29.1.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 27/38


RICHTLIJN 2005/5/EG VAN DE COMMISSIE

van 26 januari 2005

tot wijziging van Richtlijn 2002/26/EG wat betreft bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de officiële controle op de gehalten aan ochratoxine A in bepaalde levensmiddelen

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 85/591/EEG van de Raad van 20 december 1985 betreffende de invoering van communautaire bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de controle van voor menselijke voeding bestemde levensmiddelen (1), en met name op artikel 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 466/2001 van de Commissie van 8 maart 2001 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (2) worden maximumgehalten voor ochratoxine A in gebrande koffiebonen, gemalen gebrande koffie, oploskoffie, wijn en druivensap vastgesteld.

(2)

Bemonstering is zeer belangrijk om de gehalten aan ochratoxine A nauwkeurig te kunnen bepalen. In Richtlijn 2002/26/EG van de Commissie van 13 maart 2002 tot vaststelling van bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de officiële controle op de gehalten aan ochratoxine A in levensmiddelen (3) moeten bepalingen betreffende gebrande koffiebonen, gemalen gebrande koffie, oploskoffie, wijn en druivensap worden opgenomen.

(3)

Richtlijn 2002/26/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Richtlijn 2002/26/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk twaalf maanden na de inwerkingtreding aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie die bepalingen onverwijld mee, alsmede een transponeringstabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst mee van de bepalingen van intern recht die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 26 januari 2005.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 372 van 31.12.1985, blz. 50. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(2)  PB L 77 van 16.3.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 78/2005 (PB L 16 van 20.1.2005, blz. 43).

(3)  PB L 75 van 16.3.2002, blz. 38. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2004/43/EG (PB L 113 van 20.4.2004, blz. 14).


BIJLAGE

Bijlage I bij Richtlijn 2002/26/EG wordt als volgt gewijzigd:

a)

De punten 4.3, 4.4 en 4.5 worden vervangen door:

„4.3.   Algemeen overzicht van de bemonsteringsprocedure voor granen, gedroogde druiven en gebrande koffie

TABEL 1

Verdeling van partijen in subpartijen al naargelang van het product en het gewicht van de partij

Product

Gewicht van de partij

(in t)

Gewicht van de subpartijen of aantal subpartijen

Aantal basismonsters

Gewicht verzamel-monster

(kg)

Granen en graanproducten

≥ 1 500

500 t

100

10

> 300 en < 1 500

3 subpartijen

100

10

≥ 50 en ≤ 300

100 t

100

10

< 50

3-100 (1)

1-10

Gedroogde druiven (krenten, rozijnen en sultana's)

≥ 15

15-30 t

100

10

< 15

10-100 (2)

1-10

Gebrande koffiebonen, gemalen gebrande koffie en oploskoffie

≥ 15

15-30 t

100

10

< 15

10-100 (2)

1-10

4.4.   Bemonstering van granen en graanproducten (partijen ≥ 50 t) en van gebrande koffiebonen, gemalen gebrande koffie, oploskoffie en gedroogde druiven (partijen ≥ 15 t)

Als de subpartijen fysiek van elkaar kunnen worden gescheiden, wordt elke partij in subpartijen verdeeld volgens tabel 1. Aangezien de partijen niet altijd een gewicht hebben dat een exact veelvoud is van het gewicht van de subpartijen, mag het gewicht van de subpartijen ten hoogste 20 % verschillen van het aangegeven gewicht.

Elke subpartij wordt afzonderlijk bemonsterd.

Aantal basismonsters: 100.

Gewicht van het verzamelmonster = 10 kg.

Als de hier beschreven bemonsteringswijze niet kan worden toegepast zonder aanzienlijke economische schade toe te brengen (wegens de vorm van de verpakking of de aard van de vervoermiddelen, enz.) kan een alternatieve bemonstering worden toegepast mits die zo representatief mogelijk is, nauwkeurig wordt beschreven en grondig gedocumenteerd.

