22.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 337/7


VERORDENING (EG, EURATOM) Nr. 2104/2005 VAN DE RAAD

van 20 december 2005

houdende aanpassing met ingang van 1 juli 2005 van de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, alsmede van de aanpassingscoëfficiënten welke van toepassing zijn op deze bezoldigingen en pensioenen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen, inzonderheid op artikel 13,

Gelet op het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, vastgesteld bij Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 (1), en met name op de artikelen 63, 64, 65 en 82 van het Statuut en de bijlagen VII, XI en XIII bij dat Statuut, alsmede op artikel 20, eerste alinea, en artikel 64 en artikel 92 van de Regeling,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat, teneinde:

te waarborgen dat de koopkracht van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen gelijke tred houdt met die van de nationale ambtenaren, de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen in het kader van het jaarlijkse onderzoek 2005 dienen te worden aangepast.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Met ingang van 1 juli 2005 wordt in artikel 63, tweede alinea, van het Statuut „1 juli 2004” vervangen door „1 juli 2005”.

Artikel 2

Met ingang van 1 juli 2005 wordt in artikel 66 van het Statuut, de tabel van de maandelijkse basissalarissen die van toepassing is voor de berekening van de bezoldigingen en de pensioenen, vervangen door de volgende tabel:

1.7.2005

Salaristrap

Rang

1

2

3

4

5

16

15 255,00

15 896,04

16 564,01

 

 

15

13 482,88

14 049,45

14 639,82

15 047,12

15 255,00

14

11 916,61

12 417,36

12 939,16

13 299,15

13 482,88

13

10 532,30

10 974,88

11 436,06

11 754,22

11 916,61

12

9 308,79

9 699,96

10 107,56

10 388,77

10 532,30

11

8 227,42

8 573,15

8 933,40

9 181,94

9 308,79

10

7 271,67

7 577,23

7 895,64

8 115,30

8 227,42

9

6 426,94

6 697,01

6 978,42

7 172,57

7 271,67

8

5 680,34

5 919,04

6 167,76

6 339,36

6 426,94

7

5 020,47

5 231,44

5 451,27

5 602,93

5 680,34

6

4 437,26

4 623,72

4 818,01

4 952,06

5 020,47

5

3 921,80

4 086,60

4 258,32

4 376,79

4 437,26

4

3 466,22

3 611,87

3 763,65

3 868,36

3 921,80

3

3 063,56

3 192,29

3 326,43

3 418,98

3 466,22

2

2 707,67

2 821,45

2 940,01

3 021,81

3 063,56

1

2 393,13

2 493,69

2 598,48

2 670,77

2 707,67

Artikel 3

Met ingang van 1 juli 2005 worden de aanpassingscoëfficiënten die op grond van artikel 64 van het Statuut van toepassing zijn op de bezoldiging van de ambtenaren en de andere personeelsleden vastgesteld zoals aangegeven in kolom 2 van de onderstaande tabel.

Met ingang van 1 januari 2006 worden de aanpassingscoëfficiënten die op grond van artikel 17, lid 3, van bijlage VII bij het Statuut van toepassing zijn op de overmakingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden vastgesteld zoals aangegeven in kolom 3 van de onderstaande tabel.

Met ingang van 1 juli 2005 worden de aanpassingscoëfficiënten die op grond van artikel 20, lid 2, van bijlage XIII bij het Statuut van toepassing zijn op de pensioenen vastgesteld zoals aangegeven in kolom 4 van de onderstaande tabel.

Met ingang van 1 mei 2006 worden de aanpassingscoëfficiënten die op grond van artikel 20, lid 2, van bijlage XIII bij het Statuut van toepassing zijn op de pensioenen vastgesteld zoals aangegeven in kolom 5 van de onderstaande tabel:

1

2

3

4

5

Land/Plaats

Bezoldiging

1.7.2005

Overmaking

1.1.2006

Pensioen

1.7.2005

Pensioen

1.5.2006

Tsjechië

90,6

78,6

100,0

100,0

Denemarken

135,9

130,8

133,9

132,8

Duitsland

100,2

102,1

101,0

101,3

Bonn

96,0

 

 

 

Karlsruhe

95,0

 

 

 

München

106,4

 

 

 

Estland

80,3

78,1

100,0

100,0

Griekenland

93,0

91,2

100,0

100,0

Spanje

101,2

95,3

100,0

100,0

Frankrijk

119,0

106,3

113,9

111,4

Ierland

122,4

116,3

120,0

118,7

Italië

111,8

107,6

110,1

109,3

Varese

99,0

 

