16.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 70/17


RICHTLIJN 2005/20/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 9 maart 2005

tot wijziging van Richtlijn 94/62/EG betreffende verpakking en verpakkingsafval

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Na de uitbreiding van de Europese Unie dient passende aandacht te worden besteed aan de specifieke situatie in de nieuwe lidstaten, met name met betrekking tot het bereiken van de taakstellingen voor recycling en terugwinning, zoals vastgesteld in artikel 6, lid 1, van Richtlijn 94/62/EG (3).

(2)

De lidstaten die krachtens het Toetredingsverdrag van 16 april 2003 tot de Europese Unie zijn toegetreden, hebben meer tijd nodig om hun recycling- en terugwinningsystemen aan te passen aan de taakstellingen van Richtlijn 94/62/EG.

(3)

Aangezien de doelstellingen van deze richtlijn, namelijk harmonisatie van de nationale taakstellingen voor recycling en terugwinning van verpakkingsafval, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en wegens de omvang van de actie beter op communautair niveau kunnen worden gerealiseerd, kan de Gemeenschap maatregelen treffen die in overeenstemming zijn met het in artikel 5 van het Verdrag beschreven subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in dat artikel beschreven evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om die doelstelling te bereiken.

(4)

Met het oog op de verdere uitbreiding van de Europese Unie dient tevens passende aandacht te worden besteed aan de specifieke situatie in de landen die in een later stadium toetreden.

(5)

Richtlijn 94/62/EG dient derhalve in die zin te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Het volgende lid wordt toegevoegd aan artikel 6 van Richtlijn 94/62/EG:

„11.

De lidstaten die krachtens het Toetredingsverdrag van 16 april 2003 tot de Europese Unie zijn toegetreden, mogen de verwezenlijking van de taakstellingen van lid 1,onder b), d) en e) uitstellen tot een datum naar eigen keuze, die echter niet later mag vallen dan 31 december 2012 voor de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Litouwen, Hongarije, Slovenië en Slowakije; 31 december 2013 voor Malta; 31 december 2014 voor Polen en 31 december 2015 voor Letland.”

Artikel 2

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk 9 september 2006 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie onverwijld de tekst van die bepalingen mede alsook een correlatietabel tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De manier van verwijzen wordt vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Straatsburg, 9 maart 2005.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

J. P. BORRELL FONTELLES

Voor de Raad

De voorzitter

N. SCHMIT


(1)  PB C 241 van 28.9.2004, blz. 20.

(2)  Advies van het Europees Parlement van 17 november 2004 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 21 februari 2005.

(3)  PB L 365 van 31.12.1994, blz. 10. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/12/EG (PB L 47 van 18.2.2004, blz. 26).