4.5.   Bemonstering van granen en graanproducten (partijen < 50 t) en van gebrande koffiebonen, gemalen gebrande koffie, oploskoffie en gedroogde druiven (partijen < 15 t)

Voor partijen granen van minder dan 50 t en voor partijen gebrande koffiebonen, gemalen gebrande koffie, oploskoffie en gedroogde druiven van minder dan 15 t worden, afhankelijk van het gewicht van de partij, 10 tot 100 basismonsters genomen waarmee een verzamelmonster van 1 tot 10 kg wordt samengesteld. Voor zeer kleine partijen (≤ 0,5 t) granen en graanproducten kan een kleiner aantal basismonsters worden genomen, maar ook in dat geval moet het verzamelmonster dat alle basismonsters bevat, een gewicht van ten minste 1 kg hebben.

Aan de hand van onderstaande tabel kan worden bepaald hoeveel basismonsters moeten worden genomen.

TABEL 2

Aantal te nemen basismonsters al naargelang van het gewicht van de partij granen en graanproducten

Gewicht van de partij (in t)

Aantal basismonsters

≤ 0,05

3

> 0,05-≤ 0,5

5

> 0,5-≤ 1

10

> 1-≤ 3

20

> 3-≤ 10

40

> 10-≤ 20

60

> 20-≤ 50

100


TABEL 3

Aantal te nemen basismonsters al naargelang van het gewicht van de partij gebrande koffiebonen, gemalen gebrande koffie, oploskoffie en gedroogde druiven

Gewicht van de partij (in t)

Aantal basismonsters

≤ 0,1

10

> 0,1-≤ 0,2

15

> 0,2-≤ 0,5

20

> 0,5-≤ 1,0

30

> 1,0-≤ 2,0

40

> 2,0-≤ 5,0

60

> 5,0-≤ 10,0

80

> 10,0-≤ 15,0

100”

b)

Het volgende punt 4.6 bis wordt na punt 4.6 ingevoegd:

„4.6. bis   Bemonstering van wijn en druivensap

Het verzamelmonster moet een gewicht van ten minste 1 kg hebben, behalve als dat niet mogelijk is, bijvoorbeeld als het monster uit 1 fles bestaat.

Het minimumaantal basismonsters dat van de partij moet worden genomen, is in tabel 4 aangegeven. Het vastgestelde aantal basismonsters hangt af van de gebruikelijke vorm waarin de desbetreffende producten in de handel worden gebracht. In geval van onverpakte vloeibare producten moet de partij voorzover mogelijk en voorzover dit geen nadelige invloed heeft op de kwaliteit van het product, net vóór de bemonstering goed worden gemengd, hetzij handmatig, hetzij mechanisch. In dat geval kan worden verondersteld dat de ochratoxine A homogeen over de partij is verdeeld. Drie basismonsters van een partij zijn daarom voldoende om het verzamelmonster te vormen.

De basismonsters, die vaak een fles of een pak kunnen zijn, moeten van vergelijkbaar gewicht zijn. Het gewicht van een basismonster moet ten minste 100 g zijn, zodat een verzamelmonster van ten minste ongeveer 1 kg wordt verkregen. Als hiervan wordt afgeweken, wordt dit in het in punt 3.8 bedoelde verslag vermeld.

TABEL 4

Minimumaantal van de partij te nemen basismonsters

Vorm waarin het product in de handel wordt gebracht

Volume van de partij (in l)

Minimumaantal basismonsters

Onverpakt (druivensap, wijn)

3

Flessen/pakken druivensap

≤ 50

3

Flessen/pakken druivensap

50 tot 500

5

Flessen/pakken druivensap

> 500

10

Flessen/pakken wijn

≤ 50

1

Flessen/pakken wijn

50 tot 500

2

Flessen/pakken wijn

> 500

3”


(1)  Afhankelijk van het gewicht van de partij — zie tabel 2 van deze bijlage.

(2)  Afhankelijk van het gewicht van de partij — zie tabel 3 van deze bijlage.