 

 

Cyprus

92,0

97,2

100,0

100,0

Letland

76,1

72,9

100,0

100,0

Litouwen

77,1

73,6

100,0

100,0

Hongarije

90,0

73,0

100,0

100,0

Malta

89,6

92,3

100,0

100,0

Nederland

109,7

101,3

106,3

104,7

Oostenrijk

107,1

107,0

107,1

107,0

Polen

81,4

74,9

100,0

100,0

Portugal

91,5

90,1

100,0

100,0

Slovenië

83,0

80,8

100,0

100,0

Slowakije

92,9

82,1

100,0

100,0

Finland

117,7

112,8

115,7

114,8

Zweden

112,4

105,1

109,5

108,0

Ver. Koninkrijk

143,8

117,4

133,2

128,0

Culham

115,4

 

 

 

Artikel 4

Met ingang van 1 juli 2005 bedraagt de toelage bij ouderschapsverlof als bedoeld in artikel 42 bis van het Statuut 822,06 EUR, en die voor alleenstaande ouders 1 096,07 EUR.

Artikel 5

Met ingang van 1 juli 2005 bedraagt het basisbedrag van de kostwinnerstoelage als bedoeld in artikel 1, lid 1, van bijlage VII bij het Statuut 153,75 EUR.

Met ingang van 1 juli 2005 bedraagt de kindertoelage als bedoeld in artikel 2, lid 1, van bijlage VII bij het Statuut 335,96 EUR.

Met ingang van 1 juli 2005 bedraagt de schooltoelage als bedoeld in artikel 3, lid 1, van bijlage VII bij het Statuut 227,96 EUR.

Met ingang van 1 juli 2005 bedraagt de schooltoelage als bedoeld in artikel 3, lid 2, van bijlage VII bij het Statuut 82,07 EUR.

Met ingang van 1 juli 2005 bedraagt het minimumbedrag van de ontheemdingstoelage als bedoeld in artikel 69 van het Statuut en in artikel 4, lid 1, tweede alinea van bijlage VII bij het Statuut 455,69 EUR.

Artikel 6

Met ingang van 1 januari 2006 wordt de kilometervergoeding als bedoeld in artikel 8 van bijlage VII bij het Statuut als volgt aangepast:

:

0 EUR per km voor het gedeelte van de afstand tussen

:

0 en 200 km

:

0,3417 EUR per km voor het gedeelte van de afstand tussen

:

201 en 1 000 km

:

0,5695 EUR per km voor het gedeelte van de afstand tussen

:

1 001 en 2 000 km

:

0,3417 EUR per km voor het gedeelte van de afstand tussen

:

2 001 en 3 000 km

:

0,1139 EUR per km voor het gedeelte van de afstand tussen

:

3 001 en 4 000 km

:

0,0548 EUR per km voor het gedeelte van de afstand tussen

:

4 001 en 10 000 km

:

0 EUR per km voor het gedeelte van de afstand dat hoger ligt dan

:

10 000 km

Aan deze vergoeding wordt een forfaitair supplement toegevoegd van:

170,84 EUR als de afstand per spoor tussen de standplaats en de plaats van herkomst tussen 725 km en 1 450 km bedraagt,

341,66 EUR als de afstand per spoor tussen de standplaats en de plaats van herkomst 1 450 km of meer bedraagt.

Artikel 7

Met ingang van 1 juli 2005 bedraagt de dagvergoeding als bedoeld in artikel 10, lid 1, van bijlage VII bij het Statuut:

35,31 EUR voor de ambtenaar die recht heeft op de kostwinnerstoelage,

28,47 EUR voor de ambtenaar die geen recht heeft op de kostwinnerstoelage.

Artikel 8

Met ingang van 1 juli 2005 wordt het minimumbedrag voor de inrichtingsvergoeding als bedoeld in artikel 24, lid 3, van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden vastgesteld op:

1 005,33 EUR voor het personeelslid dat recht heeft op de kostwinnerstoelage,

597,77 EUR voor het personeelslid dat geen recht heeft op de kostwinnerstoelage.

Artikel 9

Met ingang van 1 juli 2005 wordt het minimumbedrag voor de werkloosheidsuitkering als bedoeld in artikel 28 bis, lid 3, tweede alinea, van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden vastgesteld op 1 205,67 EUR en het maximumbedrag op 2 411,35 EUR, en wordt het vaste bedrag dat moet worden afgetrokken, vastgesteld op 1 096,07 EUR.

