30.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 347/1


VERORDENING (EG) Nr. 2173/2005 VAN DE RAAD

van 20 december 2005

inzake de opzet van een FLEGT-vergunningensysteem voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 133,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Europees Parlement en de Raad hebben positief gereageerd op de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad inzake een EU-actieplan voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (FLEGT) als eerste stap in de aanpak van het urgente probleem van de illegale houtkap en de daarmee verband houdende handel.

(2)

In het actieplan wordt de nadruk gelegd op bestuurlijke hervormingen en capaciteitsopbouw, ondersteund door activiteiten ter bevordering van de multilaterale samenwerking en complementaire maatregelen aan de vraagzijde om het verbruik van illegaal gekapt hout terug te dringen, die bijdragen aan het algemene doel, namelijk duurzaam bosbeheer in houtproducerende landen.

(3)

In het actieplan wordt een vergunningensysteem opgezet als een maatregel die ervoor moet zorgen dat alleen houtproducten die legaal, volgens de nationale wetgeving van het houtproducerende land zijn vervaardigd, de Gemeenschap binnenkomen en wordt benadrukt dat de legale handel hierdoor niet belemmerd mag worden.

(4)

Voor de uitvoering van dit vergunningensysteem is het noodzakelijk dat de invoer van bepaalde houtproducten naar het grondgebied van de Gemeenschap onderworpen wordt aan een controlesysteem om te garanderen dat deze producten legaal zijn.

(5)

Daartoe zal de Gemeenschap met landen en regionale organisaties partnerschapsovereenkomsten op vrijwillige basis sluiten die een partnerland of een regionale organisatie juridisch verplichten het vergunningensysteem toe te passen volgens de regeling die in iedere partnerschapsovereenkomst wordt vastgelegd.

(6)

Volgens het FLEGT-vergunningensysteem moeten gespecificeerde houtproducten die uit een partnerland worden uitgevoerd en de Europese Gemeenschap binnenkomen bij een douanepost die is aangeduid voor toelating tot het vrije verkeer, gedekt zijn door een door het partnerland afgegeven FLEGT-vergunning waarin staat dat de houtproducten zijn vervaardigd van legaal gekapt binnenlands hout of van hout dat legaal in een partnerland is ingevoerd overeenkomstig de nationale wetgeving van een partnerland waarnaar in de desbetreffende partnerschapsovereenkomst wordt verwezen. Hierop zal door derden worden toegezien.

(7)

De bevoegde autoriteiten van de lidstaten moeten voor iedere zending, alvorens deze vrij te geven voor vrij verkeer binnen de Gemeenschap, nagaan of daarvoor een geldige vergunning is afgegeven.

(8)

Elke lidstaat dient vast te stellen welke sancties van toepassing zijn bij overtreding van het bepaalde in deze verordening.

(9)

Het vergunningensysteem geldt in eerste instantie voor een beperkte reeks houtproducten. Indien daarover overeenstemming bestaat kan de reeks producten worden uitgebreid tot andere productcategorieën.

(10)

Bij veranderingen in het aantal landen dat aan het FLEGT-vergunningensysteem meedoet en in het onder het FLEGT-vergunningensysteem vallende productengamma, moeten de bijlagen indien nodig onverwijld worden herzien. Bij het opstellen van deze herzieningen wordt rekening gehouden met de vooruitgang in de uitvoering van de FLEGT-partnerschapsovereenkomsten. Indien een partnerland de Commissie meedeelt, en de Commissie zulks bevestigt, dat het voor alle producten die thans in bijlage II staan alle controles heeft ingevoerd die nodig zijn om FLEGT-vergunningen af te geven, kan dit partnerland in bijlage I worden vermeld. Een partnerland kan uit bijlage I worden geschrapt wanneer het een jaar op voorhand heeft laten weten de partnerschapsovereenkomst te willen beëindigen, of onmiddellijk, wanneer de partnerschapsovereenkomst wordt opgeschort.

(11)

Bijlage II kan worden gewijzigd wanneer de Commissie en alle partnerlanden met de wijziging instemmen. Bijlage III kan worden gewijzigd wanneer de Commissie en het betrokken partnerland met de wijziging instemmen.

(12)

Deze herzieningen van de bijlagen I, II en III zijn uitvoeringsmaatregelen van technische aard en om de procedure te vereenvoudigen en te versnellen dient de vaststelling daarvan aan de Commissie te worden overgelaten. Deze wijzigingen betreffen goederencodes op het niveau van viercijferige posten of zescijferige subposten van de dan geldende versie van bijlage I bij het geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen, zoals gewijzigd.

