief wordt gevaccineerd, moeten gevaccineerde en niet-gevaccineerde pluimveekoppels worden gemonitord en moeten verplaatsingen van gevaccineerde vogels worden beperkt.

(8)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Onderwerp, toepassingsgebied en definities

1.   Deze beschikking stelt bepaalde maatregelen vast die in Nederland moeten worden genomen indien preventief wordt gevaccineerd op bepaalde pluimveebedrijven waar een bijzonder risico van insleep van de infectie bestaat, waaronder verplaatsingsbeperkingen voor gevaccineerd pluimvee en bepaalde producten daarvan.

2.   Voor de toepassing van deze beschikking gelden, naast de definities van Richtlijn 2005/94/EG, de volgende definities:

a)

„hobbypluimvee”: kippen, eenden, kalkoenen en ganzen die door hun eigenaar worden gehouden:

i)

voor eigen consumptie of gebruik; of

ii)

als gezelschapsdieren.

b)

„biologische legkippen” en „legkippen met vrije uitloop”: legkippen zoals gedefinieerd in Richtlijn 1999/74/EG van de Raad van 19 juli 1999 tot vaststelling van minimumnormen voor de bescherming van legkippen en Richtlijn 2002/4/EG van de Commissie van 30 januari 2002 met betrekking tot de registratie van onder Richtlijn 1999/74/EG van de Raad vallende inrichtingen waar legkippen worden gehouden (4) die toegang hebben tot ruimten buiten.

Artikel 2

Goedkeuring van het vaccinatieprogramma

1.   Het plan voor preventieve vaccinatie tegen hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 dat Nederland op 21 februari 2006 bij de Commissie heeft ingediend (hierna „het preventieve-vaccinatieplan” genoemd), wordt goedgekeurd.

Overeenkomstig het preventieve-vaccinatieplan wordt de preventieve vaccinatie tegen aviaire influenza van het subtype H5N1 verricht bij hobbypluimvee, biologische legkippen en legkippen met vrije uitloop op het hele Nederlandse grondgebied, met een geïnactiveerd heteroloog vaccin van aviaire influenza van het subtype H5 of, in uitzonderlijke omstandigheden en alleen bij biologische legkippen en legkippen met vrije uitloop, met een door Nederland goedgekeurd bivalent vaccin dat zowel subtype H5 als H7 van aviaire influenza bevat.

2.   Bij hobbypluimvee en koppels biologische legkippen of legkippen met vrije uitloop die preventief zijn gevaccineerd, vinden overeenkomstig het preventieve-vaccinatieplan intensieve monitoring en bewaking plaats.

3.   Het preventieve-vaccinatieplan wordt efficiënt uitgevoerd.

4.   De Commissie publiceert het preventieve-vaccinatieplan.

Artikel 3

Bepalingen betreffende verplaatsingen van levend pluimvee, tafeleieren, vers vlees van pluimvee, gehakt vlees, vleesbereidingen, separatorvlees en vleesproducten

De bepalingen betreffende verplaatsingen van levend pluimvee van herkomst en/of van oorsprong uit bedrijven waar preventief wordt gevaccineerd en betreffende verplaatsingen van tafeleieren, vers vlees van pluimvee, gehakt vlees, vleesbereidingen, separatorvlees en vleesproducten van pluimvee dat overeenkomstig het preventieve-vaccinatieplan is gevaccineerd, zijn van toepassing overeenkomstig de artikelen 4 tot en met 11 van deze beschikking.

Artikel 4

Bepalingen betreffende verplaatsingen en verzendingen van levend hobbypluimvee en eendagskuikens en broedeieren van dergelijk pluimvee

De bevoegde autoriteit ziet erop toe dat:

1)

gevaccineerd hobbypluimvee individueel wordt geïdentificeerd en alleen overeenkomstig het preventieve-vaccinatieplan naar andere gevaccineerde hobbypluimveehouderijen worden verplaatst, wat inhoudt dat deze verplaatsingen moeten worden geregistreerd;

2)

gevaccineerd hobbypluimvee en eendagskuikens en broedeieren van dergelijk pluimvee niet naar commerciële pluimveehouderijen in Nederland worden verplaatst of naar een andere lidstaat worden verzonden.

Artikel 5

Bepalingen betreffende verplaatsingen en verzendingen van levende biologische legkippen en legkippen met vrije uitloop

De bevoegde autoriteit ziet erop toe dat gevaccineerde levende biologische legkippen en legkippen met vrije uitloop alleen worden verplaatst naar bedrijven in Nederland waar wordt gevaccineerd of naar een slachthuis in Nederland om daar onmiddellijk te worden geslacht, en niet uit Nederland worden verzonden.

Artikel 6

Gezondheidscertificaten voor het intracommunautaire handelsverkeer in levend pluimvee, broedeieren en eendagskuikens

Op de gezondheidscertificaten voor het intracommunautaire handelsverkeer in levend pluimvee, broedeieren en eendagskuikens uit Nederland wordt het volgende vermeld:

„De zending bestaat uit levend pluimvee/broedeieren/eendagskuikens afkomstig van bedrijven waar niet tegen aviaire influenza is gevaccineerd.”.