Artikel 10

Met ingang van 1 juli 2005 wordt de in artikel 63 van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden opgenomen tabel van de maandelijkse basissalarissen vervangen door de hiernavolgende tabel:

1.7.2005

Klasse

Categorie

Groep

1

2

3

4

A

I

6 144,76

6 905,90

7 667,04

8 428,18

II

4 459,77

4 894,34

5 328,91

5 763,48

III

3 747,74

3 914,68

4 081,62

4 248,56

B

IV

3 600,20

3 952,65

4 305,10

4 657,55

V

2 827,89

3 014,30

3 200,71

3 387,12

C

VI

2 689,53

2 847,87

3 006,21

3 164,55

VII

2 407,22

2 489,13

2 571,04

2 652,95

D

VIII

2 175,76

2 303,90

2 432,04

2 560,18

IX

2 095,34

2 124,53

2 153,72

2 182,91

Artikel 11

Met ingang van 1 juli 2005 wordt de in artikel 93 van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden opgenomen tabel van de maandelijkse basissalarissen vervangen door de hiernavolgende tabel:

Functie-Groep

1.7.2005

Salaristrap

Rang

1

2

3

4

5

6

7

IV

18

5 258,78

5 368,14

5 479,78

5 593,73

5 710,06

5 828,81

5 950,02

17

4 647,85

4 744,50

4 843,17

4 943,89

5 046,70

5 151,65

5 258,78

16

4 107,89

4 193,31

4 280,52

4 369,53

4 460,40

4 553,16

4 647,85

15

3 630,66

3 706,16

3 783,23

3 861,91

3 942,22

4 024,20

4 107,89

14

3 208,87

3 275,60

3 343,72

3 413,25

3 484,23

3 556,69

3 630,66

13

2 836,08

2 895,06

2 955,26

3 016,72

3 079,46

3 143,50

3 208,87

III

12

3 630,61

3 706,10

3 783,17

3 861,84

3 942,14

4 024,12

4 107,80

11

3 208,85

3 275,57

3 343,69

3 413,22

3 484,19

3 556,65

3 630,61

10

2 836,08

2 895,06

2 955,26

3 016,71

3 079,44

3 143,48

3 208,85

9

2 506,62

2 558,74

2 611,95

2 666,27

2 721,71

2 778,31

2 836,08

8

2 215,43

2 261,50

2 308,53

2 356,53

2 405,53

2 455,56

2 506,62

II

7

2 506,55

2 558,69

2 611,90

2 666,23

2 721,69

2 778,29

2 836,08

6

2 215,31

2 261,39

2 308,42

2 356,44

2 405,45

2 455,48

2 506,55

5

1 957,91

1 998,64

2 040,21

2 082,64

2 125,96

2 170,17

2 215,31

4

1 730,42

1 766,41

1 803,15

1 840,66

1 878,94

1 918,02

1 957,91

I

3

2 131,74

2 175,98

2 221,14

2 267,24

2 314,29

2 362,32

2 411,35

2

1 884,55

1 923,66

1 963,58

2 004,33

2 045,93

2 088,39

2 131,74

1

1 666,02

1 700,60

1 735,89

1 771,92

1 808,69

1 846,23

1 884,55

Artikel 12

Met ingang van 1 juli 2005 wordt het minimumbedrag voor de inrichtingsvergoeding als bedoeld in artikel 94 van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden vastgesteld op:

756,18 EUR voor het personeelslid dat recht heeft op de kostwinnerstoelage,

448,32 EUR voor het personeelslid dat geen recht heeft op de kostwinnerstoelage.

Artikel 13

Met ingang van 1 juli 2005 wordt het minimumbedrag voor de werkloosheidsuitkering als bedoeld in artikel 96, lid 3, tweede alinea, van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden vastgesteld op 904,26 EUR en het maximumbedrag op 1 808,51 EUR, en wordt het vaste bedrag dat moet worden afgetrokken, vastgesteld op 822,06 EUR.

Artikel 14

Met ingang van 1 juli 2005 worden de toeslagen voor continu- of ploegendienst als bedoeld in artikel 1 van Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 300/76 (2) vastgesteld op 344,58 EUR, 520,10 EUR, 568,66 EUR en 775,27 EUR.