(13)

De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (1), waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen maatregelen die vallen onder de procedure van het regelgevend comité en maatregelen die vallen onder de procedure van het beheerscomité, die in bepaalde gevallen en met het oog op meer efficiency de meest geschikte is,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ONDERWERP EN DEFINITIES

Artikel 1

1.   In deze verordening wordt ter uitvoering van het FLEGT-vergunningensysteem een communautaire regeling vastgesteld betreffende de invoer van bepaalde houtproducten.

2.   Het vergunningensysteem wordt uitgevoerd door middel van vrijwillige partnerschapsovereenkomsten met houtproducerende landen.

3.   Deze verordening is van toepassing op de invoer van in de bijlagen II en III vermelde houtproducten uit in bijlage I vermelde partnerlanden.

Artikel 2

Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:

1)

„vergunningensysteem voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw” (hierna „FLEGT-vergunningensysteem” genoemd): het afgeven van vergunningen voor houtproducten die door partnerlanden naar de Europese Gemeenschap worden uitgevoerd en het toepassen van het systeem in de Europese Gemeenschap, in het bijzonder de bepalingen betreffende grenscontroles;

2)

„partnerland”: in bijlage I vermelde staat of regionale organisatie, die een FLEGT-partnerschapsovereenkomst is aangegaan;

3)

„partnerschapsovereenkomst”: overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en een partnerland waarbij de Europese Gemeenschap en de partnerlanden zich ertoe verbinden samen te werken ter ondersteuning van het FLEGT-actieplan en het FLEGT-vergunningensysteem toe te passen;

4)

„regionale organisatie”: in bijlage I vermelde organisatie bestaande uit soevereine staten, die aan die organisatie bevoegdheden hebben overgedragen, waardoor deze namens hen betreffende aangelegenheden die onder het FLEGT-vergunningensysteem vallen een partnerschapsovereenkomst kan aangaan;

5)

„FLEGT-vergunning”: een tegen vervalsing en geknoei bestand controleerbaar en gestandaardiseerd document, dat betrekking heeft op een bepaalde zending of een marktdeelnemer, en waarin voor een zending wordt aangegeven dat deze in overeenstemming is met de vereisten van het FLEGT-vergunningensysteem, en dat is afgegeven en geldig verklaard door de vergunningverlenende autoriteit van een partnerland. Al naargelang de situatie kunnen systemen voor de afgifte, de vastlegging en de verzending gebruikmaken van papieren vergunningen dan wel elektronische middelen;

6)

„marktdeelnemer”: een particuliere of publieke partij die werkzaam is in de bosbouw of in de verwerking van of de handel in houtproducten;

7)

„vergunningverlenende autoriteit(en)”: de door een partnerland aangewezen autoriteit(en) die de FLEGT-vergunningen afgeeft/afgeven en geldig verklaart/verklaren;

8)

„bevoegde autoriteit(en)”: de door de EU-lidstaten aangewezen autoriteit(en) die de FLEGT-vergunningen controleert/controleren;

9)

„houtproducten”: de in de bijlagen II en III vermelde producten, waarop het FLEGT-vergunningensysteem van toepassing is, en die bij invoer in de Gemeenschap niet kunnen worden aangemerkt als „goederen waaraan elk handelskarakter vreemd is” in de zin van artikel 1, punt 6, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2);

10)

„legaal geproduceerd hout”: houtproducten die vervaardigd zijn van legaal gekapt binnenlands hout of van hout dat legaal in een partnerland is ingevoerd overeenkomstig de nationale wetgeving van dat partnerland, waarnaar in de desbetreffende partnerschapsovereenkomst wordt verwezen;

11)

„invoer”: het in het vrije verkeer brengen van houtproducten zoals bedoeld in artikel 79 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992, tot vaststelling van het communautair douanewetboek (3);

12)

„zending”: een zending houtproducten;

13)

„uitvoer”: het feit dat houtproducten ergens het geografische grondgebied van een partnerland fysiek verlaten en naar de Europese Gemeenschap worden overgebracht;

14)

„toezicht door derden”: een systeem waarmee een organisatie, die onafhankelijk is van de overheid en de bosbouw- en houtsector van een partnerland, toezicht houdt op en verslag uitbrengt over de werking van het FLEGT-vergunningensysteem.