Artikel 7

Bepalingen betreffende de verzending van tafeleieren

De bevoegde autoriteit ziet erop toe dat tafeleieren van herkomst en/of van oorsprong van houderijen van biologische legkippen en legkippen met vrije uitloop waar preventief wordt gevaccineerd, alleen uit Nederland worden verzonden indien de eieren:

a)

afkomstig zijn van pluimvee afkomstig uit koppels die regelmatig zijn geïnspecteerd en met negatieve resultaten zijn getest op hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1, waarbij bijzondere aandacht is besteed aan verklikkerdieren; en

b)

rechtstreeks worden vervoerd:

i)

naar een door de bevoegde autoriteit aangewezen verpakkingscentrum, mits zij in wegwerpverpakkingen worden verpakt en alle door de bevoegde autoriteit verlangde bioveiligheidsmaatregelen worden toegepast; of

ii)

naar een inrichting voor de vervaardiging van eiproducten zoals vastgesteld in bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 (5) om te worden verwerkt en behandeld overeenkomstig bijlage II, hoofdstuk XI, bij Verordening (EG) nr. 852/2004 (6).

Artikel 8

Bepalingen betreffende de verzending van vers vlees van pluimvee, gehakt vlees, vleesbereidingen, separatorvlees en vleesproducten

1.   De bevoegde autoriteit ziet erop toe dat vers vlees afkomstig van gevaccineerde koppels biologische legkippen en legkippen met vrije uitloop alleen uit Nederland wordt verzonden indien:

a)

deze koppels regelmatig zijn geïnspecteerd en met negatieve resultaten zijn getest op hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1, waarbij bijzondere aandacht is besteed aan verklikkerdieren;

b)

deze koppels in de laatste 48 uur vóór het laden klinisch zijn geïnspecteerd door een officiële dierenarts, waarbij bijzondere aandacht is besteed aan verklikkerdieren;

c)

deze koppels gescheiden worden gehouden van andere koppels, die niet aan dit artikel voldoen; en

d)

het vlees is geproduceerd overeenkomstig bijlage II en bijlage III, secties II en III, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en is gecontroleerd overeenkomstig bijlage I, secties I, II en III en sectie IV, hoofdstukken V en VII, bij Verordening (EG) nr. 854/2004 (7).

2.   De bevoegde autoriteit ziet erop toe dat gehakt vlees, vleesbereidingen, separatorvlees en vleesproducten die vlees van gevaccineerde koppels biologische legkippen en legkippen met vrije uitloop bevatten, alleen uit Nederland worden verzonden indien het vlees voldoet aan lid 1 en wordt geproduceerd overeenkomstig bijlage III, secties V en VI, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

Artikel 9

Handelsdocumenten voor vers vlees van pluimvee, gehakt vlees, vleesbereidingen, separatorvlees en vleesproducten

Nederland ziet erop toe dat vers vlees van pluimvee, gehakt vlees, vleesbereidingen, separatorvlees en vleesproducten die aan de voorschriften van artikel 8 voldoen, vergezeld gaan van een handelsdocument waarop het volgende wordt vermeld:

„Deze zending voldoet aan de veterinairrechtelijke voorschriften van Beschikking 2006/147/EG van de Commissie.”.

Artikel 10

Kennisgeving aan de lidstaten

Nederland stelt de centrale veterinaire autoriteit van de lidstaat van bestemming vooraf in kennis van verplaatsingen of verzendingen als bedoeld in artikel 9.

Artikel 11

Reinigen en ontsmetten van verpakkingsmateriaal en transportmiddelen

Nederland ziet erop toe dat op bedrijven waar preventief wordt gevaccineerd, alle voor het vervoer van levend pluimvee, vers vlees van pluimvee, gehakt vlees, vleesbereidingen, separatorvlees, vleesproducten en pluimveevoeder gebruikte transportmiddelen onmiddellijk vóór en na elk transport worden gereinigd en ontsmet met ontsmettingsmiddelen en overeenkomstig de gebruiksvoorschriften die door de bevoegde autoriteit zijn goedgekeurd.

Artikel 12

Sancties

Nederland stelt de sancties vast die bij overtreding van deze beschikking worden opgelegd en neemt alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat die sancties worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. Nederland stelt de Commissie uiterlijk op 7 maart 2006 van deze bepalingen in kennis en deelt haar alle latere wijzigingen erop zo spoedig mogelijk mee.

Artikel 13

Verslagen

Nederland brengt binnen een maand na de datum van toepassing van deze beschikking verslag uit aan de Commissie over de uitvoering van het preventieve-vaccinatieplan en brengt vanaf 7 maart 2006 maandelijks verslag uit aan het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid.

Artikel 14

Evaluatie van de maatregelen

De maatregelen zullen opnieuw worden bezien in het licht van de ontwikkeling van de epidemiologische situatie en nieuwe informatie die beschikbaar komt.

Artikel 15

Adressaat

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk der Nederlanden.

Gedaan te Brussel, 24 februari 2006.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 10 van 14.1.2006, blz. 16.

(2)  PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1; richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/28/EG (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 58).

(3)  PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1.

(4)  PB L 30 van 31.1.2002, blz. 44.

(5)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55; rectificatie in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 22.

(6)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1; rectificatie in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 3.

(7)  PB L 139 van 30.4.2004, blz. 206; rectificatie in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 83.