Artikel 15

Met ingang van 1 juli 2005 wordt op de in artikel 4 van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 (3) genoemde bedragen een coëfficiënt toegepast van 4,974173.

Artikel 16

Met ingang van 1 juli 2005 wordt de tabel in artikel 8 van bijlage XIII bij het Statuut vervangen door de hiernavolgende tabel:

1.7.2005

Salaristrap

Rang

1

2

3

4

5

6

7

8

16

15 255,00

15 896,04

16 564,01

16 564,01

16 564,01

16 564,01

 

 

15

13 482,88

14 049,45

14 639,82

15 047,12

15 255,00

15 896,04

 

 

14

11 916,61

12 417,36

12 939,16

13 299,15

13 482,88

14 049,45

14 639,82

15 255,00

13

10 532,30

10 974,88

11 436,06

11 754,22

11 916,61

 

 

 

12

9 308,79

9 699,96

10 107,56

10 388,77

10 532,30

10 974,88

11 436,06

11 916,61

11

8 227,42

8 573,15

8 933,40

9 181,94

9 308,79

9 699,96

10 107,56

10 532,30

10

7 271,67

7 577,23

7 895,64

8 115,30

8 227,42

8 573,15

8 933,40

9 308,79

9

6 426,94

6 697,01

6 978,42

7 172,57

7 271,67

 

 

 

8

5 680,34

5 919,04

6 167,76

6 339,36

6 426,94

6 697,01

6 978,42

7 271,67

7

5 020,47

5 231,44

5 451,27

5 602,93

5 680,34

5 919,04

6 167,76

6 426,94

6

4 437,26

4 623,72

4 818,01

4 952,06

5 020,47

5 231,44

5 451,27

5 680,34

5

3 921,80

4 086,60

4 258,32

4 376,79

4 437,26

4 623,72

4 818,01

5 020,47

4

3 466,22

3 611,87

3 763,65

3 868,36

3 921,80

4 086,60

4 258,32

4 437,26

3

3 063,56

3 192,29

3 326,43

3 418,98

3 466,22

3 611,87

3 763,65

3 921,80

2

2 707,67

2 821,45

2 940,01

3 021,81

3 063,56

3 192,29

3 326,43

3 466,22

1

2 393,13

2 493,69

2 598,48

2 670,77

2 707,67

 

 

 

Artikel 17

Met ingang van 1 juli 2005 worden de bedragen van de kindertoelage als bedoeld in artikel 14 van bijlage XIII bij het Statuut als volgt vastgesteld:

1.7.2005-31.12.2005

:

282,04 EUR

1.1.2006-31.12.2006

:

295,52 EUR

1.1.2007-31.12.2007

:

309,00 EUR

1.1.2008-31.12.2008

:

322,47 EUR.

Artikel 18

Met ingang van 1 juli 2005 worden de bedragen van de schooltoelage als bedoeld in artikel 15 van bijlage XIII bij het Statuut als volgt vastgesteld:

1.7.2005-31.8.2005

:

16,41 EUR

1.9.2005-31.8.2006

:

32,83 EUR

1.9.2006-31.8.2007

:

49,23 EUR

1.9.2007-31.8.2008

:

65,65 EUR.

Artikel 19

Met ingang van 1 juli 2005 wordt, voor de toepassing van artikel 18 van bijlage XIII bij het Statuut, de vaste vergoeding als genoemd in artikel 4 bis van bijlage VII bij het Statuut dat vóór 1 mei 2004 van kracht was, vastgesteld op:

118,88 EUR per maand voor ambtenaren in de rangen C4 en C5,

182,26 EUR per maand voor ambtenaren in de rangen C1, C2 en C3.

Artikel 20

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 december 2005.

Voor de Raad

De voorzitster

M. BECKETT


(1)  PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 723/2004 (PB L 124 van 27.4.2004, blz. 1).

(2)  Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 300/76 van de Raad van 9 februari 1976 tot vaststelling van de categorieën van begunstigden, de voorwaarden voor toekenning en de hoogte van de toeslagen die kunnen worden toegekend aan ambtenaren die hun werkzaamheden verrichten in het kader van een continu- of ploegendienst (PB L 38 van 13.2.1976, blz. 1). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 860/2004 (PB L 161 van 30.04.2004, blz. 26).

(3)  Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (Euratom, EG) nr. 1750/2002 (PB L 264 van 2.10.2002, blz. 15).