HOOFDSTUK II

VERGUNNINGENSYSTEEM

Artikel 3

1.   Het FLEGT-vergunningensysteem geldt alleen voor de invoer vanuit deelnemende partnerlanden.

2.   In iedere partnerschapsovereenkomst wordt een tijdslijn voor de uitvoering van de bij de overeenkomst gedane toezeggingen vastgelegd.

Artikel 4

1.   Invoer in de Gemeenschap van houtproducten die uit partnerlanden worden uitgevoerd is verboden tenzij de lading voorzien is van een FLEGT-vergunning.

2.   Wanneer er systemen bestaan om de legaliteit en de betrouwbare traceerbaarheid van uit partnerlanden ingevoerde houtproducten te waarborgen, kunnen deze als uitgangspunt dienen voor de FLEGT-vergunning. Hiervoor geldt als voorwaarde dat deze systemen zijn getoetst en goedgekeurd overeenkomstig de procedure van artikel 11, lid 2 teneinde de nodige zekerheid te verschaffen over de wettelijkheid van de betrokken houtproducten.

3.   Houtproducten van de soorten die zijn vermeld in de bijlagen A, B en C van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten (4) door controle op het desbetreffende handelsverkeer zijn vrijgesteld van de in lid 1 van dit artikel, vastgestelde vereiste. De Commissie zal deze uitzondering op 30 december 2010 volgens de in artikel 11, lid 3, omschreven procedure opnieuw beoordelen.

Artikel 5

1.   De FLEGT vergunning met betrekking tot een zending zal beschikbaar worden gesteld aan de bevoegde autoriteit samen met de douaneverklaring ten behoeve van het in het vrije verkeer brengen van desbetreffende zending. De bevoegde autoriteiten bewaren een afschrift van de originele FLEGT-vergunning, op papier of in elektronische vorm, evenals de bijbehorende douaneaangifte.

Invoer van houtproducten met een aan een marktdeelnemer afgegeven FLEGT-vergunning is toegestaan zolang de vergunning van deze marktdeelnemer geldig is.

2.   De bevoegde autoriteiten bieden de Commissie, of de door haar aangewezen personen of instanties, toegang tot de relevante documenten en gegevens, mochten zich problemen voordoen die de goede werking van het FLEGT-vergunningensysteem belemmeren.

3.   De bevoegde autoriteiten bieden door de partnerlanden aangewezen personen of instanties die verantwoordelijk zijn voor het toezicht door derden op het FLEGT-vergunningensysteem toegang tot de relevante documenten en gegevens tenzij deze informatie krachtens de nationale wetgeving niet mag worden verstrekt.

4.   De bevoegde autoriteiten beslissen op grond van een risicoanalyse over de eventuele noodzaak tot verdere controle van de lading.

5.   In geval van twijfel over de geldigheid van de vergunning kunnen de bevoegde autoriteiten de vergunningverlenende autoriteiten om bijkomende verificatie en nadere inlichtingen vragen, zoals bepaald in de partnerschapsovereenkomst met het land van uitvoer.

6.   De lidstaten kunnen heffingen instellen ter dekking van de uitgaven voor officiële stukken die door de bevoegde autoriteiten ten behoeve van de controles uit hoofde van dit artikel worden opgesteld.

7.   De douaneautoriteiten kunnen het vrijgeven van houtproducten opschorten of deze producten vasthouden indien uit informatie blijkt dat de vergunning mogelijk niet geldig is. De kosten die worden gemaakt tijdens de verificatie zijn voor rekening van de invoerder, tenzij de lidstaat anders beslist.

8.   Iedere lidstaat bepaalt welke sancties van toepassing zijn bij overtreding van het bepaalde in deze verordening. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

9.   De Commissie zal volgens de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure ten aanzien van dit artikel nadere voorschriften uitwerken.

Artikel 6

1.   Wanneer de bevoegde autoriteiten vaststellen dat niet is voldaan aan de in artikel 4, lid 1, genoemde voorwaarde, handelen zij overeenkomstig de geldende nationale wetgeving.

2.   De lidstaten stellen de Commissie in kennis van alle inlichtingen waaruit kan blijken dat het bepaalde in deze verordening niet volledig wordt dan wel werd nageleefd.

Artikel 7

1.   De lidstaten wijzen de bevoegde autoriteiten aan voor de uitvoering van deze verordening en voor contacten met de Commissie.

2.   De Commissie bezorgt alle bevoegde autoriteiten van de lidstaten een lijst met de namen en andere relevante gegevens van de door de partnerlanden aangewezen vergunningverlenende autoriteiten, gewaarmerkte voorbeelden van de stempels en handtekeningen ten bewijze van de legale afgifte van een vergunning, en alle andere relevante informatie die zij ontvangt met betrekking tot de vergunningen.

