4.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 203/19


WIJZIGINGEN VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING VAN HET HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

HET HOF VAN JUSTITIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 223, zesde alinea;

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 139, zesde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De duur van de procedures voor het Hof, vooral in prejudiciële zaken, wordt al enige tijd steeds langer en in het bijzonder na de uitbreiding van de Unie moeten bepaalde onderdelen van de procedure worden verkort en vereenvoudigd.

(2)

De termijn voor de indiening van een verzoek om een terechtzitting te houden, dient te worden verkort en in een aantal gevallen dient de verplichting om de nationale rechterlijke instantie op de hoogte te stellen en de partijen te horen, te worden opgeheven wanneer het Hof in bepaalde gevallen van een eenvoudige prejudiciële verwijzing bij beschikking uitspraak doet.

(3)

Met de technologische ontwikkeling worden meer en meer stukken elektronisch verstuurd en is de toezending via elektronische weg een zeer betrouwbare wijze van communicatie geworden. Het Hof moet zich aan deze ontwikkeling kunnen aanpassen en dient de mogelijkheid te krijgen om te bepalen onder welke voorwaarden een elektronisch toegezonden processtuk als het origineel van het stuk wordt beschouwd.

(4)

Ten slotte dienen de bepalingen betreffende de kosteloze rechtsbijstand te worden gewijzigd, door te bepalen dat de beschikking waarbij een verzoek geheel of gedeeltelijk wordt afgewezen, met redenen moet zijn omkleed,

Met goedkeuring van de Raad, verleend op 28 juni 2005,

STELT DE VOLGENDE WIJZIGINGEN VAN ZIJN REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING VAST:

Artikel 1

Het reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, vastgesteld op 19 juni 1991 (PB L 176 van 4.7.1991, blz. 7, met rectificatie in PB L 383 van 29.12.1992, blz. 117), zoals gewijzigd op 21 februari 1995 (PB L 44 van 28.2.1995, blz. 61), 11 maart 1997 (PB L 103 van 19.4.1997, blz. 1, met rectificatie in PB L 351 van 23.12.1997, blz. 72), 16 mei 2000 (PB L 122 van 24.5.2000, blz. 43), 28 november 2000 (PB L 322 van 19.12.2000, blz. 1), 3 april 2001 (PB L 119 van 27.4.2001, blz. 1), 17 september 2002 (PB L 272 van 10.10.2002, blz. 24, met rectificatie (Duitse versie) in PB L 281 van 19.10.2002), 8 april 2003 (PB L 147 van 14.6.2003, blz. 17), 19 april 2004 (PB L 132 van 29.4.2004, blz. 2) en 20 april 2004 (PB L 127 van 29.4.2004, blz. 107) wordt gewijzigd als volgt:

1)

Aan artikel 37 wordt het volgende lid 7 toegevoegd:

„7.   Onverminderd het bepaalde in lid 1, eerste alinea, en de leden 2 tot en met 5, kan het Hof bij besluit bepalen onder welke voorwaarden een elektronisch aan de griffie toegezonden stuk als het origineel van dit stuk wordt beschouwd. Dit besluit wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.”.

2)

In artikel 44 bis, derde volzin, worden de woorden „een maand” vervangen door „drie weken”.

3)

Artikel 76, lid 3, tweede alinea, wordt vervangen door:

„De kamer beslist bij niet voor hogere voorziening vatbare beschikking. In geval van gehele of gedeeltelijke weigering van de kosteloze rechtsbijstand, wordt de weigering in de beschikking met redenen omkleed.”.

4)

Artikel 104, lid 1, wordt gewijzigd als volgt:

„1.   Van de beslissingen van de nationale rechterlijke instanties, bedoeld in artikel 103, wordt aan de lidstaten afschrift in de oorspronkelijke versie gezonden, tezamen met een vertaling in de officiële taal van de betrokken lidstaat. Indien de lengte van de beslissing van de nationale rechterlijke instantie daartoe aanleiding geeft, wordt deze vertaling vervangen door een vertaling in de officiële taal van de betrokken lidstaat van een resumé van de beslissing, dat als grondslag voor het standpunt van deze staat zal dienen. Het resumé bevat de volledige tekst van de prejudiciële vra(a)g(en). Voorzover deze elementen in de beslissing van de nationale rechterlijke instantie voorkomen, omvat dit resumé in het bijzonder het voorwerp van de procedure in het hoofdgeding, de voornaamste argumenten van de partijen in het hoofdgeding, een korte uiteenzetting van de motivering van de verwijzing, alsmede de aangevoerde communautaire en nationale bepalingen en rechtspraak.

In de gevallen bedoeld in artikel 23, derde alinea, van het statuut, wordt van de beslissingen van de nationale rechterlijke instanties een afschrift in de oorspronkelijke versie gezonden aan de staten — niet zijnde lidstaten — die partij zijn bij de EER-overeenkomst, alsmede aan de Toezichthoudende Autoriteit EVA, tezamen met een vertaling van de beslissing of, in voorkomend geval, van een resumé in een van de talen genoemd in artikel 29, lid 1, naar keuze van de betrokken staat of van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.

Wanneer een derde staat overeenkomstig artikel 23, vierde alinea, van het statuut gerechtigd is deel te nemen aan een prejudiciële procedure, wordt hem van de beslissing van de nationale rechterlijke instantie een afschrift in de oorspronkelijke versie gezonden, tezamen met een vertaling van de beslissing of, in voorkomend geval, van een resumé in een van de talen genoemd in artikel 29, lid 1, naar keuze van de betrokken derde staat.”.

5)

Artikel 104, lid 3, wordt vervangen door:

„3.   Wanneer een prejudiciële vraag identiek is met een vraag waarover het Hof zich reeds heeft uitgesproken, of wanneer het antwoord op een dergelijke vraag duidelijk uit de rechtspraak kan worden afgeleid, kan het Hof op ieder moment, na de advocaat-generaal te hebben gehoord, beslissen bij een met redenen omklede beschikking waarin naar het eerdere arrest of de betrokken rechtspraak wordt verwezen.

Indien over het antwoord op een prejudiciële vraag redelijkerwijs geen twijfel kan bestaan, kan het Hof na de verwijzende rechterlijke instantie daarvan in kennis te hebben gesteld en na de belanghebbenden bedoeld in artikel 23 van het statuut in hun eventuele opmerkingen te hebben gehoord, de advocaat-generaal gehoord, eveneens bij een met redenen omklede beschikking beslissen.”.

6)

In artikel 104, lid 4, derde volzin, worden de woorden „een maand” vervangen door „drie weken”;

7)

In artikel 120, tweede volzin, worden de woorden „een maand” vervangen door „drie weken”.

Artikel 2

Deze wijzigingen van het reglement voor de procesvoering, zijnde authentiek in de talen bedoeld in artikel 29, lid 1, van het reglement, worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij treden in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op die van hun bekendmaking.

Gedaan te Luxemburg, 12 juli 2005.