Artikel 8

1.   De lidstaten zijn verplicht jaarlijks, uiterlijk op 30 april, een verslag in te dienen over het vorige jaar (januari tot en met december), waarin het volgende wordt opgenomen:

a)

de hoeveelheden houtproducten die, in het kader van het FLEGT-vergunningensysteem in de lidstaat zijn ingevoerd, ingedeeld volgens de in de bijlagen II en III, vermelde posten van het geharmoniseerd systeem per partnerland;

b)

het aantal overgelegde FLEGT-vergunningen, ingedeeld volgens de in de bijlagen II en III, vermelde posten van het Geharmoniseerd systeem en per partnerland;

c)

het aantal gevallen en de hoeveelheden houtproducten waarop artikel 6, lid 1, is toegepast.

2.   De Commissie zal richtlijnen vaststellen voor de manier waarop dit verslag moet worden opgesteld om het toezicht op het FLEGT-vergunningensysteem te vergemakkelijken.

3.   De Commissie dient jaarlijks uiterlijk op 30 juni een syntheseverslag in, dat gebaseerd is op de gegevens die de lidstaten voor het vorige kalenderjaar hebben verstrekt en dat verspreid wordt conform Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (5).

HOOFDSTUK III

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 9

Twee jaar na de inwerkingtreding van de eerste partnerschapsovereenkomst legt de Commissie de Raad een verslag voor over de toepassing van deze verordening; dit verslag is met name gebaseerd op de in artikel 8, lid 3, bedoelde syntheseverslagen en op de evaluatie van de partnerschapsovereenkomsten. Het verslag gaat, voorzover nodig, vergezeld van voorstellen voor verbetering.

Artikel 10

1.   De Commissie kan de in bijlage I vastgestelde lijst van partnerlanden en de door hen aangewezen vergunningverlenende autoriteiten wijzigen volgens de procedure van artikel 11, lid 3.

2.   De Commissie kan de in bijlage II genoemde houtproducten waarop het FLEGT-vergunningensysteem van toepassing is, wijzigen volgens de procedure van artikel 11, lid 3. Bij het opstellen van deze herzieningen houdt de Commissie rekening met de uitvoering van de FLEGT-partnerschapsovereenkomsten. Deze wijzigingen betreffen goederencodes op het niveau van viercijferige posten of zescijferige subposten van de dan geldende versie van bijlage I bij het geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen, zoals gewijzigd.

3.   De Commissie kan de in bijlage III genoemde houtproducten waarop het FLEGT-vergunningensysteem van toepassing is, wijzigen volgens de procedure van artikel 11, lid 3. Bij het opstellen van deze herzieningen houdt de Commissie rekening met de uitvoering van de FLEGT-partnerschapsovereenkomst. Deze wijzigingen betreffen goederencodes op het niveau van viercijferige posten of zescijferige subposten van de dan geldende versie van bijlage I bij het geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen, zoals gewijzigd, en gelden alleen voor het desbetreffende in bijlage III genoemde partnerland.

Artikel 11

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het Comité wetshandhaving, bestuur en handel in de bosbouw (FLEGT) (hierna „het comité” genoemd).

2.   In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

3.   In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt bepaald op drie maanden.

4.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 12

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 december 2005.

Voor de Raad

De voorzitster

M. BECKETT


(1)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(2)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 883/2005 (PB L 148 van 11.6.2005, blz. 5).

(3)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 648/2005 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 117 van 4.5.2005, blz. 13).

(4)  PB L 61 van 3.3.1997, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1332/2005 van de Commissie (PB L 215 van 19.8.2005, blz. 1).

(5)  PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43.


BIJLAGE I

LIJST VAN PARTNERLANDEN EN DE DOOR HEN AANGEWEZEN VERGUNNINGVERLENENDE AUTORITEITEN


BIJLAGE II

Producten die gelden voor alle partnerlanden in bijlage I

Post van het geharmoniseerd systeem

Omschrijving

4403

Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd.

4406

Houten dwarsliggers en wisselhouten.

4407

Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm.

4408

Fineer en hout in platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout (ook indien aaneengevoegd), alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding, met een dikte van niet meer dan 6 mm.

4412

Triplex- en multiplexhout, met fineer bekleed hout en op dergelijke wijze gelaagd hout.


BIJLAGE III

Producten die alleen gelden voor genoemde partnerlanden

Partnerland

Post van het geharmoniseerd systeem

Omschrijving